PZC Het Zeeuwse is levendiger Landschap dan ooit Zakpijp wordt dikwijls voor plant aangezien 27 Stichting viert 65-jarig bestaan 28 28 29 30 •#i weerwoord Vleermuis is merkwaardig schepsel Prijsvraag rond oude ansichtkaart Inpoldering N-Walcheren onderzocht Nieuw- en Sint Joosland vanuit de lucht bijzonder blauw woensdag 11 april 2001 Stichting Het Zeeuwse Landschap (HZL) be staat 65 jaar. Een mooi mo ment om aandacht te vragen voor de activiteiten van de organisatie. Dat gebeurt op verschillende manieren, on der meer door middel van een expositie en de uitgifte van een boek. Anders dan grotere broers als Vereniging Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, beperkt HZL zich nadrukkelijk tot Zeeland. Daar liggen de wortels en dat blijft zo. De naam Ut Zêêuwse Land schap is wellicht toepasselij ker, maar daarvoor waren de oprichters destijds veel te deftig. De geur van deftig heid waart nog wel een beetje rond, maar toch is in middels één op de twaalf huishoudens in de provincie lid-donateur. -ff mèDs. - De Hooge Platen bij de Westerschelde. W&ê X 1 f tekening Adri Karman De wortels van Het Zeeuwse Landschap liggen in de Manteling van Walcheren. In 1935 bestaan plannen het land goed Hoogduin op te splitsen in bouwkavels. Dat komt de lan delijke Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten ter ore. Voorzitter P. G. van Tienho ven vindt dat het verzet het bes te vanuit de provincie zelf ge voerd kan worden. Hij schakelt commissaris van de koning jhr. J. W. Quarles van Ufford in voor het oprichten van een provinci ale stichting. Die polst een aan tal vooraanstaande Zeeuwen. Het animo is niet groot. De commissaris en Van Tienho ven zetten toch door omdat een stichting 'in de provincie de geesten vaardig zou kunnen maken van hen die het behoud van de natuur als een groot alge meen belang beschouwen.' Op 25 februari 1936 is het zover: Het Zeeuwse Landschap is een feit. In het dagelijks bestuur zitten twee jonkheren, een graaf en de griffier der Staten. Ook na 65 jaar bestaat het bestuur nog uit veel vooraanstaande Zeeuwen, die her en der invloed kunnen uitoefenen. De verkaveling van Hoogduin gaat overigens niet door, mede dankzij de inzet van de jonge stichting (die er overigens niet in slaagt het landgoed aan te ko pen). Het Nederlandse deel van het Zwin, bedreigd door plan nen voor aanleg van een 'gou den' boulevard, wordt het eerste beheergebied van HZL. De stichting werkt mee aan de eer ste lijst van natuurgebieden in Zeeland, die in 1942 verschijnt. Een aantal gebieden is inmid dels verdwenen: de eendenkooi bij Ellemeet, de ondergelopen Calandpolder en Sebastiaan de Langepolder en de Kaloot. De lijst vormt de basis voor het aankoopbeleid van de natuur beschermingsorganisaties. Om te voorkomen dat die steeds in eikaars vaarwateren verzeilen, wordt de provincie verdeeld in invloedssferen. Het Zeeuwse Landschap, Natuurmonumen ten en Staatsbosbeheer verde len de pot. Het terreinbezit kan meer geconcentreerd worden, wat doelmatiger is voor het beheer. HZL beheert nu 7.300 hectare, evenveel als zes Wilhel- minapolders bij elkaar. De ge bieden variëren van heel grote, zoals het Verdronken Land van Saeftinge, tot heel kleine, zoals vliedbergen. Vrijwilligers Niet alleen het aantal natuurge bieden is gegroeid, ook de orga nisatie. De stichting heeft 25 vaste medewerkers en ruim 150 vrijwilligers. Met meer dan 100 boeren zijn contracten afgeslo ten over begrazing en andere beheermaatregelen. Er wordt kantoor gehouden in het koets huis van het landgoed Landlust in Heinkenszand. Voor alle ter reinen bestaat een beheerplan, getoetst door de Natuurweten schappelijke Adviescommissie. De stichting is minder 'exclu sief' geworden, ook 'gewone' Zeeuwen draaien mee. De in komsten komen van Ri j k en pro vincie (bijna twee miljoen gul den per jaar). Donateurs en sponsors zorgen voor verdubbe ling van dat bedrag. Ook wordt HZL door mensen in hun testa ment bedacht. Aankopen wor den meestal door de overheid betaald. Ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan is onder meer een jubi leumexpositie samengesteld met schilderijen en tekeningen van Adri Karman uit Colijns- plaat en Nico van Welzenes uit Goes. Ze belichten de terreinen die bij HZL in beheer zijn en de planten en dieren die daarin le- schilderij Nico van Welzenes ven. Tot 1 juni staat de expositie in het bezoekerscentrum Saef tinge bij Emmadorp, daarna zijn delen te zien in de eenden kooi bij Anna Jacobapolder en het bezoekerscentrum bij het Zwin. In mei verschijnt het boek Zeld zaam Zeeuws, waarin 65 au teurs bijzondere planten en die ren beschrijven. Het gaat om soorten waarvan minstens een kwart van de Nederlandse po pulatie in Zeeland zit. Bij het bereiken van de AOW- leeftijd is de stichting levendi ger dan ooit. Het wat stoffige imago is inge ruild voor een actieve, kritische benadering. Met duidelijke stel- lingnames over ecologie versus economie en aanwezig op de barricaden. 'Het huis behouden bij een wisselende en dynami sche stoffering', noemde oud commissaris C. Boertien het vijftien jaar geleden. Dat heeft aan actualiteit nog niets inge boet. Rinus Antonisse In april doen de katten en de wijven hunne wil Nieuwe weerwoorden zijn welkom bij de redactie PZC, postbus 18, 4380 AA. Vlissingen, fax 0118- 470102, e-mail redactie@pzc.nl. Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie van de PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl Bombus terrestris tekening Adri Karman Onder water leven nogal wat dieren die twijfel op kunnen roepen of je met een dier of een plant te maken hebt. Namen als Zeedahlia en zee-anemoon zijn in dat opzicht veelzeggend ge noeg. Ook zakpijpen behoren tot de categorie dieren die dik wijls voor een plant aangezien worden. Dat komt om te begin nen omdat ze vastzitten aan de ondergrond, maar ook omdat je er letterlijk geen kop of staart aan kunt ontdekken. Zakpijpen behoren tot het rijk van de chordadieren, die geken merkt worden door het bezit van een soort ruggewervelko- lom. In feite zijn ze daarmee verwant aan veel hogere orga nismen als bijvoorbeeld zoog dieren. Dat geldt althans in het larvestadium, als de zakpijpen zich nog als vrij levende 'visjes' voortbewegen. Ze lijken dan op de nauw verwante mantelvisjes. In volwassen stadium zitten de dieren vast en is de 'chorda' ver dwenen. Weinig dieren zijn zo door en door Zeeuws als zakpijpen. Van de zestien soorten die in Neder land voorkomen komt de helft uitsluitend voor in Zeeland. Vijf soorten zijn in hun voorkomen beperkt tot de Oosterschelde. Geen wonder dus dat de eerste wetenschappelijke beschrijving die ooit van een zakpijp werd gemaakt, van een Zeeuw af komstig is. Het was de achttien- de-eeuwse geleerde Job Baster uit Zierikzee, die ook de naam zakpijp introduceerde. Dat was in 1759 in zijn Natuurkundige uitspanning, waar hij de naam als volgt verklaarde: 'Ik neeme aan mij de vrijheid om het een Zak-pijp of ascidiiun te noe men, dewijl het met dat blaasin strument veel overeenkomst heeft'. De beschrijving en de bij behorende afbeelding betrof de soort die tegenwoordig zeedruif (Molgula manhattensis) wordt genoemd. Het woord zakpijp is oud-Nederlands voor doedel zak (vergelijk het Engelse bag pipe). Een oude Zeeuwse dia- lectnaam voor zakpijpen is waterpijpen, maar veel beken der is de naam zeiker of pisser. Zakpijpen zijn gevuld met wa ter en als men erin knijpt wer ken ze als een waterpistool, wat samen met de vorm de dialect- De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben- kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw' wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora en fauna ter sprake. naam verklaart. Zakpijpen le ven uitsluitend in zout water. Baster vermeldde: '....'t welk men des zomers veel aan de deu ren van de Sluizen in het Dijk- water alhier vastgehegt vint'. Ze kunnen op allerlei harde on dergronden voorkomen. Vast zittend op steigerpalen, scheepsrompen of zelfs rond drijvende autobanden. Zakpijpen behoren tot de man- teldieren en ze hebben een in stroom en een uitstroomope ning. Ze komen aan de kost door uit het zeewater allerlei zwe vende deeltjes te halen. Het uit gefilterde voedsel wordt naar de maag getransporteerd en het schone water verlaat vervolgens via de uitstroomopening het li chaam. Om het omringende wa ter binnen te laten stromen zijn zakpijpen in het bezit van tril haren die vanuit het inwendige van de pijp het water in bewe ging brengen. Bekend is verder dat zakpijpen grote hoeveelhe den chemische stoffen kunnen ophopen. Dat is onder meer aangetoond voor chroom en voor jodiumver- bindingen. Zakpijpen mogen er onder wa ter bijzonder sierlijk uitzien; eenmaal bovengehaald zijn ze Ronde zakpijp onooglijk en glibberig. Toch worden ze in het buitenland wel gegeten. Zo wordt rond de Mid dellandse Zee een bepaalde soort veelvuldig verzameld en in Japan worden zelfs zakpijpen speciaal gekweekt aan in het water hangende touwen. Con sumptie kan wel gevaarlijke al lergische reacties teweegbren gen. Zakpijpen worden niet alleen door mensen gegeten. Ook zee honden, krabben en sommige vissen zoals de schol, verorbe ren graag een zakpijpje. Door vissers worden ze ook wel als aas gebruikt. Maar de ergste be dreiging komt niet van dieren of mensen die de zakpijpen consu meren. Het gebruik van anti- fouling, middelen om de aan groei van zeedieren en planten te voorkomen is een veel grotere bedreiging. Wie zakpijpen (of ook allerlei andere onderwaterorganismen) foto Marco goed wil bekijken zonder te wa ter te gaan, kan eenvoudig een touw of een ander voorwerp in het zeewater laten hangen. Het is verbazingwekkend wat daar na een aantal maanden allemaal op te vinden is. Chiel Jacobusse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 27