Klodders verf op de deurpost Gustav Rau biedt vijf eeuwen schilderkunst Francis Bacon in Den Haag donderdag 25 januari 2001 ijn leven lang zorgde Francis Bacon voor opschudding. Dat begon alcoholmisbruik, de gokzucht en de decadentie. Maar zelfs na zijn dood reeds als puber, toen zijn vader hem dansend in het ondergoed van kleeft aan de naam Bacon nog schandaal. Het Gemeentemuseum in Den mama betrapte. Daarna kwamen de homoseksuele affaires, het Haag biedt een overzichtsexpositie van deze fascinerende schilder. Nooit ging de kunst van Francis Bacon (1909-1992) onopgemerkt voorbij. Dat was al zo toen de jonge Ier begin ja ren '30 zijn zelf ontworpen meu belen presenteerde, en zo ver liep het de rest van zijn leven. Nog maar net begonnen met schilderen, kreeg zijn werk 'Cnicifixion' in 1933 een plek (naast Picassoin 'Art Now' een overzichtsboek van de ge zaghebbende kunsthistoricus Herbert Read. Vanaf dat mo ment was Bacon iemand om re kening mee te houden Francis Bacon, de kunstenaar die vanwege de slechte kritie ken - op tien doeken na - al zijn werk uit de periode voor de Tweede Wereldoorlog vernie tigde. Die figuratief ging schil deren op het moment dat het ab- stract-expressionisme van Jackson Pollock, Willem de Kooning en Mark Rothko de kunstwereld domineerde. Die niettemin in 1948 een schilderij verkocht aan het Museum of Modern Art in New York en twee jaar later aan de Tate. Een auto didact, die van Michelangelo, Rembrandt, Degas, Monet, Van Gogh en Picasso hield, maar zelf bij voorkeur foto's en kranten knipsels als uitgangspunt voor zijn werk nam. Eindjaren '50 kreeg hij soloten toonstellingen in Milaan, Rome, Parijs en New York. En vanaf begin jaren '60 ontving hij as tronomische bedragen voor zijn werk; geld dat hij er met even veel gemak weer doorheen joeg. Aan drank, decadente feesten, casinobezoek, luxe hotels en vervoer per Rolls Royce. Francis Bacon is als persoon even bizar als fascinerend. Zijn jeugd in en om Dublin moet ui termate ongelukkig zijn ge weest. Hij was astmatisch en zijn vader - een gepensioneerde legerofficier en nadien paar denfokker - vond hem een zwakkeling; ranselde hem af met de zweep om hem te harden. Op school wilde het ook niet vlotten. Hij spijbelde veel, kreeg een tijd privé-les en belandde uiteindelijk op kostschool. Francis voelde zich aangetrok ken tot mannen en deed homo seksuele ervaringen op met stal Francis Bacon: The human figure in motion, 1965 knechten die bij zijn vader in dienst waren. Als papa hem be trapt, dansend in zijn moeders ondergoed voor de spiegel, is het huis letterlijk te klein. Nog maar 16 jaar oud vertrekt hij naar Londen. Daar houdt hij zich overeind met losse baan tjes, zoals butler. Een belangrijke rol in zijn ver dere ontwikkeling speelt Eric Hall, een rijke gehuwde zaken man en kunstmecenas, die zich vanaf 1929 over Bacon ontfermt - ze onderhouden gedurende vijftien jaar een seksuele relatie - en die de jongeman en passant cultureel bijspijkert. Hall steunt hem ook financieel. Hij koopt zijn meubelen, later zijn schilderijen en brengt een groepstentoonstelling 'Young British Painters' in 1937 tot stand. In diezelfde tijd houdt Bacon er nog een andere gelief de op na. de kunstenaar Roy de Maistre, die hem leert schilde ren. Tegenwoordig wordt Francis Bacon in één adem met Henry Moore tot de belangrijkste na oorlogse Britse kunstenaars gerekend. Zijn relatief kleine oeuvre bestaat uit vervormde portretten, bewegende figuren en verstoorde beelden. Het is een universum van pijn, een zaamheid, genot en angst; een weerspiegeling van zijn eigen leven en dat wat hij om zich heen waarneemt. Bacon ge bruikt foto's uit kranten, tijd schriften en boeken als 'Animal Locomotion' en 'The Human Fi gure in Motion', illustraties die duidelijk herkenbaar zijn in zijn schilderijen. Boksers, voetbal lers, wilde dieren, alles kan als inspiratiebron dienen. De fotograaf John Deakin, die hij kent uit de pub, maakt op Bacons verzoek talloze foto's van vrienden en vriendinnen die hij vervolgens op zijn eigen wij ze zal portretteren. Een filmstill van de beroemde trappenscène in 'Pantserkruiser Potemkin' met het gillende kindermeisje, hangt in de jaren '50 aan de muur in zijn atelier en doet zich gelden in diverse schilderijen met schreeuwende mensen. Monden kunnen hem toch al eindeloos fascineren: hij bestu deert boeken van mondziekten. Pas in de jaren '70 gaan homo seksuele thema's een rol in Ba cons werk spelen. Foto's van naakte worstelaars worden om gevormd tot mannen, rompen meer, in een seksuele omstren geling op bed. Zijn levenspart ner George Dyer staat in die tijd model voor vele naaktschilde- rijen. De volkse, licht criminele Dyer heeft in 1964 de plek inge nomen van Bacons vorige geliefde, de alcoholverslaafde Peter Lacy, die zich twee jaar eerder in Tanger letterlijk heeft doodgezopen. Over de kennismaking met Dyer is in de film 'Love is the devil' te zien hoe deze als klungelig in breker 's nachts door een enorm lichtvenster het atelier van Ba con binnen valt. De kunstenaar wordt er wakker van, neemt de plek. In dit atelier, waar Bacon van 1961 tot aan zijn dood in 1992 heeft gewerkt, lag het af val en vuil van dertig jaar ver spreid: oude kranten, foto's, muntstukken, lege flessen, uit gedroogde verfkwasten, leegge- knepen tubes en proppen papier. Tegen de Franse kunst criticus Michel Archimbaud, zei Bacon in 1991: ,,Deze troep rond ons is ongeveer zoals mijn geest; het geeft een goede indruk van wat er in mij omgaat, zo is het precies, dit is mijn leven." Het gespecialiseerde team van conservatoren en archeologen dat in juli 1998 het verlaten atelier in gezelschap van een fo tograaf betrad, had het gevoel alsof er een bom was ontploft. Muren en deurposten besmeurd met verf, eertijds door Bacon spottend „mijn meest abstracte schilderijen" genoemd. De toe gangsdeur gebruikt als enorm palet met dikke klodders verf en mengsels daarvan. Maanden is het team bezig geweest om - als bij een opgraving - elke foto- snipper, elke dop van een tube, capsule van een melkfles en tot prop verwrongen stuk papier in kaart te brengen, te fotografe ren, analyseren en documente ren. Als een kostbaar kleinood werden 8000 iteins vervolgens in dozen verzameld. Discretie Dat alles gebeurde met de grootst mogelijke discretie. Want nadat Bacons enige erfge naam het complete atelier aan het museum de Tate Gallery in Londen had aangeboden en de ze instantie nauwelijks reageer de, schonk John Edwards het tenslotte aan The Hugh Lane Gallery of Modern Art in Dub lin. De Ieren, toch al niet rijk be deeld met helden (die worden a la Shaw, Wilde, Yeats, Joyce en Becket schaamteloos door de Engelsen geconfisqueerd) za gen hun kans Bacon met terug werkende kracht als zoon van Dublin in te lijven. Coos Versteeg Expositie Francis Bacon in Ge meentemuseum Den Haag: 27 jan t/m 13 mei, di. t/m zo. 1 lr 17 uur. Illustratie uit het boek Bacon in situatie op en zegt dan laconiek zoiets als: ,,Nou, blijf je daar staan of kleed je je uit en kruip je bij me in bed?" Want seks be heerst het leven van Bacon evenzeer als schilderen, drinken en gokken. Atelier Het leven van Francis Bacon en zijn nihilistische vrienden uit het Soho-cireuit is in vele op zichten een puinhoop geweest. De meeste deelnemers aan dit voortwoekerende feestbestaan zijn vroegtijdig overleden, aan drank, drugs of door zelfmoord, zoals in het geval van George Dyer. ,,De mensen om mij heen overlijden bij bosjes", beklaag de Bacon zich in 1975. Zelf stierf hij pas op 28 april 1992-82 jaar oud-aan een hart aanval in Madrid. Hij liet zijn laatste vaste vriend John Ed wards een vermogen van naar schatting 11 miljoen Britse pon den na. Plus een atelier. Bacons armetierige atelier op Reece Mews 7 in Londen, Ken sington was een afspiegeling van zijn leven: een leeg, Spar taans woon/slaapvertrek en een vervuilde zwijnenstal als werk Giandomenico Tiepolo: Jonge vrouw met bloemen, 1780-1790 Jan Mandyn: De verzoeking van de Heilige Anthonius, circa 1550 Zo zijn twee ikoon-achtige paneeltjes de vroegst bekende werken van Fra Angelico (15e eeuw). Een gevoelig portret van een jonge vrouw, in trant verwant aan Da Vinci, is het vroegst beken de van Bernardo Luini. Dramatiek bieden een doek van Guido Reni met David die de verslagen Goliath onthoofdt en van Giovanni Caracciolo met Jozef die de vrouw van Potifar afwijst. In de catalogus worden de bijbelse voorstellingen toe gelicht. Bologna was in de 16e eeuw een centrum van schilderkunst. Een museum met marmeren binnenwanden bewijst dat daar. Een dochter van een leerling van de Bolognees Reni, Elisabetta Sirani, is in de Kunsthal vertegenwoordigd met een vrouwelijke halffiguur die 'de muziek' ver beeldt, mogelijk een geschenk voor de muziekle raar van Elisabetta. Onbekend is de maker van een zeer realistisch portret van een oude vrouw- Bij de 18e-eeuwers is een verfijnde Bellotto. Min der bekend dan Giambattista Tiepolo is zijn zoon Giandomenico, die met een eigen trant niet voor zijn vader onderdoet. Van hem hangt er een char mant, ongekunsteld portret van een j onge vrouw. Op een veiling kocht Rau een Veronica, een pa neel dat als een Van der Weyden werd aangebo den. Later bleek dat het een werk van Colyn de Coter is. Dat maakt de marktwaarde negen tien de lager, maar het schilderij is er niet minder op. dus Rau liet het maar zo. Bij de 'Vlaamse en Hol landse school' hangt een 'Verzoeking van de Hei lige Antonius' door Mandyn met gegriezel in de trant van Hieronymus Bosch. De landschapjes van Jan van Goyen en Samuel Ruysdael zijn mooi maar minder zeldzaam dan een breed ge schilderd meisje van Judith Leyster, die lang in de schaduw van Frans Hals heeft gestaan. Fransen Bij de modernere Fransen hangen twee Corots, waaronder een ongewoon vrouwenportret min of meer in grisaille. Merkwaardig is ook een land schap met twee mannelijke naakten door Bazil- le, een in Nederland weinig bekende 19e-eeuwer. Een van de belangrijkste schilderijen is een land schap van Cézanne. Bij de pastels van Degas is een treffend zelfportret van de bejaarde, blind wordende schilder. Monet, met zes werken verte genwoordigd, hield niet alleen van een kabbe lende Seine maar ook van locomotieven en van constructies zoals een houten brug, een doek uit 1872 in deze collectie. Een bijzonder werk is een sneeuwlandschap. Pissaro en Sisley zijn wat minder populair dan de bonbonzoete Renoir, die als het gezicht van de expositie wordt gebruikt, maar ze zijn hier even als de 'Nabis' (Bonnard, Vuillard) verheugend goed vertegenwoordigd. Een atelier-interieur van Félix Vallotton is wat onhandig: zijn schilde rende schoonvader lijkt te zweven. Van Vuillard ziet men onder meer een groot doek met een nota bele in zijn kantoor. Nederland is goed voorzien van Redon, maarniet van Vlaminck. laat staan van Mané-Katz die men in de Kunsthal ontmoet evenals de jonge dochter van Kees van Dongen en een bruidsuike- rig tafereel met drie meisjes door Marie Lauren- cin Het is interessant om een fors gepenseeld portret van een vrouw door Jawlensky te verge lijken met een werk dat museum Boijmans-Van Beuningen van deze meester bezit. De expositie eindigt met een stil stilleven van Morandi. De collectie bestaat uitsluitend uit West- en Zuid-Europese kunst. Mary Cassatt was wel een Amerikaanse, maar behoort met haar werk tot de Franse impressionisten. Rau heeft blijkens deze collectie geen Afrikaanse kunst verzameld. Wat hij wel heeft, biedt volgens de catalogus 'de mogelijkheid om - en dat kan vrijwel nergens ter wereld - aan de hand van 106 schilderijen door de ontwikkelingen van de Eu ropese schilderkunst te dwalen.' Dolf Welling Expositie Meesterlijk Verzameld - Vijf eeuwen Europe se schilderkunst De collectie Gustav Rau: Kunsthal Rotterdam, t/m 16 april. Open: di t/m zat. 10-17 uur, zon- en feestd. 11-17 uur. Geïllustreerde catalogus, uit geverij Waanders, paperback 69,50, geb. f 84,50. Edgar Degas: Zelfportret in pastel, circa 1900 Claude Monet: Gezicht op Amsterdam, 1874 Ineen Parijs' museum waar al jarenlang zelden iets te beleven was - het paleisgebouw Het Luxembourg - kwamen in de tweede helft van vorig jaar maar liefst driehonderdduizend men sen kijken naar een nooit eerder getoonde verza meling van schilderijen. Die expositie gold als een sensatie. Ze is intussen nog wat aangevuld en isnu te zien in de Kunsthal in Rotterdam. De col lectie bestaat uit de beste stukken van de verza meling van een Duitse arts, dr. Gustav Rau Er zijn meesterwerken bij uit de Europese kunst van vijf eeuwen, waaronder een twintigtal van schil ders die in geen enkel Nederlands museum verte genwoordigd zijn. Zeker niet minder belangwekkend dan de verza meling kunstwerken die nu in de Kunsthal is te zien. is de eigenaar van al dat moois. Gustav Rau werd in 1922 te Stuttgart geboren als de zoon van een schatrijke fabrikant. In de nazitijd deser teerde hij uit het Duitse leger en ontkwam naar Engeland. Hij studeerde economie en werkte na (ieoorlog in het ouderlijke bedrijf tot hij op zijn veertigste besloot medicijnen te studeren. Hij specialiseerde zich in de behandeling van kin- der-, vrouwen- en tropenziekten om in Afrika te gaan werken. Plezierschip Then zijn vader in 1970 overleed deed hij de zaak van de hand. Hij kocht met zijn vermogen geen zeewaardig plezierschip met stoeipoezen, maar stichtte even een ziekenhuis in Nigeria en vestig de zich vervolgens in een bergdorp in het deel van de Congo dat toen Zaïre heette en nu als Demo cratische Republiek Congo op de kaart staat. Jaar bouwde hij weer een ziekenhuis, met 300 t^den. Hij financierde het onderwijs en de voedselvoorziening voor duizenden kinderen. Het depot voor de hulpgoederen vestigde hij in Amsterdam. Jttussen ontpopte hij zich als een kunstverzame- laar van de eerste orde. Enkele malen per jaar ging hij van zijn Afrikaanse uithoek naar een van de grote veilinghuizen in Parijs, Londen of New York. Met genoegen denkt hij aan de manier waarop hij er soms in slaagde om andere gega digden vóór te zijn. Hij kon het zich ook veroorlo ven om concurrenten te overbieden. Het gevolg was wel, dat er soms zo hoog tegen hem werd op geboden dat hij maar liever een stroman stuurde. Hij kocht impulsief, zonder deskundigen te raadplegen. Niet altijd was het raak. Dan ont deed hij zich weer van wat - voor hem - een miskoop was. Maar de tentoonstelling bewijst dat hij toch met een bijzonder goed oog voor kwaliteit heeft ge kozen. Zijn verzameling omvat nu 240 schilde rijen van oude meesters, 160 latere en 220 beelden, alsmede meubelen en andere kunst voorwerpen. De marktwaarde moet momenteel tenminste 750 miljoen bedragen. Buit Deze fenomenale verzameling bleef tot vorig j aar onbekend. Rau nam zijn El Greco en zijn Cé zanne niet mee naar zijn sobere behuizing in Afrika. De 'buit' werd na zorgvuldige bestude ring en reiniging opgeborgen in een ondergronds depot in Zürich. De kinderloze en nu lichamelijk gehandicapte man heeft zij n vermogen en collec ties in stichtingen ondergebracht. In de mooie Rotterdamse catalogus schrijft hij: 'Jarenlang was het mijn wens om de collectie, die ik in de af gelopen dertig jaar heb verzameld, te presente ren aan het grote publiek'. De expositie in de Kunsthal is grotendeels op de zelfde manier ingericht als de voorafgaande over het Jezusbeeld in de kunst De 106 schilderijen worden in elf rubrieken in chronologische volg orde getoond. Wie postzegels verzamelt of pren ten kan voor een bepaalde sector naar een zekere volledigheid streven. De verzamelaar van oude meestere heeft een beperkte keuze. Hij is afhan kelijk van wat 'toevallig' aan de markt komt. Rau heeft in zijn spannende jacht op kunst in elk ge val enkele topwerken buit gemaakt en ieder schilderij is op zijn minst interessant. Francis Bacon: Henrietta Moraes

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 25