Koude ogen en een warm hart
Mensen willen weten
waar hun verleden ligt
Taalkunde is voor leken
lang niet altijd praktisch
Liefdesroman zonder
liefde van Ha Jin
vertaald
Mario Vargas Llosa
Mario Vargas Llosa: Het feest
van de bok (Meulenhoff, 446
blz., ƒ55,-, vertaald door Arie
van der Wal. Een van de hoofd
personen in de nieuwe roman
van Vargas Llosa is Urania Ca-
bral, een vrouw die na vijfen
dertig jaar afwezigheid terug
keert naar de Dominicaanse
Republiek, waar in de jaren der
tig tot zestig Rafale Leónidas
Trujillo als een Hitier regeert.
Haar vader, door een beroerte
getroffen, is jarenlang een van
de marionetten van Trujillo ge
weest en wordt door zijn doch
ter geconfronteerd met zijn
duistere verleden.
Jostein Gaarder: Maya (De Pr-
om/Houtekiet, 382 blz., geb.,
ƒ49,95, vertaald door Kim
Snoeijing en Lucy Pijttersen).
De schrijver John Spooke
kampt sinds zijn vrouw is over
leden met een writer's block. Hij
ontmoet op de Fiji-eilanden de
evolutiebioloog Frank Ander
sen. Algauw merken ze dat
ze het beiden moeilijk vinden te
accepteren dat elke mens oer
oude genen met zich meedraagt
en toch maar zo kort te leven
heeft.
Maya is de eerste grote roman
die Jostein Gaarder schreef
sinds zijn bestseller De wereld
van Sofie (1995).
Amitav Ghosh: Het glazen Pa
leis (Bert Bakker, 464 blz.,
49,50, vertaald door Ankie
Blommesteijn). Birma, novem
ber 1885. Het onafhankelijke
koninkrijk Birma wordt door de
Engelsen verslagen en bij India
gevoegd. Het glazen paleis, eens
de trots van Birma, wordt leeg
geroofd. De koning wordt ge
dwongen om met zijn gezin naar
een onherbergzame plaats en
het hof meisje besluit hem te vol
gen. Terwijl de wereld om haar
heen onafwendbaar verandert,
blijft zij gevangen in een web
van geheimzinnige hofrituelen.
De jonge Indiër Rajkumar, een
Van de plunderaars, bevrijdt
haar en brengt haar na jaren
ballingschap terug naar Birma.
Monumentale roman over de
geschiedenis van een land,
waarin het intieme verhaal van
een schijnbaar onmogelijke
liefde zich afspeelt.
Philippe Sollers: Het park (Per-
du, 108 blz., ƒ29,90, vertaald
door Kiki Coumans). In Frank
rijk wordt Sollers (1936) be
schouwd als één van de belang
rijkste noglevendeschrijvers; in
Nederland is hij nagenoeg on
bekend.
Behalve romanschrijver is Sol
lers ook essayist en was hij de
oprichter van het vooraan
staande tijdschrift uit de jaren
zestig, Tel Quel, waarin een ge
neratie Franse denkers als Fou-
cault, Barthes en Lacan onder
dak vond. Het park, Sollers'
tweede roman uit 1961, is een
boek met een droomachtige,
claustrofobische sfeer, waarin
de verhaallijn vervangen is door
een associatieve aaneenschake
ling van scènes.
In het laatste Grote TV-dictee
kwam het woord crapaudtje
voor. Normale mensen schrijven
dat wellicht zonder t. Die den
ken dat ze het verkleinwoord
van crapaud moeten schrijven
als crapaudje. Zo zouden ze ook
een stukje chocolade of een mi-
nikarbonade spellen. Maar wie
dat doet, komt zichzelf tegen.
Dit gebied van onze spelling is
immers drab en zaagsel. Je
schrijft chocolaatje, karbo-
naadje, crapaudtje. Waarom?
De regel is dat we bij het spellen
van het verkleinwoord uitgaan
van de zogenaamde kortste
Dat heeft iemand bedacht die
weet wat taalkundig 'de kortste
vorm' is: het verkleinwoord
wordt gemaakt van chocola en
niet van chocolade, maar kar
bonade heeft geen kortere vorm.
Bij crapaudtje geldt weer een
andere regel: het woord eindigt
als we het uitspreken op de
klank oo: krapoo. Dat daar een d
staat, maakt voor de spellings
regelaars niets uit: je moet het
behandelen op dezelfde manier
als auto - autootje. De conse
quentie van deze regel is dat je
het verkleinwoord van biscuit
moet schrijven met twee t's: bis-
cuittje. Dat spreek je ook uit als
biskwie. Zo zou je ook de kleine
Louis niet moeten schrijven
als Lowietje of iets dergelijks
maar als louistje. Tenzij je na
tuurlijk allerlei uitzonderingen
maakt...
Het is een kwestie waar je na
kunt gaan of een spellingsgidsje
goed werkt. Staat het erin, kun
je het snel opzoeken en wordt de
regel duidelijk gemaakt? In
Prisma Handboek van de Ne
derlandse Taal heb je zo beet via
het register. Op blz. 264 staat
een goed schema van de spel
lingsregels bij verkleinwoor
den. 'Verkleinwoorden van
woorden uit het Frans die eindi
gen op -er en -ir worden aange
past om verkeerde uitspraak te
voorkomen: diner dineetje, sou
venir souveniertje, depot de-
pootje. Van de Franse woorden
waarvan wij de laatste letter
niet uitspreken, blijft deze laat
ste letter bij verkleinwoorden
staan: deux-chevauxtje, ren-
dez-voustje, behalve als deze
laatste letter een t is: biscuitje.'
Als je het woord afbreekt wordt
het volgens deze handleiding
wel: biscuit- tje. Je kunt niet
goed beredeneren, waarom het
dan wel crapaudtje is. Wat
maakt het nou voor verschil of
er een d staat die je niet uit
spreekt of een t?
Even kijken in De nieuwe spel
linggids van de Nederlandse
taal, een uitgave van Van Dale,
Wolters en Prisma Woordenboe
ken: het verkleinwoord van bis
cuit is daar biskwietje. Dat kan
niet waar zijn. Benieuwd wat
die gids bij crapaud geeft. Raak:
crapaudje en als het afbreekt
crapaud-tje. Louis wordt hier
niet gegeven. Op naar het Spel-
lingboek voor iedereen met de
wervende tekst die nota bene als
een reclamefolder op het omslag
onder de titel is gedrukt: volle
dig volgens de officiële spelling.
Woordenlijst van ruim 7000
woorden. Verwijzingen naar ge
nummerde regels. Honderd veel
gestelde spellingsvragen. Ach
ter in dit boek staat een lijst van
probleemwoorden. Daar staat
biscuitje met een verwijzing
naar rubriek 64 waar deze ge
vallen worden behandeld. He
laas staat daar niet biscuitje. In
de lijst achterin staat ook crap
audtje, dat evenmin wordt be
sproken. Louis komt helemaal
niet voor.
De woordenlijst zoals die in het
befaamde Groene Boekje staat
afgedrukt, is officieel gesanc
tioneerd. En jawel hoor daar
staat: biscuittje en crapaudtje.
Althans in de 2e druk, want de
drukken kennen onderling nog
al wat verschillen.
Natuurlijk is het niet helemaal
eerlijk spellingsgidsen en taal
gidsen op een woord of twee te
beoordelen waar de spellings
commissie geen goede oplossing
voor heeft gevonden. Zo geeft
dat Spellingboek in klein bestek
de regels duidelijk en overzich
telijk en die lijst van 7000 pro
bleemwoorden is handig. Voor
al ook omdat de samensteller
vollediger en correcter is dan de
officiële woordenlijst in het
Groene Boekje en dat geeft hij
ook precies aan.
Ook Prisma Handboek van de
Nederlandse taal geeft veel
meer dan een paar spellingspro
blemen. Spelling is hierin zelfs
zeer ondergeschikt. Het is een
uitgebreid naslagwerk met tal
loze schrijftips en goede voor
beelden. Het geeft veel: advie
zen voor het afwerken van
teksten, aanwijzingen voor
leestekengebruik, een inleiding
in taal, taalgevoel, taalregels,
taalgeschiedenis. Een beetje
taalkunde dus voor leken. Aar
dig, maar niet altijd nodig en
praktisch.
Een voorbeeld. In het Neder
lands kun je zeggen: Hij beweert
dat hij een reis om de wereld
heeft gemaakt, maar ook: ge
maakt heeft. In sommige stre
ken keuren de sprekers de ene
variant af en in andere streken
weer de andere, zonder dat ze
dialect spreken. Mensen die in
zicht willen hebben in de sociale
en regionale aspecten van taal
gebruik smullen hiervan. Die
willen veel meer weten dan er in
dit boek staat. Maar gewone
taalgebruikers hebben er niks
aan. Die gaan er echt niet beter
van schrijven of spreken. Trou
wens die gaan liever zelf op we
reldreis.
Lo van Driel
Henriétte Houët: Prisma Handboek
van de Nederlandse taal - Het Spec
trum, 349 pag., f 52,75.
Jan van de Pol Spellingsboek voor
iedereen - SDU Uitgevers, 191 pag.,
f25,-.
donderdag 1 februari 2001
estien jaar geleden
emigreerde de
Chinees Ha Jin
naar Amerika. De docent
creative writing wist twee
- jaar terug alle ogen op zich
gevestigd met zijn tweede
roman Wachten waarvoor hij
de National Book Award
ontving. In het recent
vertaalde boek over een
Chinese legerarts die
achttien jaar moet wachten
voor hij van zijn echtgenote
mag scheiden, zijn met name
de vrouwelijke karakters
met diepe sympathie
getekend. ,,Ik bekeek ze met
koude ogen, maar mijn hart
was warm."
Hij legt zijn vinger op de Ne
derlandse ondertitel van
zijn roman Wachten. ,,Wat staat
daar?" De ogen van Ha Jin heb
ben al bij voorbaat pret, want
zelf gaf hij geen ondertitel mee
aan zijn boek. Hij is razend be-
nieuwd wat de uitgever ervan
gemaakt heeft. 'Roman over een
ware liefde.' Hij schudt van het
lachen. „Ware liefde, dat denk
ik niet. Ik zie het juist als een
liefdesverhaal zonder liefde.
Hoe je het ook bekijkt, Wachten
is een heerlijke roman. Geen
wonder dat de tot Amerikaan
genaturaliseerde Chinees Ha
Jin er de National Book Award
voor ontving en een nominatie
incasseerde voor de Pulitzer-
prijs.
Het verhaal gaat over een arts-
officier in het Chinese leger, Lin
Kong. Hij is ooit door zijn ou
ders uitgehuwelijkt en van lief
de voor zijn vrouw Shuyu is
geen sprake. Hij maakt in het le-
gerhospitaal kennis met een
verpleegster, Manna Wu, en te
gen alle strenge regels in ont
wikkelt zich een relatie. Lin be
sluit van zijn vrouw te scheiden,
maar dat gaat zo maar niet. Elke
zomer gaat hij terug naar huis
en neemt Shuyu mee naar de
rechtbank. Elk jaar zegt ze
thuis, nog terwijl ze de jas aan
trekt, dat ze in zal stemmen met
de scheiding, maar in de recht
bank weigert ze steeds. Er zit
voor Lin en Manna niets anders
op dan achttien jaar te wachten.
Als een man en vrouw achttien
jaar gescheiden hebben geleefd,
zo leren de regels in het leger,
kan een huwelijk ontbonden
worden. Maar eenmaal ge
trouwd met Manna is Lin nog
steeds niet gelukkig. Hij is hele
maal niet tot liefhebben in staat,
want hij kan zich emotioneel
niet binden. De oorzaak daar
van is deels gelegen in de strenge
regels die de maatschappij hem
oplegt en waar hij zich niet aan
weet te ontrukken.
Tragiek
„Er zijn veel Chinezen die een
léven leiden zoals Lin", zegt Ha
Jin (pseudoniem van Jin Xuefei,
1956). „Al dan niet noodge
dwongen. Soldaten komen eens
per jaar voor een periode van
De Chinees-Amerikaanse auteur Ha Jin: „Het is absoluut ongebruikelijk zowel in het leger als op het platteland een
vrouwte hebben." foto Phil Nijhuis
twaalf dagen naar huis. De rest
van het jaar leven ze, zonder
hun vrouw, in het leger. Vandaar
dat ik nogal wat mensen heb ho
ren zeggen dat Lin in feite een
gelukkig man is. Hij heeft twee
vrouwen. Dat hij er niks van
maakt, dat is zijn tragiek."
Hij hoorde het verhaal toen hij
op bezoek was bij zijn ouders,
die in het noordoosten van Chi
na leven. Het praatje over een
legerofficier die tegen alle regels
in van zijn vrouw wil scheiden
om met zijn minnares te trou
wen, had inmiddels duizenden
kilometers afgelegd. „Een
vrouw hebben zowel in het leger
als op het platteland: absoluut
ongebruikelijk." Wat hem voor
al interesseerde, is de psycholo
gie achter het verhaal. „Hoe
denkt zo'n man, welke stadia
maakt dat denken door? Ik wil
de hem begrijpen. En niet alleen
hem natuurlijk, ook de vrou
wen."
Wachten is in de kritiek ontvan
gen als een allegorie waarin de
schrijver het strenge Chinese
systeem hekelt, waarin indivi
duen vermalen worden en voor
persoonlijke gevoelens geen
plaats is. Hoe verstikkend dit
werkt, bewijst Wachten. Maar
een kritiek op de politiek, zo be
nadrukt Ha Jin, is zijn boek niet.
Hij hoefde de werkelijkheid niet
aan te dikken om te laten zien
hoe opgelegde sociale conven
ties de vrijheid van het individu
inperken.
Nergens een satirische toon ook,
in deze kraakheldere, in bondi
ge stijl geschreven roman.
..Wachten is een liefdesver
haal", herhaalt hij. „Het is een
universeel thema. Ik heb het
boek niet politiek bedoeld. Mijn
probleem is dat ik een Chinese
immigrant ben en wat ik ook
schrijf, altijd zal er worden ge
zocht naar een verborgen poli
tieke lading. Je kunt niet om po
litiek heen. Als ik over China
schrijf, en ook mijn volgende ro
man speelt zich daar af, zal het
politieke aspect blijven spelen.
Ik woon nu zestien jaar in Ame
rika, ben Amerikaans staats
burger en ooit zal ik een boek
schrijven dat in Amerika speelt.
Dan houdt het misschien op, al
kom ik natuurlijk nooit los van
China. China zit tenslotte in
mijn bloed."
De al dan niet vermeende poli
tieke laag in Wachten is er wel de
oorzaak van dat de roman nog
niet in China is verschenen. „Ie
dere redacteur die het leest,
vindt het prachtig, maar nie
mand durft het aan. Ik houd
moed. Ik weet zeker dat het ver
haal veel lezers daar zal aan
spreken."
Ha Jin schreef in zijn vaderland
poëzie en essays. Tegenwoordig
schrijft hij in het Engels. Om een
wel zeer praktische reden. Hij is
docent creative writing aan het
Emory College in Atlanta, Ge
orgia. Wil hij zijn baantje hou
den, dan moet hij publiceren, en
dus gaf hij de afgelopen jaren
vijf boeken uit. Bij Ideine uitge
verijen, in oplagen van hooguit
drieduizend exemplaren. Wach
ten kwam dan weliswaar uit bij
het grote Random House, maar
ook daar vermoedde aanvanke
lijk niemand dat het zo'n succes
zou worden in de VS. „Ze zagen
het als een roman voor de inter
nationale marktniet voor de lo
kale. Vandaar dat de Deense
vertaling al een half jaar eerder
verscheen dan de Amerikaan
se."
Verbaasd
Zelf was hij eigenlijk al net zo
verbaasd over het Amerikaanse
succes en de prijzen en nomina
ties die hij voor het boek ont
ving. „Het is een Europese
roman. Ik schrij f niet in een Chi
nese traditie. In China neemt de
roman sowieso al niet zo'n pro
minente plek in. Poëzie is daar
veel belangrijker. Voor Wachten
heb ik me verdiept in Anna
Karenina en Madame Bovary.
Zo kon ik leren hoe Tolstoj en
Flaubert met hun heldinnen
omgingen."
Ha Jin betoont zich in Wachten
een modelleerling. Met name de
beide vrouwen, Shuyu en Man
na zijn met een zeldzaam inten
se sympathie getekend. „Het
was moeilijk afstand te bewa
ren, maar dat moest wel. Ik
moest ze met koude ogen bekij
ken, maar mijn hart was warm.
Ik heb veel sympathie voor ze,
ja. Het zijn sterke persoonlijk
heden, ieder met hun fouten en
nukken, maar met veel eigen
schappen die ze voor je inne
men. Het leed dat Shuyu door
haar opstelling over zichzelf af
roept, het medelijden dat ze op
wekt, het is een fascinerende
vrouw. En dan te bedenken dat
ik haar zelf bedacht heb.
Theo Hakkert
Ha Jin: Wachten. Roman over een
ware liefde. Vertaling: Manon
Smits. 382 blz, f 44,90 (gebonden).
Uitgeverij De Geus
De Canadese schrijfster Joan Clark: „Ik wilde laten zien datje uit verlies iets anders kunt scheppen."
foto Maurice Nelwan
Us, sneeuw en de Atlantische Oceaan.
Water, in alle variëteiten, is voorde Ca
nadese schrijfster Joan Clark het hoofding
rediënt van haar dikke roman Smeltbreed
tes. Te midden van die elementen gaat de
Titanic in 1912 ten onder. En te midden van
die elementen komt op een ijsschots, warm
ingestopt in een rieten mandje, een baby
aan op de kust van Newfoundland. Haar ei
gen versie van het Mozes-verhaal?
Joan Clark, helwit als de hoofdpersonage
uit haar boek:Jaik heb die reactie al vaker
gehad. Maar het is nooit in mij opgekomen,
die associatie met Mozes. Ik heb mijn boek
geschreven vanuit het beeld van dat meisje.
Een baby in een mandje op een ijsschots.
Opeens was dat beeld er en het wilde niet
meer weg uit mijn hoofd."
De Titanic ging voor de kust van Newfound
land ten onder. „Maar de herinnering aan de
ramp met de Titanic heeft in Newfoundland
nooit zo sterk geleefd. Wij hadden onze ei
gen schipbreuken. Honderden. En daarbij
zijn duizenden Newfoundlanders omgeko
men. Het is wel zo dat het eerste nood
signaal door marconisten in St. John's, op
Kaap Race, is opgevangen en doorgestuurd
naar New York. Pas een jaar of tien geleden,
toen de Kildish naar St. John's kwam en ze
opnamen hebben gemaakt van het wrak,
voor National Geographic en de IMAX-film
die werd gedraaid, kwam er aandacht voor
in New Foundland."
De Kildish is een Russische onderzeeër, ge
specialiseerd in het soort duikwerk waar
ten tijde van de ramp met de Koersk zo'n be
hoefte aan was.,En juist deze Kildish lag op
dat moment in de haven van St. John's. De
Russen hadden geen geld meer voor de ex
ploitatie en moesten hem verhuren. Het is
wel tragisch. Had de Kildish in de haven van
Moermansk gelegen dan zou het misschien
anders gelopen zijn", zegt zij in een terzijde.
Dan weer naar het onderwerp.
„Ik ben indertijd op de Kildish geweest en
heb de eerste beelden gezien van het wrak
van de Titanic. Die hingen daar. Stills van
videofilms en camera-opnamen. Daar zag je
bijvoorbeeld een koffer op de zeebodem, en
dat soort dingen. Die beelden deden je wat,
onherroepelijk. In die tijd kwam dat beeld
in mijn hoofd van een baby op een ijsberg.
Moet je je voorstellen, eenzamer kan het
niet: alleen op een ijsberg in de Noord-At
lantische Oceaan!
„Al mijn boeken beginnen zo: vanuit een
beeld. In die tijd zal ik nog middenin Eriks-
dotter (Clarks vorige roman). Vijf jaar gele
den ben ik begonnen aan het schrijven van
Smeltbreedtes."
Wortels
Maar Smeltbreedtes gaat uiteindelijk niet
over de ramp met de Titanic. Joan Clark
heeft zich wel goed gedocumenteerd en er
staat in haar roman ook een beschrijving
van de ondergang van het cruiseschip, maar
het eigenlijke thema van het in Canada be
kroonde boek is de zoektocht naar haar ei
gen wortels.
„Ik heb het boek opgedragen aan mijn
grootmoeder Mary Rose. Zij was een vol
strekt onbekende voor mijZe was al overle
den voor mijn geboorte. Mijn opa trouwde
iemand anders en de stiefmoeder van mijn
moeder heeft geprobeerd alle herinnerin
gen aan haar voorgangster uit te wissen. Ik
ben, misschien wel puur uit verzet, op zoek
gegaan naar haar oorsprong. Ze kwam uit
Ierland, heb ik ontdekt. Ik ben er geweest en
ik denk dat ik de plaats gevonden heb, waar
zij vandaan komt. Ik wilde haar weer een
plaats geven in de geschiedenis."
In de roman Smeltbreedtes vertelt Joan
Clark over het leven van de ijsberg-vonde
linge Aurora en omspant met dat verhaal
een kleine eeuw familiegeschiedenis. Een
kleindochter gaat, aan het eind van de ro
man, op zoek naar de herkomst van oma en
traceert deze in Ierland. Ze was de dochter
van een arm emigrantenpaar. Moeder had
zich ingescheept op de Titanic, vader zou
meegaan als stoker in het binnenste van het
drijvende hotel. En zo vermengden zich
Clarks privé-obsessies met het literaire ver
haal dat zij wilde vertellen.
,In Newfoundland gaat het voortdurend zo
Het is nieuw land, gevonden door emigran
ten. Je kunt bijna niemand ontmoeten of je
zit middenin een gesprek over de voorou
ders. Waar komen die vandaan? Mensen
willen nu eenmaal hun verleden weten, in
clusief dat van hun voorouders. Canadese
Canadese Joan Clark
leeft met ijs en water
romans gaan vaak over dat thema. Je ziet
het aan Michael Ondaatje. Die heeft nu over
Sri Lanka geschreven". „Maar", zegt de
schn jfster, „ik wilde ook laten zien dat je uit
verlies van iets iets anders kunt scheppen."
Dit boek is dus in de eerste plaats geboren
uit het gemis aan een grootmoeder. Maar om
haar stelling te illustreren, vinden er in
Smeltbreedtes een paar ernstige ongeluk
ken plaats. Zo wordt de stiefbroer van de
hoofdpersoon op jonge leeftijd door een
vloedgolf van de rotsen gespoeld. „Dat soort
ongelukken gebeurt in Newfoundland. Er
wordt overal voor gewaarschuwd: niet te
dichtbij zee en te laag op de rotsen! Een tijd
geleden is er weer een groepje omgekomen.
Een van hen heeft het overleefd omdat hij
met een knoop van zijn jas ergens achter
bleef hangen."
Ook is er een duiker die omkomt onder het
ijs, oog in oog met een walvis. „Paniek is de
grootste vijand van de duiker. Van een wal
vis hoef je niet te schrikken. Ze doen niets.
Maar schrik je wèl dan ga je onregelmatig
ademhalen en krijg je veel te veel zuurstof
binnen, waardoor je ontploft, als het ware."
De liefde voor het landschap van New
foundland, de ruigheid van zee en klimaat
en de gemeenschapzin van de bevolking is
het onderliggende motief voor Smeltbreed
tes. „Ik heb twintig jaar in Alberta, in Cal
gary, gewoond. Vandaar kun je naar de Pa
cific. Maar dat is toch een lauwe plas. Toen
ik terug kwam aan de Atlantische kust be
sefte ik opeens wat ik gemist had al die tijd.
Ik wil over de zee uit kunnen kijken, ik hou
van de wildheid van de zee, de kou, de hori
zon. Ik ben nu eenmaal een noorderlinge".
Jan-Hendrik Bakker
Joan Clark: Smeltbreedtes - VertalingNicoléite
Hoekmeijer- Uitgeverij Meulenhoff, f 49,90.