Het blijft bikkelen op Noord-Beveland
Alleen grond is niet genoeg Vooral pachtboer verzuipt
Jonge agrariër is strijdlustiger Er komen betere tijden
zaterdag 28 april 2001
foto's Willem Mieras
Het gaat niet goed met de agra
rische sector. De komende
vijf tot tien jaar zullen veel boeren
noodgedwongen het bijltje erbij
neer gooien. Ook op Noord-Beve-"
land. Agrariërs gaan spannende
tijden tegemoet. Wie overleeft en
wie niet? Liggen kansen in schaal
vergroting of in nevenactivitei
ten? Vier prominente Noord-Be
velanders over de toekomst van de
Noord-Bevelandse boer.
Leverde tarwe in 1950 nog 55 cent
per kilo op, tegenwoordig krijgt
een agrariër er 22 cent voor. Erw
ten daalden van ruim 1,50 gulden
per kilo naar nauwelijks 30 cent.
Marktprijzen dalen, terwijl kos
ten voor de landbouwsector stij
gen. Agrariërs gaan op zoek naar
alternatieven, maar op Noord-
Beveland maakt de Structuurvi
sie Noord-Beveland het hen er
niet makkelijker op. Vooral boe
ren in het 'agrarisch middenge
bied' voelen zich beperkt in het
opzetten van nevenactiviteiten.
In de Structuurvisie zijn beleids
lijnen vastgesteld voor ontwikke
lingen en initiatieven op het
eiland. Het opzetten van, bijvoor
beeld, een landschapscamping
wordt aan deze visie getoetst.
Sinds oktober is Noord-Beveland
opgedeeld in vier gebieden, waar
in bepaalde ontwikkelingen soms
wel of niet zijn toegestaan.
Zo kent Noord-Beveland een
smalle 'natuurrand', langs ooste
lijke- en noordelijke zijde, waar
beleid gericht is op de ontwikke
ling van natuur; een smalle 'dyna
mische rand' langs de westelijke
kant, waar de toeristische sector
floreert; een 'extensieve over
gangszone' in het westen, waar
zowel ontwikkelingen op het ge
bied van landbouw als toerisme
zijn toegestaan en een groot 'agra
risch middengebied'.
Het agrarisch middengebied ligt
ingeklemd tussen de dorpen Kats,
Colijnsplaat, Kamperland en
Kortgene. De kernen Colijns
plaat, Wissenkerke en Geersdijk
liggen er middenin. In het gebied
staat ontwikkeling van de land
bouw voorop. Andere gebruiks-
vormen zijn niet toegestaan. Voor
de agrarische bedrijfsvoering be
tekent dit dat schaalvergroting,
het samenvoegen van percelen,
vrijwel het enige ontwikkelings
perspectief is. Daarnaast zal een
toenemende druk op de landbouw
leiden tot een andere landbouw
kundige structuur of ander
grondgebruik. Naar verwachting
zal sprake zijn van een omschake
ling naar andere teelten of pro-
duktvernieuwing.
Michelle Koek
Rinus de Regt Arie Cees Oudshoorn
Rinus de Regt uit Colijnsplaat is agrariër, schapenhou
der en natuuront wikkelaar. Hij zette tientallen hectare
landbouwgrond om in natuur en runt samen met zijn zoon
eenminicamping. Tegenover zijn woning heeft hij een drij
vend vogeleiland aangelegd en momenteel is hij bezig met
de aanleg van een vogelkijkhut en een 17 hectare groot
veenmos-rietland. De vestiging van een landschapscam
ping op zijn gronden werd onlangs afgewezen. Die liggen
namelijk in het agrarische middengebied.
„Recreatie en toerisme zijn de dragers van de Noord-Beve-
landse economie. Landbouw wordt ook wel zo aange
merkt, maar is een aflopende zaak. De prijzen zijn slecht en
veel agrariërs hebben geen opvolgers. Dan kun je twee din
gen doen: de polders volplempen met bungalows en land
huizen of net als ik natuur ontwikkelen."
„In 1953 begon mijn vader met het houden van schapen.
Hij had toen al door dat agrariërs naast landbouw ook an
dere activiteiten moesten ontplooien. Ik ben tien jaar gele
den met het ontwikkelen van natuur begonnen en krijg
daar jaarlijks een geschikte subsidie voor."
„Toen de mogelijkheid voor de vestiging van een land
schapscamping aan mijn neus voorbijging, was ik best te
leurgesteld. Vooral ook omdat ik ruim twee jaar geleden de
eerste was die zich aanmeldde bij de gemeente. Maar ja, ik
lig sinds een half jaar in het agrarische middengebied. De
politiek moet duidelijker stellen wie zij steunt.",,
„Veel agrariërs zijn afwachters en helemaal niet van plan
om onder deze omstandigheden door te gaan. En terecht.
In feite zijn veel agrariërs miljonairs op bijstandsniveau:
ze hebben flink geïnvesteerd in hun bedrijven, maar beha
len geen rendement. En iedereen weet: van alleen grond en
een huis kun je niet eten."
Arie Cees Oudshoorn uit Geersdijk is boerenvriend en
fractievoorzitter van Noord-Bevelands Belang (drie
zetels). Hij neemt het op voor de kleine boer. Volgens hem
zullen vooral pachtboeren verzuipen. „Wat mij betreft is
heel Noord-Beveland één grote extensieve overgangs
zone!"
„Nederland telt gewoon te veel boeren. Persoonlijk heb ik
daar weinig problemen mee. Waar ik problemen mee heb,
zijn de boerenvoormannen die tot in Brussel ontwikkelin
gen als landschapsinrichting en het opzetten van nevenac
tiviteiten tegenhouden. Grote jongens die het voor het zeg
gen hebben."
„Men roept wel: „Eén Europa!maar zijn morgen de
Noord-Bevelandse aardappelen te duur, dan kopen de gro
te frietfabrieken ze gewoon in Polen. Een land waar Ne
derlandse boeren notabene zelf de teelt op poten hebben
gezet."
„Onze boerenorganisaties zijn goed georganiseerd. Van
Den Haag tot Brussel praten we mee. En toch lijkt het alsof
onze boeren de neergaande spiraal gelaten over zich laten
komen. Kijk naar de actiebereidheid van de Zuiderburen.
Je gaat je dan toch afvragen waar die gelatenheid vandaan
komt? Onze boeren lijken de verpersoonlijking van het
poldermodel: overleg, compromis, overleg en nog eens een
compromis. Zijn ze daarin niet te ver door geschoten?"
„De huidige situatie is vooral schrijnend voor pachtboe
ren. Ze moeten ieder jaar pacht opbrengen voor dure grond
en kunnen aan het eind van de rit niets verkopen. Zetten zij
geen nevenactiviteiten op, dan zijn ze ten dode opgeschre
ven. Eigenaren van grond, moeten alleen volhouden. Vol
houden, tot de mogelijkheid zich aandient om te verko
pen."
Steven Dees
Steven Dees uit Wissenkerke is agrariër en bestuurslid
van het Zeeuws Agrarisch Jongeren Kontakt (ZAJK).
Hij bestiert samen met zijn ouders een maatschap. Dees
verbouwt op 137 hectare, in het agrarische middengebied
rond Wissenkerke, onder andere aardappelen, uien, cicho
rei en suikerbieten.
Als bestuurslid van ZAJK zet hij zich in voor jonge agrari
ërs.
Jonge boeren kijken anders tegen het vak aan dan de vori
ge generatie. Ze hebben andere ideeën en plannen, zijn
strijdlustiger en kijken verser tegen de sector aan."
„De afgelopen twee jaar waren een drama voor de land
bouwsector. Het aanbod is vele malen groter dan de vraag.
Deprijzen zijn laag. Gevolg: een handjevol afnemers houdt
een grote groep telers in de kneep. En het meest vervelende
is, ze hebben de markt mee."
„Elke ondernemer moet vrij zijn in het opzetten van een
neventak. Zoiets typisch als een 'agrarisch middengebied'
mag je daarin niet beperken. Want: hoe breder de basis, hoe
beter dat is voor de continuïteit van je bedrijf."
„Over alternatieven denk ik altijd na. Je moet het zien als
een persoonlijke zoektocht. De één ziet het opzetten van
een minicamping wel zitten en de ander niet. Ikzelf moet er
niet aan denken. Mijn toekomst ligt onder andere in een
streven naar een kostprijsverlaging."
„Dat kan door samenwerkingsverbanden met andere
agrariërs aan te gaan. Je kunt bijvoorbeeld samen gebruik
maken van machines, één loonwerker of zelfs bedrijven sa
menvoegen. Het zijn allemaal ideeën om op basis van
schaalvergroting efficiënter en dus goedkoper te werken."
„Het ZAJK probeert samenwerking tussen agrariërs te sti
muleren. In het verleden liep samenwerking vaak mis om
dat afspraken onduidelijk waren. Kreeg je scheve gezich
ten, had de ene boer wel op tijd zijn aardappels uit de grond
en de andere niet. Het ZAJKheeft een half jaar geleden een
convenant gesloten met een adviesbureau en een jurist.
Goede afspraken en een optimale begeleiding zijn nu de
sleutelwoorden. De eerste overeenkomsten zitten inmid
dels in de molen."
„Ik ben niet huiverig voor de toekomst. Op Noord-Beve
land ligt de beste landbouwgrond en agrariërs beschikken
overeen hoog kennisniveau. Bovendien blijven de stedelij
ke kernen uitbreiden. Boeren moeten de komende jaren
naar een optimaal saldo, een hoge kwaliteit, betere en an
dere produkten, en vooral.volhoudenVoor de rest zijn er,
denk ik, weinig alternatieven."
Aly Wisse is bestuurslid van de landbouworganisatie
ZLTO Noord-Beveland en runt al drie jaar het Noord-
Bevelandse project Maatschappelijk Ondernemen. Wisse
helpt ondernemers bij het opzetten van nevenactiviteiten
als minicampings en natuurprojecten. Zelf houdt ze
pluimvee en verbouwt op 23 hectare onder andere gerst,
aardappelen en tarwe.
„Ik heb altijd bezwaar gemaakt tegen de Structuurvisie en
die deelgebieden. Hoe vertel ik een agrariër in het midden
gebied dat hij geen camping mag beginnen en zijn buur
man in de 'extensieve overgangszone' wel? Daar begrijpt
hij niets van. Hij koestert al jaren een gezond wantrouwen
in onze onbetrouwbare overheid, die vaak wel belooft
maar niet levert. En klaarblijkelijk graag streepjes op de
kaart trekt, ook op Noord-Beveland."
„Dat agrariërs in het middengebied het zoveel moeilijker
hebben, wordt enigszins overtrokken. Het opzetten van
een landschapscamping is inderdaad niet mogelijk en het
oprichten van een minicamping aan allerlei onduidelijke
regeltjes gebonden, maar er zijn wel tal van andere moge
lijkheden. Boeren kunnen bijvoorbeeld caravans opslaan,
loonwerk verrichten of eigen produkten verkopen."
„Bovendien kunnen middengebieders straks ook voor zo
genoemde 'nieuwe economische dragers' kiezen. Er is nog
een bestemmingsplan wijziging voor nodig, maar als dat er
door is kunnen ze een tuincentrum opzetten of de aardap-
pelschuur aan een praktijkloze fysiotherapeut verhuren."
„De landbouwsector heeft het al jaren moeilijk, maar is
niet ten dode opgeschreven. Ik zie over vijf tot tien jaar een
verbetering. Wereldwijd zal de vraag naar voedsel toene
men. Dat niet elke boer zolang kan wachten, is inderdaad
een probleem."
„Kleine boeren redden het niet. Traditionele akkerbouw,
op een perceel van 50 hectare, is passé. Wie wil overleven,
breidt uit en kiest voor minimaal 150 hectare. Wie niet gro
ter wil, moet plaats maken of andere activiteiten ontplooi
en."
„Het uiteindelijk redden, is afhankelijk van armslag, on
dernemerschap, inventiviteit en geluk. Kleine- en pacht
boeren rooien het moeilijker dan grondeigenaren en dege
nen die een flinke som geld op de bank hebben. Dat staat
buiten kijf. De landbouwsector wacht nog een aantal tur
bulente jaren. Agrariërs maken plaats voor veehouders,
gaan intensiever verbouwen, nieuwe rassen uitproberen of
gooien de handdoek in .de ring. Het is en blijft bikkelen,
maar er komen betere tijden."
Aly Wisse