T opontwerper
Leolux kiest
voor spanning
Van bouwsteen tot beauty
zaterdag 30 december 2000
Zitmeubelen Kiko.
Hugo de Ruiter op zijn favoriete sofa.
Maar liefst twintig jaar heeft hij op de ontwikkelafde
ling van Leolux gewerkt. Volgend jaar zal hij zich als
zelfstandig ontwerper vestigen. Hugo de Ruiter (41) uit
Eindhoven gaat voor de uitdaging. „Ik wil me ontwikke
len tot veelzijdig ontwerper."
De tafel Ithaka.
Hij wil geen slecht woord
zeggen over de jaren bij Le
olux. „Voor heel wat designers is
dat het summum"weet Eind-
hovenaar Hugo de Ruiter (41),
die twintig jaar op de ontwik-
kelafdeling van het bedrijf in
Venlo werkte. „Een groot be
drijf met voldoende budget om
productinnovaties te doen. Bo
vendien heb ik er als hoofd van
de afdeling modelontwikkeling
altijd alle ruimte gehad. Ik ben
daar geworden wie ik nu ben.
Maar in alle bescheidenheid: ik
denk dat ik ook het nodige heb
bijgedragen aan het succes van
Leolux."
Toch had hij na twintig jaar be
hoefte aan een nieuwe uitda
ging. Vanaf 1 januari start zijn
eigen bureau Hugo de Ruiter
Design. „Ik voelde me een beetje
als een schrijver in een drukke
rij zegt hij daarover. „Ik was
bezig met het ontwikkelen van
ontwerpen van anderen, zelf
maakte ik hooguit vier produc
ten per jaar. Ik wil veel meer zelf
gaan ontwerpen, een eigen
stempel op mijn producten zet
ten Pas dan kom ik erachter hoe
een typische 'De Ruiter' eruit
ziet."
Hugo de Ruiter volgde een stu
die aan de Hout en Meubile-
rings-MTS in Rotterdam en aan
de Eindhovense Design Acade
my. Een combinatie die hem bij
Leolux goed van pas kwam.
„Het vermogen om techniek en
vormgeving te combineren, heb
ik altijd als een enorme rijkdom
ervaren."
Zitmeubel
Tot nu toe heeft hij zich vooral
toegelegd op zitmeubilair. Dat
is geen toeval, want juist bij zit
meubelen is naast de vorm ook
de techniek erg belangrijk. „Een
zitmeubel is eigenlijk een derde
huid. Het moet net zo lekker bij
je passen als goede kleding."
De stoel is volgens hem tegen
woordig veel meer dan een meu
belstuk. „Met de vormgeving
onderstreept de bezitter de ei
gen persoonlijkheid. Daarvan
moet je je als ontwerper bewust
zijn."
Voor Leolux ontwierp hij zo'n
vijftig succesvolle producten.
De Panta Rhei, het bestver
kochte zitmeubel bij het Venlose
bedrijf, is bijvoorbeeld van zijn
hand. „Het succes heeft alles te
maken met de nieuwe manier
van zitten. Mensen willen thuis
comfort. Zo'n ultraflexibele
stoel, met elektrisch verstelbare
rug- en armleuningen en dito
voetsteunen sluit daarbij aan."
Zijn naam is ook verbonden aan
een ander innovatief project
van Leolux en Philips, de serie
Plugged Furniture. „Het ver
nieuwende zat in de integratie
van wandmeubel, tv en audio-
apparatuur. Alle apparaten zijn
volledig draaibaar waardoor
huisgenoten samen of juist indi
vidueel tv kunnen kijken."
Sofa Kikko, die ook bij hem
thuis staat, is een van zijn favo
rieten. „De sofa heeft een ver
draaibare rug en is daardoor
geschikt voor meerdere ge-
bruiksmomenten. Je kunt erop
zitten, maar door de leuning te
draaien kun je er ook languit op
liggen."
Stekkerdoos
Tijdens de internationale
meubelbeurs in Keulen, half ja
nuari, worden twee nieuwe ont
werpen van zijn hand gepresen
teerd. Een bijzettafeltje dat
vernieuwend is omdat een stek
kerdoos is geïntegreerd in de
poot. Verder ontwierp hij een
bank met opblaasbare zittin
gen. De luchttoevoer wordt
elektrisch geregeld. „De kus
sens zijn op individueel instel
baar en kunnen zo worden aan
gepast aan de wens van de
gebruiker."
Beweging is overduidelijk het
steekwoord in zijn ontwerpen.
De Ruiter vindt dat een dergeli j -
ke flexibiliteit een ontwerp
meerwaarde geeft. „Een ont
werp dat kan bewegen gaat een
dialoog met de gebruiker aan.
Het vertelt hem een verhaaltje.
Zintuigen worden sterker ge
prikkeld", aldus De Ruiter.
De komende jaren wil hij zijn
signatuur verder gaan ontwik
kelen en ook gaan toepassen op
andere producten. „Ik zie vol
doende mogelijkheden om ver
lichting en beweging te koppe
len."
Hij heeft zijn werk bij Leolux
sinds dit najaar langzaam afge
bouwd, maar hij gaat er niet he
lemaal weg. „Het is de bedoe
ling dat ik zitmeubelen blijf
ontwikkelen. Daarnaast wil ik
me als ontwerper op nieuwe ter
reinen gaan begeven, bijvoor
beeld accessoires of tuinmeube
len."
De tijd die zodoende is vrijgeko
men heeft hij meteen benut om
zijn creativiteit vrij baan te ge
ven. Het resultaat is een map vol
schetsen en studies. Zo is hij, in
navolging op Plugged Furnitu
re, verder gaan nadenken over
verschuifbare kasten of ruimte
verdelers. Ook liggen er schet
sen van tuin- en serremeubilair.
Hij heeft de afgelopen tijd ook
contacten gelegd met diverse
meubelproducenten. „Die rea
geren positief, omdat ik heel
wat ervaring meebreng. Boven
dien is het een voordeel dat ik
me niet beperk tot het ontwer
pen. Ik denk na over de uitvoe
ring en kan de ontwikkelaar van
adviezen voorzien. Dat hoort
volgens mij ook bij de taak van
een designer. Een ontwerp is pas
klaar als het geproduceerd is
Voor een producent van grenen
meubelen werkt hij aan een
kast, die ook in Keiden gepre
senteerd gaat worden. „Het is
een uitdaging om grenen een to
taal ander uiterlijk te geven.
Dankzij de kleuren en de bewer
king krijgt het materiaal geen
landelijke, maar een strakke
uitstraling."
Hugo de Ruiter ziet deze stap als
een kans om uit te groeien tot
een topontwerper. „Ik zou graag
een aantal designklassiekers
maken. Dat is nou eenmaal de
droom van elke ontwerper Als
ik het nu niet doe, dan krijg ik er
wellicht later spijt van.
Anja Sparidaans
De tweezitter Panta Rhei.
ten", van Damen de geschiede
nis van het bedrijf samen.
De baksteen verloor volgens
Damen begin jaren tachtig het
onderscheidend vermogen. Hij
wijst op de nieuwbouwwijken
die sinds de jaren tachtig uit de
grond worden gestampt. Daar
aan is de recente geschiedenis
van de steen afleesbaar. De oud
ste gedeelten van deze wijken
zijn vaak saai en eenvormig, ter
wijl in de nieuwe gebieden uit
bundig wordt geëxperimen
teerd met baksteen.
De reden daarvoor hangt nauw
samen met de introductie van
beton en aluminium, 'nieuwe'
materialen waarmee in de jaren
tachtig en negentig volop werd
geëxperimenteerd. Vooral de in
vloed van beton is, dankzij de
snelle bouwmethode, groot.
Make-up
De baksteen heeft de afgelopen
jaren het enigszins suffe imago
van zich afgeschud. Het is niet
langer uitsluitend een functio
nele bouwsteen, maar tevens
een essentieel element in de ar
chitectuur van de woning. De
baksteen als make-up voor de
architect. Of 'keramisch be
hang', zoals Damen het product
betitelt. Steekhoudend is ook
het vakblad van de KNB, dat de
eenvoudige'naam Baksteen
draagt, maar oogt als een regel
rechte glossy.
„De baksteen is van bouwstof
veranderd in een esthetisch pro
duct." Opvallend zijn vooral de
vele kleuren waarin de steen te
genwoordig verkrijgbaar is: van
zacht wit tot bijna zwart. „Als
een architect paarse stenen
vraagt, dan maken we die. Ze
ker als het om een belangrijk
project gaat, omdat we weten
dat er dan meer vraag naar zal
komen." Daarnaast experimen
De baksteen is van bouwstof veranderd in een esthetisch product.
foto Charles Strijd
teert Brada ook met nieuwe vor
men.
Met het imago van de baksteen
zit het wel goed; bouwbedrijven
en producenten stuiten tegen
woordig op andere problemen.
Goede metselaars zijn volgens
Damen moeilijk te vinden Het
was een van de onderwerpen die
onlangs tijdens de Baksteendag
2000 in de Amsterdamse Beurs
van Berlage aan bod kwam.
Volgens de voorzitter is automa
tisering een manier om dat op te
lossen. Een machine zorgt er
dan voor dat de stenen op hun
plaats komen.
Paul Geerts
Eigentijdse materialen
als aluminium en beton
probeerden eind vorige eeuw
te breken met de hegemonie
van de baksteen. Tevergeefs.
Tot op de dag van vandaag is
de eenvoudige steen beeld
bepalend. Was de baksteen
vroeger essentieel bouwma
teriaal, tegenwoordig is het
steeds vaker een middel om
de schoonheid van een
bouwwerk te benadrukken.
Zomaar een idee. Stel dat in
één keer alle bakstenen uit
Nederland zouden verdwijnen.
Er zouden weinig woningen en
kantoren overblijven. Neder
land is baksteenland. Bijna on
gemerkt bevinden ze zich in
veelvoud in het straatbeeld. Al
jaren, decennia, eeuwen.
Een simpele verklaring. „Ieder
land bouwt met het materiaal
dat komt aangewaaid", legt
Chris Damen (54) uit. Hij is
voorzitter van het Koninklijk
Verbond van Nederlandse Bak
steenfabrikanten (KNB) en bij
na een kwart eeuw directeur van
Brada Baksteen in Oosterhout.
Zittend in zijn bescheiden kan
toor, waar de directeur zich
weet omringd door duizenden
bakstenen, vertelt hij gepassio
neerd en vooral ontspannen
over zijn metier.
„In Finland en Noorwegen bou
wen ze met hout, in Nederland
hebben we dankzij de rivieren
klei. Uit de losse pols: van Duin
kerken tot Polen zijn gevelste
nen het belangrijkste bouwma
teriaal." De manier waarop
gebouwd wordt, heeft te maken
met de Nederlandse bodem.
Wordt in zuidelijke landen vaak
Nederland is baksteenland. Bijna ongemerkt bevinden ze zich in veelvoud in het straatbeeld.
foto Charles Srijd
gewerkt met massieve stenen, in
Nederland heerst de spouw
muur. Niet alleen praktisch
dankzij het isolerend vermogen,
maar ook dankzij het relatief
lichte gewicht dat de zachte Ne
derlandse bodem (vooral in het
Westland) kan dragen.
Standaard
Geplukt van het net: een bak
steen wordt verkregen door het
verhitten (bakken) van klei op
temperaturen tussen 880 en
1100 graden Celsius. Men onder
scheidt metselstenen en straat
stenen en dat in verschillende
kwaliteiten, formaten en vor
men. Baksteen is in de loop der
eeuwen de standaard geworden.
In een bakstenen gevel is de
'schaal' als het ware ingebouwd.
De geschiedenis van de bak
steen gaat honderden jaren te
rug. Jarenlang was het een van
zelfsprekend bouwmateriaal.
Tientallen bedrijven leverden
het product met duizenden te
gelijk. Tot eind jaren zeventig,
toen aan de 'kwantitatieve' wo
ningnood een eind kwam en er
meer stenen werden geprodu
ceerd dan nodig waren. Een
groot deel van de bedrijven ging
over de kop, zo'n veertig hielden
het hoofd boven water.
Damen herinnert zich die roeri
ge periode, die hij omschrijft als
een keerpunt. Brada Baksteen
sprong in het gat dat andere
producenten achterlieten en
nam de productie over van ste
nen die door failliete bedrijven
gemaakt werden. Dankzij die
noodgreep konden gestarte
bouwprojecten niet alleen wor
den voltooid, maar overleefde
Brada bovendien de crisis in de
branche.
Regeren is vooruitzien. „Met die
aanpak zouden ook wij het eind
van de eeuw niet halen. Daarom
zijn we ons vanaf dat moment
wat meer op de trend gaan rich-