Ik wil weten hoe het
leven in elkaar zit
Bubbelbadverkoper vecht voor zijn onschuld
Ronald Plasterk ziet
geen verboden kennis
zaterdag 31 maart 2001
tenschap. Binnen leefde ik, en
mijn jongere zusje, in een intel
lectueel stimulerende omge
ving, met veel gepassioneerde
discussies over de meest uiteen
lopende onderwerpen. Buiten
speelde ik met Haagse straat
jongens. We woonden in een
buitenwijk, watje nu een arbei
derswijk zou noemen."
KVP
„Mijn ouders stemden KVP. Ik
heb nog een foto uit mijn mid
delbare schooltijd waarop ik
naast Norbert Schmelzer sta.
Hans Janmaat staat er ook nog
op. Dé Janmaat. Die gaf in die
tijd maatschappijleer en zat
toen ook bij de KVP. Ik heb me
nooit aangetrokken gevoeld tot
die partij, mijn geloofsafval is
rond mijn dertiende begonnen.
Toen begon ik na te denken, had
ik al iets van: dit kan niet Mop
pen. De vraag hoe het leven in
elkaar zit heb ik altijd intrige
rend gevonden. Niet door met
een verrekijker en laarzen het
bos in te trekken of in een duin
pan de krulstaartvogel te bestu
deren, daar werd ik niet geluk-
Mg van. De biochemische kant,
het fundamentele onderzoek
trok me veel meer."
„Voorop staat mijn eigen onder
zoek: de genetica van een worm.
Een beest met duizend cellen
waax-van we als onderzoekei's
wereldwijd proberen te begrij
pen hoe het in elkaar zit. Hoe
meer we weten, hoe boeiender
die worm wordt. Maak je overi
gens geen al te geweldige voor
stelling van biologen. Het is
geen vak voor genieën."
„Intelligentie alleen is niet be
palend. Ik kon goed leren, maar
ik zou niet willen zeggen dat het
me allemaal is komen aanwaai
en. Ik heb er ook hard voor ge
werkt. Van huis uit heb ik mee
gekregen dat je je best moet
doen, ijverig zijn, en op school
heb ik ook altijd docenten gehad
die zo'n instelling hadden. In de
twaalf jaar dat ik op het Kan
kerinstituut heb gewerkt, zat ik
op de etage naast Piet Borst, die
heeft ook dat ijverige. Zat ik
's avonds thuis congressen voor
te bei-eiden en artikelen te
schrijven. Sinds ik Mnderen
heb, is dat minder geworden. Nu
ga ik elke zaterdag met mijn
zoons van negen en tien jaar
naar het voetbalveld, de week
ends ben ik thuis."
„Het heeft me tot nu toe heel erg
meegezeten in het leven, dat
mag je wel zeggen, maar ik ben
niet overdreven bang om het al
lemaal te verliezen. Nee, angst is
niet primair genetisch bepaald,
het is ook aangeleerd gedrag.
Als je in je leven nooit reden
hebt gehad om bang te zij nga j e
ook niet angstig door het leven.
Nou, ik heb nooit reden gehad
voor een wantrouwende levens
stijl. Integendeel, ik vind het le
ven spannend. Ik wil kijken wat
er nog meer komt, wat het leven
voor je in petto heeft. Daarbij
vind ik het interessanter om te
ontdekken hoe de wereld in el
kaar zit dan dat ik mijn eigen
gevoelens ontdek."
„Wat natuurlijk niet wil zeggen
dat ik geen ontroering ken. Mu-
Hoogleraar biologie Ronald PI
lijkheden die er zijn."
ziek bijvoorbeeld kan mij diep
raken. De Matthaus Passion,
iets mooiers, iets ontroerenders
bestaat er toch niet? In essentie
gaat het da ai-in om de vraag
waarom er menselijk leed is en
of er troost bestaat. Ik heb de
Matthaus nu veertien jaar ach
tereen met Pasen twee keer ge
zongen en ik ken 'm inmiddels
helemaal uit mijn hoofd. Ik zing
in het kooi'. Ik ben tenor, ik kan
mooi toon houden, maar ik mis
de kwaliteiten om solo te zin
gen. Dan moet je echt veel meer
kunnen. Het heeft iets moois om
samen te klinken, om in het ge
heel op te gaan. Psychisch zou
het ook niet goed voor me zijn
De worm leert hem steeds
meer over de genen van
de mens. Ronald Plasterk
(43), hoogleraar biologie en
directeur van het Hubrecht
Laboratorium in Utrecht,
verwacht dat die kennis deze
eeuw zal leiden tot pillen te
gen ziekten als kanker en
Alzheimer. Hoe meer het le
ven zijn geheimen prijsgeeft,
hoe boeiender hij het vindt.
„Het is nu wel duidelijk dat
de mens niet de kroon op de
schepping is." Over drie mil
jard nieuwe letters, junk-
DNA en Bach.
Ik ben niet gelovig. Het is een
veel sympathiekei-e gedachte
dat er geen god is die alles be
stiert. Als er dan een vliegtuig-
op de Bijlmer stort, is het prettig
te weten dat het toeval is en niet
iemands bedoeling. Ik heb toch
al niks met dat demonische we
reldbeeld, met een stx-affende
god. Dat de Germanen nog ge
loofden dat Wodan voor de don
der zorgde, daar kan ik inko
men. Maar wij weten inmiddels
dat het elektrische ontlading
is."
„Voor veel mensen is het na
tuurlijk jammer dat de weten
schap zoveel dingen kan vex'kla-
ren, want het ondergraaft hun
mooie geloof. Ik zal niet bewe
ren dat er geen scheppende god
bestaat, maar ik geloof daar zelf
niet in. Een aantal van mijn
vakgenoten denkt nog wel dat
er toch iets moet zijn. Ik noem
dat het iets-isme. Van mij mag je
rustig zeggen dat God het heelal
heeft gemaakt. Maar dat hij de
aarde zesduizend jaar geleden
binnen zes dagen heeft gescha
pen... dat kan zo niet gegaan
zijn."
,Wie vóór Darwin niet in de
schepping geloofde, had het niet
goed begrepen. Er zijn zoveel
dingen die perfect en schitte
rend in elkaar zitten, een uur-
werk bijvoorbeeld, dat is zo ver
nuftig, dan wist je zeker: dat
móet iemand gemaakt hebben.
Een menselijk oog is nog veel
mooier en vernuftiger, dus dat
moest ook door iemand zijn ge
maakt. Nu weten we wel beter,
en de wetenschap toont steeds
maar weer aan dat Darwin het
bij het rechte eind had. Dat elk
mens straks zelfs een genetisch
paspoort heeft, grijpt natuurlijk
nog sterker in ons eigen wezen
in: wij zijn helemaal niet ge
schapen naar Gods beeld en ge
lijkenis. We zijn het gevolg van
genetische evolutie. Dat relati-
veex*t ons eigen beeld als kroon
op de schepping."
Bang
„Natüürlijk krijgen we discus
sies over wat we allemaal met
die kennis over onze genen kun
nen gaan doen. Heftige discus
sies, want mensen zijn altijd
bang voor ontwikkelingen. Zal
er geen misbruik van die kennis
worden gemaakt? Door verze-
keringsmaatschappijen, door
;terk: „Iedei'een is vrij om al dan niet gebruik te maken van de moge
foto Cees Zorn
om in de muziek op de voor
grond te treden, dat doe ik in
mijn werk al wel genoeg.
„Ik vind Bach het mooist. Het is
geen bedachte muziek en Bach
is heel rijk, heel gevarieerd,
geen spielerei. Terwijl in zijn
cantates en in de Matthaus
aria's zitten die je kunt bestem
pelen als liefdesliedjes, gewoon
hele mooie liefdesliedjes. Vroe
ger dachten we dat het hart de
zetel van de liefde was. Nu we
ten we dat het hart een pomp is.
Is de liefde daardoor minder
waardevol geworden? We gaan
nu zakelijker om met ons li
chaam. Mijn vader heeft op zijn
vijfenzestigste een kunstheup
gekregen. Hij tennist weer.
Mensen krijgen kunstmatige
hartMeppen. Is het leven min
der waard geworden omdat we
weten hoe zoiets werkt? Worden
liefde, vriendschap en schoon
heid minder waard als je ze
deels kunt verklaren vanuit de
psychologie of vanuit de geneti
ca? Als ik in Artis loop, dan zijn
er mensen die alleen maar stin
kende beesten zien. Ik zie welke
vormen van leven er allemaal
zijn. Naarmate ik door mijn
werk meer van het leven ga
snappen, wordt het voor mij niet
minder waard, maar ga ik het
juist mooier vinden."
Dick Hofland
werkgevers. En willen we wel
alles weten? Het zijn de bekende
geluiden. Vroeger liep er een
man met een vlag voor de trein
uit om te waarschuwen dat die
er aan kwam. Zo bang waren
mensen voor de gevaren van een
trein. Het gevaar is niet onzin
nig. Onlangs is er een jongen
voor de ti'ein gevallen en overle
den. Een trein is nog altijd niet
volledig zonder gevaar, maar
we kunnen het beperken en er
mee omgaan."
„Ik zie geen verboden kennis.
De samenleving kan de dilem
ma's van nieuwe kennis wel aan.
Kinderen op bestelling, het niet
meer accepteren van afwijkend
leven, horrorscenario's als de
Boys from Brasil waarin een
nieuw nazi-ras wordt ge
kweekt, we zijn er zelf bij dat
zoiets niet gebeurt. We kennen
prenatale diagnostiek, dan kun
je in de baai-moeder al zien of de
vrucht afwijkingen heeft. Zo
kun je er bijvoorbeeld achter
komen of je kind het syndroom
van Down heeft. In de praktijk
blijkt dat ongeveer de helft van
de zwangere vrouwen zich
daai-op laat screenen, maar dus
ook de helft niet. Iedereen is vrij
om al dan niet gebruik te maken
van de mogelijkheden die er
zijn. Wie pidncipieel niet wil, die
hoeft niet. Dat is een goed teken.
ook van hen die dat niet willen.
Ik wil wel weten hoe het leven in
elkaar zit, dat is zeer boeiend
om te ontdekken, maar die ken
nis heeft voor mij vooi-al zin als
je het leven er beter, aangena
mer door kunt maken.
„Onze genen zijn recent alle
maal in kaart gebracht en dat
mag je best een historisch mo
ment noemen. Vergelijk het met
de eei'ste keer dat de anatomie
van de mens werd blootgelegd.
Met die kennis op zich kun je
niet veel, maar het is het begin
van een enorme ontwikkeling.
Het is de basis. Je kunt het be
schouwen als een nieuwe taal,
allemaal letters, die we moeten
gaan leren lezen. Drie miljard
letters. Zie het als een dik boek
in het Chinees. We kennen de
taal niet, maar we weten waar
het verhaal begint en we kennen
het eind. Nu moeten we nog le
i-en het boek te lezen. Als we dat
kunnen, als we weten wat er
staat, zullen we daar geweldige
dingen mee kunnen doen."
„Ik concentreer me momenteel
in mijn onderzoek op de vraag
hoe het komt dat stukken DNA
op hol slaan. Je weet dat het
menselijk DNA voor de helft uit
junk-DNA bestaat. Een soort
computervirus, een stel parasie
ten, die in het verleden op hol
zijn geslagen en dat merk je dan
Twintig jaar geleden waren er
heel veel mensen die zich af
vroegen of we wel op die kennis
zaten te wachten, of we dat met
z'n allen wel aankonden, of er
geen psychologische dwang op
mensen zou komen om tegen
hun zin mee te doen. De praktijk
wijst nu uit, dat we met z'n allen
deze vooruitgang goed kunnen
hanteren."
„Een grotere wetenschappelij
ke kennis maakt onze samenle
ving democratischer, omdat we
steeds beter kunnen kiezen. En
vergeet niet: een beperkt ge
bruik van kennis is ook moge
lijk. Ik zou niet willen weten of
ik een erfelijke ziekte heb waar
aan ik op, pakweg, mijn zestig
ste dood zal gaan. Als er niets
aan te doen is, zou ik niet geluk
kiger worden van die medede
ling. Maar doorgaans ligt het
niet zo zwart-wit. We weten
sinds enkele jaren dat er een gen
bestaat dat verantwoordelijk is
voor een bepaalde vorm van
borstkanker. Als je een mutatie
in dat gen hebt, weet je bijvoor
beeld voor tachtig procent zeker
dat je borstkanker krijgt. Je ziet
dat jonge vrouwen bij wie in de
familie borstkanker voorkomt,
zich daarop laten testen. Als zij
dat gen hebben, laten ze soms
hun borsten verwijderen. Ge
zonde borsten. Ze doen dat, om
dat ze dan zeker weten geen
borstkanker meer te M'ijgen. Je
moet de keuze van mensen res
pecteren die dat wel willen, en
in het nageslacht. Planten,
schimmels en dieren hebben
daar een verdediging tegen. Ook
de mens heeft er verdedigings
systemen tegen opgebouwd,
want anders hadden we niet
meer geleefd. Ik wil weten hoe
dat werkt."
„Als je bedenkt dat de biologie
ongeveer een eeuw achterligt op
de natuurkunde, dan kun je
stellen dat de biologie de ko
mende honderd jaar dezelfde
evolutie zal doormaken als de
natuurkunde de afgelopen hon
derd jaar. En dat is een giganti
sche ontwikkeling geweest.
Aangezien ik een basisoptimis-
me heb, durf ik wel te zeggen dat
we de komende eeuw veel ziek
tes zullen kunnen genezen.
Daarbij ben ik een grote fan van
pillen en spuitendaar heb ik het
meeste vertrouwen in, je hebt er
gewoon het meeste aan. Nu heb
ben we penicilline tegen long
ontsteking waaraan vroeger
nog talloze kinderen stierven.
Dat is een gigantische uitvin
ding, maar dat realiseren we ons
niet meer. Waarom zouden we
over een tijd ook geen pil heb
ben tegen kanker, Alzheimer,
aids? Daar is nog een wereld te
winnen, de mogelijkheden zijn
oneindig."
„Ik kom uit een katholiek nest,
progressief katholiek. Mijn va
der was uitgever van weten
schappelijke teksten, we had
den veel boeken, er was bij ons
thuis veel respect voor de we
Jan Jong: „Niemand heeft me gewaarschuwd voor de risico's van legionella. Nooit heeft de overheid regels opgesteld. Dan kunnen ze mij
achteraf toch niet verwijten dat ik maatregelen had moeten nemen?" foto Joop Boek
De legionellaramp op de Westfriese
Flora eist na twee jaar nog steeds
zijn tolDe besmetting in Bovenkarspel
kostte 32 levens en ruim 250 mensen
werden ziek. Op de achtergrond spelen
vele persoonlijke drama's. De patiënten
lijden aan geheugenverlies en zijn 'an
dere' mensen geworden. Deze maand
kwam het voor het eerst tot een ont
moeting tussen bubbelbadverkoper
Jan Jong - gebrandmerkt als veroorza
ker van de ramp - en een groep slachtof
fers. „Had ik dat maar nooit gedaan."
Stapels dossiers. Een kast vol papieren
van rechtszaken. Verzekering zus, scha
declaim zo. Alles gericht aan Jan Jong in
Heerhugowaard. Zijn bubbelbad staat te
boek als verspreider van de legionellabacte-
rie op de Westfriese Flora in 1999. Een groot
misverstand, houdt Jong vol. Hij voelt zich
geen dader, maar slachtoffer. „Ik kon niet
weten welke maatregelen ik had moeten ne
men. Ik ben de dupe van een gebrek aan re
gelgeving. Maar intussen beschuldigen ze
me van moord."
Een verbeten strijd tegen schadeclaims, be
schuldigingen en schuldgevoel. Jan Jong
Holding BV is gevestigd op zijn huisadres.
Een handelsbedrijf met Jong als enige
werknemer. Hij komt uit een ondernemers
familie, handelde in auto's en kampeex-wa-
gens. Zit sinds 1995 in de bubbelbaden. De
kelder onder zijn huis is zijn kantoor.
Op tafel liggen folders van kunststof baden
waar je met een man of wat in kunt zitten.
Kosten ongeveer veertienduizend gulden.
Hij importeert ze met containers tegelijk uit
Amerika. Klanten zijn installatiebedrijven
in heel Nederland. „Alleen op beurzen als de
Flora deed ik zaken met particulieren."
Na die Flora in 1999 hoorde hij toevallig op
de radio het bericht dat de tentoonstelling
de bron was geweest van een legionella-uit-
braak. „Wat legionella was, wist ik niet.
Thuis heb ik het op Internet opgezocht.
Geen moment stond ik erbij stil dat mijn
stand daar iets mee te maken kon hebben."
Op zoek naar de bron kwamen onderzoe
kers bij hem langs om monsters van het ge
demonstreerde bubbelbad te nemen. Mon
sters die later de beschuldigende vinger in
zijn lichting zouden laten wijzen. „Had ik
dat bad toen maar meteen in de fik gesto
ken", zegt Jong nu. „Dan hadden ze mij de
schuld niet kunnen geven."
Had hij maar dit, had hij maar dat. Steeds
weer schieten die gedachten door zijn
hoofd. „Had ik mijn BV laten ploffen, dan
was er nu niks meer bij me te halen geweest.
Een bedrijfscrimineel doet dat. Die begint
gewoon weer onder een andere naam en ont
springt de dans. Maar zo zit ik niet in elkaar.
Ik vecht door." Vechten tegen schuldgevoel,
tegen de beschuldigingen en daarmee: tegen
schadeclaims.
Eerst over het schuldgevoel: „Schuld aan de
legionellaramp voel ik niet. Toen ik met die
baden op de Flora stond, zat ik vier jaar in
die branche. Nooit is er in die tijd iets gepu
bliceerd over legionella en bubbelbaden.
Hooguit een stuk in een wetenschappelijk
buitenlands blad. Maar wie leest dat nou? In
de hele wereld staan zeker drie miljoen bub
belbaden. Achteraf hoorde ik dat er in het
buitenland wel eens iets was voorgevallen,
maar dat waren incidenten. Niemand in ons
land die daar wat van wist. Dan is het toch
niet vx-eemd dat ik geen schuldgevoel heb?"
„Niemand heeft me gewaarschuwd voor de
risico's van legionella. Nooit heeft de over-
heid regels opgesteld. Dan kunnen ze mij
achteraf toch niet verwijten dat ik maatx-e-
gelen had moeten nemen? Als er iets ergs ge
beurt in dit land staan er meteen rijen des
kundigen op om voor de camera hun verhaal
te vertellen. Kunnen die hun deskundigheid
niet gebruiken om rampen te voorkomen in
plaats van achteraf het hoe en waarom te
verMaren? Weet je dat er in ons land nog
steeds geen vooi'schriften bestaan voor
bubbelbaden op tentoonstellingen?"
„Vorige week heb ik voor het eerst gepraat
met het bestuur van de stichting waarin de
slachtoffei's zijn vertegenwoordigd. Op de
televisie hadden ze mij vergeleken met de
eigenaar van café 't Hemeltje in Volendam.
Ik kx-eeg het verwijt dat ik nooit wat van me
had laten horen. Die vergelijking maakte
me razend. Zoals ik uit de media begrijp is
die café-eigenaar nalatig geweest. Hij was
gewaarschuwd en heeft de regels naast zich
neergelegd. In mijn geval waren er niet eens
regels. „De slachtoffers vonden dat ik een
gebaar uit het hart had moeten maken. Een
bloemetje sturen of een deel van hun monu
ment betalen. Maar naar.wie had ik dat
bloemetje dan moeten sturen? Denk je dat
dat op dat moment goed zou zijn gevallen?
„Dat ze me emotionele verwijten maken,
snap ik. Wie door deze ramp een familielid
moet missen, is natuurlijk heel geraakt.
Maar één van de bestuursleden heeft me be
schuldigd van moord. En dat neem ik hem
heel kwalijk. Toen ik na dat gesprek terug in
de auto zat, dacht ik: 'Had ik dit maar nooit
gedaan'."
Over de beschuldigingen. Zowel de Alk-
maarse rechtbank als het gerechtshof in
Amsterdam noemt de stand van Jong als be-
smettingshaard. Zelf zegt hij dat de rechters
hem weliswaar als verspreider van de bac
terie zien, maar dat de watexieiding van de
Florahallen de bron geweest moet zijn.
„Daar haalde ik het water vandaan. De
i-echters hebben de stukken gewoon niet
goed gelezen. Na de Flora zijn alle waterlei
dingen in die veilinghallen vernieuwd. Dat
doe je toch niet als er niks mee aan de hand
is?" Jong ging in cassatie: in de hoop dat de
Hoge Raad de beslissingen van rechtbank
en Hof onderuit haalt. Over de schade
claims. Zijn kast puilt uit van de verzeke
ringspapieren. Nabestaanden en slachtof
fers die enorme bedragen willen vangen.
Procedure hier, procedure daar. „Ik ben al
een paar ton kwijt aan onderzoek en juridi
sche bijstand.Met als bijkomend probleem
dat Jong geen geldige aansprakelijkheids
verzekering heeft. Bij de verzekeraar was
niet geregistreex-d dat hij van kampeerauto's
op bubbelbaden was overgestapt, waarop
de maatschappij zich tei-ugtrok.
Met het oog op die schadeclaims is een 'an
dere' visie van de Hoge Raad hem straks
meer dan welkom.
„Natuurlijk wil ik gelijk kxijgen. Maar het
gaat me niet om het geld. Als het me te doen
is om onder de claims uit te komen, kan ik
mijn bedrijf net zo makkelijk failliet laten
gaan. Als directeur heb ik altijd naar eer en
geweten gehandeld, dus ze kunnen me nooit
beschuldigen van onbehoorlijk bestuur. Dat
betekent dat ik er in dat geval privé nog wel
goed uitspring."
„Maar ik doe het dus netjes. Via de elegante
weg probeer ik aan te tonen dat de schuld
ligt bij de regelgeving, bij de staat. Doe ik
dat niet, valt er nooit wat te halen. Als ik
stop met procederen, komt er nooit wat los
van de verzekering. Daarom ben ik zo te
leurgesteld in de slachtoffers. Na dat ge
sprek met ze dacht ik: Willen jullie soms dat
ik er een punt achter zet? Hebben jullie dan
niet in de gaten dat ik vecht voor de waar
heid? Ik doe dit toch ook voor jullie?"
Jan Vriend
De Stichting Flora Veteranenziekte vindt
dat de beschuldigende vinger niet alleen
naar Jan Jong mag wijzen. Bestuurslid Niko
Hoffer: „De Consumentenbond, die voor
ons de juridische afhandeling doet, richt
zich in eerste instantie op de overheid.
Daarna wijzen we naar de Westfriese Flora
als organisator en als derde komt Jong pas
inbeeld."