Natuur dichtbij maakt dagelijks leven leuker Op d'n 'aone van de kérke 'ieng z'n pèèrd Oude Arnespoorbrug was uniek bouwwerk tekening Adri Karman Naam: Oude spoorbrug bij Arnemuiden Ligging: Tot oktober 1998 in Arnemuiden, op de plaats waar de spoorlijn het Arnekanaal tussen Middelburg en Arnemuiden kruist Ontstaan: Met de bouw werd begonnen in 1868. In 1873 werd de brug in gebruik genomen bij de opening van de lijn Goes-Vlissingen Functie: Door de NS bijna honderd jaar gebruikt voor treinverkeer over de Arne Bijzonderheden: Uniek type spoorbrug, maar één keer door de NS toegepast Wanneer in 1839 de eerste spoorlijn in Nederland - tussen Amsterdam en Haarlem - open gaat, worden ook in Zee land plannen gemaakt voor een 'ijzeren lijn'. De Middelburgse aannemer Dirk Dronkers pre senteert in die periode een plan voor de afdamming van het Sloe en de Oosterschelde en voor het graven van een kanaal door Walcheren. Hoofdingenieur van waterstaat Abraham Caland adviseert de aanleg van een spoorweg meteen daaraan te koppelen. Net als 150 jaar later met de Westerscheldetunnel, is er zowel waardering als afkeu ring voor de plannen. Voorlopig gebeurt er dan ook niets. Pas na dat in 18 6 0 de aanleg van staats spoorwegen bij wet is geregeld, komt er zicht op de Zeeuwse lijn. Op 1 juli 1868 wordt de lijn Bergen op Zoom-Goes geopend en op 1 september 1873 is de ha ven van Vlissingen het eindsta tion. De afdamming van het Sloe maakt, wegens verplich tingen tegenover België, het graven van een kanaal door Walcheren datzelfde jaar nood zakelijk. Ten noorden van Mid delburg wordt een oostelijke verbinding met Arnemuiden aangelegd: het kanaal door de oude Arne. Een aftakking van het Arnekanaal loopt naar de haven van Nieuwland. Op de plaats waar de spoorlijn het Ar nekanaal kruist wordt in 1868 begonnen met de bouw van een beweegbare spoorbrug, zodat de haven van Arnemuiden over water bereikbaar blijft. Het bijzondere aan de Arne spoorbrug is dat hij bestaat uit twee ongelijkarmige draai bruggen, één voor elk spoor. Daarbij draait de brug open in een hoek van 45 graden, waar door een zo groot mogelijke cloorvaartopening wordt gecre- eerd. Bij de meeste bruggen is dit 90 graden. Dit type spoor brug is door de NS maar één keer toegepast en juist in Arne muiden. Contragewicht In 1913 passen de NS de con structie aan. Met behulp van contragewichten wordt het zwaarste punt van de uiteinden verplaatst naar het draaipunt. In 1974 ondergaat de brug een face-lift. De landhoofden wor den versterkt en enkele onder delen worden vervangen. Voor de bediening blijft handkracht nodig. De brug is voorzien van houders voor vloedplanken, die bij hoge waterstanden over de spoorlijn gelegd kunnen wor den. In de jaren negentig is de spoorbrug versleten. De NS ko men tot de conclusie dat op knappen te duur is. In 1993 wordt besloten een nieuwe be weegbare spoorbrug te bouwen. Verschillende raadsleden van Arnemuiden zijn voor behoud van de oude brug. De argumen ten zijn sterk. De brug is zo uniek dat het gezien moet wor den als een kunstwerk. Deson danks besluiten de NS de brug te vervangen. In oktober 1998 is het zover: de brug wordt wegge haald. Er wordt onderhandeld met stichting Civilion uit Lelystad die het unieke bouwwerk wil onderbrengen in een themapark van civieltechnische objecten. Civilion koopt de brug voor het symbolische bedrag van 1 gul den van NS Railinfrabeheer. Het park waarin de oude Arne- brug moet komen te staan, is er nog steeds niet. De stichting is nog op zoek naai' een locatie voor het park. De Arnespoor brug ligt tot die tijd opgeslagen op het terrein van Rijkswater staat in Scharendijke. Mario Wisse Eén. van de mogelijkhe den om de natuur dich ter bij de mensen te brengen is de aanleg van natuur- speelbossen. Staatsbosbe heer is er sinds enkele jaren mee bezig, onder meer in de omgeving van Kamperland en bij Westkapelle. In zo'n bos moeten kinderspel en hoogwaardige natuur sa mengaan, ook op de lange termijn. Een natuurspeelbos is typisch een regionale voorziening en moet kinde ren trekken uit een wijdere omgeving. De inrichting van een na tuurspeelbos stelt hoge ei sen, onder meer op het gebied van veiligheid. Het moet ook een flink terrein zijn (ongeveer tien hectare groot) en een vol wassen bos dragen. De moge lijkheden zijn daarom beperkt en voorbehouden aan professio nele organisaties. Voor het dichterbij brengen van de natuur zijn er ook andere kansen, die simpeler te verwe zenlijken zijn dan een natuur- speelbos.Vraag is meestal: wie pakt ze op. Natuur dichtbij huis maakt het dagelijks leven leuker. Een bos- gebiedjebij kantoren, een moe rassige waterpartij langs een kanaal, een slootje met wat bo men en struiken tussen de hui zen, een vijver in het winkelcen trum of een bloemrijk akkerand oefenen een grote aantrek kingskracht uit. Het is natuur die met enige moeite en doorzet tingsvermogen door de mensen zélf tot stand kan worden ge bracht. Steeds meer gemeenten en andere overheden staan open voor dergelijke initiatieven. Om daarbij een handje te helpen heeft de KNNV, vereniging voor veldbiologie, het boek Organi seer je eigen natuur - wegwijzer voor natuurprojecten samenge steld. Het boek bundelt de ken nis en ervaring die veel bewo ners van stad en platteland hebben opgedaan bij het orga niseren van natuurprojecten. Het is een wegwijzer, voorzien van flink wat praktijkvoorbeel den voor degenen die zelf aan cle slag willen met het inrichten van natuur in de directe omge ving. In het boek komen alle aspecten van een natuurproject aan de orde: waarom en met welke doe len beginnen mensen aan een project, wat komt er kijken bij het beheer en de inrichting van een gebiedje, wat brengt werken in een groep met zich mee, hoe ga je om met wet- en regelge ving, overheden, vrijwilligers, sponsors en de pers? De thema's worden in korte, overzichtelijke hoofdstukken behandeld en een bijgevoegde cd-rom bevat ach tergrondinformatie. Beschrij vingen van uitgevoerde projec ten (er zitten geen Zeeuwse bij) laten zien hoe inspirerend én weerbarstig de praktijk kan zijn. De wijze waarop zaden en vruchten in de natuur worden getransporteerd, ofwel zaad verspreiding, krijgt betrekke lijk weinig aandacht. Het is een wat vergeten, 'ouderwets' on derwerp. Informatie erover is vaak gedateerd. De KNNV'heeft gezorgd voor een opfrisser van de kennis in de vorm van een nieuw boek, Verspreiding van zaden, waarin het begrip zaad verspreiding in zijn totaliteit centraal staat. Gegeven de hui dige belangstelling voor na tuurbescherming en natuurbe heer, waarbij ook kennis van de zaadverspreiding van planten soorten van belang is, een nutti ge uitgave. De relatie tussen zaadverspreidingsmechanis- men, het beheer van natuurgebieden en de bescher ming van kwetsbare planten soorten komt dan ook uitge breid aan de orde. Mieren De indeling van het boek is ge baseerd op de vier hoofdgroe pen van zaadverspreiding: wind, water, door de plant zelf en door dierenAan elk van deze hoofdgroepen zijn aparte hoofdstukken gewijd. Verspreiding door mieren wordt vanwege de specifieke aanpas singen van zaden en vruchten in een apart hoofdstuk behandeld. Elke vorm van verspreiding wordt beschreven en geïllus treerd aan de hand van voor beelden. De samenstellers hebben zich beperkt tot de bloemplanten van de Neder landse wilde flora. Om te weten te komen welke bloemplanten er precies tot de vaderlandse flora behoren, kan een nieuwe gids van de KNNV worden geraadpleegd, de Veld- gids Nederlandse flora. Met be hulp van dit boek kunnen alle in ons land voorkomende wilde planten op naam worden ge bracht. Er is gebruik gemaakt van duidelijk waarneembare, bij voorkeur vegetatieve, ken merken. Testen van de methode in cursussen wezen uit dat be ginners al snel weinig moeite hadden met het herkennen van planten, ookniet met soorten uit moeilijke families. Zo'n veldgids is vooral handig om méér te kunnen genieten van de natuur. Voor velen is gras ge woon gras, maar weten dat het om witbol of Engels raaigras gaat maakt het leuker. Hoe vaak worden, al wandelend, mooie, kleurige plantjes ontdekt die de nieuwsgierigheid opwekken? Dan is het wel zo plezierig op te kunnen zoeken om welk plantje het precies gaat. Het kij ken naar wilde planten kan uitgroeien tot een aardige liefhebberij. Rinus Antonisse Organiseer je eigen natuur - wegwijzer voor natuurprojec ten. Auteurs Bas van Leeuwen, Jeanette van Leeuwen en Willy van Strien. KNNV Uitgeverij Utrecht. Prijs f 59,50. Verspreiding van zaden. Au teurs Ferry Bouman, Dieter Boesewinkel, Rob Bregman, Nora Devente en Gerard Oos- termeijer. KNNV Uitgeverij Utrecht. Prijs f 59,50. Veldgids Nederlandse flora. Au teur Henk Eggelte, illustraties Dagny Tande Lid. KNNV Uitge verij Utrecht. Prijs f 69,50. woensdag 4 april 2001 Bij Westkapelle zijn bomen geplant die later een natuurspeelbos moeten vormen. foto Ruben Oreel Rinus Willemsen Agenda Ambras en Engel Reinhoudt treden zaterdag 7 april op in het 't Kerkje van Ellesdiek (Elle- woutsdijk). Ambras speelt oud en nieuw werk van hun laatst-: verschenen cd en Engel Rein houdt heeft last van voorjaars kriebels. Aanvang 20.00 uur. Entree 15 gulden, inclusief kof fie met een bolus. Reserveren gewenst: 0113-351317 lijkertijd een soortgelijke reeks van bijeenkomsten aan de gang was in Vlaanderen. Vorig jaar organiseerde het Plattelandscentrum van het Meetjesland, gevestigd in het Vlaamse Sint Laureins, een reeks bijeenkomsten om de technieken bij de verhalenver tellers aan te scherpen. Het re sultaat was, dat op het eind van de reeks, een boekje samenge steld kon worden onderdenaam Poldertaboes, verzwegen of minder verzwegen geschiede nissen, onder redactie van Fred de Winne. Het is een zeer mooie bundel geworden met daarin een vijftal pakkende verhalen uit de streek. En die sti-eek heeft er ook een paar mooie vertel avonden aan overgehouden. Op dit moment loopt de vervolg cursus af. Bij het Plattelands centrum was tot voor kort Luc Freusels als coördinator van de ze cursus werkzaam en hij zag wel mogelijkheden om op korte termijn uitwisseling van spelei's en verhalen tot stand te bren gen. Maar door zijn plotseling vertrek is dat nu even wat moei lijker geworden. Inmiddels is een opvolger voor hem aange trokken, die echter in deeltijd aan dit project verder gaat wer ken. Terug naar Philippine, waar Jan Zwagerman de deelnemers aan de praat probeert te krijgen. Nu is dat meestal geen kunst, want zet maar eens een dertigtal men sen uit Zeeuws-Vlaanderen bij elkaar, dan heb je binnen de kortste tijd van een bijeen komstzaal, een o enderkot ge- maokt. En da gebeur'nde iere ook. En da lag toch nii 'êêlmao an Zwagerman. Of eigenlijk we. Want ie dêêl'nde 'n papier uut, mee daorp een teikenieng van een durp, mee 'n Mart, 'npaor straoten en 'uuzen en 'n 'êêle De katholieke kerk in Hengstdijk speelt een belangrijke rol in een van de verhalen, foto Charles Strijd schööne grööte kérke. Op strao- te liepen ioa ménsen en 'ier en dao stoeng'n d'rwa te praot'n. Ook liepen d'r wa kleine joen- gers rond, die nii nao schoole most'n: die waoren zeeker a vol leerd. Mao 'tschoonste kom nog: op 't plein voo de kérke stoeng 'n boer mee 'n paor ménsen te praot'n en ie wees nao d'n 'aone van de kérke, want op die punt 'ieng z'n pèèrd... Zwagerman keek de zaal in en zag de mensen nadenken. Ja, hoe was dat paard nu toch bo ven op die kerk gekomen? Deur 'n draoiwind, zei één van de ver tellers, deur 'n draoiwind en an ders niks. Dien boer die zat in 't café. Ein eigenlijk most ie naor 'uus. Maordie bleef plakk'n. Die zei nog: Tc Moen maor 's gaon, maor één van die kóöpmans die riep: Bluufmog even Miel, 't gao reegen'n en onderwegt kan je nèrges niischuul'n. En ivao zitje noe 7iii beter as iere? En toen be gon 't te waoien en regenen. Re genen, man, mee bakk'n uut de lucht. En Frits, d'n 'iegnst, die stoeng buut'n onder dien grööt'n boom naost de kérke. De stamneegasten keek'n nog nao buut'n, mao de reeg'n wass'nde de ruuten en je kon d'r bienao niks deu zien. En toen moet 't ge beurd ziin. 'n Gekraok en knet ter. De voenk'n vloog'n deu de straote. Zwagerman knikt. Vertellen alsof je d'r zelf bij geweest bent. Wat aandikken hier en daar en praten met overtuiging. ,,Ikzag het helemaal voor me gebeu ren", zegt de meesterverteller. „En niet alles hoeft direct opge lost te worden", gaat Zwager man verder. Een andere gi'oep vertellers, achter in de zaal is nog verder met het verhaal ge gaan. 'Oe vertelle kik dat strek- jes thuus ee? docht dien boer. Da glöóf ommerst gêên méns. Kiek, as 't noe in de krante 'ao gestaon, dan was 't wad anders. Dan staot- 't 'r zwart op wit, maowien gao miin thuus gelööv'n op m'n woorden? 'k Moen m'n pèèrd te rug 'én. En ie zei tegen de andere mannen uut 'tstamnee: 'Elpen judder m'n 's. Me gaon die kérke 'n èndje afbreek'n toe da Frits mee z'n pöót'n op de grond staot. En me beginn'n mee de stêên' van d'onderste laoge. Da vonn'n ze allmao 'n goed ge dacht. Je 7nost 'r maor opkomm 'n, riep '71 klein dik vintje en ie glunder'nde as of tie 't zeifuut- gedokterd 'ao. Da7i 'én me dus gêê7i ladder nöödig ee, zei tie nog. En 7nee 'n man of twintig was da zoo deu die mannen ge- daon. Naor 'n uurtje stoeng da pèèrd weer op z'n 'oefiezders. E7i 's achtenniddags wier de kérke weer in orde gemaokt. En va7iaf dien tiid 'êêt da durp Hengstdijk. De zaal klapt. De sfeer zit erin. Dat smaakt naar meer. Het ene verhaal na het andere vliegt door de zaal. Het ijs is gebroken. De vertellers komen los. Een mi crofoon is niet nodig. Met verve en bravour vertelt een vrouw uit Terneuzen hoe dat Zierikzee aan zijn naam gekomen is. Ze gaat achter d'r stoel staan en kijkt de zaal in. Nog nóóit ni van Zierik g'öór'n zeker ee? begint ze en ze steekt van wal met haar verhaal over Zierik de Noor man. 'Oe dat ie z'n eih'n invet tende voo dat ie in z'n kano sprong en dat 'm da goed te pas- se kwam mee 't gevecht tegen 't zêêmonster. Ei zei nog: 'Aon me'n eig'n nii zóó goed ingevet, dan was 't slecht afgelöóphi. Da7i was 't 'r glad gêên Zierilczêê gewist. „Op 10 mei",zegtPieter Scheer ders, één van de organisatoren, „dan houden we een Zeeuws- Vlaamse vertelavond. Dan tre den er vertellers op uit heel Zeeuws-Vlaanderen, die deze cursus hebben gevolgd. In elk geval is duidelijk, dat er veel be langstelling is om verhalen te vertellen. Gelukkig kunnen we met steun van de provincies Zeeland en Oost- en West- Vlaanderen deze verhaaltradi- tie voor de nabije toekomst ga randeren." Scheerders vindt het ook belangrijk dat er aandacht komt voor de techniek van het verhalen schrijven. „Nu hebben we een groot aantal bundels met bestaande verhalen gepresen teerd, maar het is ook mogelijk, dat er binnenkort nieuwe ver halen geschreven worden. Dat zou helemaal mooi zijn, dan snij dt h et mes aan twee kanten. Als we in de voorjaarslucht van Philippine staan, hoor ik één van de vertellers, die in het be gin al aan het woord was, nog roepen: Je 'öört 'r nog van 'óór, vandeweeke, 'kbellbijewelop. Pieter Scheerders knikt tevre den tegen zijn collega-organisa tor George Sponselee: „Dat moeten we hebben, dat er een netwerk ontstaat, daar kan nog iets moois uit groeien,Een auto stopt en uit het geopend portier klinkt Living a ly door de Phili- piense lucht. Da's ook schóÖ7ie, zegt 'r èêne. Je Pakk'n m'h fiets en 'k rie'n naor 'uus. Zeg, dien Zwaogeman die kan d'r wa van ee, die moet 'r nii nao zoek'n, zegt m'n buurvrouw terwijl we naar zijn uitleg luisteren. Das daorom 'n gaove eöör. Je za 't daorom mao kunn'n ee. Die schudt dao maor 's eeven 'n 'êêlver'aoluutz'nmouive. Mao zóó vèère binne kik da orom nog belange nii 'öör. Da gao zoo mao nii. Ik zeg d'r in d'r ööre da 'k gekomm'n ziin vo nao Jan Zwagerman te luuster'n. Jao, jao, se zii ook allicht. Mao 'k docht'n: De dieje mo t 'r ook niii op zitt'n knauio'n. Samen met de Stichting School en Dialect, organi seert de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek een aan tal bijeenkomsten om de kunst van het verhalen vertellen on der de knie te krijgenDe bijeen komsten zijn speciaal bedoeld voor dialectsprekers die al aar dig op weg zijn en hun vakman schap nog verder willen uitbrei den. De eerste samenkomst een paar weken geleden, was een groot succes. En er waren zeker nog meer beginnende vertellers gekomen als niet ongeveer tege

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 28