Parfum jaagt huis vlieg de dood in
m
Wetenschappers leggen
oudste karavaanweg bloot
NASA onderzoekt
inzet ballonnen voor
bestudering planeten
Sojabonen met meer olie
Gewicht en borstvoeding
Snelle test van zaden
Insect is kieskeurig
Groningse onderzoeker vindt methode om vlieg te bestrijden
postzegels
£T
es
p-
AMES - Onderzoekers van de Iowa State University in Ames
(VS) hebben de verbinding in planten gevonden die aanzet tot
olieproductie. Hierdoor kunnen gewassen worden ontwik
keld met meer plantaardige olie in de zaden.
Sojabonen en andere oliehoudende zaden zijn een belangrij
ke bron van olie in eetbare (sauzen, bakolie) en industriële
(verf, smeermiddel) producten. Commerciële oliën uit plan
ten worden gemaakt door biosynthese van vetzuren. Het
startmateriaal voor dit proces is acetylcoenzym A (acetyl-
CoA). „Maar deze verbinding is tevens de startmotor voor an
dere biochemische processen. Dat maakt het moeilijk de bron
te achterhalen", zegt projectleider Basil Nikolau.
De onderzoekers kregen bruikbare informatie in handen toen
de DNA-volgorde van de zandraket of Arabidopsis bekend
werd. De universiteit van Iowa heeft inmiddels een patent
aangevraagd op het gebruik van de genen die aanzetten tot
olievorming in zaad. GPD
ITHACA- Een vrouw die tijdens de zwangerschap meer dan
de gemiddelde negen tot dertien kilo zwaarder wordt, loopt
7 5 procent meer kans dat ze haar baby geen borstvoeding kan
geven. Aanstaande moeders met overgewicht nog voordat ze
in blijde verwachting zijn, hebben eveneens minder kans om
hun kind zelf te zogen.
Onderzoekster Kathleen Rasmussen van de Cornell Universi
teit in Ithaca, New York, komt tot die conclusie na een studie
van negen jaar, waarbij ze bijna 2500 aanstaande moeders
volgde. Zestig procent van de vrouwen had een gezond ge
wicht voordat ze zwanger werdenMaar na conceptie werd 46
procent zwaarder dan aanbevolen door de Gezondheidsraad.
Van de zwaarlijvige vrouwen nam zelfs zeventig procent te
veel in gewicht toe. GPD
WAGENINGEN - In Wageningen is een snelle en efficiëntere
manier ontwikkeld om zaden te controleren op gezondheid.
Luiz Chitarra promoveerde op deze techniek aan de Wagenin
gen Universiteit. Hij onderzocht een methode, de zogenoem
de flow-cytometrie, waarbij grote hoeveelheden individuele
cellen in een vloeistof kunnen worden bestudeerd. De promo
vendus combineerde deze aanpak met het gebruik van fluo
rescerende kleurstoffen om bacteriën op te sporen die plan
tenziekten veroorzaken.
Deze nieuwe techniek is volgens de onderzoeker een uitste
kende manier om ziekteverwekkers snel en goedkoop op te
sporen in zaadpartijen. Ook kunnen op deze manier grote
aantallen monsters worden doorgemeten. De metingen kun
nen binnen een paar uur worden uitgevoerd, terwijl voor de
gangbare methode enkele dagen nodig zijn. GPD
WENEN - Menig bloem van een orchidee heeft dezelfde vorm
en ruikt hetzelfde als een vrouwelijk insect. Hierdoor trekken
ze mannelijke insecten aan voor bestuiving. Maar de manne
tjes bezoeken alleen bloemen die nog niet bestoven zijn. Deze
kieskeurigheid was lang een raadsel voor onderzoekers. De
seksuele misleiding van orchideeën wordt verklaard in een
artikel in wetenschapstijdschrift Science.
Florian Schiestl en Manfred Ayasse van de universiteit van
Wenen bestudeerden de Europese orchidee Ophris spheno-
des. De onderzoekers troffen in de bestoven bloemen twee
keer zoveel van de stof farnesyl hexanoaat, een hormoon dat
normaal wordt uitgescheiden door de vrouwelijke bij om aan
te geven dat ze al bevrucht is. Na toediening van een druppel
van deze hormoonstof op onbestoven bloemen verloren de
mannelijke bijen alle interesse.GPD
donderdag 5 april 2001
doorMartijn Hover
GRONINGEN - De huisvlieg is
geen graag geziene gast. Eeu
wenlang is hij wreed vervolgd,
aanvankelijk slechts met vlie
genmeppers, later kwamen
daar moderne bestrijdingsmid
delen bij als de vliegenplak-
strip, de spuitbus en de UV-
lainp. Steeds bleef het behelpen.
Als het aan bioloog Frits Keiling
ligt, staat ons echter een zo goed
als vliegloze toekomst te wach
ten.
Kelling is gepromoveerd aan de
Groningse universiteit op het
proefschrift Olfaction in house-
flies. Dat betekent zoveel als
'het reukorgaan van de huis-
vlieg'. Kelling heeft de vliegen-
neus uitgebreid onderzocht en
concludeert dat het betrekke
lijk simpel is om een synthetisch
parfum te maken dat voor huis-
vliegen onweerstaanbaar is.
Zelfs in een met mest gevulde
stal zal een vlieg als door een
magneet worden aangetrokken
door maar het geringste vleugje
van Kellings speciale cocktail,
waarin de kenmerkende ele
menten van een aantal favoriete
vliegengeuren worden gecom
bineerd: (rottend) vlees, mest en
vochtig brood. In combinatie
met een zogenaamde UV-val
(paarse lampen die een voor
vliegen al even onweerstaanba
re vorm van ultraviolet licht uit
stralen en die de nietsvermoe
dende beestjes elektrocuteren
als ze te dichtbij komen) kan
zijn vinding volgens de Gro
ningse bioloog een vertrek bin
nen de kortste keren geheel
vliegvrij maken: ,,Ze vinden de
geur echt onweerstaanbaar."
Reukhaartjes
De huisvlieg vormde voor Kel
ling een boeiend studie-object.
„Hun reukorgaan lijkt welis
waar in de verste verte niet op
dat van ons", vertelt de bioloog.
„Het bestaat uit op het vliegen
kopje bevestigde antennen en
palpen, die bezaaid zijn met
reukhaartjes. Maar wat ze daar
mee ruiken, dat komt gek ge
noeg wel vrij goed overeen met
wat mensen ruiken. Vermoede
lijk komt dat doordat vliegen al-
leseters zijn, net als wij. Omni
voren moeten een reukorgaan
hebben dat veel verschillende
geuren kan onderscheiden, om
dat ze nu eenmaal veel verschil
lende dingen eten."
Als de reukharen op het reukor
gaan van de huisvlieg een geur
detecteren, geven ze een elek
trisch signaaltje af dat door het
zenuwstelsel van de vlieg wordt
opgevangen. Dat signaaltje kan
ook door wetenschappers wor
den gemeten met behulp van
elektroden.
„Vliegen zijn nogal klein uitge
vallen", zegt de onderzoeker.
„Hun reukhaartjes zijn uiter
aard uitzonderlijk klein. En
toch moesten we daar elektro
den aan zien te bevestigen." Het
behoeft geen betoog dat die
elektroden eveneens aan de mi
nimale kant waren: 0,005 milli
meter in doorsnee om precies te
zijn, nog iets kleiner dan de
doorsnee van de reukhaartjes.
Het bevestigen ging gemakke
lijker dan je zou verwachten,
vertelt Kelling. „Huisvliegen
zijn van nature nogal nieuws
gierig. Daar heb ik handig mis
bruik van gemaakt. Ik nam een
pipet waar ik het puntje vanaf
knipte zodat er een gaatje over
bleef dat groot genoeg was voor
een vliegenkopje. Een vlieg die
daar langs komt, denkt: interes
sant, zo'n holletje, en steekt zijn
kopje erin." Op dat moment
maakte de onderzoeker met een
propje watten de terugtocht
voor zijn onderzoeksobject on
mogelijk. „Daardoor kwam de
vlieg vast te zitten en kon ik de
elektroden aan zijn reukorgaan
bevestigen.GPD
Een vliegenkopje onder de elektronenmicroscoop. De vlieg ruikt met de 'antennes' tussen zijn facet-ogen en met de 'palpen', de twee wormvormige aanhangsels onder zijn
kopje. foto GPD
door Johan Lamoral
CAIRO - De aanleg van asfalt
wegen in de woestijn heeft één
voordeel: het brengt moeilijk
toegankelijke en nog weinig
doorvorste gebieden binnen het
bereik van wetenschappers en
met een beetje geluk kunnen de
graafmachines bovendien inte
ressante archeologische resten
blootleggen. Dat was het geval
voor de Egyptische Dakhla-oa-
se in de Libische woestijn, zo 'n
800 kilometer ten zuidwesten
van Cairo.
Sinds 1977 onderzoekt een mul
tidisciplinair team van weten
schappers dit tot nu toe onont
gonnen gebied en legde er de tot
voor kort onbekende stad Ayn
Asil bloot. In december ontdek
ten de archeologen bovendien
een der oudste karavaanwegen
in dit barre woestijngebied. Ze
leverden daarmee een belang
rijk stukje in de nog lang niet
voltooide grote puzzel van de
Egyptische expansiegeschiede
nis.
In Dakhla bestuderen de weten
schappers de relatie tussen het
milieu en de geschiedenis van de
menselijke activiteit in de regio.
Na het blootleggen van de ru
ines van Ayn Asil ontdekten zij
op enkele heuveltjes in een
kring rondom de oase ook
schuilhutten met een uitstekend
uitzicht over de onmetelijke
vvoestijnvlakte. Dat moeten uit
kijkposten zijn geweest. Zij be
stonden uit opeengestapelde
stenen en waren gebouwd in de
vorm van een hoefijzer, zodat zij
bescherming boden tegen de
wind. Op de wanden waren al
lerlei inscripties en tekeningen
aangebracht, van woestijndie-
ren tot vrouwelijke geslachts
delen. Dat kan erop wijzen dat
de mensen die deze wachtpos
ten hebben betrokken, zich
vaak verveelden en tekeningen
krasten om de tijd te doden.
De wetenschappers vermoed
den dat Ayn Asil eens een be
langrijk kruispunt van kara
vaanwegen moet zijn geweest
en dat de wachthuisjes op de
plaatsen gelegen zijn waar de
karavaanwegen de oase bin
nenkwamen. In 1998 werden
ook Harco Willems, professor
Egyptologie aan de universiteit
van Leuven, en zijn Duitse col
lega Olaf Kaper, bij het onder
zoek betrokken.
Wachtposten
Toen de Egyptische regering in
2000 het gebied rond de oase
niet langer als verboden militai
re zone beschouwde, konden de
wetenschappers hun werkter
rein uitbreiden. Willems en zijn
team ontdekten toen nieuwe
wachtposten, die alle in een
noord-zuidlijn achter elkaar la
gen. Zij vermoedden dan ook
dat hier een karavaanroute naar
het zuidelijker gelegen Soedan
gelopen moet hebben.
De ontdekkingen van het team
van professor Willems werpen
een nieuw licht op de geschiede
nis van de Egyptische expansie
politiek. Het was al langer be
kend dat de oude Egyptenaren
vanuit het Nijldal handelsexpe
dities tot buiten hun grenzen
opzetten. Eén van de belang
rijkste historische bronnen
hiervoor zijn drie in een graf te
ruggevonden reisverslagen van
een zekere Harchoef. Behalve
zijn naam is over de man verder
niets bekend. Opvallend zijn
echter de zeer gedetailleerde be
schrijvingen van zijn reisroutes.
De teksten dateren uit 2350 voor
Christus en bevatten een schat
aan praktische informatie over
onder meer zijn reis door de
woestijn naar Nubië met meer
dan driehonderd ezels.
Professor Willems geeft toe dat
hij voor zijn mogelijke ontdek
king van de Harchoefroute
voorlopig nog geen harde bewij
zen kan aanbrengen, maar dat
de wachtposten in de woestijn
en de sporen van de karavaan
weg sterk in die richting wijzen.
„Aan de hand van de nieuwste
gegevens moeten wij misschien
wel de dateringen van de Egyp
tische geschiedenis herzien en
aanpassen", aldus professor
Willems, „want tot nu toe heeft
men meestal aangenomen dat
Egypte pas vanaf 1550 voor
Christus een imperialistische
mogendheid werd. De nu ont
dekte karavaanweg bij Ayn Asil
geeft ons een idee over het ach
terland en de betekenis van deze
stad die in vergelijking met de
steden in het Nijldal een totaal
on-Egyptische omgeving moet
zijn geweest."GPD
Aan het eind van dit jaar,
op 10 december, is het
honderd jaar geleden, dat
voor het eerst de uitreiking
plaats had van de prijs die is
uitgegroeid tot één van 's we
relds meest prestigieuze: de
Nobelprijs.
In de nu honderdjarige ge
schiedenis van de Nobelprijs
zijn circa zevenhonderd prij
zen uitgereikt, ongeveer een
derde daarvan ging naar
Amerikanen, Dat is ook de re
den dat Zweden en de Ver
enigde Staten op 22 maart met
een gemeenschappelijke uit
gifte hebben herdacht dat de
vijf prijzen voor natuurkun
de, scheikunde, fysiologie of
geneeskunde, literatuur en
wede nu een eeuw lang zijn
uitgereikt. Voor Zweden is dit
de eerste uitgifte van dit jaar.
De tweede, die de vredesprijs
tot onderwerp heeft en een ge
meenschappelijke uitgifte
met Noorwegen is, volgt in au
gustus.
Eeuwfeest
Ter viering van het eeuwfeest
verschenen in Zweden vier 8
Zkr.-zegels (in een boekje)
met Nobel erepenningen. De
bovenste zegel in de strip
toont de voorzijde van de
medaille die bij de Noorse
vredesprijs hoort, plus de
voorzijde van de Zweedse ere
penningen. Verder is de beel
denaar van Nobel afgebeeld.
Deze zegel is ook in de VS uit
gegeven in de waarde van 34c.
Op de overige (drie) zegels de
keerzijde van de medailles
voor fysiologie of geneeskun
de, natuurkunde/scheikunde
en literatuur.
In de afgelopen jaren zijn er
nogal wat landen die een No
belprijswinnaar met een zegel
hebben geëerd. In Nederland
loopt nog een onafgemaakte
reeks. In 1991 verscheen de
eerste serie Nobelprijswin
naars met Van 't Hof, 1901,
Zeeman, 1902 en Asser, 1911;
de tweede werd in 1993 uitge
bracht met Van der Waals,
1910, Einthoven, 1924 en
Eijkman, 1929 en in 1995 de
derde met Zernike, 1953, De-
bey, 1936 en Tinbergen, 1969.
Op de vierde serie zullen we
om begrijpelijke redenen nog
wel enige tijd moeten wach
ten.
CP
'CL
CD
1095
Zweden geeft sinds 1961 jaar
lijks zegels uit met de Nobel
prijs als thema. De reeks werd
ingezet met drie zegels waar
op onder anderen Röntgen en
Van 't Hoff. Vele beroemdhe-
den zijn inmiddels ook op ze
gels vereeuwigd. Een greep:
Pierre en Marie Currie, Robert
Koch, Selma Lagerlöf, Van
der Waals, Max Planck, Al-
bert Einstein, Martin Luther
King, Moeder Teresa, Ernest
Hemmingway, Per Lagerk-
vist, Albert. Camus, Boris Pas
ternak, Henri Dunant, Albert
Schweitzer, Andrej Sacha-
rowj Astrid Lingren en Alfred
Nobel. Met een namenlijst van
alle Nobelprijswinnaars in de
hand is een pracht van een
thematische collectie op te
bouwen.
Zweden presenteerde 22
maart behalve de Nobelzegels
nog enkele emissies. Onder
meer de Europazegels, die dit
jaar als gemeenschappelijk
thema het 'Water als natuur
lijke rijkdom' hebben. Vier ze
gels van 7 Zkr., twee verticale
paren met doorlopende beel
den, in een boekje. Het linker-
paar toont een kaart met wa
terlopen in Zuid- en Noord-
Zweden, het rechter het Toll-
hattekanaal, een van de twee
Zweedse kanalen die nog
druk door vrachtschepen
worden bevaren.
Het derde boekje, dat 22
maart verscheen, telt 2x3
zelfklevende Brevzegels (5
Zkr. per zegel) waarmee paas-
post kan worden gesierd. Op
de zegels een geel ei, een paars
ei en een kuikentje.
Rolzegels
Tot slot vier rolzegels onder de
titel 'vier vogels, vier seizoe
nen'. Een ekster (Pica pica) op
eenBrevzegel (5 Zkr.), een kie
vit (Vanellus vanellus) op een
zegel voor verenigingspost
(3,80 Zkr.), een zilvermeeuw
(Larus argentatus) op een 6
Zkr.-zegel en op een 7 Zkr.-ze
gel een staartmees (Aegit-
halos caudatus).
Voor de negende keer in suc
cessie hebben de Verenigde
Naties (1 februari) zegels ge
wijd aan bedreigde dieren.
Net als voorgaande keren zit
ten de zegels in velletjes van
zestien zegels, vier blokjes
van vier. De volgende dieren
staan op de 4 x 4 34 dollar
centzegels: Phalanger macu-
latus, Pharamachrus mocin-
no, Heloderma suspectum en
Colobus guereza (oplage
112.000 velletjes). Op de 4 x 4
0,90 Zwitserse frankzegels:
Felix lynx canadensis, Pavo
muticus, Geochelone elepha-
nus en Lepilemur spp
(107.500 velletjes) en op de 4 x
4 7 Oostenrijkse schil
ling/0,51 eurozegels: Tre-
marctos ornatus. Anas laysa-
nensis, Proletus crisatus en
Tachypithecus cristatus
(135.000 velletjes).
Hero Wit
door Ben Apeldoorn
PASADENA - Ruimtevaartdes
kundigen onderzoeken of bal
lonnen kunnen worden ge
bruikt bij het onderzoek van
hemellichamen in het zonne
stelsel. Dat moeten wel hemelli
chamen zijn met een atmosfeer,
want alleen daarin kunnen bal
lonnen functioneren.
„Er wordt over het gebruik van
ballonnen bij het onderzoek van
planeten zeker al een jaar of tien
nagedacht," zegt Jack Jones,
onderzoeker bij de pas ruim een
jaar geleden opgerichte afde
ling Balloon Activities van
NAS As Jet Propulsion Labora
tory (JPL) in Pasadena, Califor-
nië. „Maar vreemd genoeg is het
gebruik ervan nooit van de
grond gekomen. Onder druk
van bezuinigingen ziet NASA
zich gedwongen de mogelijkhe
den wel te bekijken. Het verken
nen van andere werelden met
ballonnen is nu eenmaal een
stuk goedkoper dan met con
ventionele technieken."
Jones' afdeling wordt echter wel
beschouwd als een vreemde
eend in de onderzoeksbijt van
'het machtige JPL' dat al decen
nia lang als hét instituut in de
wereld op het gebied van ruim
teonderzoek de toon zet. For
meel is hij nog niet tot onder
zoeksleider benoemd, maar
meer een soort mentor die ener
zijds in de ballontechniek geïn
teresseerde onderzoekers
begeleidt, anderzijds de ballon
technologie naar buiten toe on
der de aandacht van bijvoor
beeld publiciteitsmedia brengt.
Bij luchtledigheid zijn ballon
nen onbruikbaar. Ze kunnen
'drijven' in de atmosferen van
planeten als Mars, Venus en de
gróte gasreuzen Jupiter, Satur-
nus, Uranus en Neptunus. De
Saturnusmaan Titan, de groot
ste van de meer dan twintig ma
nen die Saturnus bezit, is ook
een kandidaat voor ballonon-
derzoek, omdat hij een vrij dich
te atmosfeer bezit bestaande uit
methaan en ammoniak. Hoe
dicht die atmosfeer precies is,
wordt pas over ruim drie jaar
duidelijk als de Europese sonde
Huijgens zich door Titans at
mosfeer een weg baant naar het
mysterieuze oppervlak van de
maan. De Huijgens maakt on
derdeel uit van de Cassini, die in
2004 in het uitgestrekte Satur-
nussysteem aankomt.
„De ballonnen zijn voor een
aantal doelen bruikbaar," zegt
Jones. „Ze kunnen gebruikt
worden voor het langzaam af
dalen naar een oppervlak of
voor het langdurig op vrij lage
hoogte boven dat oppervlak
blijven zweven. We denken aan
ballonnen gevuld met gas als
helium, maar ook ammoniak is
bruikbaar. Dat verdampt onder
invloed van zonnewarmte en
zou dus gebruikt kunnen wor
den om een ballon op te blazen."
„Maar ook heteluchtballonnen,
in dit geval verwarmd door de
zon, kunnen uitstekende dien
sten bewijzen. Als de zon is op
gekomen wordt de lucht in de
ballon voldoende verwarmd,
zodat deze opstijgt, gedurende
de dag een eind door de atmos
feer zeilt en bijvoorbeeld boven
interessante plaatsen onder-
zoekssondes dropt. In de avond,
als de zonnewarmte weer af
neemt, daalt de ballon weer.
Ook heel onherbergzame plaat
sen kunnen ermee worden be
reikt en je kunt er weken, zo niet
maanden onderzoek mee doen."
Mars
Jones denkt dat onderzoek met
heteluchtballonnen zich vooral
zal concentreren op de planeet
Mars. Diestaat niette vervan de
zon om gebruik te kunnen ma
ken van zonnewarmte. Onder
auspiciën van het JPL worden al
een half jaar proeven met bal
lonnen genomen in de bovenla
gen van de aardse dampkring
om de ijle condities van de Mar
satmosfeer te benaderen. Bij de
rest van de grote gasreuzen zijn
heteluchtballonnen taboe, om
dat die te ver van de zon staan.
Venus is weer een ander ver
haal," aldus Jones. „Die staat
dichter bij de zon dan de aarde
en is voorzien van een dichte at
mosfeer. De oppervlaktetempe-
ratuur is er bijna 500 graden, de
druk 100 keer hoger dan op aar
de op zeeniveau en uit het dichte
wolkendek komt onafgebroken
een mistige motregen van sterk
zure deeltjes naar beneden.
Geen enkele ballon kan het op
dat oppervlak uithouden."
Daarom wil men ballonnen in
de bovenlagen van Venus' at
mosfeer, ver boven het immense
wolkendek, laten zweven. Mis
schien dat de aan die ballonnen
hangende meetapparatuur de
vraag kunnen beantwoorden
hoe het met Venus toch zo ver
gekomen is. Aangenomen wordt
dat op Venus sprake is van een
uit de hand gelopen broeikasef
fect. De oorzaken daarvan kun
nen tot lering dienen.
Eén van de heuvels rond de Egyptische Dakhla-oase die als wachtpost heeft gediend. foto GPD