Paard lang van belang op akker Maansverduistering is prachtig schouwspel Vertaling verleent Darwin eerherstel Ijskap Antarctica smelt nauwelijks Deel III uit de reeks Techniek in Nederland in de twintigste eeuw postzegels donderdag 4 januari 2001 door Onno Havermans door Paul Houkes DEN HAAG - Het paard is niet alleen een edel en een oersterk dier, het is ook niet zo snel van zijn stuk te brengen. Dat moet haast wel de verklaring zijn van het feit dat het paard nog hon derd jaar na de eerste vormen van mechanisatie een belangrij ke rol bleef spelen in de Neder landse landbouw. Dorsen zonder vlegel, en gras of graan snijden zonder zeis of sik kel: technisch was het al halver wege de negentiende eeuw mo gelijk, met de revolutionaire werktuigen die rond die tijd in Noord-Amerika waren ontwik keld. Het heeft echter zeer lang geduurd voordat deze mechani satie algemeen werd toegepast. Paardenkracht bleef tot 1950 onontbeerlijk op de akker. Pas in de decennia daarna nam de paardenstapel zienderogen af. Het echte paard werd op de boerderij toen vervangen door het kunstpaard: de trekker. Deze nieuwe krachtbron had als voordeel dat hij altijd en overal op het bedrijf kon worden inge zet. Ploegen en oogsten kon hierdoor sneller en op andere tijdstippen worden uitgevoerd dan vroeger, met de door het paard getrokken werktuigen, het geval was. Maar aan ieder voordeel zit een nadeel: het wer ken in de landbouw werd door deze 'motorisatie', zoals men het in die tijd noemde, veel jach- tiger en voor boeren en arbei ders die graag met paarden werkten een stuk minder aan trekkelijk. Onderzoek Goed beschouwd is de vervan ging van paarden door trekkers illustratief voor de grote veran deringen, die de landbouw heeft doorgemaakt in de negentiende en twintigste eeuw. De ontwik keling van die landbouw staat centraal in het derde deel van de boekenserie 'Techniek in Ne derland in de twintigste eeuw'. Deze reeks vormt de weerslag van het grootscheepse onder zoek, dat op initiatief van de Stichting Historie der Techniek wordt verricht naar de geschie denis van de technologische ontwikkelingen in Nederland De ja-knikkers voor de oliewinning in de buurt van Schoonebeek rukten in 1951 al op, hoewel het steken van turf voor eigen gebruik nog steeds plaatsvond. sinds het jaar 1900. Dit onder zoek, dat pas in 2002 in zijn ge heel zal zijn afgerond, wordt verricht door een omvangrijk team wetenschappers onder lei ding van techniekhistoricus prof .dr. Harry Lintzen. Landbouw is al eeuwenlang een belangr i j k onderdeel van de Ne- derlandse cultuur geweest. In de negentiende eeuw maakte de landbouw belangrijke ontwik kelingen door, vooral door het allesoverheersende proces van productiviteitsvergroting. Cul tuurtechniek, mechanisatie en biotechniek waren daarin de belangrijkste elementen. De cultuurtechniek was er voor al op gericht om de opbrengst van de landbouwgronden te vergroten door middel van bo demverbetering, waterbeheer sing en ruilverkaveling. De ont ginning van 'woeste gronden', die na 1890 op grote schaal plaatsvond, maakte een einde aan de lege heide- en veenstep- pen die tot aan het eind van de negentiende eeuw in grote delen van het land te vinden waren. De ontwikkeling van de kunst mest speelde in dit proces van grote rol. De landinrichting van Neder land werd door deze ontginning bepaald, maar decennia later ook door het vaak met veel emo ties gepaard gaande proces van ruilverkaveling. Hoe omvang rijk dit proces was, blijkt uit het feit dat de eerste ruilverkave- lingswet dateert uit 1924. Het zou ruim zestig jaar duren voor dat het grootste deel van agra risch Nederland in zijn geheel 'op de schop' was gegaan. De techniekontwikkeling in de landbouw speelde zich behalve op de akker voor een belangrijk deel af in de stal. In de melkvee houderij bijvoorbeeld waren de technologische ontwikkelingen enorm. Al vóór de Eerste We reldoorlog werd de melkmachi ne ingevoerd, zij het toen nog op kleine schaal. De ontwikkeling van die machine was nog een heel ingewikkeld proces. Som mige uitvinders maakten appa raten die de handbewegingen van de melker imiteerden, ande ren probeerden het melken te doen door middel van vacuüm- pompen. Zelfs waren er ontwik kelaars die buisjes in de tepels van de koeien wilden stoppen, waardoor de melk er vanzelf uit zou lopen. De melkmachine die vanaf de jaren twintig werden gebruikt, waren gebaseerd op de nabootsing van het zuigen van het kalf. Automatisering De melkmachine hield het, met telkens weer nieuwe verbete ringen, lang uit. In de jaren zeventig en tachtig werd het ap paraat, onder invloed van de automatisering, verdrongen door geavanceerde melkmachi nes met microprocessoren, sys temen voor dierherkenning, sensoren en uiteindelijk zelfs volledig geautomatiseerde doorloopstallen, waarin meer dere koeien tegelijk worden ge molken. Zo mogelijk nog belangrijker in de ontwikkeling van de land bouw was de biotechniek, die de aanzet vormde voor zaken als rundveeverbetering, de ontwik keling van de legkiphouderij en de tarweveredeling. Vanwege de eis van hogere productie werden dieren en gewassen letterlijk aangepast. De koe ontwikkelde onder invloed van de veeverbe tering zogenaamde 'machine uiers' en het graan kreeg halmen die makkelijker machinaal ge dorst konden worden. Ook in de pluimvee-industrie was het fokken gericht op hogere pro ductie. De oude methoden van de keuterboer uit de negentien deeeuw zijn al lang vergeten. De landbouw groeide in de eeuw uit tot 'agri-industrie'. GPD Deel IIIuit de reeks 'Techniek inNe- derland in de twintigste eeuw' ver scheen hij Walburg Pers. Het boek kost 89,50. In de komende twee jaar verschijnen bij dezelfde uitge ver de nog vier resterende delen van het onderzoek. DEN HAAG- Om de evolutie theorie aan de man te brengen ging Charles Darwin als een he dendaagse ondernemer te werk. Na zijn vijfjarige expeditie met het schip Beagle zette hij een uitgebreid netwerk aan infor manten op om zijn ideeën te toetsen. Hoewel hij al naam had gemaakt als geoloog, verdiepte hij zich nog eens negen jaar in de zoölogie. Darwin publiceerde veel, maar pas in 1859 - 27 jaar na het ver trek van de Beagle - verscheen zijn meesterwerk. On the Origin of Species sloeg in als een bom, maar vervolgens gingen velen met Darwins leer aan de haal. De nieuwe vertaling doet recht aan de oorspronkelijke tekst en bedoeling van Darwin. Ludo Hellemans noemt zichzelf een Darwin-fanaat. Hij is trots op zijn vertaling van On the Ori gin of Species. Niet vanwege zijn eigen prestatie, maar omdat hij de theorie van Darwin op nieuw onder de aandacht brengt en deze keer in diens ei gen woorden. Waar eerdere ver talers de lezer probeerden te sturen of de gevoelens van gelo vigen trachten te sparen, blijft Hellemans zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst. Haast ,,Hij heeft in haast geschreven en dat is te zien. Toch is hij een toonbeeld van helderheid in vergelijking met tijdgenoten. Hij schreef voor een breed pu bliek, niet alleen voor vakgeno ten. Alleen, men had anderhalve eeuw geleden veel meer tijd dan nu. Men nam een boek ter hand en bleef een paar weken lezen. Nu hebben we allemaal haast. De biologieboeken van tegen woordig leggen de evolutietheo rie in anderhalve pagina uit en zo helder als wat. Maar als Dar win dat gedaan zou hebben, zou niemand het begrepen hebben en dan had het dus niet zo'n im pact gehad. Hij neemt je bij de hand en legt stapje voor stapje uit hoe de soorten zijn ontstaan en waarom het scheppingsver haal niet klopt. Dat was een suc cesformule, de wereld was om." In het Nederlandse onderwijs is de evolutieleer volgens hem ja renlang bewust doodgezwegen. „Opvallend veel biologielera ren kunnen de evolutietheorie niet uitleggen. Ja, hij staat ach ter in de schoolboekenmaar zo ver kom je meestal niet. Ik ben Belg en ik heb in Leuven uitste kend les gehad van een jezuïe tenpater, maar toen ik in Utrecht biologie ging studeren bleek er in geen enkel college aandacht voor de evolutie. Ter wijl je weet moet hebben van de evolutietheorie om biologie te begrijpen. Als je iets wilt snap pen van aids, hoe dat hiv-virus kan ontsnappen door zich tel kens weer een pietsje te veran deren, dan moet je het principe van evolutie kennen. Andere houd je de weg open voor een mysterie en daar helpen con dooms niet tegen, dus kun je rustig volhouden dat aids een straf van God is waaraan niets te doen valt." Daarom heeft Hellemans zich gezet aan het monnikenwerk van de vertaling. „Met dit boek wordt Darwin in ere hersteld in Nederland. Je moet het lezen om te zien hoe Darwin worstelt met de taal om zijn boodschap over te brengen. Want alleen een we tenschapper die zijn verhaal kan doorgeven, kan vertellen, kunnen we ook begrijpen. Dar win heeft zich daar als een on dernemer op gericht. Soms denk ik: die man zou nu moeten leven, het is een modern mens." GPD Charles Danvin: Over het ontstaan van soorten, door middel van na tuurlijkeselectie, of het behoud van bevoordeelde rassen in de strijd om het leven; Uitgeverij Nieuwezijds; f59,90. Omslag van de autobiografie. DEN HAAG - De maan staat dinsdag weer volledig in de schaduw van de aarde. Wat staat ons te wachten tijdens een maansverduistering? Weinig, zeggen sterrenkundigen en as trologen. Niemand ligt er wak ker van. Een professionele ster renkundige komt er zijn bed niet meer voor uit. Voor hob byisten blijft het niettemin iets om bij stil te staan. Bij een maansverduistering staan zon, aarde en maan op één lijn en komt de volle maan in respectievelijk de halfschaduw, kernschaduw en halfschaduw van de aarde terecht. De maan vormt in de kernschaduw een roodachtig schijnsel. Het licht van de zon wordt afgebogen in onze dampkring en vooral het rode gedeelte in het licht, dat het minst wordt afgebogen, komt in de schaduwkegel van de aarde terecht en valt op de maan. De verduistering is alleen zicht baar bij helder weer. De volle maan treedt dinsdag om 19.42 uur in de slagschaduw van de aarde. De maan verlaat de slagschaduw om 22.59 uur. De totale eclips duurt ongeveer een uur: van 20.50 tot 21.52 uur, waarbij de maan bijna onzicht baar kan worden. Vorig jaar waren er twee maans verduisteringen: op 21 januari en 16 juli Dat was ruim twee jaar na de laatste eclips in de twintigste eeuw (16 september 1997). Liefhebbers moeten dinsdag hun kans grijpen. De eerstvolgende maansverduiste ring is namelijk pas weer op 16 mei 2003. Een eclipshype, zoals in augus tus 1999 tijdens de zonsverduis tering, hoeven we niet te verwachten. Gelukkig, maffe brilletjes zijn niet nodig. Ster ker nog, een maansverduiste ring is het best te aanschouwen met het blote oog of met een ver rekijker. Want ook al is de wetenschap pelijke waarde gering, het blijft voor het oog een prachtig schouwspel, zegt directeur M. Drummen van Stichting de Koepel, hoofdbureau van de Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde. Als de maan verduisterd is, ontstaat een mooie roodachtige gloed. Dit wordt veroorzaakt door zonlicht dat de maan nog be reikt via de aardse dampkring of atmosfeer. Dit stadium van de eclips is voor fotografen een ge wild object. Drummen: „Over het verschijn sel is voldoende bekend, maar het blijft fantastisch. Maans verduisteringen zijn telkens weer anders. De ene keer is het donkerder of juist lichter dan de andere keer." Maansverduisteringen komen gemiddeld drie keer per twee jaar voor. In principe is het elke maand mogelijk als het volle maan is, maar een totale ver duistering is er alleen als de maan in exact dezelfde baan is als de zon en de aarde. Meestal is dit niet het geval. De eclips valt dinsdag op een gunstig tijdstip: tussen 19.42 en 22.59 uur. Het voordeel is dat het bij volle maan meestal hel der weer is. Bovendien zijn bij een maans verduistering ook de sterren naast de maan te bezichtigen. Normaal zijn die onzichtbaar door het heldere licht van de maan. Met een beetje geluk is zelfs te zien dat de rnaan over sommige sterren heen schuift Dan is sprake van een heuse sterverduistering of sterbedek king. Toch zal het de meeste mensen ontgaan. En de dieren waar schijnlijk ook. Bij een zonsver duistering is in het algemeen wel een gedragsverandering te merken, hoewel dat in 1999 wel meeviel. Dieren blijken bij volle maan agressiever te worden. Onder zoek in Britse ziekenhuizen Het uitgifteprogramma voor dit jaar omvat veel natuur en cultuur. Zoals het eeuwfeest van de Natuurhistorische Vereniging, de zomer- zegels met als onderwerp Tuinen, de Boekenweek, Rotterdam, culturele hoofdstad van Europa, en voor het derdejaar in successie een kunstserie met als thema Kunst uit het laatste decennium van de 19 de eeuw. Hoewel er 2 januari een bijplakzegel van 20 cent verscheen begint het uitgiftejaar 26 januari pas echt. Het 100-jarig bestaan van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KN- NV) zal dan postaal worden gevierd met de uitgif te van een postzegelboekje. Het boekje getiteld Vijf x hart voor de natuur bevat vijf verschillende zegels van 80 cent en twee sluitzegels. De KNNV werd onder anderen opgericht door Jac. P Thijsse (1865-1945) bij velen bekend door zijn Verkade-albums. Het boekje is dan ook te vens een hommage aan Thijsse, want drie van de vijf motieven op de zegels zijn ontleend aan het al bum In de duinen (1899): het Paapje, Duinroos met junikevei"s en Silhouetten. Als basis voor de twee andere zegels zijn verenigingsfoto's ge- bruikt. Voor alle motieven heeft de ontwerpster, Ben Laloua, duidelijk een relatie gelegd tussen mens en natuur. Over de zegels en de sluitzegels (uitgevoerd in blauw) heen ligt in het wit een tak je, zit een vogelfladdert een vlinder en kruipt een hagedis, waardoor zegels en sluitzegels een door lopend beeld krijgen. Maansverduistering in januari vorig jaar, met de beelden op de ge vel van het Teylermuseum in Haarlem. foto Hans van Weel heeft uitgewezen dat honden, ratten, katten en paarden veel vaker mensen bijten. Deze aan valslust zakt weer als er minder maanlicht is. Gemoedstoestand Als we Britse onderzoekers moeten geloven, is de hoeveel heid maanlicht ook van invloed op de gemoedstoestand van mensen. Bij volle maan zouden we vaker telefoneren, e-mailen en surfen op Internet. Ook zou den er meer ongelukken, crimi naliteit en gevallen van drugs- overdoses zijn. Hoewel de maansverduistering in de wereld van de astrologie geen bijzondere betekenis heeft, geloven astrologen wel dat de maan van invloed is op de crea tiviteit en emotionele energie van mensen. De maansverduis tering zou onze onbewuste ge voelens meer prikkelen „Ik merk dal mensen die de maan in hun horoscoop hebben, extra gevoelig zijn op het mo ment dat het volle maan is," zegt B. van Oosterzee van de Astro logische Vakvereniging Neder land. ,,Ze zijn extra huilerig en emotioneel." „Sceptici twijfelen eraan, maar ik geloof wel dat de maan van invloed kan zijn op de intutie van mensen en dierenHet is bij voorbeeld bewezen dat oesters op het ritme van de maan ope nen en sluiten." GPD Zoals alle zegels die de laatste tijd worden uitge geven zijn ook deze, voor zover de voorraad strekt, tot 1 juli 2002 te koop. De geldigheid ein digt een dag eerder, 30 juni. Van de boekjes zijn 1.130.000 stuks van de persen gekomen. Op.l augustus jl. gaf PTT Post de eerder op 14 april verschenen zelfklevende priorityzegel De Nachtwacht van 100 cent (in velletjes van vijf), in verband met een tariefsverhoging voor brieven binnen Europa, opnieuw uit in de waarde van 110 cent. Weer in een velletje (waarbij de prioritystic- ker nu deel uitmaakt van de zegel), maar ook op rol in een doosje van vijftig stuks. De tanding van de velzegel is, zo blijkt nu, echter anders dan die van de rolzegel. Dat komt door het gebruik van een andere slitvorm. K A A A A A Vorig jaar gaf Duitsland, vooruitlopend op de in voering van de euro op 1 januari 2002, al enkele zegels uit met dubbele waarde-aanduiding. Dit jaar zullen alle zegels (voorlopig 56) een dubbele waarde hebben, te beginnen met de uitgiften van 11 januari. Niet minder dan negen zegels, vier permanente en vijf bijzondere. Beide permanente series worden uitgebreid met twee zegels. De serie Frauen der deutschen Ge- schichte (deel XX) met portretten van de schrijf ster Marieluise Fleisser, 1901-1974 (220 pf./l,12 euro) en van de schrijfster en Nobelprijswinnares Nelly Sachs, 1891-1970 (300 pf./l ,53 euro); de se rie Sehenswürdigkeiten (deel XXIV; vel en rol) wordt aangevuld met zegels waarop Schloss Sch- werin (100 pf./0,51 euro) en de Dom St. Nikolai, Greifswald (220 pf./l, 12 euro). De bijzondere zegels zijn gewijd aan: de bond VdK (Verband der Kiegsbeschadigten), 110 pf./0,56 euro (motief: de letters VdK en een men senmassa); de 500ste geboortedag van de arts en botanicus Leonhart Fuchs (1501-1566), 100 pf./0,51 euro (een takje van de peperstruik/ teke ning van Fuchs); ontstaan van het koninkrijk Pruisen 300 jaar geleden, 110 pf./0,56 euro (wa pen en de jaartallen 1701,1801,1901 en 2001); de 200ste geboortedag van de componist Alert Lort- zing (1801-1851), 110 pf./0,56 euro (portretenno- tenschrift) en kinder- en jeugdtelefoon, 110 pf./0,56 euro (telefoon en nummer). Tweede vervolg kerstzegels: Cy prus, 2 novem ber, drie zegels in waarden van 10c, 25c en 30c met beelden (hout snijwerk uit de middeleeuwen) a'-i u nunaa» .-c-g ag- rond Christus' ----- geboorte; Groenland, 9 november, 4,50 Isk, (ster renhemel en kaarsen) en 4,75 Isk. (sterrenhemel en golven), in velletjes (5 x 8) en in boekjes; Oos tenrijk, 1 december, 7 schilling (Christus'geboor- te, schilderij uit het altaar van de St.-Martin Kirche, Ludesch); Slowenië, 21 november, B (kin deren met geschenken) en 90 t. (Christus in de kribbe); de Spaanse kerstzegels zijn een gemeen- schappelij ke uitgi fte met Duitsland (9 november) dus identieke beelden: kribbe (35 ptas) en Chris- tus'Geboorte, schilderij (70 ptas): Tsjechië, 15 no vember, 5 kc. (Jezus in de kribbe). Hero Wit door Ben Apeldoorn SAN FRANCISCO - Een groot deel van de immense ijskap van Antarctica blijkt veel minder snel kleiner te worden dan tot dusverre aangenomen. Bovendien blijkt hij duizenden jaren na het eind van de laatste ijstijd juist snel te zijn aangegroeid. Onderzoekers vragen zich af of ze er nog wel iets van be grijpen... De Antarctische ijskap vormde het hoofdonderwerp van de jaarlijkse bijeen komst van de American Ge ophysical Union (AGU) in San Francisco. De immense ijsmassa staal al vele jaren in de belangstelling van onder zoekers, want de vraag is hoe die twee kilometer dikke ijs korst, die een oppervlak be slaat van bijna de omvang van heel Noord-Amerika, reageert op het warmer wor den van de aarde. Algemeen wordt verwacht dat hij langzaam zou moeten afsmelten. Dat is, zeker voor laaggelegen landen zoals Ne derland rampzalig, want het betreft ijs dat vrijwel geheel op land ligt. Het bevat ruim 90 procent van al het ijs op aarde. Zou dat smelten, dan betekent dat veel extra water in zeeën en oceanen en, dus, sterke stijging van de zee spiegel. De schattingen daarvan lopen uiteen van 50 tot 100 meter als al het Ant arctische ijs in water zou worden omgezet. Geen wonder dus dat de ge dragingen van de ijskap zo wel met behulp van satellie ten als vanaf het ijscontinent zelf met argusogen worden gadegeslagen en er geen jaar voorbij gaat zonder grote bij eenkomsten waar resultaten van recent onderzoek aan de Antarctische ijskap centraal staan. „De uitkomsten van recente metingen die tijdens de bij eenkomst ter sprake kwa men, laten zien dat het afsmeltmodel dat de laatste jaren werd samengesteld, de helling op moet," zegt dr. Ro bert Bindschadler, als glacioloog ('ijsdeskundige') verbonden aan NASA's God- dard Space Flight Center in Greenbelt, Maryland en een van de sprekers op de bijeen komst. „Het model beschrijft op grond van aannamen van historische waarden een afs- meltproces voor een deel van de ijskap in west-Antarctica, waardoor de zeespiegel elke tien jaar met ongeveer één centimeter stijgt. Maar dat is vrijwel zeker een te grote waarde." Metingen aan de west-Ant arctische ijskap, die afgelo pen herfst tot stand kwamen zowel met behulp van satel lieten als met radarsignalen die diep in het ijs kunnen doordringen, toonden aan dat het ijs daar 20.000 jaar geleden veel minder dik was dan aangenomen. Die dikte vormde onder meer de basis voor het bestaande afsmelt model. ,Het hoogtepunt van de laat ste ijstijd viel 20.000 jaar ge leden," licht Bindschadler toe, „waarbij men ervan uit ging dat destijds de ijsmassa twee tot drie keer zo dik moest zijn als de anderhalve tot twee kilometer die het nu is. Reconstructie van die be- ginhoeveelheid is belangrijk voor het beschrijven én be grijpen van het proces van zich uitstrekken en weer te rugtrekken van de gletsjers vanaf toen tot heden. Het af- smeltproces volgt uit de sim pele aftreksom, maximale minus huidige hoeveelheid ijs. Maar zo simpel blijkt het niet te zijn." Ross-ijskap „Vooral de radarpeilingen in een deel van de west-Atlanti sche ijskap dat vlak bij de be kende Ross-ijskap ligt, lieten tot onze verbazing zien dat daar 20.000 jaar geleden nauwelijks sprake was van een dikkere ijskap," aldus Bindschadler. „Maar wat de metingen ons verder leerden, verbaasde ons nóg meer. Want na de laatste ijstijd, waarvan het eind ongeveer 12.000 jaar geleden plaats vond (volgens veel onderzoe kers in een extreem korte periode met grote klimaat- fluctuaties), volgde een pe riode van aangroei van de west-Antarctische ijskap die bijna 4.000 jaar lang aan hield. Daarna blijkt een pe riode van ongeveer duizend jaar te zijn opgetreden waar in de ijskap versneld ver kleinde." Volgens Bindschadler zijn genoemde verschijnselen on verklaarbaar met het huidi ge model. GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 6