Rond de molen moet wind vrij spel hebben De vreugde van herkenning 28 29 29 30 weerwoord De klant is vertrouwen in voedsel kwijt Wagenmaker was een kunstenaar Archeologie eist tijd en ruimte Oostkapelle nog altijd schoon dorp Romuald moet stormen en blazen wil het vee in mei al grazen (St-Romualdus is 7februari) Nieuwe weerwoorden zijn welkom bij de redactie PZC, postbus IS, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118- 470102, e-mail redactie@pzc.nl. Buitengebied is een ivekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie van de PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl hoede. Er is één man voor het hele midden en westen van Zeeuws-Vlaanderen en ook voor Schouwen-Duiveland hebben we maar één wachter. Het zijn vaak mensen die het al druk hebben met allerlei andere zaken", zegt Hazelager. „We moeten komen tot een heel fijn mazig netwerk van biotoop wachters. Dat hoeven geen mo lenaars te zijn. Je hebt overal wel liefhebbers van molens." Tot voor kort werd landelijk centraal bijgehouden welke be dreigingen er op molens afkwa men. Die mogelijkheid is vervallen en dus moeten de pro vincies het zelf opknappen. Voor De Zeeuwse Molen en het Gilde van Vrijwillige Molenaars is het ondoenlijk alles zelf in de gaten te houden. Dat kan het beste ter plaatse gebeuren, stelt Hazelager. De molenbiotoop- wachters hoeven niet zelf aller lei acties te ondernemen, maar moeten vooral ontwikkelingen tijdig signaleren. „Wij pakken het dan wel verder op. Als ze het maar snel aan ons melden, pre ventief bezig zijn. Als er een maal iets staat, krijg je het moeilijk weg." Slachting Wat (historische) feiten op een rij. Van de 74 Zeeuwse molens staan er 19 op Walcheren, 17 op Zuid-Beveland, 13 in Zeeuws- Vlaanderen, 11 op Schouwen- Duiveland, 10 op Tholen/Sint- Philipsland en 4 op Noord-Be veland. Van de 18 molenrompen verdienen die in Draaibrug en Nieuwdorp die benaming nau welijks. Voor de romp in Sint- Laurens bestaan serieuze res tauratieplannen. Dat er nog be trekkelijk veel molens overge bleven zijn komt vooral door het ontbreken van meelfabrieken. Uitzondering daarop zijn Zeeuws-Vlaanderen (Walzen- molen in Sas van Gent en con currenten in Vlaanderen zoals de fabriek Molens van Deinze) en later Walcheren (meelfabriek Middelburg). De Tweede We reldoorlog veroorzaakte een slachting onder de Zeeuws- Vlaamse Molens. Als alle huidige molens maal- vaardig zijn (herstel rompen meegerekend) en dag en nacht werken, kunnen ze bij calami teiten de hele provincie van meel voorzien. Zeeland her bergt ook nog restanten van drie getijdemolens (Goes, Middel burg en Sas van Gent). De provincie telde in de loop der eeuwen slechts een handvol pol dermolens voor de waterhuis houding. Spuien was hier de methode, in tegenstelling tot de Hollanden, Utrecht, Friesland en Groningen. De oudste Zeeuwse molen is die van Co- lijnsplaat (circa 1598), de jong ste is De Koe in Veere (1909). Pieter Hazelager wijst erop dat de gevaren voor de molens blij ven loeren. Vuistregel is rond een molen een ruimte van 500 De jongste molen in de provincie is De Koe in Veere. woensdag 7 februari 2001 Er zijn mensen die het oubollig vinden om de molen (en klompen) als symbool voor Nederland te ge bruiken. Dat is misschien wel zo: er is veel meer te bieden. Maar net als het water horen molens onlos makelijk bij het beeld van de Lage Landen. Ze verdienen het gekoesterd te worden. Zeeland telt nog 74 molens en 18 molenrompen. De provincie is molenrijk. Dat komt door de eilande lij ke structuur en de kleinschalig heid, waardoor de band boer mole naar bakker tot in de j aren zestig van de vorige eeuw in stand bleef. Afbre ken, zoals elders in het land gebeurde, was toen wettelij k onmogelijk gewor den. Toch zijn er nog bedreigingen, zoals te weinig geld voor onderhoud en aan tasting van de molenomgeving. De vereniging De Zeeuwse Molen zet zich in voor be houd van het cultuurhistorisch erfgoed dat de molens vormen. Dat gebeurt door aandacht te vragen voor restauratie, onder houd en het in bedrijf houden van de molens. Ministens zo be langrijk is het waken over de omgeving ofwel de molenbio toop. Woningbouw, komst van bedrijven en aanplant van te hoog opschietend groen zorgen voor aantasting van de vrije ruimte die een molen nodig heeft. Daar staan plannenma kers en bestuurders te weinig bij stil. Die vinden het al gauw goed wanneer het gebouw als zoda nig in stand blijft. Maar een mo len moet vrijheid hebben, moet kunnen draaien. Daarom is onder de vlag van het Gilde van Vrijwillige Mole naars, afdeling Zeeland, een bijzondere vrijwillige baan in het leven geroepen: de molen- biotoopwachter. Mensen met een portie gezond verstand, ge voel voor de omgeving van de molen en oog voor veranderin gen die opdoemen. Hun taak is vooral het in eigen dorp of stad volgen van berichten en aan kondigingen over onder meer wijziging van bestemmings plannen, het verlenen van bouwvergunningen en de aan plant van bomen in de directe omgeving van molens. Anders gezegd: het actief in de gaten houden van ontwikkelingen die een vrije windvang van de mo lens kunnen belemmeren. Tekort Volgens voorzitter Pieter Haze lager van het molenaarsgilde bestaat in Zeeland een schreeu wend tekort aan molenbiotoop- wachters. Er zijn er momenteel in de hele provincie maar twaalf. „Sommige mensen heb ben wel vier molens onder hun meter vrij te houden (de juiste afstand is afhankelijk van het type). „Er is ook in Zeeland sprake van verstedelijking. Maar het gaat niet alleen op be bouwing. Je moet ook letten op bomen. Die hebben de neiging steeds te groeien, daar zijn ze voor geschapen. Ze hoeven in het begin geen bedreiging te zijn voor de windvang, maar na 25- 30 jaar wél. Ook aanleg van dijkjes en geluidswallen kun nen van invloed zijn." De voorzitter van het gilde geeft aan dat er ook economisch-fi- nanciële redenen zijn om een molen goed te laten draaien. „Een molen waar de wind geen vrij spel heeft staat vaker in de nattigheid, met allerlei onder- houdsperikelen van dien. En je hebt ook nog het horizoneffect. Ik zeg wel eens tegen een ge meente: het duurste gebouw is vaak de molen. Je zit heel snel in zes nulletjes om te restaureren, dat heeft niemand in de gaten. Je moet dus goed onderhouden en er zuinig op zijn." Hazelager denkt dat er in veel woonkernen mensen zijn die hart hebben voor 'hun' molen. „Als de men sen hun molen willen omarmen sta je sterker tegen bedreigin gen." Rinus Antonisse Nadere informatie over molenbio- toopwachters (m/v) bij Pieter Haze lager, Westsingel 28, 4454 AK Bors- sele, 0113-354040. foto's Dirk-Jan Gjeltema Voor de molenstomp in Sint Laurens bestaan restauratieplannen. De oudste Zeeuwse molen in Colijnsplaat. Een boek, waarvan de flap tekst begint met: „Maar al te vaak zijn we geneigd te denken dat karakter en schoonheid zijn voorbehouden aan grote tui nen" - zo'n boek kunnen wij moeilijk laten liggen. Die eerste zin biedt de eenvoudig behuisde tuinier hoop. Als bovendien de titel van zo'n boek luidt: Kleine tuinen met allure zijn wij hele maal verkocht. Wie zou er niet graag een kleine tuin van allure bezitten? Eerlijk gezegd: wij hechten daar op on ze 198 vierkante meter niet zo aan. Het hoeft niet zo impone rend te wezen. Als een tuin maar aangenaam deel uitmaakt van je omgeving, als er maar regel matig wat te zien en te ruiken is, dan zitten wij met onze score op de schaal van het welbevinden al op een ruime voldoende; dat in deze stille weken Winteraco- niet en Sneeuwklokje samen bloeiend optrekken, is ons ge noeg. Waarom heb ik dan in deze pe riode van komkommertijd voor de tuinliefhebber dat boek toch verschillende keren doorgelezen en -gekeken? Nieuwsgierigheid is het. Ik wil weieens weten wat anderen - in dit geval de Engelse tuinontwerper Anthony Noel en fotograaf Andrew Lawson - als tuinen met allure beschouwen. Maar ik ben vooral gespitst in ideetjes, die iets toevoegen aan de omgeving zonder dat de hele boel op zijn kop hoeft te worden gezet. Naarmate ik echter vorder in het boek wordt de hang naar nieuwe ideeën overvleugeld door de vreugde van de herkenning. An thony Noel schenkt aandacht aan nogal wat spul dat wij óók in ons hofje blijken te hebben en dat doet me deugd; egocentrisch type, vrees ik. Het is bovendien allemaal appetijtelijk gefoto grafeerd, zodat je je eigen tuin tje op d'n duur toch nog allure zou toekennen. Natuurlijk haalt iedereen uit een tuinboek wat in zijn kraam te pas komt. Zo deel ik zijn visie, dat kleuren met natuurverven mooi combineren met beplan ting, vooral uit gemakzucht: „Maak u niet druk over verble ken of afbladderen van de verf; dit verhoogt alleen de charme." Zo is het - en je hoeft niet voort durend met de schilderskwast in de weer. Te prijzen vind ik, in de sector klimplanten van ni veau, de warme aanbeveling die hij de clematis floride Sieboldii meegeeft, sneeuwwitte bloemen met hartbrekend rode meeldra den. Wij hebben ons exemplaar jaren tevergeefs vertroeteld, want een makkelijk specimen is het niet: „Laat u niet ontmoedi gen door zijn reputatie van een plant met kapsones," spoort hij zijn lezers aan. „Een beetje ex tra zorg en u zult versteld staan." Een prachtige clematis, maar eentje voor de volhouder. In zijn bijdrage over muurbe- dekkers deed het mij goed te le zen, dat Noel een zwak heeft voor de roos Madame Alfred Carrière - crème-witte bloemen met een vleugje roze, die ook op het noorden goed bloeiend klimt. Verwant voel ik me met hem in zijn appreciatie van de rode midzomer-clematis Mada me Julia Correvon - „dit verruk kelijke schepsel groeit gemak kelijk en het onbeschrijfelijke roze van de bloembladen is een van de blikvangers van de zo mer." Hij biedt ook aparte plan- tencombinaties: de zilverroze roos New Dawn met de hemels blauwe clematis Perle d'Azur, zachtroze rozen met de clematis Rouge Cardinal of de Rode Kar dinaal met paarse klokken bij voorbeeld. Op mijn verlanglijst je voor de rode border staat de donkerrode mosroos Charles de Mills en hij heeft gelijk: „Geen tuin is compleet zonder ouder wetse rozen." Noel geeft ergens aan aan hoe hij in een nieuwe tuin een stenen pad of terras insmeert met melk, yoghurt of aarde om snel een doorleefd effect te krijgen. F eest der herkenning. Jaren geleden hebben we iets vergelijkbaars gedaan, toen een begenadigd metselaar achterin een muurtje had opgetrokken, op de grens van ons zonneterras en dat van de buren. Karnemelk Het resultaat zag er solide, maar te vers uit. Mijn vrouw goot een pak karnemelk leeg in een schaal, pakte een kwast en smeerde de muur in, onder het kwispelstaartend toezien van onze toenmalige Deense dog Basja, die altijd al een liefheb ber van karnemelk was. Naar mate er meer melk op de muur verdween, daalde de geestdrift van de hond. Toen we een uur la ter met boodschappen uit de stad terugkwamen, konden we nog juist zien hoe Basja smak kend het laatste stukje van de afscheiding belikte. Met de verweerdheid van die muur is het niks geworden. Maar waar is waar: de tong van onze Deense dog heeft er sinds die dag stukken doorleef der uit gezien dan je op grond van zijn leeftijd had mogen verwachten. Kees Cijsouw de schaarse voorjaarsbodes in de Illustratie Adri Karman De heggenmus scharrelt al vroeg in het seizoen onopvallend tussen tuin.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 27