Staatszaken met luit
binnen handbereik
Musical Cheops brengt
magie Egypte tot leven
Weg met de voorspelbaarheid
Nieuwe Paljas een genoegen
Constantijn Huygens'
muziek op nieuwe cd
Boy Edgar Prijs
voor Sean Bergin
en nieuwe cd-
uitgave van de
muziek van
Constantijn Huygens is een
belangrijke gebeurtenis.
Anderen schreven kerk- of
hofmuziek, maar hier
spreekt een componist die,
gis financieel onafhankelijk
amateur, met niemand
rekening hoefde te houden.
Van zulke muziek is in de
Lage Landen van de 17de
eeuw geen tweede voorbeeld
{e vinden.
Utricia Ogle was een bevalli
ge, muzikaal begaafde
17de-eeuwse jonge vrouw aan
wie een bewonderaar een ge
dicht wijdde dat als volgt be
gint: lek seid haer, singt: sij
song; en ick Beswymde schier
van vreughd en schrick Dat
iingen en dat wesen Benam mij
chiermijn wesen. De bewonde
raar liep tegen de vijftig toen hij
fleze regels schreef. Hij heette
Constantijn Huygens.
Eén van de meest geniale, veel
zijdige persoonlijkheden in on
ze geschiedenis, bovenal be
kend als staatsman en dichter,
maar ook een geestdriftig ama
teur-musicus, was door de
Inooie Utricia - twintig jaar jon
ger dan hij - danig uit zijn even
wicht gebracht. Hij leerde haar
in 1642 kennen, vijf jaar na de
dood van zijn vrouw (tevens één
van zijn nichten) Suzanne van
Baerle. Hij schreef Utricia brie
ven en gedichten als een verlief
de puber. Musiceerde vaak met
taar, waarbij hij haar tegenover
de buitenwereld 'mijn leerlinge'
noemde. En.droeg aan haar de
'Wthodia Sacra et Profana' op,
de enige van zijn composities
die hij liet publiceren.
Kort voor zijn dood in 1687 no
teerde Constantijn Huygens dat
hij ongeveer achthonderd com
posities had geschreven. Alle
manuscripten gingen naar zijn
zoon Christiaen. Niets is ervan
teruggevonden. Gelukkig wa
ren de 'Pathodia' gepubliceerd,
een collectie Latijnse psalmen,
Franse 'airs' en Italiaanse aria's.
Zodat we tenminste over één be
wijs van Constantijn Huygens
muzikale begaafdheid beschik
ken. Mede dankzij Utricia. Was
zij er niet geweest, dan hadden
we misschien zelfs die ene com
positie moeten missen. Meteen
fiadat het werk gedrukt was
Stuurde Huygens haar een ex
emplaar toe.
tussen Utricia Ogle en Con
stantijn Huygens is het niets ge
worden. Misschien had hij het te
druk met staatszaken, nam hij
te vaak deel aan veldtochten of
klikte het gewoon niet. Utricia
trad in 1645 in het huwelijk met
William Swann, een Britse ka
pitein in Nederlandse dienst.
Maar de vriendschap met Con
stantijn Huygens bleef (op af
stand) bestaan.
Verwarrend
Sommige schrijvers van oudere
geschiedenisboeken waren zo
ónder de indruk van Constan
tijn Huygens' activiteiten als
staatsman en van zijn producti
viteit als dichter, dat ze verga
ten gewag te maken van zijn
ïhuzikale kwaliteiten.
Volstrekt onbegrijpelijk is dat
niet. Het leven van Constantijn
Huygens, zoon van een voor
aanstaand secretaris van de
Raad van State en vader van een
beroemd natuurkundige, was
Veelzijdig, gecompliceerd en
Verwarrend.
De tijd die hij aan muziek be
steedde, spelend of compone
rend, was echter ook aanzien
lijk. Al toen hij zeven was
bespeelde hij de viola da gamba
en de luit, die zijn favoriete in
strument werd. Twaalf was hij
toen hij zich aan het klavecim
bel zette en op hoge leeftijd wil
de hij nog gitaar - toen plotse
ling in de mode - leren spelen.
Het viel Huygens makkelijk tij
dens zijn vele diplomatieke rei
zen in contact te komen met de
meest prominente musici. Hij
correspondeerde ook met talrij
ke componisten en wisselde met
hen, leergierig als hij was, vaak
composities uit Tijdgenoten
noemden hem zelfbewust en
trots. Toch getuigt het van onze
kerheid, dat hij eens een frag
ment uit de 'Pathodia Sacra et
Profana' - zeven jaar voordat hij
het werk liet publiceren - naar
de Franse wijsgeer en musico
loog Mersenne stuurde zonder
dat hij er voor uitkwam dat hij
die noten zelf gecomponeerd
had. Huygens schreef, dat hij
die muziek ergens had gevon
den en vroeg Mersenne of deze
wist wie het geschreven had en
wat hij er over dacht. Het ant
woord kennen we niet.
Maar toen de fraaie uitgave van
de 'Pathodia', die hij bij Robert
Ballard in Parijs had laten
drukken, eenmaal voor hem lag
was hij zo trots als een pauw.
Niet alleen de beminde Utricia
stuurde hij een exemplaar, ook
talrijke bekende componisten
uit zijn omvangrijke internatio
nale kennissenkring ontvingen
er een. Huygens gebruikte de
uitgave ook als relatiegeschenk
voor onder anderen enkele vor
stinnen: de muziekhistoricus
Rudolf Rasch noemt koningin
Christina van Zweden, konin
gin Maria Gonzaga van Polen,
en koningin Henrietta Maria
van Engeland. 'De fraaie melo
dische lijnen, de gedurfde har
monieën en de volmaakt
verzorgde prosodie bleven in
Huygens' tijd niet onopge
merkt', schrijft Frits Noske, een
Nederlandse musicoloog die
zich diepgaand met dit werk
heeft beziggehouden. Vele tijd
genoten van de voorname gele-
genheidstoondichter uitten in
brieven hun bewondering, on
der wie de componisten Frober-
ger en Champion de Chambon-
nières.
Constantijn Huygens was als
dichter aan zijn taalgebied ge
bonden, maar met zijn muziek
kon hij zich internationaal ma
nifesteren. Die muziek zelf was
ook internationaal van karak
ter. De Franse muziek sprak
hem zeer aan, maar nog meer de
Italiaanse toonkunst, die hij op
enkele reizen had leren kennen.
Vooral deze invloeden doen zich
gelden in de 'Pathodia Sacra et
Profana'. Rudolf Rasch, aan
wiens uitvoerige essay bij de
nieuwe cd-uitgave hier diverse
gegevens zijn ontleend, vertaalt
het eerste woord van deze titel
treffend als 'gevoelsliederen'.
'Gewijde en wereldlijke ge
voelsliederen', dat past inder
daad goed bij deze muziek.
Want niet alleen de zeven Fran
se en twaalf Italiaanse liederen,
ook de twintig Latijnse psalmen
zijn stromen van expressiviteit,
soms luchtig, soms enigszins
pathetisch. Ze vormen een col
lectie, die in de muziek van de
Lage Landen een unieke plaats
inneemt.
In 1979 kwam op initiatief van
Klaas Posthuma van EMI Ne
derland (toen nog Bovema) de
eerste opname van dit werk tot
stand. Elly Amèling en Max van
Egmond hadden de onderdelen
van de cyclus verdeeld. Hun
fraaie stemmen en soepele,
beeldende voordracht van deze
muziek - begeleid op klavecim
bel, luit en viola da gamba -
oogstten veel bewondering. De
nieuwe uitgave van NM Classics
heeft een paar voordelen, maar
overtreft de oude zeker niet op
alle punten. Of het feit dat nu
niet twee maar vier zangers de
'Pathodiauitvoeren in dit geval
een winstpunt is valt te twisten.
Daarbij is vooral het aandeel
van de tenor Nico van der Meel
puur in vocaal opzicht voor dis
cussie vatbaar.
Van der Meer en de mezzoso
praan Wilke te Brummelstroete
nemen de wereldlijke liederen
voor hun rekening, de bas Peter
Kooij en de sopraan Anne
Grimm de psalmen. Bovendien
is voor de eerste categorie een
klavecimbel en voor de tweede
een orgel gebruikt. Dat is zeker
een zinvolle en qua contrast
werking aantrekkelijke oplos
sing.
Over het geheel genomen kan
gezegd worden dat de nieuwe
productie de muziek iets beel
dender weergeeft, waarbij
twintig jaar ervaring in het uit
voeren van vroege barokmuziek
- vooral Monteverdi en zijn
kring-zeker meetelt. Wat overi
gens allerminst betekent dat
wat Elly Ameling en Max van
Egmond in 1979 lieten horen
achterhaald is.
Vragen
Intussen zijn een paar vragen
rond de 'Pathodia Sacra et Pro
fana' nog niet beantwoord.
Waarom heeft Huygens voor een
publicatie van juist deze vreem
de combinatie van psalmen en
vaak luchtige, wereldse liede
ren gekozen? Waarom heeft hij
niet omgekeken naar al die hon
derden andere composities van
zijn hand en plotseling deze col
lectie op luxueuze wijze in Pa
rijs laten uitgeven? Was dit
hoofdzakelijk een eerbetoon
aan de charmante Utricia, of
een relatiegeschenk? Of wilde
hij toch een klein monument
voor zichzelf als componist cre-
eren?
Aad van derVen
Constantijn Huygens'Pathodia Sa
cra et Profana'. Anne Grimm (so
praan), Wilke te Brummelstroete
(mezzosopraan), Nico van der Meel
(tenor). Peter Kooij (bas), Leo van
Doeselaar (orgel), Siebe Henstra
(klavecimbel), Mike Fe7itross (the-
orbe) en Mieneke van der Velden
(viola da gamba) - NM Classics
(2 cd's).
De opera 'I Pagliacehi' dankt
zijn populariteit gelukkig
niet alleen aan het feit dat hij zo
kort is. Leoncavallo schiep
domweg een bondig meester
werk. De bekendheid komt
vooral dankzij de legendarische
tenor Enrico Caruso, die begin
vorige eeuw met zijn vocale
vuurwerk, dankzij een toen re
volutionaire vinding, de muziek
onder het volk bracht: de gram
mofoonplaat. Vooral de aria
'Vesta la Giubba', een opname
waarbij de componist zelf be
trokken was, werd een soort hit.
Een splinternieuwe opname
ontstond vorig jaar onder lei
ding van Riccardo Chailly, die
daarmee andermaal bewijst
hoezeer hij het Koninklijk Con
certgebouworkest thuis maakte
in de wereld van de Italiaanse
opera. Trouwens ook het Groot
Omroepkoor is mede dankzij de
VARA Matinees hoorbaar uit
gegroeid tot een doorgewinter
de groep operakoor. Zeker in dit
verhaal waarin het een Italiaan
se dorpsbevolking getuige laat
zijn van een crime passionel
binnen een groepje komedian
ten. Maar zeker zo vreugdevol is
de aanwezigheid op deze cd van
José Cura, die hier als Canio, of
wel Paljas, bewijst tot de aan
stormende nieuwe generatie
grote tenoren te behoren. En
niet te vergeten Carlos Alvarez,
die als Tonio een pakkende pro
loog zingt. Met Barbara Frittoli,
Simon Keenlyside en Charles
Castronvo als Nedda, Silvio en
Beppe komt dit drama, dat uit
het Italiaanse dorpsleven zou
zijn gegrepen, zelfs op de cd bij
na zichtbaar tot leven. En dat is
wat van zo'n hoogtepunt uit het
'verismo' mag worden ver
wacht.
Hans Visser
'1 pagliacci', opera van Ruggero Le
oncavallo. Decca 467 086-2 Tijd
73.05. In het kader van de actie
'Aangenaam, klassiek' 20.- kor
ting t/m 28 januari.
donderdag 25 januari 2001
Portret van Constantijn Huygens en zijn vrouw Suzanne van Baele door Jacob van Campen.
Veel is er niet over hem be
kend. Wat we wel weten, is
dat hij een kleine drieduizend
jaar geleden de grootste pirami
de bouwde. De glorie van Che
ops herleeft in een musical die
29 januari deels te zien is in het
Rijksmuseum van Oudheden in
Leiden. Deels, want de produc
tie staat nog altijd in de steigers.
Pas wanneer er voldoende be
langstelling blijkt te bestaan,
kan 'Cheops de musical' klaar
gestoomd worden voor de pre
mière in het najaar van 2002.
Auteur Roel Pieters en compo
nist Edwin Schimscheimer zien
zo'n complete productie hele
maal zitten. ,,Maar je hoort mij
niet hardop zeggen dat het defi
nitief doorgaat", zegt Pieters.
,,Dat doe ik uit zelfbescher
ming. De muziek die Edwin tot
nu toe geschreven heeft, geeft
mij een bijzonder gevoel. De
vraag is alleen of dat komt om
dat wij het verzonnen hebben of
omdat ze echt goed is."
Volgens Schimscheimer heeft
de voorstelling-in-wording in
ternationale potentie. Het the
ma en het verhaal zijn univer
seel", stelt hij. „De musical is
ongeveer voor de helft klaar. Om
de voorstelling te kunnen pro
duceren, hebben we de steun
van mensen met kennis van za
ken nodig. Er moet een stukje
know-how bij komen, want het
produceren van een musical is
een aanslag op je leven."
Roel Pieters heeft zijn sporen
verdiend met het schrijven van
comedy's voor televisie. Hij le-
verde afleveringen voor series
als 'De Vlaamsche Pot' en 'Op
passen'. „Maar mijn hart ligt bij
de musical omdat je daarin alle
theaterdisciplines kunt verwer
ken. Ik ben op zoek gegaan naar
een onderwerp dat dicht bij me
zou liggen. Ik kwam in het oude
Egypte terecht en toen vielen de
stukjes van de puzzel op de goe
de plek." Het verhaal rond Che
ops speelt zich hoofdzakelijk af
in de Ark van Thot, een mysteri
euze ruimte die volgens de des
kundige Edward Casey pas na
het jaar 2000 na Christus zal
worden gevonden. Casey deed
die voorspelling in de jaren
veertig van de vorige eeuw on
der hypnose. „In onze musical
wordt die kamer van kennis ge
vonden", vertelt Pieters. „Maar
eigenlijk gaat deze voorstelling
over de ultieme liefde. Op onze
eigen manier proberen wij het
mysterie van Thot en van Che
ops te ontrafelen."
Discussie
De periode waarin Cheops leef
de, zorgt voor veel discussie on
der egyptologen. Er is te weinig
bekend om tot een realistische
reconstructie van die tijd te ko
men. Toch hebben Pieters en
Schimscheimer de egyptoloog
Huub Pragt in de arm genomen
om tot een historisch verant
woorde interpretatie van het
Cheops-tijdperk te komen. „We
willen de setting zoveel moge
lijk baseren op feiten.
Pragt liet zich al snel meeslepen
door de plannen van het duo. Hij
wil Pieters en Schimscheimer
op het artistieke vlak geen stro
breed in de weg leggen, „Het
blijft water bij de wijn doen",
zegt hij. „Ik moet ervoor zorgen
dat ze niet teveel uit de bocht
vliegen. Toen ik het script las,
kon ik zien dat het qua details
niet helemaal uit de duim gezo
gen is Op sommige momenten
vind ik het verhaal echter iets te
algemeen oud-Egyptisch; dat
zou ik specifieker willen."
Anderhalf jaar geleden is het
idee voor de musical al eens ge
presenteerd aan Robin de Levi-
ta van het theaterbedrijf van
Joop van den Ende. Hij stimu
leerde de makers om verder te
gaan met het ontwikkelen van
de productie. „We willen het
doorgaan van deze musical niet
laten afhangen van één produ
cent. Daarom houden we een
mooie presentatie voor mensen
die ons misschien verder kun
nen helpen,"
Voor Edwin Schimscheimer
komt 'Cheops' op het juiste mo
ment in zijn leven. Hij was eer
der betrokken bij musicals als
'Willeke', 'Carlie' en 'The sound
of Motown'. „Met de ervaring
die ik heb opgedaan in het verle
den, creëer ik dingen die op mijn
pad komen waarmee ik verder
kan", zegt hij. „In deze musical
kan ik heel veel elementen van
mijn talent laten samenkomen.
Op die manier kan ik mijn po
tentieel steeds beter inkleuren."
Hij combineert volksmuziek
met symfonische muziek. „Ik
verwerk er primitieve instru
menten als de fluit, de harp en
de tamboerijn in. Maar ik ge
bruik ook elementen uit de pop
muziek. Het liefst zou ik de mu
ziek'willen opnemen met het
London Symphony Orchestra.
Voorlopig moeten we het doen
met een begeleidingsband die ik
zelf maak."
Tijdens de presentatie in het
Rijksmuseum van Oudheden -
waar de tentoonstelling 'Farao's
van de zon' momenteel te zien is
- presenteren de makers een se
lectie uit het materiaal dat er nu
al is. Sterren als Ernst Daniël
Smid, Henk Poort, Nurlaila Ka-
rim en Jérome Reehuis brengen
er 'Cheops' tot leven. „Iedereen
doet vrijwillig mee omdat ieder
een gelooft in dit idee." Wordt
het licht definitief op groen ge
zet voor de musical, dat zijn er
zeven tot acht maanden nodig
om het stuk af te maken.
Martin Hermens
Componist Edwin Schimscheimer (I) en auteur Roel Pieters over Cheops: „Het produceren van een
musical is een aanslag op je leven." foto Roland de Bruin
Sean Bergin heeft dit jaar de VPRO/Boy
Edgar Prijs gewonnen; deze week is de
Örijs in Haarlem aan hem uitgereikt. Jaar-
Ijks wordt deze toegekend aan een instru
mentalist, componist, arrangeur of
orkestleider op het gebied van jazz en geïm
proviseerde muziek. In het juryrapport
wordt de uit Durban, Zuid-Afrika, afkom
stige saxofonist/componist onder meer ge
teemd om zijn bereidheid invloeden uit an
dere culturen in zijn muziek op te nemen.
..Zij kunnen mij uit Afrika gooien, maar zij
kunnen Afrika niet uit mij gooien", zegt
Bergin, die als blanke Zuid-Afrikaan op
groeide met het (zwarte) ritme van de straa t
Bergin's muzikale horizon is breed. Sinds
zijn komst naar Amsterdam in 1975 be
weegt hij zich in de ook internationaal ge
teemde Nederlandse kringen der geïmpro
viseerde muziek. Eerst in de Surinaamse
koek, waar hij zich sociaal en muzikaal me
teen thuis voelde. „In Kaapstad wordt er
óijna dezelfde muziek gemaakt als in Para
maribo." Hij stak vervolgens veel op van
Misha Mengelberg, Theo Loevendie en Wil
lem Breuker.
Bi 1988 bracht Bergin met zijn eigen groep
M.O.B. Kids Mysteries uit, een cd met louter
óigen composities die door velen als één van
de meesterwerken in de geïmproviseerde
riuziek wordt beschouwd. „Kids Mysteries
Saxofonist Sean Bergin over de Boy Edgar Prijs: „Dit is een goede schop onder mijn kont."
foto Lex van Rossen
was mijn mooiste plaat tot nu toe. Ik heb er
toen heel hard aan gewerkt, omdat ik vond
dat er iets moest gebeuren Ik ben toen
streng voor mijzelf geweest. Soms zat ik tot
vier uur 's nachts in een gehuurd kamertje te
schrijven op piano. Nee, ik bedenk de arran
gementen niet fluitend, zoals Misha Men
gelberg. Die heeft een absoluut gehoor."
Het typeert Bergin dat de volgende officiële
M.O.B.-cd (Copy Cat) pas elf jaar later ver
scheen. „Je moet tegenwoordig wel iets uit
brengen, anders zit je niet in de markt", ver
telt Bergin. „Ik ben daar nooit zo bewust
mee bezig geweest. Maar een nieuwe cd is
een mooi doel, een uitdaging om weer nieu
we stukken te gaan maken. Net zoals deze
prijs een goede schop onder mijn kont is. Ik
kan nu niet de slappe lui gaan uithangen.
Nu moet ik het ook waarmaken."
Aan structuur en voorspelbaarheid heeft
Bergin een broertje dood. Dat blijkt ook tij
dens het interview dat thuis in zijn Amster
damse woonboot plaatsvindt. Midden in
een antwoord op een vraag staat hij op om
knoflook te gaan pellen en lamsvlees in de
sudderpan te gooien. Impulsief karakter?
„Ik kom uit de hippie-tijd. Heb altijd van
anarchie gehouden. Dat druk je uit in je
kunst. Dat doorbreken van structuren heb
ik van Charles Mingus, door wie ik vooral in
het begin beïnvloed was. Hij gebruikte een
hele eenvoudige riff en bouwde daar een
compleet stuk mee. Stukken zijn vehikels
voor improvisatie, waarmee ik dan weereen
collage met mijn muzikanten maak."
Aan de muzikanten van M.O.B. kan en wil
Bergin de wet niet voorschrijven, hetgeen
niet zo gek is met zulke gerenommeerde in
strumentalisten als Tobias Delius, Eric Boe
ren, Wolter Wierbos en Franky Douglas. „Ik
neem bepaalde ideeën voor composities mee
naar de repetitie om te kijken of het iets is.
Zo gebruik ik mijn collega-muzikanten als
meetlat. Ik vertrouw ze. Het zijn goede mu
zikanten en ik speel al heel lang met ze."
De muziek van Bergin is geworteld in jazz,
maar verder grenzeloos. In het nummer Pol
len/Koolzaad is het bijvoorbeeld alsof er
drie verschillende fanfare-orkesten op een
draaiendè draaimolen staan te spelen. Ziet
hij zichzelf eigenlijk wel als jazzmusicus?
„Ja, iedere zondag. In café de Engelbewaar
der. Daar speel ik dan samen met Paul Stoc-
ker de meer traditionele swingjazz. In A
Sentimental Mood en zo. Voor de lol en toch
heel leerzaam. Maar met M.O.B zit ik niet in
dat tijdperk. Ik maak liever eigen nummers.
Sean Bergin-achtige muziek. Te veel bands
spelen covers. Het is een beetje lui en je zet
jezelf er mee vast. Weer een Flashback to
Duke Ellington: wie wil dat nou horen? De
jongens van toen hebben dat toch al heel
goed gedaan?"
Strijd
Voor de bijna 53-jarige Bergin blijft het
evenwel een strijd om van zijn muziek te
kunnen leven. „Zo gaat dat met creativiteit.
Ik maak nu eenmaal geen easy listening. De
rotzooi die bijna overal uit de speakers komt
is eigenlijk heel dom. Domme liefdesliedjes.
Niet interessant. Negentig procent van de
wereld hoort muziek, maar luistert niet.
Stravinsky spelen in een café: dat accep
teert men gewoon niet. Dat komt omdat het
uitnodigende muziek is. Muziek die
vraagt."
Op de vraag wat Bergin gaat doen met de
25.000 gulden die verbonden is aan de Boy
Edgar-prijs, antwoordt hij resoluut: „Mijn
dochter bezoeken in Austin, Texas."
Rick Treffers