Turks recept met
een lepeltje liefde
PZC
Maarten t Hart toont zich groot in het kleine
De Garnalenpelster
van Nilgün Yerli
Verzamelde
verhalen
wee maanden trok columniste en cabaretière
Nilgün Yerli (31) zich terug in een Turks
donderdag 5 april 2001
Het resultaat is te lezen in De garnalenpelster. Een
ontroerend boek over haar wijze moeder, over haar
vissersdorpje om haar verleden op te graven, zoals trouweloze vader, over het geluk en het ongeluk van een
ze het zelf noemt.
'Friese Turkin'.
Nilgün Yerli: „Wat is er overgebleven van het kleine Turkse meisje dat in de kersenboom klom?"
De garnalenpelster, na de
verzameling columns
Turkse Troel het tweede boek
van Nilgün Yerli, eindigt met
een aantal recepten. Niet zo
maar recepten, maar voorbeel
den uit de keuken van haar moe
der: dolma's, Turkse broodjes,
gebakken rundvlees. Behalve
de ingrediënten nam de schrijf
ster ook een algemeen culinair
advies van haar moeder over:
„Vergeet niet een lepeltje liefde
toe te voegen aan el k gerecht dat
je klaarmaakt." Voor- en na
werk van het boek bevatten nóg
twee onderdelen die bij de lite
rair geïnteresseerde verwonde
ring' zullen wekken. Er is een
vriendschappelijk voorwoord
Van Thomas Verbogt en een
obligaat dankwoord van de
schrijfster zelf. Daarin dankt ze
in de eerste plaats haar moeder
'voor al de liefde en wijsheden'
die ze heeft gegeven.
In het dankwoord bekent ze ook
zich „een beetje vergist (te heb
ben) in het schrijven van een
boek." Ze meende ten onrechte:
„Och, ik schrijf elke week een
column van negenhonderd vijf
tig woorden, een boek van ze
ventigduizend woorden lukt me
wel." Alles bij elkaar dreig je
door deze vertoning van ama
teurisme de indruk te krijgen:
daar is weer een Bekende Ne
derlander - want op die status
mag Nilgün Yerli langzamer
hand aanspraak maken - die zo
nodig een boek moet schrijven.
En het gaat dan bijna altijd om
een autobiografisch werk,
waarin herinneringen worden
uitgestald alsof het vondsten
van een rommelzolder zijn.
Het valt gelukkig mee met De
letterkundige
kroniek
garnalenpelster, opgebouwd uit
vele scènes die samen de scher
ven van een leven vormen. Nil
gün Yerli is beslist een schrijf
ster, zij het dan een schrijfster
die al te veel haast heeft gehad.
Ze ging naar Turkije, haar land
van herkomst, om haar relaas op
papier te zetten. „Ik zit hier om
mijn verleden op te schrijven.
Het verleden dat ik in mij begra
ven heb, ga ik weer tot leven
brengen", kondigt ze op de eer
ste bladzijde aan. Dat werd een
schokkende confrontatie. Het
verslag lijkt dan soms ook in een
koortsige roes geschreven te
zijn.
Af en toe heeft het boek echter
meer weg van een verplicht
nummer: op zulke momenten
geeft ze zich over aan een niet al
te boeiende opsomming van dit
jes en datjes. Zelfs de stijl wordt
dan slap en ondoordacht. Ze
komt met vleugellamme wen
dingen als „Biologische realiteit
is dat we elkaar heel aantrekke
lijk vinden." Of ze noteert wan
neer ze wil zeggen dat ze in al
lerlei winkels haar brood heeft
verdiend: „Wanneer ik naar die
winkelstraat in Haarlem kijk,
heb ik ze bijna allemaal gehad."
Als de betovering van het verle
den wél werkt, krijgt haar proza
juist vleugels. Zo kan ze schrij
ven: „Herinneringen zijn als
metaal. Als ze mooi zijn worden
ze gepoetst en glanzen ze, maar
pijnlijke herinneringen, daar
probeer je niet aan te denken,
waardoor ze verroesten."
De mooiste zin van De garnalen
pelster vind ik: „Als kind ben je
een koffer van je ouders." Je
krijgt ongevraagd het leven dat
zij leven, het geloof dat zij aan
hangen, noem maar op. En
vooral geldt: „Waar zij heen
gaan, nemen ze je mee." Daarop
komt ook het verhaal van Nil
gün Yerli neer. Zonder enige ge
legenheid voor inspraak, moest
zij als meisje van tien jaar naar
Nederland verhuizen. Haar va
der, in Turkije inspecteur bij het
onderwijs, had hier een andere
baan gevonden.
„Wat is er overgebleven van het
kleine Turkse meisje dat in de
kersenboom klom?", vraagt ze
zich af. Toch vermijdt ze de val
kuil van nostalgie waarin zovele
anderen beland zijn: in haar
herinneringen verfraait ze de
werkelijkheid van de kindertijd
niet. Al in Turkije waren haar
vader en haar moeder van el
kaar vervreemd. Vader nam het
ervan, moeder leed eronder. Zij
wist van zijn uitspattingen.
maar legde zich daarbij neer.
„Als een vrouw accepteert dat
haar man haar bedriegt, dan be
driegt ze in ieder geval zichzelf
niet", is een van de vele wijshe
den van haar die worden geci
teerd. Voor spanningen in het
gezin zorgt ook het lot van een
broer van Nilgün: door een ken
nelijk corrupte rechter wordt
hij tot een langdurige gevange
nisstraf veroordeeld.
Zonder die broer maakt men een
nieuw begin in Friesland. ..Ik
werd een Friese Turkin, de erg
ste soort die j e j e kan bedenken
schrijft ze. We krijgen veel te le
zen over pesterijen en aanpas
singsproblemen. Vader hervat
zijn slechte gewoonten, moeder
moest zich opofferen. Door gar
nalen, onwaarschijnlijk veel
garnalen te pellen verdient zij
geld voor het huishouden dat
haar man liever aan eigen ge
noegens spendeert. Met de in
komsten van de garnalen zorgt
ze tevens dat haar jongen in de
Turkse gevangenis zich min of
meer kan handhaven. De garna
lenpelster is een monumentje
voor deze vrouw geworden.
Maar de schrijfster ziet de nu
ances tussen het zwart en het
wit: ze heeft bijvoorbeeld oog
voor de aardige kanten van haar
vader, 'een gulle charmeur'.
Wanneer Nilgün vijftien jaar is,
krijgen haar ouders tijdens een
verblijf in Turkije een verkeers
ongeluk. Haar moeder overlijdt.
Haar vader herstelt zeer moei
zaam, maar zal nooit meer iets
voor zijn dochter doen. Deson
danks weet die zich te redden.
Natuurlijk schrijft ze uitvoerig,
soms te uitvoerig over haar
strij d en over haar overwinning-.
Zelfs in de mannen die zij be
mint, zoekt zij haar gestorven
moeder terug. Ze zal haar niet
meer vinden, behalve dan mis
schien wanneer ze van haar ge
rechten proeft. Het mooist be
schreven in dit boek is het
binnengaan van de andere we
reld die Nederland heet, de ver
bazing over Sinterklaas en
Kerstmis, het altijd zeurende
heimwee, een gevoel dat verras
send vaak met eten in verband
staat. Ze is geen koffer van haar
ouders meer. Maar haar smaak
heeft ze van hen geërfd en raakt
ze nooit meer kwijt. Het voor
woord en het dankwoord had
den beter achterwege kunnen
blijven. Die recepten van haar
moeder, inclusief het lepeltje
liefde, kunnen evenwel niet
worden gemist. Ze zijn als een
sleutel waarmee heel dit boek
opengaat.
Hans Warren
Nilgün Yerli: De garnalenpelster -
Uitgeverij De Arbeiderspers, 216
pag., f29,95.
proza
Désanne van BrederodeMen
sen met een hobby (Querido, 408
blz., 45,-). Nieuwe roman van
Désanne van Brederode, die in
1994 debuteexxle met de roman
Ave verum corpus/Gegroet
waarlijk lichaam. Lilly Berken
bosch, een striptekenares van
bijna dertig jaar, is op zoek naar
de zin van haar jachtige be
staan. Zij vindt op zekere dag
een boekje van een onbekende
Noorse filosoof die haar voor
ziet van een eigen sluitende the
orie over het leven en de dood.
Stefan HertmansAls op de eer
ste dag (Meulenhoff, 190 blz.,
geb36,50). Roman-in - verha
len. Als op de eerste dag is het
verhaal van een obsessie, die
van de eerste blik, de eerste er
varing, de eerste liefde die uit
eindelijk uitmondt in de nacht
merrie van beklemmende,
verwoestende levens.
Spoorlezen (Podium, 143 blz.,
17,50). De beste reisverhalen
uit het treinmagazine Rails ge
bundeld. Spoorlezen bevat bij
dragen van Herman Brussel
mans. Kristien Hemmerechts,
Joost Zwagerman, VincentBijlo
en vele anderen.
Duco van WeerleeTussen Bali
en Bawean (Conserve, 154 blz.,
29,95). Verhalen. Vanuit Bali,
waar hij sinds 1986 woont, ver
kent de nu 61-jarige schrijver
Duco van Weerlee de Indonesi
sche archipel. In vorm en in
houd weerspiegelt deze bundel
de diversiteit van het eilanden
rijk waaraan Van Weerlee zijn
hart heeft verpand.
poëzie
Het geluid van de lente (521 uit
gevers, 96 blz., 19,90). Lente
gedichten van Nederlandstalige
schrijvers. Met een voorwoord
van Ingmar Heytze.
Jean Pierre Raivie: Wij hebben
alles nog te goed (Bex*t Bakker,
64 blz2 5,-)In veel van de ge
dichten van Jean Pierce Rawie
spelen de vergankelijkheid en
een sterk weemoedig verlangen
naar de schoonheid de belang
rijkste rol. Voor deze uitgave
selecteerde Rawie de mooiste
liefdesgedichten die hij de afge
lopen dertig jaar schreef.
Gerry van der LindenUitweg
(Veen, 48 blz., 24,90). Nieuwe
gedichten. Geiry van der Lin
den publiceerde onder meer de
dichtbundel Zandloper (1997)
en de novelle Dolk (2000).
Bar en boos (Prometheus, 196
blz., 25,-). De slechtste ge
dichten in de Nederlandse taal.
Poëtische uitglijders, dubbel
zinnigheden, platitudes, prul
len en gestumper van Vondel tot
hedendaagse dichters. De ge
dichten voor deze bloemlezing
werden gekozen en toegelicht
door Wim Zaal.
vertaald
Neil BissoondathYasmins we
relden (In de Knipscheer, 480
blz., 49,50, vertaald door Pe
ter Abspoel en Hanneke Nutbey
Na de dood van haar moeder
verlaat Yasmin de Canadese
stad waarin ze woont, om voor
het eerst sinds haar jeugd tex~ug
te keren naar het Caraibische
eiland waar ze geboren is. Ze
doet dat in eerste instantie om
de belofte aan haar moeder in te
lossen: ze brengt haar as terug.
Ze verwelkomt ook de adem
pauze in haar moeizame huwe
lijk met haar Canadese man.
Yasmins werelden is de eerste
roman in (Nederlandse) verta
ling van de in Canada wonende
schrijver Neil Bissoondath (Tri
nidad, 1955).
Amy Tan: De dochter van de
heelmeester (Bert Bakker, 352
blz., 39,50, vertaald door Pe
ter Abelsen). Nieuwe roman van
Amy Tan. Als Ruth het huis van
haar moeder opruimt, vindt ze
een manuscript onder de zitting
van een oude stoel. Haar moeder
heeft nooit iets losgelaten over
haar Chinese verleden, over
haar voox'ouders en over de re
den van haar plotselinge vexlrek
naar Amerika. Maar nu blijkt
Ruth het zorgvuldig opgeteken
de levensverhaal van haar moe
der in handen te hebben. Al
lezend leert ze haar eindelijk
kermen.
Verzamelde verhalen is een boek voor wie
niet genoeg kan krijgen van Maarten 't
Hart. De bundel bevat 76 verhalen en telt
1056 bladzijden. Al die tijd hoor je echter
slechts één stem, die overigens nooit eento
nig gaat klinken. Het is vex-rassend hoe wei
nig de auteur in de dextig jaar dat hij publi
ceert is vex-anderd. Zodoende lijkt hij altijd
een oude bekende. Dit komt onder meer om
dat hij voort durend uit zijn eigen ervarin
gen put, de decors en de thema's zijn daarom
altijd verti'ouwd. Het ligt natuurlijk ook
aan zijn aanpak. Al heel zijn loopbaan is hij
eerder een verteller dan een schrijver. Wat
betekent dat anekdotes in zijn proza veel
belangrijker zijn dan ideeën, dat hij aan
zienlijk meer aandacht aan de inhoud dan
aan de vorm besteedt, dat sfeer hem sterker
interesseert dan stijl, dat menselijke mexk-
waardigheden hem meer boeien dan de offi
ciële geschiedenis.
Voor sommigen, die vinden dat bijvoorbeeld
een anekdote het lage veitegenwooi'digt en
een idee het hogex-e, zullen dergelijke kwali
ficaties als een sooxt veroordeling overko
men. Maar als de keuzes van Maarten
't Hart al een-beperking zijn - wat betwij
Maarten 't Hart: Anekdotes veel belangrijker dan ideeën.
foto Harmen de Jong/GPD
feld moet worden - dan toont hij zich in het
kleine buitengewoon groot. Z'n verhalen
geven blijk van een ontspannen meester
schap, ze zijn bijna stuk voor stuk vlot en
meeslepend, de stemming is licht. Een bij
zondere gave heeft hij voor de dialoog. En
kele van zijn personages worden wel zeer
opvallende uitspraken in de mond gelegd.
Vooral voor zijn vader, de doodgraver van
Maassluis, is zo'n dwarse glansi-ol wegge
legd, onder meer in het verhaal waarin hij
betreurt dat wéér de honderd begrafenissen
per jaar niet worden gehaald.
Het omvangrijke boek bevat vier nog niet
eerder gebundelde verhalen. In één daar
van, 'Kramsvogels' geheten, maken we
kennis met een hoogbejaarde man die uit
hetzelfde hout is gesneden als 't Hai-ts in
middels haast legendarische vader. De
schrijver ontmoet deze kwieke tachtiger in
het ziekenhuis waar ze allebei een behande
ling moeten ondergaan. De oude man geniet
van de dag als betrof het een uitstapje, ook
al omdat tussen de middag een garnalenge-
x'echt zal worden geserveerd. Het feest gaat
evenwel niet door: tot zijn ergex-nis blijkt hij
bij nader onderzoek kerngezond te zijn. In
tussen hebben de twee patiënten uitvoei'ig
gesproken over Bijbel en God, op een ma
nier zoals alleen in de vex*halen van deze
schrijver kan.
Een buikbandje belooft 'pikante nieuwe
verhalen' en op de achterflap heten het 'vier
gewaagde vei'halen'. Dat wordt niet waar
gemaakt. Al helemaal dus niet in 'Kx'amsvo-
gels', maar eigenlijk ook niet in 'De hockey
stick'. In dat verhaal leeft 'een forse,
tamelijk gezette, haxdelijke blondine' een
sadomasochistische fantasie op de verteller
uit. Hoewel alles ongekend realistisch en
gedeta illeerd is beschreven, wordt het eroti
sche ritueel op grappige wijze van iedere
opwinding ontdaan. In het derde nieuwe
verhaal 'De glazen toi-en' gaat 't Haxd als
vrouw vermomd de sti-aat op. Een man
maakt avances en de schrijver wordt aange
zien voor de moeder van een kind dat een ra- 1
vage in een winkel aanricht. In het eveneens
nog ongebundeld gebleven 'Het gouden
kruisje' wordt de onmogelijke liefde tussen
een collega van de auteur en een pi'ostituee
beschreven.
Liefde is eigenlijk in deze verhalen altijd
onmogelijk en onvervulbaar. Maar over al
dat ongeluk wordt op montere toon geschre
ven. Een methode die bijna een handels
merk van Maarten 't Haxd is geworden. Ook
over zijn benauwende jeugd in Maassluis is
hij altijd luchtig. Hier ex-gens, bij deze te
genstrijdigheid moet het antwoox-d op het
geheim gezocht worden. Het geheim dat je
na 76 tamelijk voox'spelbaxre afleveringen
van deze levenskroniek, na 1056 pagina's;
méér van hetzelfde nog lang niet genoeg
hebt van deze verteller-.
H.W.
Maarten 'tHart: Verzamelde verhalen-Uitgeverij
De Arbeiderspers, 1056 pag., 42,90.
Christian Jacq: De Plaats dei-
Waarheid (Luitingh-Sijthoff,
381 blz., geb., ƒ34,90, vex-taald
door Carla Benink). Viex'de deel
van de Lichtsteen-serie, waarin
de ambachtslieden en kunste
naars van de tempels en tomben
van het oude Egypte centraal
staan. Zij werken aan de Plaats
der Waarheid, een mystiek mo
nument. Sinds de dood van Ne-
fer is Paneb de Vurige de geeste
lijk leider van de gemeenschap.
Hij probeert uit te vinden wie de
verx-ader in de gemeenschap is
en wie er achter de moord op zij n
stiefvader zit. Ondertussen pro
beert genei-aal Mehy de instabi
liteit in Egypte te vergroten.
Mahi Binebine: De kannibalen
(Atlas, 172 blz., 39,90, ver
taald door Floor Borsboom).
Het relaas van cle vele duizen
den naamloze vluchtelingen uit
Afrika die hun leven op het spel
zetten om de uitzichtloosheid te
ontvluchten en een nieuw be
staan op te bouwen in het rijke
Westexx. Roman uit 1999 van de
Marokkaanse schrijver en schil
der Mahi Binebine in vertaling.
Majgull Axelsson: Huis der ne
velen (De Geus, 350 blz., geb.,
ƒ49,60, vertaald door Janny
Middelbeek-Ooitgiesen). Ceci
lia Lind is diplomate en nog niet
zo lang gescheiden van haar
man. Ze is teruggekeerd uit de
Filippijnen naar het Zweedse
dorp van haar jeugd om voor
haar stervende moeder te zor-
gen. Aan het ziekbed van haar
moeder wordt Cecilia overval
len door hei'innei'ingen aan ge
beurtenissen en personen in
haar leven. De Zweedse "schx-ijf-
ster Majgull Axelsson brak met
de roman Aprilheks internatio
naal door Huis der nevelen is
haar debuutroman uit 1994.
Giovanni Chiara: De valstrik
(Px-ometheus, 188 blz.,
34,25, vex-taald door Els van
der Pluijm). De veelbelovende
maar dromerige Siciliaansej
Corrado mag van zijn vader in
Bologna een opleiding volgen.'
Maar zelf s na tien j aar wordt hij i
in de grote stad nog altij d als im
migrant beschouwd. Gedesillu
sioneerd keert hij terug naar he;
kleine, bekrompen dorp van zijn
vader, waar hij zich met zijn
vrienden px-obeex-t te meten en
zijn geld over de balk smijt. De js 1
valstrik won dx-ie belangrijke!
Italiaanse pi-ijzen. eii
Ra'oef Moes'ad Basta: Het
struisvogelei (De Geus, 253 blz.,
geb.,44,05).Eenkleurrijkmo- Tj
zaïek van indx-ukken die Ra'oef I
Moes'ad Basta op zijn reizen I
door Egypte en Soedan opdeed. I
Eén ervax-ing vormt de rode'
draad in het boek. Basta (Soe
dan, 1937) raakte betx-okken bij I
het linkse stuclentenverzet.1
waaxdoor hij in 1960 in de ge- 4
vangenis belandde. Na zijn vrij-
lating zwierf hij door de Arabi- i
sche wereld en Europa. Sinds. L
1991 woont hij in Amsterdam.
Ibonia, een hofvertelling uit
Madagascar (Bibliotheca Afri-
cana/Elmar, 108 blz., 24,50,
vertaald door Lee Haring). lbo-i
nia, in de negentiende eeuw
nauwkeurig opgetekend uit de
mond van een anonieme vertel-
ler, is enerzijds een typischej
hofvertelling die inzicht geeft in f
het leven en cle omgangsvormen1
in de hooglanden van Madagas- A.
cax\ Anderzijds is het een uni-
verseel verhaal waarin een held
na een langdurige en moeizame Tc
geboorte veel bepx-oevingen
moet onder-gaan om zijn doel te rn
bereiken. De serie Bibliotheca '1£
Afx-icana staat onder redactie a£
van Jan Jansen.
Italo Calvino: De onzichtbare
steden (Bert Bakker, 152 blz.: 411
geb., ƒ28,50, vex-taald doorj P'
Henny Vlot). In onzichtbare ste-1 ai
den doet Marco Polo verslag van n'
zijn roemx-uchte reizen over de
wex-eld aan cle machtige keizer
Kublai Khan. Al snel ontdekt
zijn illustere toehoorder dat hij
luistert naar beschrijvingen van
plaatsen die in het echt niet be- 11
staan. Het boek van Calvino 0
(1923-1985) verscheen in 1981. j 21
Nu in een zevende druk. Zl
Boeddha/Mozart/Mao (Balans, P
35,-). Uitgeverij Balans is ge- P
start met een Biografie-reeks D
van minimaal zestien die de ko-
mende dxie jaar verschijnen. In
de serie geven talentvolle en in-
ter-nationaal gerespecteerde au-
teurs hun persoonlijke visie op c'
de essentie van het leven van be- v
roemde personen uit de wex-eld- 11
geschiedenis. Dit voorjaar ko-
men de eerste titels op de markt:
Boeddha van Karen Amstrong,
Mozart, "geschreven door Peter E
Gay en Mao van Jonathan 2
Spence.
1