Museum houdt
herinnering aan
de ramp levend
Het gat was dicht, maar na
het Wilhelmus bleef het stil
33
Watersnood '53 drukt
stempel op verleden
m
zaterdag 31 maart 2001
Operatie 4 x Phoenix in volle gang. In het caisson rechtsonder is nu het Museum Watersnood 1953 gevestigd. foto KLM Aerocarto
foto archief PZC
Rijswerkers worden ingezet voor het maken van de zinkstukken.
fotoarchief PZC
De caisson wordt door sleepboten op zijn plaats geduwd.
Museum Watersnood 1953 in Ouwerkerk gaat maandag officieel open. foto Marijke Folkertsma
Elders in Nederland is de Tweede Wereldoorlog een scharnierpunt in de
tijd. Op Schouwen-Duiveland wordt gesproken Over de tijd voor en na
'de ramp', waarmee gedoeld wordt op de watersnoodramp van 1953. Een
ramp die een verwoestend spoor trok over het eiland. Vijfhonderdeenender
tig mensen kwamen om het leven, de veestapel werd gehalveerd en de mate
riële schade was enorm. Maandenlang was Schouwen-Duiveland een ver
dronken eiland. Alleen de Kop van Schouwen bleef droog en een corridor
tussen Zierikzee en Brouwershaven. Het dichten van de dijken nam maan
den in beslag en de daarop volgende wederopbouw jaren.
Het Museum Watersnood 1953, gevestigd in één van de vier Phoenix-cais-
sons waarmee in november 1953 het laatste dijkgat bij Ouwerkerk werd ge
dicht, houdt de herinnering aan de fatale februarinacht, het reddingswerk
en de wederopbouw levend.
Maandag 2 april wordt het museum, dat tijdens een proef openstelling al
ruim 3500 bezoekers trok, officieel geopend door staatssecretaris J. M. de
Vries van Verkeer en Waterstaat.
van die eerste dagen na de dijk
doorbraak worden terugge
haald met de beelden van het
Polygoonjournaal, de opstel
ling van de woonkeuken en de
kranten uit die tij dVia de werk
zaamheden van de dijkdichting
en de wederopbouw komen de
gasten weer terug in het heden.
Aan het einde van de rondgang
is een speciale hoek ingericht,
waar alle slachtoffers met hun
namen op een zuil en in naslag
werken herinnerd worden.
Toch wordt tot op de laatste dag
hard gewerkt om de tentoon
stelling te verbeteren. Zo zijn de
teksten op de informatieborden
aangepast en worden de uitge
stalde gebruiksvoorwerpen en
andere attributen voorzien van
uitleg. Tevens zijn de filmbeel
den uit 1953 straks te bewonde
ren op een groot scherm, waar
de bezoekers het vorig jaar nog
met een grote televisie moesten
doen. „We hebben daar een spe
ciale installatie voor geïnstal
leerd", aldus voorzitter'R. Ge
luk.
Steiger
De meest opzienbarende aan
passing die de afgelopen maan
den is gedaan, vormt de steiger
achterin het caisson. Hierdoor
kunnen de gasten de machines
en de werkzaamheden, die bij
het dichten van de stroomgaten
en de wederopbouw van het ge
bied gebruikt werden, van
dichtbij bewonderen. „En het
hele glooiing-verhaal is nu ge
realiseerd." Vanaf de steiger is
in één oogopslag te zien hoe de
dijken, die nu de polders van
Duiveland beschermen, zijn
aangekleed en verstevigd.
Geluk toont zich zeer tevreden
met de tentoonstelling zoals zij
nu is. Af is het museum echter
nog niet. De stichting heeft bij
voorbeeld de plannen voor een
tijdelijke expositie met het ge
kregen materiaal van bezoekers
de afgelopen maanden niet kun
nen opzetten. „Nu is dat niet ge
lukt en dat zal ook niet meer dit
jaar worden." Vanaf 2 april zul
len de deuren openstaan voor de
bezoekers, zodat er nu geen tijd
meer is om grootse projecten op
te pakkenNa het seizoen zal het
stichtingsbestuur zich weer
buigen over nieuwe (kleine)
aanpassingen en verbeteringen.
Famke van Loon
Het Museum Watersnood 1953
in Ouwerkerk is vanaf dinsdag 3
april elke middag, behalve
maandag, van 13.00 tot 17.00
uur toegankelijk. De toegangs
prijs is zes gulden per persoon.
Groepen en kinderen krijgen
korting. Een entreebiljet van
themapark Waterland Neeltje
Jans geeft rechts op gratis toe
gang van het Museum Waters
nood 1953. Het museum is te
vinden aan de Weg van de Bui
tenlandse Pers. Telefoonnum
mer: 0111-644382.
De reling van de trap
wordt bijgeverfd en op
de muur van het caisson
worden de laatste banen van
het 'filmdoek' geschilderd.
De informatieborden staan
nog aan de kant en verschil
lende opstellingen moeten
nog voorzien worden van de
bijbehorende informatie.
Het zijn de laatste loodjes
voordat het Museum Waters
nood 1953 maandag 2 april
officieel haar deuren opent
voor het publiek.
Het zijn stille getuigen
van een heroïsch ge
vecht, de vier Phoenixcais-
sons waarmee op 7 novem
ber 1953 het laatste gat in de
Schouwse dijken werd ge
dicht. Om precies vier minu
ten voor middernacht kwam
het verlossende sein: het gat
bij Ouwerkerk was dicht. Na
het Wilhelmus volgde geen
gejuich, maar slechts stilte.
Het was de tijd niet om feest
te vieren.
Nederland zat aan de radio
gekluisterd en koningin Ju
liana was aan boord van De
Breezand - het vlaggenschip
van de Dienst der Zuiderzee
werken - getuige van het tita
nengevecht tegen de elementen.
Leentje Veltman-Hack uit Ou
werkerk was erbijDik ingepakt
tegen de snijdende kou keek zij
uren ademloos toe. „Het was
spannend van begin tot eind.
Het was helverlicht terwijl het
verder overal in de polder don
ker was. En toen zakte de sluit-
caisson nog scheef ook. Dat was
doodeng."
Wat Veltman-Hack het meest
bijgebleven is van de sluiting is
de stilte die volgde op het
stoomfluitsein van de sleepbo
ten die de laatste caisson op zijn
plaats duwden. „Het geluid van
die stoomfluiten ging door merg
en been. Kunst en Eer speelde
het Wilhelmus en daarna was er
stilte. Niemand zei iets. Het leek
wel een stille omgang. Het gat
was dicht, maar iedereen was
met zijn gedachten bij wat er al
lemaal door dat gat naar buiten
gedreven was."
Onvoorstelbaar
Het woedende water sloeg twee
forse bressen in de dijk bij Ou
werkerk. Aan de westelijke
kant van de zeewering ontstond
een gat van honderd meter en
aan de oostzijde werd tweehon
derd meter dijk weggevaagd. De
stroming was zo sterk dat er
dieptes van twintig meter ont
stonden in de stroomgaten.
Door de twee gaten stroomde bij
vloed veertig miljoen kubieke
meter zeewater het verdronken
land in. „Op bepaalde plaatsen
kon je alleen met van die kleine
motorbootjes komen", herin
nert Veltman-Hack zich. De
aanblik van het verdronken
land staat in haar geheugen ge
grift. „Het was een onvoorstel
bare ravage."
Een van de grootste problemen
waar de dijkdichters mee te ma
ken kregen, was dat er een enor
me hoeveelheid zinkstukken
gemaakt moest worden. Daar
waren heel wat rijswerkers voor
nodig en die wex'den van overal
vandaan opgetrommeld om hun
steentje bij te dragen aan het
dichten van het gat bij Ouwer
kerk. Waar nog 'gewoond' kon
worden, zaten de werkers inge
kwartierd. Vergelijkbaar met
het gewone leven was het niet.
Veltman-Hack: „Er was geen
zoet water en vaak geen stroom.
De meest primitieve dingen ont
braken. Maar de mensen pasten
zich aan. Onvoorstelbaax-."
Een indmkwekkende vloot aan
profiel- en bakkenzuigers, bag
germolens, drijvende kranen en
sleepboten en niet te vexgeten
een klein leger aan arbeiders
was nodig om de sluiting tot een
goed einde te brengen. Gewacht
werd op dood tij. Veltman-
Hack: „Tegenwoordig hebben
ze voor dat soort dingen heel
mooie apparatuur, maar toen
nog niet. In het water dreven
lichtjes. Die gebruikten ze om te
zien wanneer de stroming het
minst sterk was. Je kon ook zien
dat ze steeds langzamer voorbij
dreven."
Communicatie
De communicatie tussen de
dijkdichters ging met walkie-
talkies. „Dan zag je ineens al die
mannetjes op het caisson be
drijvig aan de slag gaan. Je zag
de sleepboten met volle kracht
duwen en heel langzaam ging de
sluitcaisson als een soort deur
dicht." De Ou werkerkers had
den lang op de sluiting moeten
wachten. „Er was al sinds april
gewerkt, maar daar zag je geen
tastbaar resultaat van. Dat was
allemaal ondenvatexwerk. En
in augustus was al gepi-obeerd
het westelijke gat te dichten,
maar dat was mislukt. De kleine
caissons die toen gebruikt wer
den, wex'den gewoon de polder
ingesleurd. Je kunt hem nu niet
meer zien, maar in het bos bij
Ouwerkerk staat nog steeds
zo'n caisson."
Met het sein, vier minuten voor
middernacht, dat de vierde en
laatste Phoenixcaisson was ge
plaatst, was het wei'k nog lang
niet klaar. Nog dagenlang wex'd
met man en macht gewerkt aan
het echt stroomdicht maken van
de afsluiting. Perszuigers spo
ten zand in de caissons, zink
stukken werden afgezonken en
vele duizenden tonnen steen
werden gestort. Na tien dagen
noeste arbeid konden de pom
pen gaan draaien om de volgelo
pen polder Vier Bannen weer
droog te malen. Het begin van
de wederopbouw.
Stoffelijke overschotten van
mensen en dieren werden ge
borgen en zo goed en zo kwaad
als het ging geïdentificeerd.
Dikke lagen zeeklei moesten
van het land geschi'aapt, wegen
hersteld, huizen herbouwd,
weggeslagen riolering opnieuw
aangelegd. Een immens karwei.
Veltman-Hack: „Het duurde ja
ren eer het weer wat was.Acht
enveertig jaar na dato consta
teert Veltman-Hack nuchter
maar met weemoed dat veel ver
dwenen is en nooit meer terug
gekomen.
Piet Kleemans
Never change a winning
team' is de gevleugelde uit
drukking. De Stichting Cais
sons Ouwerkerk heeft dit
spx'eekwooi'd (deels) ter harte
genomen. De proefopenstelling
van het museum in het nasei
zoen van 2000 was immers met
x-uim 3500 bezoekers al een suc
ces te noemen. Maar met name
de enthousiaste x-eacties van de
gasten op de eerste, pex-manente
tentoonstelling over de waters
noodramp zijn voor het stich
tingsbestuur het bewijs dat ze
op de goede weg zit.
In grote lijnen zal de tentoon
stelling weinig veranderen. Een
inf ox'matiebord brengt de be
zoekers na 2 april opnieuw te
rug naar februari 1953. De ge-
beui*tenissen en de gevoelens