Vliegen met losse handen
PZC
Gidsen voor bewuste kampeerders
43
Carnaval
Efteling
Wandeling
Gezinsbeurs
Zuid-Afrika
zaterdag 24 februari 2001
Het antwoord op de vraag
'Wat is dat eigenlijk, carna
val?' kan natuurlijk alleen be
neden de grote rivieren gevon
den worden. Toch onderneemt
het NAA Omroepmuseum in
Hilversum - ver weg van Oetel-
donk, Krabbengat en die andere
carnavalsbolwerken - een dap
pere poging het zottenfeest voor
leken te verklaren. Dat gebeurt
met de filmvoorstelling 'Carna
val... AlaafDaarin zijn frag
menten te zien uit onder meer
het programma 'Theo en Thea',
vroegere Polygoon-journaals
(het oudste uit 1924) en inter
views met carnavalsprinsen.
Ook komt een socioloog aan het
woord die doodleuk het ver
band tussen carnaval en de dood
uitlegt. Te zien tot en met 24
maart in het museum aan de Ou
de Amersfoort se weg 121.
Geopend: dinsdag tot en met
vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur,
zaterdag en zondag van 12.00 tit
17.00 uur. Meer informatie: 035-
688.58.58.
De Efteling in Kaatsheuvel
krijgt er een nieuwe be
woonster bij: Raponsje, het
beeldschone meisje dat door een
toverkol in een toren gevangen
wordt gehouden wordt bevrijd
door een eveneens schone prins,
die langs haar lange haren naar
boven klimt.
Het bekende geesteskind van de
schrijvende gebroeders Grimm
is het 24e sprookje dat een
plaats krijgt in de Efteling. Om
de opening op gepaste wijze op
te luisteren, is Nederlands
grootste attractiepark op zoek
naar meisjes en vrouwen met de
langste vlecht van Nederland.
Samen met Raponsjes uit Enge
land, Duitsland en België wacht
de Nederlandse winnaressen
een VIP-ontvangst op de Dag
van het Sprookje (de zevende
van de zevende, zaterdag 7 juli
dus).
Kandidaten kunnen zich aan
melden bij de Efteling, t.a.v.
Raponsje 2001, Postbus 18,
5170 AA Kaatsheuvel.
Verstokte wandelaars die een
ommetje van een uurtje of
anderhalf te kort vinden, kun
nen zich zondag 25 februari
aansluiten bij een dagwande
ling van Natuurmonumenten
over de 'eindeloze Vèluwe.
De doorstappers bezoeken het
Deelerwoud en het aangrenzen
de Nationaal Park Veluwezoom.
Onderweg vertelt een gids over
de plannen om hekken en
wildrasters op de Veluwe te ver
wijderen, zodat ook de geïso
leerd geraakte natuurgebieden
weer bereikbaar zijn. Start:
10.00 uur. Meer informatie en
aanmelden: 026-497.91.00.
/~\ok de gezinsbeurs Wegwijs
V_/ ontkomt niet aan de digita
le snelweg. Tijdens de twaalfde
editie, die van dinsdag 27 febru
ari tot en met zaterdag 3 maart
de Jaarbeurs in Utrecht vult,
kunnen de bezoekers op een
groot Computer Plein kennis
maken met onder meer internet,
ruiken aan de webcamtechniek
en een digitale ansichtkaart
versturen. Voor kinderen is er
elke dag een 'webstrijd'.
Een andere speerpunt van de
gezinsbeurs voor mensen uit de
gereformeerde gezindte is de
verkeersveiligheid. In een simu
lator kunnen bezoekers onder
het toeziend oog van 3VO-in-
structeurs allerlei onveilige si
tuaties ervaren, bijvoorbeeld
een in het water geraakte auto
verlaten.
Op Wegwijs ontbreken de ver
trouwde onderdelen niet. Zo is
er aandacht voor huis en tuin,
wonen, bouwen, bruidsmode,
klederdrachten, kunst, koken,
hobby's, vakantie en vrije tijd.
Er zijn demonstraties en work
shops, alsmede exposities over
huwelijken van de Oranjes en
Urk in de IJstijd. Wegwijs is elke
dag geopend van 10.00 tot 18.00
uur (zaterdag 3 maart tot 17.00
uur). Informatie: 055 539.04.90.
Met bijna 5,9 miljoen bezoe
kers is Zuid-Afrika het af
gelopen jaar het meest bezochte
vakantieland van Afrika. Vol
gens South African Tourism is
daarmee de 'koppositie' in dit
werelddeel overgenomen van
Tunesië en Egypte.
Zuid-Afrika was het afgelopen
jaar vooral populair bij vakan
tiegangers afkomstig uit Frank
rijk, Engeland en Duitsland.
Volgens South African Touris
me is het aantal bezoekers uit
Nederland ook toegenomen.
Camping zoeken voor van de
zomer? Daar kun je een
campinggids voor gebruiken.
Maar welke? De ANWB Cam
pinggids of de ACSI Internatio
nale Campinggids? Recentelijk
verschenen beide uitgaven met
nieuwe edities over Europa, in
twee delen. Om met de prijs te
beginnen: die van de ANWB
kosten 29,95 per stuk, die van
ACSI 39,95 voor twee delen.
Beide uitgaven bevatten uitvoe
rige informatie over de voorzie
ningen (van afwasbakken tot
zittoiletten) op duizenden cam
pings, van Ierland tot Grieken
land.
Anders dan de ANWB waagt
ACSI zich niet aan kwaliteits
beoordelingen van de campings.
De ACSI-selecteurs turven al
leen welke voorzieningen op
campings aanwezig zijn. Wie
wil weten hoe een kampeerplek
wordt gewaardeerd, moet af
gaan op de sterretjes die door
plaatselijke diensten zijn toege
kend. En daarvan is de objecti
viteit niet altijd vast te stellen.
Als verdediging wordt aange
voerd dat kwaliteitscontroles
vaak worden uitgevoerd in het
jaar voor publicatie van dit
soort gidsen. Daardoor zouden
metingen achterhaald kunnen
zijn. Dat de lezer van de ACSI-
gids zelf de selecteur kan bellen
om meer informatie over bij
voorbeeld kwaliteit te vragen
moet uitkomst bieden.
Dat de ANWB de in haar gidsen
genoemde campings wel met
rapportcijfers beoordeelt - voor
de algehele indruk en het sani
tair - geeft in ieder geval meer
gebruiksgemak. Tot het tegen
deel bewezen is, mogen we aan
nemen dat de controle die tot de
beoordeling heeft geleid werke
lijk zo onafhankelijk is als Ne
derlands grootste toeristen
bond zegt. Bovendien mag je er
van uitgaan dat heel wat kam
perende leden gaan ruziën met
de ANWB als die een potje van
de waardering zou maken.
De gidsen van de ANWB hebben
ook als pluspunt dat de infor
matie overzichtelijker wordt
gebracht. Minder opeengepropt
dan op een ASCI-pagina en ook
met een korte omschrijving van
het algemene karakter van een
camping. Ook de overzichts
kaarten in de ANWB-gidsen
zijn informatiever. Een behoor
lijke kaart met doorgangscam
pings wordt los bijgeleverd, de
ASCI houdt het bij ietwat be
perktere kaarten in de boeken.
Overigens ontkom je er bij beide
uitgaven niet aan ook een be
hoorlijke wegenkaart te kopen
als je de weg naar je camping
wilt vinden. Een begaafd auto
mobilist kan er met de detail
kaarten in de ANWB-gidsen
misschien nog wel uitkomen,
maar wil je echt een deugdelijke
route uitstippelen, dan zijn
meer hulpmiddelen nodig
John Bruinsma
Meer informatie op internet:
mvw.acsi-gids.com en ww-
vv.anwb.nl
Actieve vakanties en uit
stapjes zijn populair. En
zelfs wie het bergbeklim
men, mountainbiken en dui
ken al weer te gewoon vindt
heeft nog een spannend al
ternatief: vliegen.
Met een ferme ruk aan het
stuur komt het vliegtuig
opeens wel erg schuin in de
lucht te hangen. „Niet zo hard
draaien, dat is helemaal niet no
dig. Houdt het stuur maar met
een hand losjes vast, dat is al
voldoende", zegt instructeur
René Meijer. Achterin het toe-
stel trekt fotograaf Frans Nik-
kels even wit weg, maar hij her
stelt zich snel. Het vliegtuig zelf
trouwens ook. Meijer legt uit
hoe j e het toestel weer vlot in ho
rizontale positie krijgt. „Je gaat
uit van de bovenste rand van het
dashboard en de horizon, daar
moeten vier vingers breedte tus
sen passen."
Een eerste vliegles is een opwin
dende belevenis. Maar tijdens
het halve uur komt er zo veel op
me af, dat van alles wat de in
structeur vertelt erg veel oor in,
oor uit gaat. Bovendien wil ik in
zo'n klein wendbaar toestel, bo
ven die immense lege polder, het
liefst alleen maar continue naar
buiten kijken. Niet om te zien of
er een tegenligger aankomt,
maar puur om van het uitzicht
te genieten.
Papierwerk
Voordat we het luchtruim kie
zen komt er nog heel wat op de
grond bij kijken. Veel papier
werk, want elke vlucht vergt een
uitgebreide administratie. Na
een briefing wordt ook het
vliegtuig zelf grondig geïnspec
teerd aan de hand van een
Tijdens een introductievlucht mag de leerling zelf sturen en zit de leraar rechts om zo nodig in te grijpen. foto's Frans Nikkels
checklist. Meijer loopt een
rondje om de spiksplinternieu
we Socata TB-20 Trinidad GT,
die hij nog maar een week tevo
ren uit Frankrijk heeft overge
vlogen. Het toestel is de opvol
ger van de Piper Arrow.
Hij kijkt of er geen vogels in een
van de twee motoren zitten,
controleert de brandstoftanks
in de vleugels, bekijkt de ban
den, en gaat vervolgens in het
toestel alle knoppen en functies
na, van het goed sluiten van de
deuren tot de werking van de
hoogtemeter. Dan pas kunnen
de stoelriemen vast en de kopte
lefoons op.
Meijer vraagt de verkeerstoren
toestemming op te stijgen. Hij
taxiet het vliegtuig soepel naai
de startbaan. Dat sturen ge
beurt met twee pedalen, waar
mee het toestel naar links of
rechts beweegt. Remmen doet
hij door beide pedalen tegelij
kertijd in te trappen.
En dan gaan we eindelijk echt
de lucht in. „Als we straks los
zijn mag je het stuur overne
men", zegt Meijer. Dat is al een
minuut later. „Maak maar een
bocht naar rechts, en dan naar
links richting Harderwijk." Die
eerste bocht gaat dus een beetje
te heftig, de tweede al een stuk
beter. „Let je wel op de hoogte?
Niet te ver dalen hoor!klinkt
het door de koptelefoon.
Gok
Stijgen, was dat nu het stuur in
drukken of er juist aan trekken?
Ik gok met goed gevolg op het
laatste. Het is niet eenvoudig om
het hoofd er bij te houden. En
dat terwijl vliegen, althans zo'n
eerste keer, in feite een stuk een
voudiger is dan autorijden. Er is
nauwelijks verkeer, en mocht je
al een collega-vlieger tegenko
men, dan kun je 'driedimensio
naal uitwijken', zoals Meijer dat
noemt. Eng is het dan ook aller
minst, en klamme handen en
klotsende oksels blijven geluk
kig achterwege tij dens dit actie
ve uitstapje.
Brevet
De meeste vliegscholen op re
gionale luchthavens verzorgen
rondvluchten en introductieles
sen voor wie ooit een keer zelf
wil vliegen of serieus een brevet
wil halen. „Rondvluchten, maar
ook introductielessen, worden
vooral gedaan door mensen die
nog nooit gevlogen hebben. Ik
heb me er wel eens over ver
baasd hoeveel dat er nog zijn",
zegt Meijer.
Zo'n introductievlucht is, voor
al dankzij de inbreng van de
vliegleraar, hartstikke leuk, ook
als het bij die ene keer blijft.
„Mensen die naar aanleiding
van een eerste vlucht besluiten
les te nemen, komen er pas na
tien keer achter dat er toch meer
bij komt kijken. Veel theorie
vooral. Maar dan ben je onder
tussen al aardig gevorderd. Na
drie of vier lessen zet je zelf het
toestel aan de grond, na tien tot
vijftien lessen mag je alleen de
lucht in. Dat gaat sneller dan
met autorijles."
Verhalen over ongelukken en
gevaarlijke stunts met sport
vliegtuigjes wimpelt Meijer snel
af. Het woord 'stuntvliegen', zo
als soms bij shows gebeurt, ge
bruikt hij hoe dan ook niet, hij
spreekt liever van 'kunstvlie
gen'. „Als je vliegen vergelijkt
met wegverkeer, gebeuren er
heel weinig ongelukken. Hier in
de lucht zijn geen stoepranden
of overstekende voetgangers
waar je tegenaan kunt botsen."
Enge of anderszins opmerkelij
ke dingen heeft hij eigenlijk
nooit meegemaakt. „Alle men
sen die hier zelf komen vliegen,
zijn de eerste keer heel blij en
opgewekt, ze hebben er echt
naar uitgekeken. En ook na af
loop houden ze er een goed ge
voel aan over, omdat het vliegen
altijd reuze meevalt." Dat blijkt
als we in de lucht zijn, want in
feite hoef je niet eens veel te
doen. „Laat het stuur maar even
los." Allebei kijken we met de
handen in de schoot door het
raam. Het toestel vliegt keurig
rechtdoor, stabieler dan het de
laatste minuten heeft gedaan.
Meestal vliegen dit soort kleine
vierpersoons vliegtuigen op
duizend voet, circa driehonderd
meter. Daarbij worden snelhe
den tot driehonderd kilometer
per uur gehaald, iets wat je aan
boord totaal niet in de gaten
hebt. Wij gaan inmiddels iets
langzamer, want helaas al weer
op de weg terug.
Oriëntatie
„Vlieg maar in de richting van
de luchthaven", hoor ik door de
koptelefoon. Ai, door het vele
zwenken ben ik de oriëntatie to
taal kwijtgeraakt. Het IJssel-
meer is nog wel herkenbaar, dus
dan moet Harderwijk achter ons
liggen en Lelystad er een beetje
tussenin. René Meijer wijst de
luchthaven aan, rechts voor ons.
Ik maak een redelijk gelukte
ruime bocht en Meijer zet het
landingsgestel uit. De daling
begint en de leraar neemt het nu
over. Ik mag voorzichtig 'mee
sturen', maar besef terdege dat
het de instructeur zelf is die het
vliegtuig superzacht aan de
grond zet.
Korte tijd later stappen we on
gedeerd uit. We duwen het
vliegtuig gezamenlijk naar een
goede parkeerplek. We durven
dit iedereen oprecht aan te ra
den. En zouden we nog een keer
zelf willen vliegen? Ja hoor,
morgen graag.
Alice Plekkenpol
De polder was in 1974 nog akelig leeg, toen Martinair er met de
vliegschool begon. Maar de bestaande vestiging in Hilversum
werd te klein en het investeringsklimaat in de piepjonge polder was
gunstig, dus sloeg het bedrijf haar vleugels uit.
René Meijer, geboren in Enschede en nu woonachtig in Sneek, stond
destijds mede aan de wieg van de vliegschool in Lelystad. Aanvan
kelijk werden er vooral sportvliegers opgeleid, al spoedig kwam
daar de eerste fase van de professionele opleiding bij. Inmiddels
voldoet de vliegschool aan alle Europese regels voor het opleiden
van beroepsvliegers.
Maar ook wie geen loopbaan als p'iloot ambieert, kan er het hele jaar
door uitstekend terecht voor een interessant dagje uit. Beperkten de
bezoekers zich enkele decennia geleden nog tot het toekijken achter
het hek, nu willen ze vaak ook zelf de lucht in.
Meijer heeft vele jaren in binnen- en buitenland gezworven om les te
geven en vliegscholen te helpen opzetten. Eind vorig jaar keerde hij
terug naar Lelystad als directeur van de vliegschool. „Ik ben en blijf
een pionier. Lesgeven en projecten organiseren vind ik het meest
boeiend om te doen. Ook al ben ik nu directeur, ik zorg er wel voor
dat het niet alleen een papierwinkel wordt maar dat ik goed contact
houd met de leerlingen. Dat is heel belangrijk in dit vak."
Inmiddels is een kwart eeuw later ook in Lelystad de behuizing van
de vliegschool te krap geworden, vandaar dat er dit najaar een ver
bouwing volgt. Het aantal leslokalen wordt uitgebreid, het restau
rant op de bovendieping wordt groter, en ook kantoor- en andere
werkruimten worden aangepast.
De meeste regionale luchthavens in ons land beschikken over vlieg
scholen waar men terecht kan voor korte vluchten. De prijzen lig
gen doorgaans op hetzelfde niveau. Bij Martinair in Lelystad kost
een introductievlucht van circa een half uur, plus een briefing en
een certificaat, 235,-. Deze vlucht is tevens onderdeel van een
tweedaags arrangement uit de VW-brochure Fiets- en Wandelva
kanties, waarbij een reisgenoot gratis meevliegt. Er wordt over
nacht in een viersterren-hotel in Lelystad. Prijs: 550,- voor twee
personen.
De prijzen van rondvluchten zijn afhankelijk van het aantal passa
giers (twee of drie) en de lengte van de vlucht (van 15 tot 60 minuten
Enkele voorbeelden: met zijn drieën een kwartier rondvliegen
kost 34 gulden per persoon, met zijn tweeën een uur in de lucht kost
233 gulden per persoon.
Meer informatie: Martinair Vliegschool, tel. 0320-288.476; op in
ternet: www.martinairvliegschool.nl
Elke vlucht vergt veel administratie. René Meijer heeft zelf de spiksplinternieuwe Socata uit Frankrijk opgehaald.