Compassie
helpt je te
overleven
Het is geen pretje vermoord te worden
Lust getemperd genoten
Het droomdebuut
van Tawni O'Dell
John Connolly
donderdag 8 februari 2001
oit sprong ze, slechts gehuld in een bikini met
zilveren lovertjes, uit taarten om haar studie te
kunnen betalen. Maar dat was in een vorig leven.
Nu dingen uitgevers naar haar literaire vruchten. De
Amerikaanse Tawni O'Dell maakte een droomstart met haar
succesvolle debuut Aan het Einde van de Wereld. Een boek
over overleven en volwassen worden.Mannen zijn nog
steeds een mysterie voor mij
Rembrandt: Het ledikant, 1646.
New York. Parijs. Londen.
Amsterdam. Het zijn we
reldsteden waarover de meeste
bewoners van de Allegheny
Mountains in West-Pennsylva
nia slechts kunnen dromen. Ze
zullen er nooit komenmaar hun
Tawni O'Dell is er geweest. Met
dank aan de revenuen van haar
ijzersterke debuutroman Aan
hetEinde'van de Wereld. In haar
geboorteland zijn er al vijfhon
derdduizend gebonden exem
plaren van verkocht, de boeken
club van Oprah Winfrey
bombardeerde het tot verplich
te kost en in Frankrijk en Ne
derland is de roman inmiddels
in herdruk.
'Back Roads' zoals het werk
oorspronkelijk heet, gaat ook
daadwerkelijk over de 'back
roads', het geïsoleerde, achter
gebleven gebied in West-Penn-
sylvania, waar de heuvels wor
den ontsierd door de stoffelijke
resten van de ter ziele gegane
mijnindustrie. „Dit boek is een
manier van mij om uitleg te ge
ven over mijn geboortegrond.
Het is een onderontwikkelde
omgeving waar racistische 'red
necks' de boventoon voeren. Ik
wilde er snel weg, maar toen ik
eenmaal verhuisd was naar Chi
cago, de grote stad, voelde ik de
onbedwingbare behoefte om de
mensen van de 'back roads' te
verdedigen en te verklaren
waarom ze zijn zoals ze zij n. Het
zijn geen slechte mensen. Ze
hebben met enorme problemen
te maken als werkloosheid en
criminaliteit en daar geven ze
op hun eigen manier invulling
aan. Ik wil dat mensen niet
slechts naar de oppervlakte kij
ken."
Lichtpuntje
Ze schreef de roman in de ik
vorm, vanuit het gezichtspunt
van de 19-jarige Harley AJtmy-
er. Hij moet voor zijn drie zusjes
zorgen, nadat zijn vader is over
leden en zijn moeder veroor
deeld werd wegens moord. Met
uiterst slecht betaalde baantjes
is dat geen verantwoordelijk
heid die afgunst oproept. Zijn
enige lichtpuntje is Callie Mer
cer, de sexy moeder van twee
kinderen die verderop woont en
die hem zijn onschuld laat ver
hezen. Harley wordt schoksge
wijs volwassen. Hij mijmert:
'Volgens de wet was ik op mijn
achttiende al man geworden.
Geestelijk was dat gebeurd die
nacht nadat Callie me geneukt
had. Emotioneel de eerste keer
nadat pa me had geslagen'.
Haar debuutroman is een boek
over overleven, zegt ze. „Harley
probeert te overleven nadat zijn
familie enkele verschrikkelijke
gebeurtenissen is overkomen:
papa is dood en mama zit vast."
Ook O'Dell moest in zekere zin
een survivaltocht afleggen. „Ik
wilde schrijver worden. En ar
tistiek zijn is in de Allegheny
De mens zijn lust is de mens
zijn leven. Het beschrijven
van de lust is dan ook een oud
genre. Pornografen hebben er
dagwerk aan. In een curieuze
heruitgave kunnen we nu ken
nismaken met een pornografi
sche roman uit het zeventiende-
eeuwse Nederland.
Het beeld dat wij hebben van de
zeventiende eeuw, onze Gouden
Era, is er een van rijkdom en
harmonie, ondernemingsgeest
en uiterlijke soberheid. Schil
derijen uit die periode tonen
mannen in mooi zwart, die op
beheerste wijze hun welstand
laten zien. De tijd van Rem
brandt, Hooft en Olderbarne-
veldt kent de luxe, de overdaad,
de lust van het genieten maar
getemperd, zonder pronkzucht
en wellust. Zo ook in de litera
tuur: het toneel in renaissance
stijl bestaat voor een groot deel
uit morele en staatkundige ver
handelingen. De liefdeslyriek
vormt een genre, in de traditie
van de klassieken, gemoderni
seerd door de Italiaanse en
Franse voorbeelden. Lichame
lijke lust is hoogstens een extra-
tje bij een Bijbels of mytholo
gisch tafereel. Bathseba en
David, Susanna gezien door de
oudere heren. Leda en de
Zwaan. Erotiek is toegepaste
verhaalkunst die een lange weg
heeft afgelegd met hoogstens
een guitig doorkijkje. Hoewel
Hooft een voorstander is van
liefde én min, is alles mooi ge
rangschikt volgens de wetten
van de Schoonheid.
Die officiële kunst toont onze
voorouders niet als uitgelaten
levensgenieters, op seks belust
en zich verlustigend in het li
chamelijke. Wel komt in kluch
ten van Bredero en mindere go
den het volkse theater voor.
Straatscènes met madelieven
kennen we ook uit de Spaanse
Brabander. De calvinist Huy-
gens laat in Trijntje Cornelis-
dochter ons indirect kennisma
ken met het rode district van
Antwerpen. Over het algemeen
echter ruimt de wereld van de
schone letteren van die tijd geen
plaats in voor het platvloerse.
Dat bestond natuurlijk wel. Zo
zijn er moppenverzamelingen
en schelmenromans. Naast Cats
en de Statenbijbel waren er in
de Gouden Eeuw ook populaire
verhalen, over lichte meisjes en
zware jongens. Zo is een aantal
jaren geleden een studie ver
schenen over travestieten in de
literatuur. We kennen het werk
van Focquenbroch. Het Neder
landse publiek kon aan het eind
van de zeventiende eeuw Het
kind van weelde of de Haagsche
Lichtmis lezen, De Leidsche
straatschender en Den verma-
kelyken avanturier. Beroemd
was Het Amsterdamse Hoer
dom dat ook in buitenlandse
edities veel aftrek vond. Verha-
lllustratie in Venus' Lusthof.
len die als vieze boekjes bedoeld
waren uit die periode waren tot
voor kortnietzo bekend. Geluk
kig is daarin nu verandering ge
komen.
In enkele bibliotheken, waaron
der de Koninklijke Bibliotheek
in Den Haag, bevindt zich een
exemplaar van een smerig
werkje: De doorluchtige daden
van Jan Stront, opgedragen aan
het kakhuis. Het verscheen voor
het eerst in 1696. Zeventiende-
eeuwse vieze boekjes zijn
schaars bij ons. Een eeuw later
zwelt de vloed vooral op zijn
Frans.
Ervaren
In De doorluchtige daden van
Jan Stront is de hoofdpersoon
een ervaren man. Terwijl hij op
bed een Franse schandaalro
man leest, krijgt hij bezoek van
een lichtzinnige dame. Hij
schept op dat hij zijn leesboek
niet zo smakelijk vindt. Zijn ei
gen leven is interessanter. Ze be
sluiten een afspraak te maken
met haar dochter en moeder om
bij te praten. Nu ontwikkelt
zich een vertelling over hun
ervaringen. Tips, suggesties,
problemen, informaties over
prestaties, standen en standjes,
minnaars, verleidingen, en zo
voort. Het geheel afgewisseld
met praktische toelichting en
onderonsjes. Arrangementen en
derailleringen. Er wordt een
soort utopia geschapen: een
land waar alles om seks en geluk
draait. Het is een antwoord op
het eerste deel (dat hier niet uit
gegeven wordt) waarin het fail
liet van het menselijk bedrijf
wordt aangetoond. In dit deel
laat de schrijver zien dat er een
nieuwe kijk op het leven te vin
den is. De lezer wordt verleid
zich daaraan over te geven.
Ondertussen blijken voor onze
begrippen de avonturen zoals zo
vaak in dit moeilijkste van alle
genres nogal flauw. Uiteraard
hebben we evenmin te klagen
over herhaling. Herhaling, re
petitieve oefening op de korte en
de lange baan, etaleren van bér
kende attributen het behoorde
en behoort tot de vaste patro
nen. Anders gezegd: het is nogal
voorspelbaar, zelfs in de effec
ten. Maar het geheel wordt niet
zonder humor opgedist.
Het belang van deze heruitgave
zit dan ook vooral in de cultuur
historische waarde: kennisma
king met een historische tekst
die eeuwen geleden bedoeld was
te shockeren en op te winden. In
dit geval is het hard werken: de
tekst is lastig. Ook al lezen we
die in een gemoderniseerd Ne
derlands. dubbelzinnigheden
opsporen blijft een eenzaam en
tijdrovend klusje. Zoals te ver
wachten is het taalgebruik met
allerlei merkwaardige termen
voor geslachtsdelen en practica
tegelijk kinderachtig en origi
neel. Gelukkig heeft de tekstbe
zorger aan het slot lijsten opge
steld die bepaald handig zijn.
Een paar voorbeelden voor het
mannelijke deel: Jan Donder,
allemansgek, dauderik. 'Het
boek van twee bladeren, staan
de omtrent twee spanne boven
de knie' voor de andere kunne.
Het werkje is niet voorzien van
plaatjes.
Het land van belofte voor lief
hebbers.
Lo van Driel
De doorluchtige daden van Jan
Stront (1696). Utrecht: uitgeverij
IJzer. 158 blz. f 32.50.
Mountains geen algemeen aan
vaard begrip: er zijn toch wel
betere dingen om je tijd aan te
besteden. Pas toen ik West-
Pennsylvania had verlaten,
voelde ik me vrij genoeg om me
aan mijn ambitie over te geven.
Harley is, evenals de schrijfster,
een outsider, zegt O'Dell. „Hij
weet dat hij deel uitmaakt van
de gemeenschap, maar tegelij
kertijd vindt hij het benauwend.
Ik had dat gevoel ook toen ik
daar opgroeide. Ik was een bui
tenbeentje. Het is niet een om
geving waar de mensen graag
met hun neuzen in de boeken
zitten. Ik deed dat wel, wilde
constant ontsnappen aan mijn
leventje. Al mijn vriendinnetjes
wilden worden als Farrah Faw-
cett, maar mijn idool was Roald
Dahl. Ik groeide op in een arbei
dersmilieu. Kinderen gingen
daar doorgaans niet naar het
voortgezet onderwijs, maar na
de basisschool aan het werk.
Het is ook een gebied waaruit
mensen niet vertrekken. Ze blij
ven er tot hun dood. Al toen ik
klein was, wilde ik naar 'de gro
te stad', studeren, opwindende
dingen meemaken. Dat was een
ongebruikelijke wens in mijn
omgeving. En Harley heeft, net
als ik, interesse voor kunst, een
voor die contreien buitenaardse
belangstelling."
Optelsom
De nu 35-jarige schrijfster on
dervond geen problemen toen ze
zich verplaatste in de rol van een
stuntelige tienerjongen. „Het
was niet van tevoren gepland
dat ik een boek zou schrijven
vanuit zijn standpunt. Maar het
personage nam onverwacht be
zit van me. Ik was slechts het
transportmiddel dat zijn ver
haal naar buiten moest brengen.
Ik weet niet hoe ik het heb ge
daan, ik ben gewoon begonnen
De Amerikaanse schrijfster Tawni OT
Om ze uit de narigheid te krijgen."
veel over mannen weten', con
cludeerden ze." Ze lacht. „Maar
mannen zijn nog steeds een
mysterie voor mij
Ze erkent dat ze met een ogen
schijnlijk moeiteloze flair de
pen hanteert. „Ik heb geen
„Je schept personages, die je eigenlijk haat, maar je haalt alles uit de kast
foto Roland de Bruin
met schrijven. Ik heb ook geen
research verricht, hing ook niet
rond met jongens van die leef
tijd. Harley is een optelsom van
de jongens die ik heb leren ken
nen toen ik in West-Pennsylva
nia opgroeide."
„Ik had trouwens meer moeite
met de vrouwelijke karakters in
de roman. Ik voelde me veel
meer Harley. Veel mannen die
het boek hebben gelezen, von
den dat ik overtuigend die jon
gen heb neergezet. 'Je moet wel
workshops of schrijfcursussen
gevolgd. Ik kreeg geen beurs om
te schrijven. Het vloeit als het
ware uit mijn pen. Ik deed vijf
maanden over dit boek. Ik had
geen idee waar het verhaal over
zou gaan, maar het ontwikkelde
zich gaandeweg. De kracht van
dit boek ligt in mijn gevoelens
en mi j n begrip voor en mij n ban
den en compassie met dit ge
bied. Ik heb er mijn ziel en zalig
heid in gelegd en dat is, denk ik,
de reden waarom dit boek zo
goed loopt. De kracht van een
schrijver ligt in het op papier
krijgen van zijn levenservarin
gen en hoe hij denkt over be
paalde zaken. Het klinkt als een
cliché, maar succes heeft niets te
maken met het volgen van
schrijfcursussen of studies,
maar met het volgen van je
hart."
Het creëren van aansprekende
karakters is haar sterke kant,
weet O'Dell. En dan vooral ka
rakters die moeite hebben een
beeld van zichzelf neer te zetten,
terwijl anderen al een etiket op
hen hebben geplakt. „Je schept
personages die je eigenlijk haat,
maar je haalt alles uit de kast om
ze uit de narigheid te krijgen.
Het zijn complexe figuren, die
afstotelijke dingen doen, maar
die daden zijn vanuit hun stand
punt, hun geschiedenis en hun
omstandigheden ook te recht
vaardigen. De plot van mijn
boeken komt ook altijd voort uit
mijn personages. En dat is ook
altijd mijn geluk, want ik ga
nooit van tevoren een verhaal
lijn zitten bedenken. Mijn eerste
zorg als schrijver ligt bij de
mensen en hun omgeving."
Om haar studie journalistiek
aan de North western Universi
ty te kunnen bekostigen, werkte
Tawni O'Dell destijds als balie
medewerkster bij een bank en
als serveerster. Maar het baantje
waar ze het meest mee verdien
de was uit taarten springen tij
dens vrij gezellenf eest j es. Ze
werkte voor een bureau dat
voornamelijk de hogere kringen
met taartshows bediende.
O'Dell merkte dat de artsen, ad
vocaten, zakenlui en politici
voor wie ze haar kunsten ver
toonde, veel grover bleken te
zijn dan de kompels uit haar ge
boortestad. „Ze hebben geld en
denken dat ze zich daarmee al
les kunnen veroorloven. Bouw
vakkers en vrachtwagenchauf
feurs blijken veel meer respect
voor vrouwen te hebbenNeede
mannen die ik op vrijgezellen-
feestjes tegenkwam, hebben
geen impact op mij gehad. Ze
zagen je puur als een stuk vlees.
Het was altijd hetzelfde werk:
dezelfde taarten, dezelfde dans
jes, dezelfde mannen, geen boek
waardig." Lachend: „Verwacht
van mij dus geen 'Bekentenissen
van een Stripteasedanseres'."
Peter Kuijt
Tawni O'Dell - Aan het Einde van de
Wereld. Uitgeverij Luitingh-Sijt-
hoff,352pag.,f 34,90.
In John Connolly's debuut Een dode ziel
worden de vrouw en dochter van recher
cheur Charlie 'Bird' Parker op weerzinwek
kende wijze afgeslacht. Gebroken neemt
Parker ontslag bij de New Yorkse politie om
op zoek te gaan naar de dader. Hij komt, ge
leid door op visioenen lijkende droombeel
den, op het met lijken bezaaide spoor van
een seriemoordenaar.
In zijn laatste boek Oud Kwaad stuit Parker
tijdens een ogenschijnlijk simpele zoek
tocht naar scharrelaar Billy Purdue, op
nieuw op een seriemoordenaar. En alsof het
niet op kan raakt hij met zijn gevaarlijke
maar loyale vrienden Angel en Louis ook
nog verzeild in een stevig akkefietje met de
maffia, komen zijn 'visioenen' weer terug en
wordt hij lastig gevallen door de echtgenoot
van een vroeger vriendinnetje.
rJu;,Parker heeft het bepaald niet makke
lijklacht diens in Dublin woonachtige en
aanmerkelijk vrolijker schepper John Con
nolly (34). „Parker worstelt voortdurend en
niet erg succesvol met morele kwesties. Hij
1S geobsedeerd door de vraag of een goed
persoon iets slechts kan doen zonder zijn
ziel te verliezen en, als dat niet kan, of het in
sommige gevallen de moeite waard is jezelf
op te offeren. Hij is voortdurend in conflict
met zichzelf en met de chaotische, donkere
wereld om hem heen.
Thrillerauteur John Connolly
Connolly's gecompliceerde, maar spannen
de boeken zinderen van dreigend geweld,
naderend onheil en spookachtige verschijn
selen. Tot feitelijk geweld komt het echter
maar zelden. „Ik wil vooral de gevolgen van
geweld tonen. Ik laat het lijden zien van
slachtoffers en nabestaanden. Vermoord
worden is bepaald geen pretje, en mensen
gaan ook niet makkelijk dood. Ze vechten
om in leven te blijven. Er is paniek, er is pijn,
er is angst, En voor de nabestaanden is er
pijn en ontreddering en leegte en gemis."
Compassie
Connolly's boeken zijn door en door Ameri
kaans, spelen zich af in de Amerikaanse na
tuur en zijn duidelijk beïnvloed door de
Amerikaanse misdaadliteratuur. Toch is
Connolly zo Iers als een Ier maar zijn kan.
Voor research verblijft hij soms maanden
lang in de Verenigde Staten, maar hij keert
altij d weer terug naar zijn woonplaats D ub-
lin.
„Ik heb nu eenmaal niet zo veel op met Ierse
fictie", zo verklaart hij zijn keuze voor een
Amerikaanse misdaadroman. „Meestal
gaan Ierse misdaadverhalen over de kwes
tie Noord-Ierland. Ook vreselijk, maar ik
wilde wel eens wat anders proberen. Ik hou
wel ontzettend van Amerikaanse misdaad
literatuur. Het bevat compassie met de
kwetsbaren, iets dat ik mis in Ierse fictie.
Daarbij leek Amerika me een natuurlijke
setting voor mijn boeken, die erom draaien
dat een moordenaar spoorloos verdwijnt en
tientallen jaren naderhand weer opduikt.
Dat lukt je nooit in Ierland."
Als Ier stuitte Connolly tijdens het schrij ven
van een Amerikaans boek natuurlijk wel op
de nodige taalproblemen. Een dode ziel nam
dan ook vijf jaar in beslag. „Nu ben ik er wat
makkelijker in geworden. Ik schrijf om
mensen een bepaalde impressie te geven, ik
doceer geen Amerikaanse taal. Als ik in
Amerika ben let ik heel goed op wat er ge
zegd wordt, in restaurants, in bars en op tv.
Ik maak veel aantekeningen. Laatst zat ik in
een restaurant terwijl er twee mannen ach
ter me over iemand zaten te roddelen. Op
eens klonk er boven het geroezemoes uit:
'Die vent zit zo vol shit dat zijn oogballen
bruin zijn', nou, dat ging regelrecht mijn
boekin!"
Connolly's derde boek verschijnt aan het
einde van dit jaar. Het is het laatste deel in
een trilogie over Charlie Parker. Het idee
voor dit drieluik koesterde de auteur al toen
hij nog als freelancer voor de Irish Times de
eindjes aan elkaar probeerde te knopen.
„Als freelancer moest ik elke rottige klus
doen die niemand anders wilde doen. Kat
tenshows bijvoorbeeld, en God, ik haat kat
ten. Het succes van mijn boeken was dan
ook een ware ontsnapping. Het was vrese
lijk om journalist te zijn. Aanvankelijk was
ik niet eens van plan mijn eerste boek naar
een uitgever te sturen, maar ik raakte zo ge
frustreerd door de journalistiek, dat ik het
toch maar deed."
Volgens de auteur leerde de journalistiek
hem wel 'dat alles geresearched kan wor
den'. Hij is naar eigen zeggen een obsessieve
onderzoeker. „Ik koop zoveel boeken als ik
maar kan vinden over het onderwerp waar
ik mee bezig ben. Ik laat me informeren door
deskundigen, praat mét mensen die wonen
in de gebieden waar ik over schrijf. Voor de
verhaallijn over de maffia kreeg ik contact
met iemand die als kind in Long Island met
de beruchte maffiabaas Gotti naar school
was geweest. Hij vertelde me dat Gotti nog
nooit een rapport had gehad, omdat de
doodsbange leraren zichzelf al met verbrij
zelde knieschijven in een vat cement op de
bodem van de Hudson zagen liggen. Vrien
delijke groet, vader Gotti."
Zelf maakte Connolly ook de nodige span
nende gebeurtenissen mee tijdens zijn on-
derzoekstochten in Amerika. Hij werd uit
bars gejaagd en een lugubere taxichauffeur
ontvoerde hem zowat naar zijn huis omdat
hij een pornofilm wilde maken met de au
teur in de hoofdrol.
„Het verbaast me zelf een beetje, maar ik
ben nog steeds oké. Ik loop soms dagen al
leen in de grenzeloze Amerikaanse natuur
met een veldgidsje om te kijken welke bo
men en planten in bepaalde gebieden voor
komen. Elk weggetje, elke plant die ik in
mijn boeken beschrijf, is op de beschreven
plekken te vinden. Ik verwerk fantastische
zaken in mijn werk, dat lukt alleen als de
concrete wereld die je beschrijft, helemaal
klopt."
Connolly laat zich graag inspireren door
sprookjes en met bovennatuurlijke ver
schijnselen doorspekte griezelverhalen.
Dat laatste genre wil hij in de toekomst wat
meer gaan uitdiepen. Connolly: „Met name
sprookjes zijn vreselijk gewelddadig en
wreed. Veel elementen daaruit komen terug
in de misdaadliteratuur. Misdaadromans
zijn in feite moderne sprookjes."
Monique Brandt
John Connolly wordt uitgegeven door Anthos.
Prijs van Oud Kwaad: f 34,90