Paard lang van belang op akker
Maansverduistering is
prachtig schouwspel
Vertaling verleent
Darwin eerherstel
Ijskap Antarctica
smelt nauwelijks
Deel III uit de reeks Techniek in Nederland in de twintigste eeuw
postzegels
donderdag 4 januari 2001
door Onno Havermans
door Paul Houkes
DEN HAAG - Het paard is niet
alleen een edel en een oersterk
dier, het is ook niet zo snel van
zijn stuk te brengen. Dat moet
haast wel de verklaring zijn van
het feit dat het paard nog hon
derd jaar na de eerste vormen
van mechanisatie een belangrij
ke rol bleef spelen in de Neder
landse landbouw.
Dorsen zonder vlegel, en gras of
graan snijden zonder zeis of sik
kel: technisch was het al halver
wege de negentiende eeuw mo
gelijk, met de revolutionaire
werktuigen die rond die tijd in
Noord-Amerika waren ontwik
keld. Het heeft echter zeer lang
geduurd voordat deze mechani
satie algemeen werd toegepast.
Paardenkracht bleef tot 1950
onontbeerlijk op de akker. Pas
in de decennia daarna nam de
paardenstapel zienderogen af.
Het echte paard werd op de
boerderij toen vervangen door
het kunstpaard: de trekker.
Deze nieuwe krachtbron had als
voordeel dat hij altijd en overal
op het bedrijf kon worden inge
zet. Ploegen en oogsten kon
hierdoor sneller en op andere
tijdstippen worden uitgevoerd
dan vroeger, met de door het
paard getrokken werktuigen,
het geval was. Maar aan ieder
voordeel zit een nadeel: het wer
ken in de landbouw werd door
deze 'motorisatie', zoals men
het in die tijd noemde, veel jach-
tiger en voor boeren en arbei
ders die graag met paarden
werkten een stuk minder aan
trekkelijk.
Onderzoek
Goed beschouwd is de vervan
ging van paarden door trekkers
illustratief voor de grote veran
deringen, die de landbouw heeft
doorgemaakt in de negentiende
en twintigste eeuw. De ontwik
keling van die landbouw staat
centraal in het derde deel van de
boekenserie 'Techniek in Ne
derland in de twintigste eeuw'.
Deze reeks vormt de weerslag
van het grootscheepse onder
zoek, dat op initiatief van de
Stichting Historie der Techniek
wordt verricht naar de geschie
denis van de technologische
ontwikkelingen in Nederland
De ja-knikkers voor de oliewinning in de buurt van Schoonebeek rukten in 1951 al op, hoewel het steken van turf voor eigen gebruik nog
steeds plaatsvond.
sinds het jaar 1900. Dit onder
zoek, dat pas in 2002 in zijn ge
heel zal zijn afgerond, wordt
verricht door een omvangrijk
team wetenschappers onder lei
ding van techniekhistoricus
prof .dr. Harry Lintzen.
Landbouw is al eeuwenlang een
belangr i j k onderdeel van de Ne-
derlandse cultuur geweest. In
de negentiende eeuw maakte de
landbouw belangrijke ontwik
kelingen door, vooral door het
allesoverheersende proces van
productiviteitsvergroting. Cul
tuurtechniek, mechanisatie en
biotechniek waren daarin de
belangrijkste elementen.
De cultuurtechniek was er voor
al op gericht om de opbrengst
van de landbouwgronden te
vergroten door middel van bo
demverbetering, waterbeheer
sing en ruilverkaveling. De ont
ginning van 'woeste gronden',
die na 1890 op grote schaal
plaatsvond, maakte een einde
aan de lege heide- en veenstep-
pen die tot aan het eind van de
negentiende eeuw in grote delen
van het land te vinden waren.
De ontwikkeling van de kunst
mest speelde in dit proces van
grote rol.
De landinrichting van Neder
land werd door deze ontginning
bepaald, maar decennia later
ook door het vaak met veel emo
ties gepaard gaande proces van
ruilverkaveling. Hoe omvang
rijk dit proces was, blijkt uit het
feit dat de eerste ruilverkave-
lingswet dateert uit 1924. Het
zou ruim zestig jaar duren voor
dat het grootste deel van agra
risch Nederland in zijn geheel
'op de schop' was gegaan.
De techniekontwikkeling in de
landbouw speelde zich behalve
op de akker voor een belangrijk
deel af in de stal. In de melkvee
houderij bijvoorbeeld waren de
technologische ontwikkelingen
enorm. Al vóór de Eerste We
reldoorlog werd de melkmachi
ne ingevoerd, zij het toen nog op
kleine schaal. De ontwikkeling
van die machine was nog een
heel ingewikkeld proces. Som
mige uitvinders maakten appa
raten die de handbewegingen
van de melker imiteerden, ande
ren probeerden het melken te
doen door middel van vacuüm-
pompen. Zelfs waren er ontwik
kelaars die buisjes in de tepels
van de koeien wilden stoppen,
waardoor de melk er vanzelf uit
zou lopen. De melkmachine die
vanaf de jaren twintig werden
gebruikt, waren gebaseerd op
de nabootsing van het zuigen
van het kalf.
Automatisering
De melkmachine hield het, met
telkens weer nieuwe verbete
ringen, lang uit. In de jaren
zeventig en tachtig werd het ap
paraat, onder invloed van de
automatisering, verdrongen
door geavanceerde melkmachi
nes met microprocessoren, sys
temen voor dierherkenning,
sensoren en uiteindelijk zelfs
volledig geautomatiseerde
doorloopstallen, waarin meer
dere koeien tegelijk worden ge
molken.
Zo mogelijk nog belangrijker in
de ontwikkeling van de land
bouw was de biotechniek, die de
aanzet vormde voor zaken als
rundveeverbetering, de ontwik
keling van de legkiphouderij en
de tarweveredeling. Vanwege de
eis van hogere productie werden
dieren en gewassen letterlijk
aangepast. De koe ontwikkelde
onder invloed van de veeverbe
tering zogenaamde 'machine
uiers' en het graan kreeg halmen
die makkelijker machinaal ge
dorst konden worden. Ook in de
pluimvee-industrie was het
fokken gericht op hogere pro
ductie. De oude methoden van
de keuterboer uit de negentien
deeeuw zijn al lang vergeten. De
landbouw groeide in de eeuw uit
tot 'agri-industrie'. GPD
Deel IIIuit de reeks 'Techniek inNe-
derland in de twintigste eeuw' ver
scheen hij Walburg Pers. Het boek
kost 89,50. In de komende twee
jaar verschijnen bij dezelfde uitge
ver de nog vier resterende delen van
het onderzoek.
DEN HAAG- Om de evolutie
theorie aan de man te brengen
ging Charles Darwin als een he
dendaagse ondernemer te werk.
Na zijn vijfjarige expeditie met
het schip Beagle zette hij een
uitgebreid netwerk aan infor
manten op om zijn ideeën te
toetsen. Hoewel hij al naam had
gemaakt als geoloog, verdiepte
hij zich nog eens negen jaar in de
zoölogie.
Darwin publiceerde veel, maar
pas in 1859 - 27 jaar na het ver
trek van de Beagle - verscheen
zijn meesterwerk. On the Origin
of Species sloeg in als een bom,
maar vervolgens gingen velen
met Darwins leer aan de haal.
De nieuwe vertaling doet recht
aan de oorspronkelijke tekst en
bedoeling van Darwin.
Ludo Hellemans noemt zichzelf
een Darwin-fanaat. Hij is trots
op zijn vertaling van On the Ori
gin of Species. Niet vanwege
zijn eigen prestatie, maar omdat
hij de theorie van Darwin op
nieuw onder de aandacht
brengt en deze keer in diens ei
gen woorden. Waar eerdere ver
talers de lezer probeerden te
sturen of de gevoelens van gelo
vigen trachten te sparen, blijft
Hellemans zo dicht mogelijk bij
de oorspronkelijke tekst.
Haast
,,Hij heeft in haast geschreven
en dat is te zien. Toch is hij een
toonbeeld van helderheid in
vergelijking met tijdgenoten.
Hij schreef voor een breed pu
bliek, niet alleen voor vakgeno
ten. Alleen, men had anderhalve
eeuw geleden veel meer tijd dan
nu. Men nam een boek ter hand
en bleef een paar weken lezen.
Nu hebben we allemaal haast.
De biologieboeken van tegen
woordig leggen de evolutietheo
rie in anderhalve pagina uit en
zo helder als wat. Maar als Dar
win dat gedaan zou hebben, zou
niemand het begrepen hebben
en dan had het dus niet zo'n im
pact gehad. Hij neemt je bij de
hand en legt stapje voor stapje
uit hoe de soorten zijn ontstaan
en waarom het scheppingsver
haal niet klopt. Dat was een suc
cesformule, de wereld was om."
In het Nederlandse onderwijs is
de evolutieleer volgens hem ja
renlang bewust doodgezwegen.
„Opvallend veel biologielera
ren kunnen de evolutietheorie
niet uitleggen. Ja, hij staat ach
ter in de schoolboekenmaar zo
ver kom je meestal niet. Ik ben
Belg en ik heb in Leuven uitste
kend les gehad van een jezuïe
tenpater, maar toen ik in
Utrecht biologie ging studeren
bleek er in geen enkel college
aandacht voor de evolutie. Ter
wijl je weet moet hebben van de
evolutietheorie om biologie te
begrijpen. Als je iets wilt snap
pen van aids, hoe dat hiv-virus
kan ontsnappen door zich tel
kens weer een pietsje te veran
deren, dan moet je het principe
van evolutie kennen. Andere
houd je de weg open voor een
mysterie en daar helpen con
dooms niet tegen, dus kun je
rustig volhouden dat aids een
straf van God is waaraan niets
te doen valt."
Daarom heeft Hellemans zich
gezet aan het monnikenwerk
van de vertaling. „Met dit boek
wordt Darwin in ere hersteld in
Nederland. Je moet het lezen om
te zien hoe Darwin worstelt met
de taal om zijn boodschap over
te brengen. Want alleen een we
tenschapper die zijn verhaal
kan doorgeven, kan vertellen,
kunnen we ook begrijpen. Dar
win heeft zich daar als een on
dernemer op gericht. Soms denk
ik: die man zou nu moeten leven,
het is een modern mens." GPD
Charles Danvin: Over het ontstaan
van soorten, door middel van na
tuurlijkeselectie, of het behoud van
bevoordeelde rassen in de strijd om
het leven; Uitgeverij Nieuwezijds;
f59,90.
Omslag van de autobiografie.
DEN HAAG - De maan staat
dinsdag weer volledig in de
schaduw van de aarde. Wat
staat ons te wachten tijdens een
maansverduistering? Weinig,
zeggen sterrenkundigen en as
trologen. Niemand ligt er wak
ker van. Een professionele ster
renkundige komt er zijn bed
niet meer voor uit. Voor hob
byisten blijft het niettemin iets
om bij stil te staan.
Bij een maansverduistering
staan zon, aarde en maan op één
lijn en komt de volle maan in
respectievelijk de halfschaduw,
kernschaduw en halfschaduw
van de aarde terecht. De maan
vormt in de kernschaduw een
roodachtig schijnsel. Het licht
van de zon wordt afgebogen in
onze dampkring en vooral het
rode gedeelte in het licht, dat het
minst wordt afgebogen, komt in
de schaduwkegel van de aarde
terecht en valt op de maan. De
verduistering is alleen zicht
baar bij helder weer.
De volle maan treedt dinsdag
om 19.42 uur in de slagschaduw
van de aarde. De maan verlaat
de slagschaduw om 22.59 uur.
De totale eclips duurt ongeveer
een uur: van 20.50 tot 21.52 uur,
waarbij de maan bijna onzicht
baar kan worden.
Vorig jaar waren er twee maans
verduisteringen: op 21 januari
en 16 juli Dat was ruim twee
jaar na de laatste eclips in de
twintigste eeuw (16 september
1997). Liefhebbers moeten
dinsdag hun kans grijpen. De
eerstvolgende maansverduiste
ring is namelijk pas weer op 16
mei 2003.
Een eclipshype, zoals in augus
tus 1999 tijdens de zonsverduis
tering, hoeven we niet te
verwachten. Gelukkig, maffe
brilletjes zijn niet nodig. Ster
ker nog, een maansverduiste
ring is het best te aanschouwen
met het blote oog of met een ver
rekijker.
Want ook al is de wetenschap
pelijke waarde gering, het blijft
voor het oog een prachtig
schouwspel, zegt directeur M.
Drummen van Stichting de
Koepel, hoofdbureau van de
Nederlandse Vereniging voor
Weer- en Sterrenkunde. Als de
maan verduisterd is, ontstaat
een mooie roodachtige gloed.
Dit wordt veroorzaakt door
zonlicht dat de maan nog be
reikt via de aardse dampkring
of atmosfeer. Dit stadium van de
eclips is voor fotografen een ge
wild object.
Drummen: „Over het verschijn
sel is voldoende bekend, maar
het blijft fantastisch. Maans
verduisteringen zijn telkens
weer anders. De ene keer is het
donkerder of juist lichter dan de
andere keer."
Maansverduisteringen komen
gemiddeld drie keer per twee
jaar voor. In principe is het elke
maand mogelijk als het volle
maan is, maar een totale ver
duistering is er alleen als de
maan in exact dezelfde baan is
als de zon en de aarde. Meestal is
dit niet het geval.
De eclips valt dinsdag op een
gunstig tijdstip: tussen 19.42 en
22.59 uur. Het voordeel is dat
het bij volle maan meestal hel
der weer is.
Bovendien zijn bij een maans
verduistering ook de sterren
naast de maan te bezichtigen.
Normaal zijn die onzichtbaar
door het heldere licht van de
maan. Met een beetje geluk is
zelfs te zien dat de rnaan over
sommige sterren heen schuift
Dan is sprake van een heuse
sterverduistering of sterbedek
king.
Toch zal het de meeste mensen
ontgaan. En de dieren waar
schijnlijk ook. Bij een zonsver
duistering is in het algemeen
wel een gedragsverandering te
merken, hoewel dat in 1999 wel
meeviel.
Dieren blijken bij volle maan
agressiever te worden. Onder
zoek in Britse ziekenhuizen
Het uitgifteprogramma voor dit jaar omvat
veel natuur en cultuur. Zoals het eeuwfeest
van de Natuurhistorische Vereniging, de zomer-
zegels met als onderwerp Tuinen, de Boekenweek,
Rotterdam, culturele hoofdstad van Europa, en
voor het derdejaar in successie een kunstserie met
als thema Kunst uit het laatste decennium van de
19 de eeuw.
Hoewel er 2 januari een bijplakzegel van 20 cent
verscheen begint het uitgiftejaar 26 januari pas
echt. Het 100-jarig bestaan van de Koninklijke
Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KN-
NV) zal dan postaal worden gevierd met de uitgif
te van een postzegelboekje. Het boekje getiteld
Vijf x hart voor de natuur bevat vijf verschillende
zegels van 80 cent en twee sluitzegels.
De KNNV werd onder anderen opgericht door
Jac. P Thijsse (1865-1945) bij velen bekend door
zijn Verkade-albums. Het boekje is dan ook te
vens een hommage aan Thijsse, want drie van de
vijf motieven op de zegels zijn ontleend aan het al
bum In de duinen (1899): het Paapje, Duinroos
met junikevei"s en Silhouetten. Als basis voor de
twee andere zegels zijn verenigingsfoto's ge-
bruikt. Voor alle motieven heeft de ontwerpster,
Ben Laloua, duidelijk een relatie gelegd tussen
mens en natuur. Over de zegels en de sluitzegels
(uitgevoerd in blauw) heen ligt in het wit een tak
je, zit een vogelfladdert een vlinder en kruipt een
hagedis, waardoor zegels en sluitzegels een door
lopend beeld krijgen.
Maansverduistering in januari vorig jaar, met de beelden op de ge
vel van het Teylermuseum in Haarlem. foto Hans van Weel
heeft uitgewezen dat honden,
ratten, katten en paarden veel
vaker mensen bijten. Deze aan
valslust zakt weer als er minder
maanlicht is.
Gemoedstoestand
Als we Britse onderzoekers
moeten geloven, is de hoeveel
heid maanlicht ook van invloed
op de gemoedstoestand van
mensen. Bij volle maan zouden
we vaker telefoneren, e-mailen
en surfen op Internet. Ook zou
den er meer ongelukken, crimi
naliteit en gevallen van drugs-
overdoses zijn.
Hoewel de maansverduistering
in de wereld van de astrologie
geen bijzondere betekenis heeft,
geloven astrologen wel dat de
maan van invloed is op de crea
tiviteit en emotionele energie
van mensen. De maansverduis
tering zou onze onbewuste ge
voelens meer prikkelen
„Ik merk dal mensen die de
maan in hun horoscoop hebben,
extra gevoelig zijn op het mo
ment dat het volle maan is," zegt
B. van Oosterzee van de Astro
logische Vakvereniging Neder
land. ,,Ze zijn extra huilerig en
emotioneel."
„Sceptici twijfelen eraan, maar
ik geloof wel dat de maan van
invloed kan zijn op de intutie
van mensen en dierenHet is bij
voorbeeld bewezen dat oesters
op het ritme van de maan ope
nen en sluiten." GPD
Zoals alle zegels die de laatste tijd worden uitge
geven zijn ook deze, voor zover de voorraad
strekt, tot 1 juli 2002 te koop. De geldigheid ein
digt een dag eerder, 30 juni. Van de boekjes zijn
1.130.000 stuks van de persen gekomen.
Op.l augustus jl. gaf PTT Post de eerder op 14
april verschenen zelfklevende priorityzegel De
Nachtwacht van 100 cent (in velletjes van vijf), in
verband met een tariefsverhoging voor brieven
binnen Europa, opnieuw uit in de waarde van 110
cent. Weer in een velletje (waarbij de prioritystic-
ker nu deel uitmaakt van de zegel), maar ook op
rol in een doosje van vijftig stuks. De tanding van
de velzegel is, zo blijkt nu, echter anders dan die
van de rolzegel. Dat komt door het gebruik van
een andere slitvorm.
K A A A A A
Vorig jaar gaf Duitsland, vooruitlopend op de in
voering van de euro op 1 januari 2002, al enkele
zegels uit met dubbele waarde-aanduiding. Dit
jaar zullen alle zegels (voorlopig 56) een dubbele
waarde hebben, te beginnen met de uitgiften van
11 januari. Niet minder dan negen zegels, vier
permanente en vijf bijzondere.
Beide permanente series worden uitgebreid met
twee zegels. De serie Frauen der deutschen Ge-
schichte (deel XX) met portretten van de schrijf
ster Marieluise Fleisser, 1901-1974 (220 pf./l,12
euro) en van de schrijfster en Nobelprijswinnares
Nelly Sachs, 1891-1970 (300 pf./l ,53 euro); de se
rie Sehenswürdigkeiten (deel XXIV; vel en rol)
wordt aangevuld met zegels waarop Schloss Sch-
werin (100 pf./0,51 euro) en de Dom St. Nikolai,
Greifswald (220 pf./l, 12 euro).
De bijzondere zegels zijn gewijd aan: de bond
VdK (Verband der Kiegsbeschadigten), 110
pf./0,56 euro (motief: de letters VdK en een men
senmassa); de 500ste geboortedag van de arts en
botanicus Leonhart Fuchs (1501-1566), 100
pf./0,51 euro (een takje van de peperstruik/ teke
ning van Fuchs); ontstaan van het koninkrijk
Pruisen 300 jaar geleden, 110 pf./0,56 euro (wa
pen en de jaartallen 1701,1801,1901 en 2001); de
200ste geboortedag van de componist Alert Lort-
zing (1801-1851), 110 pf./0,56 euro (portretenno-
tenschrift) en kinder- en jeugdtelefoon, 110
pf./0,56 euro (telefoon en nummer).
Tweede vervolg
kerstzegels: Cy
prus, 2 novem
ber, drie zegels in
waarden van 10c,
25c en 30c met
beelden (hout
snijwerk uit de
middeleeuwen) a'-i u nunaa» .-c-g ag-
rond Christus' -----
geboorte; Groenland, 9 november, 4,50 Isk, (ster
renhemel en kaarsen) en 4,75 Isk. (sterrenhemel
en golven), in velletjes (5 x 8) en in boekjes; Oos
tenrijk, 1 december, 7 schilling (Christus'geboor-
te, schilderij uit het altaar van de St.-Martin
Kirche, Ludesch); Slowenië, 21 november, B (kin
deren met geschenken) en 90 t. (Christus in de
kribbe); de Spaanse kerstzegels zijn een gemeen-
schappelij ke uitgi fte met Duitsland (9 november)
dus identieke beelden: kribbe (35 ptas) en Chris-
tus'Geboorte, schilderij (70 ptas): Tsjechië, 15 no
vember, 5 kc. (Jezus in de kribbe).
Hero Wit
door Ben Apeldoorn
SAN FRANCISCO - Een
groot deel van de immense
ijskap van Antarctica blijkt
veel minder snel kleiner te
worden dan tot dusverre
aangenomen. Bovendien
blijkt hij duizenden jaren na
het eind van de laatste ijstijd
juist snel te zijn aangegroeid.
Onderzoekers vragen zich af
of ze er nog wel iets van be
grijpen...
De Antarctische ijskap
vormde het hoofdonderwerp
van de jaarlijkse bijeen
komst van de American Ge
ophysical Union (AGU) in
San Francisco. De immense
ijsmassa staal al vele jaren in
de belangstelling van onder
zoekers, want de vraag is hoe
die twee kilometer dikke ijs
korst, die een oppervlak be
slaat van bijna de omvang
van heel Noord-Amerika,
reageert op het warmer wor
den van de aarde.
Algemeen wordt verwacht
dat hij langzaam zou moeten
afsmelten. Dat is, zeker voor
laaggelegen landen zoals Ne
derland rampzalig, want het
betreft ijs dat vrijwel geheel
op land ligt. Het bevat ruim
90 procent van al het ijs op
aarde. Zou dat smelten, dan
betekent dat veel extra water
in zeeën en oceanen en, dus,
sterke stijging van de zee
spiegel. De schattingen
daarvan lopen uiteen van 50
tot 100 meter als al het Ant
arctische ijs in water zou
worden omgezet.
Geen wonder dus dat de ge
dragingen van de ijskap zo
wel met behulp van satellie
ten als vanaf het ijscontinent
zelf met argusogen worden
gadegeslagen en er geen jaar
voorbij gaat zonder grote bij
eenkomsten waar resultaten
van recent onderzoek aan de
Antarctische ijskap centraal
staan.
„De uitkomsten van recente
metingen die tijdens de bij
eenkomst ter sprake kwa
men, laten zien dat het
afsmeltmodel dat de laatste
jaren werd samengesteld, de
helling op moet," zegt dr. Ro
bert Bindschadler, als
glacioloog ('ijsdeskundige')
verbonden aan NASA's God-
dard Space Flight Center in
Greenbelt, Maryland en een
van de sprekers op de bijeen
komst. „Het model beschrijft
op grond van aannamen van
historische waarden een afs-
meltproces voor een deel van
de ijskap in west-Antarctica,
waardoor de zeespiegel elke
tien jaar met ongeveer één
centimeter stijgt. Maar dat is
vrijwel zeker een te grote
waarde."
Metingen aan de west-Ant
arctische ijskap, die afgelo
pen herfst tot stand kwamen
zowel met behulp van satel
lieten als met radarsignalen
die diep in het ijs kunnen
doordringen, toonden aan
dat het ijs daar 20.000 jaar
geleden veel minder dik was
dan aangenomen. Die dikte
vormde onder meer de basis
voor het bestaande afsmelt
model.
,Het hoogtepunt van de laat
ste ijstijd viel 20.000 jaar ge
leden," licht Bindschadler
toe, „waarbij men ervan uit
ging dat destijds de ijsmassa
twee tot drie keer zo dik
moest zijn als de anderhalve
tot twee kilometer die het nu
is. Reconstructie van die be-
ginhoeveelheid is belangrijk
voor het beschrijven én be
grijpen van het proces van
zich uitstrekken en weer te
rugtrekken van de gletsjers
vanaf toen tot heden. Het af-
smeltproces volgt uit de sim
pele aftreksom, maximale
minus huidige hoeveelheid
ijs. Maar zo simpel blijkt het
niet te zijn."
Ross-ijskap
„Vooral de radarpeilingen in
een deel van de west-Atlanti
sche ijskap dat vlak bij de be
kende Ross-ijskap ligt, lieten
tot onze verbazing zien dat
daar 20.000 jaar geleden
nauwelijks sprake was van
een dikkere ijskap," aldus
Bindschadler. „Maar wat de
metingen ons verder leerden,
verbaasde ons nóg meer.
Want na de laatste ijstijd,
waarvan het eind ongeveer
12.000 jaar geleden plaats
vond (volgens veel onderzoe
kers in een extreem korte
periode met grote klimaat-
fluctuaties), volgde een pe
riode van aangroei van de
west-Antarctische ijskap die
bijna 4.000 jaar lang aan
hield. Daarna blijkt een pe
riode van ongeveer duizend
jaar te zijn opgetreden waar
in de ijskap versneld ver
kleinde."
Volgens Bindschadler zijn
genoemde verschijnselen on
verklaarbaar met het huidi
ge model. GPD