Chemie tussen de sterren
PZC
Papier wint van
het beeldscherm
Envisat kijkt op de centimeter
Dolfijn verdooft prooi met geluid
Jonge generatie is bang
Onderzoek Siberische mammoet
Australische voorouders
Mineralen
Zachte rijst
postzegels
woensdag 7 februari 2001
door Rob Vermeulen
LEIDEN - Op de donkerste
plekken aan de sterrenhemel is
meer aan de hand dan we lang
hebben gedacht. In ijle en koude
gas- en stofwolken tussen de
sterren vormen zich de wonder
lijkste stoffen, die belangrijk
zijn bij de geboorte van sterren
en planeten, en uiteindelijk bij
het ontstaan van leven. Hier, in
de leegte, die geen leegte is, be
oefent men de astrochemie:
scheikunde op grote afstand.
Het is maar heel even zoeken in
de werkkamer van prof. dr. E wi
ne F. van Dishoeck. Tussen tele
scoop-opnamen van sterren,
kleurige grafieken en posters
van een Miró-tentoonstelling
vinden we het al snel, tegen de
zijkant van een kast geplakt: het
Periodiek Systeem der Elemen
ten. Voor middelbare scholieren
een vertrouwd gegeven, dat
complete overzicht van alle
stoffen die de bouwstenen van
onze wereld vormen. Op kamers
van wetenschappers overal ter
wereld is het een herkennings
teken: hier werkt een chemicus.
Iemand die zich bezighoudt met
atomen en moleculen, met de
wisselwerkingen van stoffen.
En toch zijn we op de Leidse
Sterrenwacht, behorend tot de
Afdeling Sterrenkunde en Na
tuurkunde van de Faculteit der
Wiskunde en Natuurweten
schappen van de Universiteit
Leiden.
Kraamkamers
„Wij astrochemici beoefenen
scheikunde tussen de sterren",
verklaart prof. Van Dishoeck
haar ongebruikelijke werkplek.
,We zien de ruimte als een uniek
chemisch laboratorium, waar
dingen gebeuren die hier op aar
de onmogelijk zijn. Aan de an
dere kant proberen we astrono
mische vraagstukken, zoals die
rond het ontstaan van sterren en
planeten, te helpen oplossen
door de chemische processen er
van te bestuderen. Vooral op dat
laatste gebied zijn we laatste ja
ren een stuk wijzer geworden."
Het chemisch laboratorium
waarvan ze spreekt, ligt niet in
de sterren maar ertussen. De
plekken waar op het eerste ge
zicht niets aan de hand is, de
inktzwarte duisternis waar po
ëtische nachtbrakers zo diep
van onder de indruk kunnen ra
ken, daar zijn de kraamkamers
van nieuwe hemellichamen te
vinden. „Sinds het begin van de
twintigste eeuw is bekend dat er
tussen de sterren geen absolute
leegte is. Het is er weliswaar
heel ijl en heel koud, maar er be
staat wat we noemen interstel
laire materie. Aanvankelijk na
men we aan dat die gelijkelijk
verdeeld was over de ruimte, zo
ongeveer een atoom per kubieke
centimeter. Nu weten we dat de
dichtheid sterk uiteenloopt. Er
zijn nevels, gebieden waar de
dichtheid veel groter is, nog al
tijd heel veel kleiner dan in een
ster, maar wel zo groot dat de
atomen in die interstellaire ma
terie elkaar tegenkomen en met
elkaar kunnen reageren. Op die
plaatsen zijn de nieuw gevorm
de moleculen bovendien enigs
zins beschermd tegen de stra
ling van nabijgelegen sterren,
zodat ze niet zo snel weer uiteen
zullen vallen."
De materie tussen de sterren is
op die plekken dan ook inge
wikkelder van samenstelling
dan elders. Gaat het op de mees
te plaatsen bijna alleen om wa
terstof (het lichtste en eenvou
digste atoom uit het Periodiek
Systeem), in de wolken en ne
vels waar de astrochemici naar
kijken zit een rijke voorraad an
dere, zwaardere verbindingen.
Het is daar een waar chemisch
rariteitenkabinet, waar mole
culen blijven rondhangen die
onder aardse omstandigheden
nooit zouden voortbestaan.
Maar ook stoffen die we kermen
hier op aarde, elementen die es
sentieel zijn voor leven zoals
zuurstof, koolstof, stikstof en
verbindingen daarvan, die de
bouwstenen van dat leven vor
men.
Prof. Van Dishoeck heeft een
paar aansprekende voorbeel
den van vertrouwde stoffen die
zich in de ruimte-wolken kun
nen vormen. „Alcohol bijvoor
beeld komt heel veel voor. We
hebben berekend dat er in de
Saggitariuswolk genoeg zit om
10 2 8 f 1 essen sterke drank mee te
kunnen maken. En die kun je
ook 'on the rocks' krijgen, want
we vinden ook ijs, In verschil
lende smaken zelfs: waterijs,
maar ook koolmonoxide en me
thaan. Het gaat dan om heel
dunne laagjes, die neerslaan op
stofdeeltjes zoals die in de don
kerste interstellaire wolken
voorkomen. Die ijsjes zijn voor
ons bijzonder interessant, want
doordat de moleculen daarin
min of meer vastzitten, kunnen
ze weer reageren tot ingewik
kelder samenstellingen."
Het gemak waarmee ze spreekt
over dit soort interstellaire ho-
reca-activiteiten, doet de vraag
rijzen hoe astrochemici eigen
lijk wéten wat zich daar, op vele
lichtjaren afstand, allemaal af
speelt.
Straling
„We kunnen er inderdaad niet
gaan kijken", zegt prof. Van
Dishoeck met een glimlach,
„maar we kunnen gelukkig erg
veel opmaken uit de verschil
lende soorten straling die we
hier met telescopen opvangen.
Zichtbaar licht, radiogolven en
de laatste jaren ook infrarood,
dank zij de Europese ISO-satel-
liet die in 1995 werd gelanceerd.
Door die straling te analyseren,
kunnen we niet alleen zien met
welke atomen we te maken heb
ben, maar ook wat die atomen
doen: of ze vrij rondvliegen of in
een kristalstructuur gevangen
zitten bijvoorbeeld."
Om die waarnemingen in ver
band te kunnen brengen met
steeds ingewikkelder chemi
sche processen, heeft de vak
groep van prof. Van Dishoeck op
de Leidse Sterrennwacht eén la
boratorium waar de interstel
laire omstandigheden zo goed
mogelijk worden nagebootst.
Met vacuümpompen en vloei
bare helium (de buurman is het
Kamerlingh Onneslaboratori-
um, beroemd om historische
doorbraken op het gebied van
koude-techniek) maken de as
trochemici hier de exotische ijs
jes na, waarvan ze vervolgens
het stralingsgedrag kunnen
bestuderen. Door die waarne
mingen te vergelijken met de ge
gevens van telescopen en satel
lieten, krijgen ze een goed beeld
van wat zich ver weg afspeelt.
De ontwikkeling in waarne
mingstechnieken heeft het che
misch inzicht van Prof. Van Dis
hoeck en haar vakgenoten de
laatste jaren enorm vergroot.
Maar ook de volgende stappen
in het geboorteproces van ster
ren en planeten zijn vanaf de
aarde beter zichtbaar gewor
den. De zware en ingewikkelde
moleculen die in de donkere
wolken ontstaan, zijn immers
nog lang geen hemellichamen.
Het ontstaan daarvan begint op
plekken waar de dichtheid nóg
iets verder toeneemt.
„Ergens in zo'n wolk zie je clan
een soort klont ontstaan, een lo
kale verdichting waarvan we de
oorzaak nog niet kennen. Dooi
de onderlinge zwaartekracht
komen de deeltjes in zo'n klont
steeds dichter bijeen, ze vallen
als het ware naar elkaar toe en
vormen zo een proto-ster, een
gaswolk die steeds heter wordt
Artistieke weergave van de 'protoplanetaire schijf' rond een jonge ster. In deze materie vormen zich
planeten. De reeds gevormde planeet heeft een baan schoongeveegd in de schijf.
illustratie G. Bryden/Lick Observatory
Prof. Ewine van Dishoeck
en begint te gloeien. Doordat er
altijd sprake is van enige rota
tie, vormt zich rond die jonge
ster een platte schijf, van waar
uit steeds meer materie in de
ster valt. Maar niet alle materie
uit deze 'accretieschijf' komt
uiteindelijk in de ster terecht.
Een deel blijkt weer te worden
uitgestoten in de vorm van gas-
uitstromen. Een ander deel
blijft rond de ster draaien en
klontert samen tot een aantal
grotere stukkendie uiteindelijk
planeten vormen."
Kometen
Dit proces, gecombineerd met
het voorgaande verhaal over het
ontstaan van ingewikkelde mo
leculen in de interstellaire wol
ken, lijkt op het eerste gezicht de
mogelijkheid van het ontstaan
van leven te verklaren. Er zit
echter een addertje onder het
gras: de jonge planeten zijn zo
heet dat de moleculen dit nooit
kunnen overleven. Om uit de ac
cretieschijf op aarde terecht te
zijn gekomen, moeten deze stof
fen, waaruit 'wij' zijn ontstaan,
dus een omweg hebben ge
maakt.
Kometen spelen daarin een be
langrijke rol: dat zijn immers de
meest primitieve objecten in ons
zonnestelsel, die vanaf het be
gin van het klonteringsproces
hun eigen gang zijn gegaan en in
de koude buitengebieden heb
ben rondgevlogen.
„Als ze langskomen, zoals de
laatste jaren Hale-Bopp, Hya-
kutake en Shoemaker-Levy,
kunnen we ze goed bekijken. En
dan blijkt dat de chemische sa
menstelling van de komeet-
staarten veel lijkt op die van de
ijssoorten die we met de ISO-sa-
telliet waarnemen", aldus prof.
Van Dishoeck.
TAMPA - De vriendelijk klikkende geluidjes van een dolfijn
zijn een dodelijk wapen bij de jacht op vissen, aldus onderzoe
kers van de universiteit in Florida. Die conclusie trekken zij
uit beelden met geluid, waarop te zien en te horen is hoe een
dolfijn een school haringen achterna zit en zijn slag slaat door
het gehoor van de prooi te beschadigen. De dolfijn weet feil-
loos voor welke toonhoogte zijn slachtoffer het meest gevoelig
is. Dat verschilt per vissoort. Bij haringen gebruikt deroven-
de dolfijn een vrij lage frequentie, bij ansjovis zijn hogere to
nen nodig om ze te verlammen.
In een experiment met ansjovis is aangetoond dat de piepge
luiden van de dolfijn de ansjovissen danig in de war brengen.
De gedesoriënteerde vissen zwemmen in rondjes en zijn een
makkelijke, hapklare brok voor de rovende dolfijn.
CLEVELAND - De huidige opgroeiende generatie is duide
lijk angstiger dan die van de jaren vijftig. Dat wordt gecon
cludeerd uit een grootscheeps onderzoek onder enkele tien
duizenden Amerikaanse kinderen en bij studenten uit het
middelbaar onderwijs in de Verenigde Staten. De sociaal
psycholoog Jean Twenge van de Case Western Reserve Uni
versity in Cleveland, Ohio, publiceerde het onderzoek.
Als mogelijke oorzaken wijst hij vooral op de groeiende onze
kerheid door het verlies of het ontbreken aan sociale en fami
liale geborgenheid. Het vaak afwezig zijn van enige vorm van
roots en van een eigen identiteit, geven vele jongeren het ge
voel dat zij ontworteld zijn en nergens meer bij horen. Ook be
zorgdheid om de gevaren die ons leefmilieu bedreigen blijken
een niet onbelangrijke rol te spelen.
MOSKOU - Het onderzoek naar de bevroren mammoet in Si
berië gaat gewoon door. Berichten dat dit project op een grote
teleurstelling is uitgelopen, kloppen niet. Dat zegt Dick Mol,
de Nederlandse mammoetspecialist die nauw is betrokken bij
het onderzoek naar het minstens lO.OOOjaarinde permafrost
bewaard gebleven dier.
Onlangs meldden nieuwsbronnen dat het enorme blok ijs, dat
werd uitgekapt en vervoerd om onderzoek te vergemakkelij
ken, slechts een teleurstellend kleine hoeveelheid weefsel,
haar en botten blijkt te bevatten. Douanier/mammoetdes-
kundige Mol is 'zeer verbaasd' over dit bericht. „Het gaat om
een blok ijs van 2,5 meter hoog. Daarvan is pas een stuk van 25 j
centimeter diepte ontdooid, en in die laag vonden we haren, I
weefsels en vier wervels, waarvan er drie op de anatomisch
juiste plaats lagen."
MICHIGAN - De moderne mens is volgens twee nieuwe stu
dies in meerdere delen van de aarde ontstaan. De gangbare I
theorie is dat de mens rond 100.000 jaar geleden Afrika verliet
om zich over de aarde te verspreiden.
Volgens een studie van de Australian National University
(ANU) heeft de moderne mens echter niet alleen Afrikaanse,
maar ook Australische voorouders. Fossiele resten van onge
veer 60.000 jaar oud bleken een DNA-profiel te hebben dat
niets te maken heeft met Afrikaanse tegenvoeters.
In een tweede studie vergeleek van Milford Wolpoff van de
universiteit van Michigan fossiele schedels uit Tsjechië, Au
stralië, Azië, Afrika en Israël. Hieruit bleek dat de schedel van
de anatomisch moderne mens (homo sapiens) zowel kenmer-
ken draagt van zijn Afrikaanse voorvaders als van zijn lokale
voorvaders. Dit is het geval voor zowel de Europese schedels
als voor de schedels uit de andere continenten.
Beide studies concluderen dat de mensheid zich op verschil
lende plaatsen op aarde tegelijkertijd ontwikkelde.
In tegenstelling tot het Euro
pa-zegelpakket van het afge
lopen jaar belooft dat voor dit
jaar bijzonder interessant te
worden. Was vorig jaar door
Posteurop in verband met de
millenniumwisseling voor een
gemeenschappelijk motief ge
kozen (kinderen die rond een
van sterren opgebouwde boom
dansen, waardoor deze omni
busuitgifte zoals viel te ver
wachten een eenvormige zaak is
geworden), voor dit jaar is het
weer als vanouds een gemeen
schappelijk thema: water, na
tuurlijke rijkdom. Een thema,
dat gezien de zegels die al zijn
gepresenteerd, veel mooie beel
den zal opleveren.
Hoewel Posteurop er ieder jaar
op aandringt de Europazegels
zo rond 5 mei uit te geven zijn er
toch altijd weer landen die dat
verzoek om bepaalde redenen
niet inwilligen. Het Kanaalei
land Guernsey bij voorbeeld
beet deze keer zelfs al op 1 fe
bruari het spits af met een serie
van vier zegels, waarvan twee
Euopazegels. De serie, waarop
dus water centraal staat, is te
vens een vogelserie: 2lp, ijsvo
gel (Alcedo atthis), 26p (Europa
zomertaling (Anas querque-
dula), 36p (Europa), kleine zil
verreiger (Egretta garzetta) en
65p, kleine plevier (Charadrius
dubius).
Liechtenstein heeft zijn eerste
van de vier emissiedagen van dit
jaar voor 5 maart gepland. Een
van de zegels die dan zal ver
schijnen is de Europazegel in de
waarde van 1,30 frank. Afge
beeld wordt een bergbron in de
Liechtensteinse Alpen.
den geweest die, als het om een
gemeenschappelijk motief ging,
uit de pas liepen. Ook vorig jaar
was dat weer het geval, zoals
Bulgarije, Gibraltar en de Ser
vische Republiek. Tevens wer
den er een enkele keer zegels aan
de Europazegel 2000 toege
voegd. Hierbij een overzicht van
alle uitgiften:
Aland, 3,00 m/0,50 euro; Azo-
ren, 100 esc/0,50 euro en velle
tje; Albanië, 1301 en velletje met
met 300 1-zegel; Andor
ra/Frans, 3,00 fr./0,46 euro; An
dorra/Spaans, 70 ptas; Arme
nië, 40 en 500 d; Azerbeidzjan,
1000 en 3000 m; België, 21 fr.;
Bosnië Herzogowina, 2m/l,02
euro; Bulgarije, 0,18 en 601, Ma
riabeelden; Cyprus, 30'c; Dene
marken, 9,75 kr.Duitsland, 110
pf./0,56 euro en 110 pf./0,56 eu
ro zelfklevend in boekjes; Est
land, 4,80 kr.; Faeröer, 8,00 kr.;
Finland, 3,50 Fm.
Frankrijk, 3,00 fr./0,46 euro;
Georgië, 80 en 100 t; Gibraltar,
30,30, 42 en 54p, veel sterren
maar geen enkele met 2000-mo-
tief; Griekenland, 170 dr, ook in
velletje (vierzijdig getand) en
boekje (loodrecht getand);
Groenland, 4,75 kr.;
Groot-Brittannië (nam niet
deel); Guernsey, 21, 26, 36 en
65p, vliegers, alleen 36p-zegel
met 2000-motief; Hongarije, 34
ft., vrouwenhoofd: Europa als
legpuzzel, en 54 ft.; Ierland, 32p
en 2 x 30p, zelfklevend; Italië,
800 1./0.41 euro; Jersey, 26p,
kaart van Europa en sterren lid
staten, en 34p, Joegoslavië, 30
nd, Bethlehem ten tijde van
Christus' Geboorte, en 30 nd,
astronaut op de maan; Kroatië,
2,30 k, koningskind op vliegend
paard, en 5,00 k.
Letland, 60s, plus paar en velle
tje; Liechtenstein, 1,10 fr.; Li
touwen, 1,70 lit.; Luxemburg,
21 Luf.; Macedonië, 30 den, en
in velletje; Madeira, 100
esc/0,50 euro en in velletje; Mal
ta, 16 en 46 c, plus in velletjes;
Man, 36p als deel van
kerstemissie; Moldavië, 31.; Mo
naco, 3,00 fr./0,46 euro en 3,00
fr./0,46 euro, kaart van Europa
plus vlaggen van Posteurop-
landen; Nederland (evenals
voorgaande jaren niet deelge
nomen); Noorwegen (idem); Oe
kraïne, 3,00 g.; Oostenrijk, 7 s.;
Polen, 1,55 zl.; Portugal, 100
esc./0,50 euro en in velletje;
Roemenië, 10150 1.; Rusland,
7,00 r.
Bijna altijd in de nu 45-jarige
geschiedenis van de Europaze
gels zijn er wel één of meer lan-
San Marino, 800 1/0,41 euro;
Servische Republiek, 1,50 m en
2,50 m, kinderen met sterren.
Slowakije, 12 sk, plus velletje;
Slovenië, 90 t, ook in velletje;
Spanje, 70 pta; Tsjechische Re
publiek, 9 kc, ook in velletje;
Turkije, 300 000 1.; Turks Cy
prus, 2x300 0001, een met 2000-
motief en een met bloem met in
het hart de kaart van Cyprus en
de kaart van Europa.
Vaticaanstad, 12001 met priori-
tylabel; Wit-Rusland, 250 r, ook
in velletje; IJsland, 50 kr en in
boekje; Zweden, 7 kr; Zwitser
land, 90 rappen,
Hero Wit
RIJSWIJK - Mineralen, edelste
nen, sieraden, gesteenten, fos
sielen, schelpen, beeldjes en
fournituren in alle soorten en
maten zijn te zien tijdens de Mi-
neralenbeurs die op 17 en 18 fe
bruari wordt gehouden in de
Darling Market aan de Volmer-
laan 12 in Rijswijk.
Tijdens de beurs is extra ruimte
gereserveerd voor micro-
mounts. Micromounts zijn
steentjes van maximaal 15 bij
15 millimeter. De kristallen
hiervan zijn slechts onder de mi
croscoop te zien.
Voor kinderen wordt er een
workshop slijpen en polijsten
gehouden.
De beurs is beide dagen van
10.00 tot 18.00 uur geopend.
door Johan Lamoral
DEN HAAG - Een tekst op pa
pier is beter te begrijpen en
wordt sneller opgenomen dan
dezelfde tekst op het beeld
scherm. Tot deze verrassende
conclusie komen vorsers van de
Ohio State University na een
proefproject met enkele hon
derden studenten.
De studenten werd gevraagd
twee artikelen uit het weekblad
Time te lezen. De ene helft kreeg
de originele artikelen in het tijd
schrift voorgelegd en de andere
helft moest de artikelen op het
computerscherm lezen. De stu
denten met de gedrukte tekst
bleken de artikelen sneller te le
zen en de inhoud beter te assimi
leren en vonden de argumenta
tie en de presentatie ook
aantrekkelijker dan op het
beeldscherm.
De onderzoekers zijn van me
ning dat het resultaat van deze
test vragen oproept in verband
met het stijgend gebruik van
beeldschermteksten in onder
wijs en opleiding aan scholen en
universiteiten.
In een evaluatie van het Ameri
kaanse onderzoek, analyseert
professor Manfred Schweres
van het Institut für Arbeitswis-
senschaft und Didaktik aan de
universiteit van Hannover, de
leesfunctie van het menselijk
oog. Volgens hem reageert het
waarnemingsmechanisme van
het oog anders bij het kijken en
lezen op beeldschermen dan bij
gedrukte teksten. Het menselijk
oog functioneert niet zoals een
camera. Het registreert geen on
middellijk totaalbeeld, maar
tast een beeld in snelle bewegin
gen (saccaden) sprongsgewijze
af. Daarbij worden niet alle
beeldfragmenten gelijkmatig
geregistreerd, maar rust het oog
langer en intensiever op opval
lende fragmenten.
Bij het lezen van gedrukte tek
sten springt het oog met 5,7 tot
9,2 saccaden over het papier.
Volgens de Hamburgse infor-
maticadeskundige Uwe Buer-
mann in het Duitse vaktijd
schrift 'Computer-Fach wissen',
is de activiteit van het oog bij
het overlopen van een tekst op
een monitor veel lager. Reeds in
1979 hebben Amerikaanse we
tenschappers berekend dat bij
het lezen van een tekst op het te
levisiescherm, het oog slechts
één saccade per seconde haalt.
Het oog vindt bij de voortdu
rend veranderende puntsgewij
ze opbouw van een beeld
schermtekst onvoldoende vaste
en langdurige aanknopings
punten. Daardoor vermindert 1
het actieve kijkgedrag en raken
de niet voldoende gestimuleer- j
de oogzenuwen vermoeid.
De Amerikaanse deskundigen
waarschuwen dan ook dat wie
pleit voor een verregaande of to
tale computerisering van het
onderwijs in scholen en aan uni
versiteiten, geen rekening
houdt met het feit dat, in tegen
stelling met het leerproces via
gedrukte teksten, het exclusief
gebruik van schermteksten de
psychomotoriek nadelig beïn
vloedt. Er wordt niet meer ge
bladerd, niet meer onderlijnd of
aangemerkt, niet meer verwe
zen naar andere passages, en er
wordt geen commentaar in de j
marge meer geschreven.
Bovendien ontbreekt bij beeld
schermwerk de 'haptische' di-
mensie van het leerproces, datis
de dimensie die met de tastzin of I
het gevoel te maken heeft. Het
schrijven met cle hand op papier
heeft een memoriserend effect,
want de opbouw en de inhoud i
van een woord wordt tij dens het
neerschrijven beter in het ge
heugen opgenomen.
Te dikwijls, aldus de onderzoe
kers, wordt de indruk gewekt
dat een optimaal leervermogen I
nauw verbonden is met een zo
groot mogelijk aanbod van ge- 1
gevens en feitenmateriaal, j
Denk aan de slogan 'Internet
voor iedereen'. Zonder een in
telligente verwerking en het
zoeken naar een samenhang,
stapelen feiten alleen zich vlug
op tot een feitenafvalberg.
NEW YORK - Het is onderzoe-
kers gelukt om rijst te maken
met een zachtere korrel. Het
voordeel van de nieuwe soort is
dat zij fijnere bloem en meel op- j
levert die beter geschikt zijn
voor verwerking tot hoogwaar- j
dige bakproducten zoals crois
sants of fijne cakes, Bovendien
drukt de nieuwe rijstvariant de
maalkosten, de korrels zijn be- i
ter verteerbaar en hebben een
hogere voedingswaarde.
Voor dit resultaat stopten on-
derzoekers van de Montana uni-
versiteit in Bozeman twee ei-
witten uit zachte tarwe in rijst.
Deze eiwitten komen niet voor
in harde tarwe, dat wordt ge-
bruikt om brood te bakken. De
verkregen transgene rijst heeft
korrels die een fijner meel
voortbrengen die van betere
kwaliteit is dan van niet veran- I
derde planten. GPD
door Ben Apeldoorn
DEN HAAG - Komende zomer
wordt Europa's grootste en
zwaarste satelliet gelanceerd:
de Envisat. Met tien zeer ver
nuftige instrumenten moeten
gedurende vijf jaar alle mogelij
ke aardse invloeden, groothe
den en hoedanigheden te land,
ter zee en in de lucht met onge
kende precisie in kaart worden
gebracht. De milieusatelliet
werd begin deze maand gepre
senteerd in Europa's grootste
technologische ruimtevaart
centrum, ESTEC in Noordwijk.
Het gevaarte weegt 8,2 ton en
heeft maximale afmetingen van
25 bij tien meter (met geheel
uitgevouwen zonnepaneel en
speciale radarantenne). De lan
cering van de Envisat (Environ
mental Satellite) staat voor eind
juli op de agenda. De Europese
ruimtevaartorganisatie ESA
zet daarvoor haar krachtigste
werkpaard in, de Ariane-5. De
lanceerplaats is Kourou in
Frans-Guyana.
Op een gemiddelde hoogte van
800 kilometer zal de satelliet
uitgekiende banen om de aarde
draaien die hem periodiek bo
ven elk plekje brengen. Alle ba
nen kruisen elkaar ongeveer bo
ven de polen. De banenserie, die
elke 35 dagen doorlopen wordt
(elke tocht om de aarde neemt
101 minuut in beslag), is geheel
zonsynchroon. Dat wil zeggen
dat de zon, bezien vanuit de En
visat nooit helemaal door de
aarde zal worden verduisterd.
Het grote zonnepaneel, dat een
stroomvermogen levert van on
geveer zeven kiloWatt, zal het
instrumentarium dus continu
van de nodige energie kunnen
voorzien. En dat is nodig want
de Envisat zal onafgebroken, 24
uur per etmaal, in bedrijf zijn.
Minstens vijf jaar lang, zo is
thans de bedoeling.
Aards milieu
Enkele bij de ontwikkeling en
bouw van de tien Envisat-in-
strumenten betrokken project
leiders legden in Noordwijk het
doel van het instrumentarium
uit. Zoals de naam aangeeft is de
Envisat te beschouwen als een
satelliet die allerlei aspecten
van het aardse milieu zal meten
en in kaart brengen. Daartoe be
horen onder meer stromingen in
de oceanen, luchtbewegingen in
de dampkring, de karakteristie
ke vormen, afmetingen en be
wegingen van oceaangolven,
topografie, begroeiing en sa
menstelling van het aardopper
vlak.
Het belangrijkste, tevens groot
ste instrument van de Envisat is
de ASAR (Advanced Synthetic
Aperture Radar). Dit instru
ment, dat als het ware 'gevoed'
wordt door een enorme antenne
aan de buitenkant van het satel
lietlichaam, stelt de onderzoe
kers in staat de genoemde
oppervlaktebijzonderheden
driedimensionaal in kaart te
brengen.
De overige negen instrumenten
zijn te beschouwen als belang
rijke aanvullingen op de ASAR,
maar ze hebben elk een eigen
specialiteit. De Medium Resolu
tion Imaging Spectrometer
(MERIS) bijvoorbeeld concen
treert zich meer op de biochemi
sche en -fysische eigenschappen
van oceaanwater en de wateren
bij kustgebieden om de invloed
van menselijke activiteiten na
te gaan.
Om al die precisiemetingen tot
stand te brengen is het van ui
termate groot belang dat de
exacte positie van de satelliet
ten opzichte van de aarde conti
nu bekend is. Met DORIS
(Doppler Orbitography and Ra-
diopositioning Integrated by
Satellite) moet dat geen pro
bleem zijn: men garandeert een
nauwkeurigheid 'beter dan drie
centimeter'.
Volgens de geleerden moet de
Envisat veel meer inzicht ver
schaffen in de al decennia lang
brandende vraag of we met onze
aarde nu op weg zijn naar een
broeikasstadium of juist naar
een volgende ijstijd. Of: dat er
gewoon helemaal niets aan de
hand is. Over enkele jaren, mis
schien eerder, moet daar al meer
over gezegd kunnen worden.
Impressie van de Envisat boven de aarde. Rechts het grote zonnepaneel; onder de satelliet is de synthe
seradar-antenne te zien. foto ESA