1
Bijzonder
onderwij s
onder vuur
Wie hoogbegaafd is wordt gauw gek gevonden
Einde van de
verzuiling?
Basisschool De Akker in Rotterdam.
Aantal basisscholen
in Nederland
4730
\1999
2963
2337
Bijzonder
onderwijs
Openbaar
onderwijs
Verdeling leerlingen
seizoen '98/'99
Openbaar onderwjs:
Bijzonder onderwijs:
Overig*
31,8%
68,2%
Rooms-
katholiek
Openbaar
onderwijs
31,8%
27%
Proté^tants-
christelijk
*o.a. Islamitische en alg. bijzondere
scholen als Jenaplan en Montessori
ooit zo felbevochten godsdienston
derwijs in de meeste gevallen weinig
of niets meer terug te vinden Waarom
dan toch die rigide opstelling?
,,Het gaat om de macht die scholen
kunnen ontlenen aan hun bijzondere
status", betoogt Leo Prick. ,,Zij hoe
ven aan niemand verantwoording af
te leggen. Ze hebben hun eigen onaf
hankelijke bestuur. Als ze een pro
bleemkind niet willen toelaten kun
nen ze dat zonder moeite weigeren.
Dat is een misstand, want het lullige is
dat de openbare school die om de hoek
ligt, verplicht is om iedereen aan te
nemen. Je kunt je voorstellen wat dat
betekent voor de leerling-populatie
op een school. Op een bijzondere
school is het van soort zoekt soort.
Maar niet meer op basis van geloof,
maar van sociale klasse. De katholie
ke en protestantse scholen maken zo
enorm misbruik van hun bijzondere
status. Ik denk alleen dat er niks aan
te doen is."
Voor Rob Limper, directeur van de
Vereniging voor Openbaar Onderwijs,
is de oplossing van deze 'onverkwik
kelijke' situatie klip en klaar. „Een
school op basis van een geloofsover
tuiging is achterhaald. Het geloof
zaterdag 27 januari 2001
Het bijzonder onderwijs is
bang. De katholieken, pro
testanten en alle andere niet-
openbare scholen vrezen dat het
Paarse kabinet de verzuiling bin
nen het onderwijs wil afbreken.
Als bewij s noemen ze een minieme
grondwetswijziging waar de
Tweede Kamer vorige week mee
instemde. Het regelt de samen
werking tussen openbare en bij
zondere scholen. Het begin van
het einde voor het bijzonder on
derwijs? Als het aan de Vereniging
voor Openbaar Onderwijs ligt is
het in 2017 inderdaad afgelopen
met deze scholen.
TT Toensdagochtend, 08.45. Mil-
VV linxbuurt, Rotterdam-Zuid. In
het hart van de wijk staat de protes
tants-christelijke basisschool De Ak
ker. Geen vrolijk decor. Dichtgetim
merde panden. Armoe. Pal tegenover
de schoolpoort is een opvanghuis voor
drugsverslaafden. Op de stoep staan
twee verwaarloosde types glazig voor
zich uit te staren. Ze rillen van de kou.
Binnen opent groep 7 de dag. „We
gaan eerbiedig zitten", zegt meester
Van der Linden De overwegend al
lochtone kinderen kiezen allemaal
een plechtige houding. De meesten
zitten met de armen over elkaar, som
migen met open handpalmen naar bo
ven, een paar kinderen hebben de
handen gekruist. Van der Linden bidt
voor de armen die elke dag opnieuw
moeten vechten voor hun eten en be
sluit met: „Heer, wij danken U voor
deze nieuwe dag. Amen."
Het bijzondere onderwijs in Neder
land toont zich weerbarstig. Scholen
blijven zich hardnekkig katholiek of
protestants-christelijk noemen, ter
wijl ze bijna honderd procent anders
gelovigen in de klas hebben. Protes
tants-christelijke school De Akker in
Rotterdam is allang geen uitzonde
ring meer. Daarnaast zijn de meeste
ouders, kinderen en leraren alleen nog
op papier protestants of katholiek, ze
belijden hun geloof al jaren niet meer.
Die ontkerkelijking heeft onmisken
baar z'n beslag gekregen in de scho
len. Wordt er op De Akker nog dage
lijks gebeden, op veel scholen is
helemaal niks meer te merken van een
godsdienstige identiteit. Toch blijven
ze onder de noemer 'bijzonder' opere
ren.
„Een ronduit belachelijke situatie",
meent de bekende onderwijsdeskun
dige en columnist Leo Prick. Hij haalt
hard uit naar het bijzonder onderwijs.
„Hoe kun je nu een protestants-chris
telijke school zijn als het grootste deel
van je leerlingen thuis wordt opge
voed met de Koran. Het is gewoon on
fatsoenlijk om jezelf protestants-
christelijk te blijven noemen, terwijl
de klassen vol zitten met islamieten",
fulmineert Prick. Zijn woede richt
zich ook tegen bijzondere scholen met
overwegend leerlingen die nog nooit
een Bijbel in de hand hebben gehad.
„Scholen die met geen enkele geloofs
overtuiging nog iets te maken hebben
moeten hun identiteit loslaten en zich
aanpassen aan de realiteit."
Die realiteit zag er in de jaren zestig en
zeventig dankzij de verzuiling nog
mooi overzichtelijk uit. Iedere gods
dienst had z'n eigen politieke partijen,
scholen, vakbond en omroep. En de
niet-gelovigen konden terecht bij de
PvdA, Vara en de openbare scholen.
Wat betreft het onderwijs hadden ou
ders de vrijheid om scholen naar eigen
idee en overtuiging op te richten. Een
voor de hele wereld uniek onderwijs
bestel, waarvan de oorsprong in de
19e eeuw ligt. In de beginperiode
moesten ouders de door hen opgerich
te scholen echter ook zelf betalen. De
overheid betaalde alleen het open
baar onderwijs. Veel ouders hadden
het niet breed, maar wilden deson
danks dat hun kinderen koste wat
kost naar een katholieke of protes
tants-christelijke school gingen. Hun
schoolstrijd tegen deze ongelijkheid
werd in 1917 gewonnen. In artikel 23
van de Grondwet werd de financiële
gelijkstelling geregeld. Vanaf dat mo
ment ging ook de rekening van de bij
zondere scholen naar het ministerie
van onderwijs, zolang een school
maar voldoende leerlingen had.
Structuur
Anno 2001 is van de verzuiling in de
meeste sectoren van de samenleving
niet veel meer over. Behalve in het on
derwijs. Daar wordt de al bijna hon
derd jaar oude structuur van de eigen
zuilen te vuur en te zwaard verdedigd.
Driekwart van de basisscholen in Ne
derland is in naam nog altijd rk of pro
testants christelijk, ook al is van het
van weleer." Maar, voegt Lambrechts
er meteen aan toe, de confessionele
groeperingen hebben niks te vrezen.
„Want naast de nieuwe situatie blijft
er natuurlijk altijd plaats voor een
harde, duidelijke kern van geformeer
de, joodse of islamitische scholen."
Het Bisdom Roermond is ervan over
tuigd dat de rol van het specifiek ka
tholiek onderwijs nog lang niet is uit
gespeeld in Nederland. Zo als het was
onder de aartsconservatieve bisschop
Gijsen die nog slechts vijf scholen toe
stond het predikaat katholiek te dra
gen, hoeft het niet meer. Maar ook hier
zien ze overduidelijk dat de samenle
ving is veranderd en het bijzonder on
derwijs zich dient aan te passen.
„Het is tijd voor bezinning", zegt M.
vanHelfert, die door het bisdom Roer
mond is aangesteld om toezicht te
houden op de katholieke basisscholen
in de provincie. „Ook wij beseffen dat
op veel scholen een meerderheid van
de leerkrachten niet meer naar de
kerk gaat. Laat staan de ouders en
hun kinderen. Maar ik vind wel dat
een katholieke school aangesproken
moet worden op haar katholieke ka
rakter. Je bent niet voor niets bijzon
der onderwijs, dat moet je te allen tij
de uitdragen."
Ruim een jaar geleden startte het bis
dom met het fenomeen 'bezinnings
dagen Teams van dertig leraren trek
ken zich, vrijwillig, twee dagen terug
in een klooster. „In de jaren negentig
was geloven voor veel mensen een pri-
vé-zaak", zegt Helfert. Het paste bij
het individualisme. Mensen hadden
het te druk en ook de vaardigheid niet
meer om in groepsverband te praten
over de zingeving van het bestaan. In
zo'n weekend kunnen ze daar weer
achter komen. En echt niet met de bij
bel op schoot. Op een creatieve manier
krijgen de mensen alle ruimte om te
ontdekken wat hun drijfveren zijn. De
een doet dat door te schilderen, de an
der door te praten. Daar laten we de
mensen vrij in. We benadrukken wel
de groep als verband en de teams ge
ven ook aan dat ze weer als groep wil
len geloven. Ze moeten immers ook als
groep in de school één identiteit uit
dragen. Het is zo'n succes dat we al
een wachtlijst hebben."
Selectie
Wat in het voordeel werkt van het bij
zonder onderwijs is dat het nog altijd
een goede naam heeft onder ouders.
Uit onderzoek blijkt dat het bijzonder
onderwijs betere prestaties aflevert
dan het openbare onderwijs. Volgens
onderwijsdeskundige Leo Prick is dat
puur een gevolg van de selectie die de
ze scholen aan de poort toepassen: al
leen de beste leerlingen worden toege
laten. Stoffel Boot van De Akker is
ervan overtuigd dat het wel degelijk
komt door het geloof. „Het hele team
geeft onderwijs met een opdracht die
al eeuwen oud is en nog steeds voldoet
en terug te vinden is in dat ene alles
omvattende boek: de Bijbel.
Ook op De Akker in Rotterdam blij
ven bijbelverhalen centraal staan in
de lessen. Meester Van der Linden
gaat na het gebed verder met Mar-
foto's Roland de Bruin
cus2:13-17. Het gaat over een tolle
naar die collaboreert met de Romei
nen en door de Israëlieten wordt
gemeden als een paria. De leerlingen
van groep 7 luisteren ademloos. „Je
moet mensen nooit meteen veroorde
len; iedereen heeft wel eens een zetje
nodig", legt meester Van der Linden
uit. De kinderen zijn stil. Als meester
Van der Linden aan de kinderen
vraagt waarom ze thuis de Koran le
zen en waarom ze naar de moskee
gaan, schieten een paar vingers om
hoog. 'Omdat je een goed mens wil
worden', zegt de een. 'Omdat je het
goede pad moet zoeken', zegt de an
der. „Precies", zegt de meester. „En de
een leest de verhalen in de Bijbel en de
ander in de Koran."
De regels die De Akker stelt aan leer
lingen hebben nog maar weinig te ma
ken met de oorspronkelijke protes
tants-christelijke identiteit van de
school, maar alles met de huidige on
derwijsvisie, stelt directeur Boot. Zo
mogen meisjes geen hoofddoek dra
gen in de klas. „Vlak voor ze de school
binnengaan, moeten ze de hoofddoek
af doen. Dat is een van onze huisre
gels. Niet om geloofsredenen, maar
het past gewoon niet in onze onder
wijsvisie."
Herkenbaar
Fractieleider Bas van der Vlies van de
Staatkundige Gereformeerde Partij,
immer op de bres voor het bijzonder
onderwijs, vindt dit onaanvaardbaar.
„Scholen die bijzonder willen zijn,
moeten ook zo herkenbaar zijn. Ook
achter het schoolbord je dat buiten
aan de muur hangt. Als je voor een be
paalde identiteit kiest, moetje daar de
consequenties aan verbinden en bij
voorbeeld een streng toelatingssys
teem toepassen. Laat je royaal ieder
een maar toe, ook niet-christelijke
kinderen, omdat de school dan lekker
volloopt en zo het aantal formatie
plaatsen en de bekostiging overeind
kan blijven, ben je verkeerd bezig. De
overheid moet dan ingrijpen."
Directeur Boot vindt het volkomen te
recht dat er binnen zijn school ruimte
wordt gegeven aan andere godsdien
sten. „Wij zijn geen school om kinde
ren te bekeren. Wij hebben vanuit ons
geloof een opdracht om mensen te hel
pen. Deze wijk is momenteel het putje
van Rotterdam. Drugs, geweld, pros
titutie. Als je hier tien minuten rond
loopt, verandert je wereldbeeld. Het is
niet makkelijk om in deze wijk een
school draaiend te houden. Ik ben blij
dat wij ons geloof hebben. Als ik tegen
een voetballiefhebber zeg: 'Feye-
noord', dan heeft hij daar een beeld
bij. Bij een protestants-christelijke
school hebben leerkrachten en ook
ouders meteen een beeld. Op de open
bare school hier vlakbij worstelen ze
daar ontzettend mee. Ze moeten zelf
een visie ontwikkelen. Dat lukt niet in
een achterstandswijk waar de moei
lijkste kinderen van het land in de klas
zitten en met twintig leerkrachten die
het onderling oneens zijn."
Frans van den Houdt
en Achille Prick
hoort sowieso niet thuis in de school
banken. Het werkt alleen maar in de
hand dat mensen lijnrecht tegenover
elkaar komen staan. Op een openbare
school zit iedereen door elkaar en zo
behoort het in een samenleving als de
Nederlandse ook te zijn. In 1917 is het
bijzonder onderwijs van de grond ge
komen, het zou mooi zijn als we er pre
cies honderd jaar la ter, in 2017 dus,
definitief afscheid van nemen.
Keuzevrijheid
Hebben de bijzondere scholen dan
toch reden voor vrees en staat de vrij
heid van onderwijs op losse schroe
ven? „Geen sprake van dat hieraan
wordt getornd", laat onderwijsminis
ter Loek Hermans via zij n woordvoer
der weten. „Er is geen enkele reden om
dit unieke systeem aan te passen.
Vooral voor een liberale minister is
keuzevrijheid een groot goed. In veel
andere Europese landen benijden ze
ons hierom. Het is wel duidelijk dat
het systeem verandert, omdat ook de
samenleving verandert. De identiteit
van bijzondere scholen bestaat er
steeds meer uit dat ze normen en
waarden aanwenden om zich bijvoor
beeld te onderscheiden als de beste
zwarte school in een achterstands
wijk." Ook voor D66, die de vrijheid
Vin onderwijs liefst zo ruim mogelijk
interpreteert, staat artikel 23 van de
grondwet absoluut niet ter discussie.
Oiderwijsspecialist van de partij Ur-
si« Lambrechts: „In dat artikel staat
dat onderwijs de aanhoudende zorg
vai de overheid verdient. Daar moet
je ongelooflijk blij mee zijn. Wat we
we! moeten doen is het systeem open
gooien. Artikel 23 moet geen gevange
nis worden voor het duale stelsel
(openbaar naast bijzonder onder
wijs). Hoe meer pluriformiteit hoe be
ter.'
Voor Lambrechts staat vast dat peda
gogische aanpak (bijvoorbeeld Jena
plan, Dalton, Montessori) steeds be
langrijker wordt voorscholen dan
godsdienstig karakter. „Voor de mees
te mensen speelt die hele verzuiling
geen belangrijke rol meer bij hun
schoolkeuze. Wat telt is of een school
dichtbij is, kwaliteit levert, kinderen
uit de buur. huisvest en wat de peda
gogische richting is. Het bijzondere,
godsdienstige karakter van scholen
zie je overal verwateren. Op die maat
schappelijke ontwikkeling moet je
verder borduren, niet op de verzuiling
T Teertig jaar lang dacht Maria Straalman (43) uit
V Apeldoorn dat ze gek was. Regelmatig verbleef ze
in psychiatrische instellingen, maar diagnoses ble
ken achteraf niet te kloppen. Nu weet ze waar de wer
kelijke oorzaak van haar problemen ligt. Maria is bo
venmatig intelligent.
Als meisje voelde Maria Straalman zich al anders. Ze
had voortdurend het gevoel dat ze extra haar best
moest doen om erbij te horen. Met gymnastiek werd
ze altijd als laatste gekozen. Verschrikkelijk vond ze
dat. „Ik voelde me anders dan andere kinderen, maar
ik wist niet wat de oorzaak was."
In het contact met andere kinderen voelde Maria
Straalman zich onbegrepen. Het maakte haar onze
ker en angstig. Na de mavo ging ze in Zutphen de op
leiding voor verpleegkundige doen. Leren was geen
probleem voor haar, één keer het boek doorlezen was
voldoende om alle examens te halen. Bijzonder vond
ze dat niet; ze dacht dat het bij iedereen zo ging.
Al snel bleek de praktijk heel wat weerbarstiger dan
de theorie. Maria Straalman trok zich de gebeurte
nissen in het ziekenhuis erg aan. 's Nachts droomde ze
dat ze baby's uit haar handen liet vallen en de contac
ten met artsen verliepen moeizaam. „Ik wilde wel on
der de mensen zijn, maar zag er sterk tegenop. Een
keer ben ik in de hal van het ziekenhuis de telefooncel
ingevlucht. Ik heb mijn moeder gebeld en haar ver
teld dat ik de afdeling niet meer op durfde."
Tijdens de opleiding raakte ze een paar keer over
spannen. Toch kon ze na het behalen van haar diplo
ma blijven, als subhoofd van de kraamafdeling. Ze
wilde zich graag groot houden, maar knapte volledig
af. Faalangst en een minderwaardigheidscomplex
hadden weinig van haar overgelaten. Een donkere
periode in haar leven begon, waarin ze met tussenpo
zen in diverse psychiatrische instellingen verbleef.
Manisch depressief, was het etiket dat ze kreeg opge
plakt, pillen moesten haar weer op de been zien te
krijgen. Na de periode van opnames volgden nog twee
jaar dagbehandeling en vervolgens een jarenlange
begeleiding door psychiaters. In die tijd leerde Maria
Straalman haar man kennen. „Hij was de eerste per
soon in mijn leven die mij nam zoals ik was. Na een
jaar zijn we getrouwd."
Thuistest
Ze heeft inmiddels een zoon en een dochter. Op school
bleek dat ook haar kinderen in hun gedrag anders
waren dan hun groepsgenootjes. Testen toonden aan
dat ze allebei een heel hoog IQ hebben. Maria Straal
man begon boeken te lezen over hoogbegaafdheid en
herkende veel van de problemen die ze zelf had mee
gemaakt. In een van de boeken zat een thuistest. Ze
vulde deze in en werd door Mensa, een vereniging van
hoogbegaafde mensen, uitgenodigd om in Utrecht
nog een test te komen doen. Daaruit bleek onomstote
lijk dat ze hoogbegaafd is.
„Het was een geweldige schok voor mij. Ik heb altijd
gedacht dat ik gek was. De opnames en het gebruik
van medicijnen bevestigden dat. Nu ging er een we
reld voor me open. Ik voelde mij nooit begrepen, maar
dat kwam niet doordat ik gek wasmaar omdat ande
re mensen gemiddeld waren. Ze konden mij niet vol
gen, omdat ik heel snel kon denken, dus het onbegrip
was terecht, het lag inderdaad bij mij, alleen was ik
niet gek maar heel intelligent."
Op de bijeenkomsten van Mensa voelde Maria Straal
man zich wel begrepen. Aanvankelijk was ze schuch
ter; ze had immers alleen mavo en was met moeite
verpleegkundige geworden. Maar al snel voelde ze
zich er thuis. „De Mensa-leden hadden geen moeite
mij te volgen. Ze vonden mij niet vreemd. Het gaf me
een enorme kick. Eindelijk hoefde ik mij met aan te
passen of op mijn woorden te letten."
Maria Straalman vroeg aan haar psychiater of ze een
second opinion mocht laten doen. Daaruit bleek dat
ze niet manisch-depressief was. „Door alles wat ik
heb meegemaakt, kun je natuurlijk wel beschadigd
raken, ik acht dat niet uitgesloten, Nooit hebbenze de
goede diagnose gesteld, daarvan ben ik overtuigd.
Voor mezelf heb ik nu alles een plekje kunnen geven,
Ik begrijp waarom ik verjaardagen verschrikkelijk
vind. Al dat gepraat over ditjes en datjes, na een
kwartier wil ik al weg. Ik verweet mijzelf altijd, dat ik
niet tolerant genoeg was."
Hoogbegaafdheid - „een rotwoord, vind ik" - is vol
gens Maria Straalman nog steeds een groot taboe.
„Het onbegrip van de buitenwereld is afschuwelijk.
Je wordt gauw gezien als iemand die het hoog in de
bol heeft en dat is niet zo. Het doet mij vreselijk pijn
als ik zie dat mijn kinderen dezelfde dingen meema
ken als ik destijds."
Berend van de Sande