Dit jaar zaten pa en ma niet in de zaal PZC U kunt vandaag beter vergaderen zónder mij Mi 31 Zeeland 2000: Raad Middelburg stuurt burgemeester weg Hij is grijzer en heeft rimpels, maar nog steeds schuilt in Herman van Veen dat onschuldige jongetje uit de vier de klas Montessorischool. Dit jaar overleden zijn beide ou ders, kort na elkaar. Zijn herinneringen aan hen zijn zijn grootste kapitaal geworden. „Ik ga daar gelukkig mee zijn." door Ruud Buurman Hij was de kamer ingelopen waar zijn moeder een jaar lang ziek had gelegen en had haar gevraagd: 'Mama, hoe is het nu om dood te zijn?' In alle ernst, 55 jaar en dan nog ver pletterd zijn dat je ineens géén antwoord meer krijgt. „Dan hoor ik de mensen al zeg gen: die man is niet helemaal dicht hè, die Van Veen, die spóórt niet. Je weet toch dat dood heel erg dóód is? Ben je gek! Dat weet je dus helemaal niet, als je daar staat. Daar ligt je móeder, die zegt altijd iets te rug." Als je Hermanus Jantinus van Veen, 14 maart 1945 Utrecht - wereldartiest, clown, gevoels mens - daarom naïef noemt, moet je dat zelf maar weten. Maar kun je dan ook zijn vraag beantwoorden of het ooit in ie mands systeem past dat je moe der overlijdt? „Dat is een onmo gelijkheid, daar kun je je geen voorstelling bij maken. Tot het zover is. Naar Saoedi-Arabië of zo gaan,-daér-kun-je je een voor stelling van maken. Maar de dood van je moeder geloof je eerst niet, dat gaat alle verstand te boven." Het was april. Vlak nadat Her mans dochter Babette hem opa maakte. Zijn herontdekking van de onschuld. Met een video recorder nam hij zijn eerste kleinzoon van alle kanten op en reed er 's avonds nog mee naar ziekenhuis Oudenrijn, naar zijn moeder. „Nog nooit iemand zo intens naar een video zien kij ken. Daarna ging het snel en overleed ze. En in juni ging mijn vader." Zomaar, op een avond, in zijn favoriete stoel. Thuis bij Her man in Soest, waar Jan van Veen was ingetrokken toen zijn vrouw in het ziekenhuis kwam te liggen. Een zwartleren lelijk onding was het, die stoel. Veel te groot voor zijn kamer. Dus was het meubel altijd blijven staan in het huis in Utrecht. „Hij had zijn boeken al, en een kast; beet je bij beetje was hij verhuisd naar ons. Die stoel bleef staan. Het werd een running gag tus sen ons." Maar pa Van Veen had er vij fen- twintig jaar ingezeten. „Dus een paar maanden na ma's dood, in juni, heb ik hem toch maar met frisse tegenzin gehaald. En jawel, hij is er in gaan zitten en nog dezelfde avond was ie dood. Met een glimlach." Herman kon zich wel voor zijn kop schieten. „Ik geloof niet in toeval. Die stoel was 'thuis' voor hem. Toen het ding eenmaal uit Utrecht weg was, betekende dat misschien zijn definitieve af scheid van moeder. Een mooi verhaal? Ja, dat zal best. Behal ve als het je eigen vader is. Nu pas, een half jaar later, kan ik het met een glimlach vertellen." Afwezig Hannah, wat mij in stand hield als mijn wereld haast verging, was altijd mijn vermogen tot be wondering. Herman van Veen zong die regels het afgelopen jaar in vele theaters. Alleen al in Carré kwamen vijftigduizend mensen kijken. In de Utrechtse schouwburg kwam in oktober de avond dat hij even moest op houden, midden in een lied. Zijn Herman van Veen: „In mij schuilt nog steeds dat onschuldige jongetje uit de vierde of vijfde klas.' foto Jaap de Boer/GPD wereld was vergaan. Voor het eerst zaten pa en ma niet in de zaal. „Ze waren indrukwekkend af wezig. Nog steeds. Elk jaar, als een van mijn zusjes jarig is, komt de hele familie bij elkaar Met zijn kinderen, circa 1970. en dan eten we mosselen, frites en sla. Pa en ma het stralende middelpunt aan die gigantische tafel. Ja, de mosselen waren lek ker dit jaar, maar toch anders. Mijn vader zou gevraagd heb ben: weten jullie nog dat we een keer mosselen hebben gegeten in Antwerpen. En wij zouden dan roepen: 'Ja pa, dat vertel je élk jaar'. En nu zaten we al die verhalen die we al duizend keer hadden gehoord, vreselijk te missen." „Met Frank Rijkaard sprak ik na een voorstelling eens over hoe je met je eigen verdriet om gaat in het openbaar. En hij zei dat hij er niet mee zit om zijn verslagenheid te tonen. Net als ik. Je moet het 'vieren', het zijn je emoties. Als je die wegstopt krijg je nare ziektes. En je weet dat mensen dat vaak niet snap pen, dat ze het misbruiken wan neer je dat verdriet in het open baar laat zien. Het zij zo." „Ik heb geen geheimen. Ik ben juist daarom niet boeiend. Te gen het vervelende aan. Er is niets dat ik met kan vertellen of laten zien. Ik ben grijzer, er zijn rimpels, maar ik ben nog net zo verliefd op Dieneke Lagendijk van de Maria Montessorischool als ik toen was. In mij schuilt nog steeds dat onschuldige jon getje uit de vierde of vijfde klas. Ik ben mijn ouders kwijt, maar ik blijf een kind." Shock Hij verkeerde, zegt hij, vele maanden in shock. „Ik kon er niet over praten. Tot een paar weken geleden. Ik had de hele Ik ben mijn ouders kwijt, maar ik blijf een kind afdeling van het ziekenhuis Ou denrijn uitgenodigd naar een van de voorstellingen in Carré te komen. Mijn moeder heeft daar een jaar gelegen en dan leer je al die mensen ongelooflijk goed kennen." „Verpleegkundige X, of Q of S zijn belangrijke mensen gewor den in ons leven. Omdat je bij balie zus of stoeltje zo met je diepste verdriet kwam aanzet ten en daar dan mensen stonden die naar je luisterden en alle ge duld van de wereld opbrachten. Na de voorstelling hebben we nagepraat. Al die mensen had den heel lieve verhalen over haar en dat was voor mij een ge weldig cadeau." „Ik heb hun gezichten nu ook weer terug, die was ik kwijt. Dat zegevierende glimlachje dat voor mijn moeder was bedoeld als hij me een borrel aanbood en ik 'ja' zei. Mijn moeder had een hekel aan alcoholDie lach als ie aan de waterkant een voorntje uit het water tikte. Het gezicht dat hij trok als ik op reis ging en hij 'Je laat ze een poepie ruiken, hè!en streng 'Blijf overeind' zei. Waarmee hij bedoelde: be good! Geen gekut, geen com promissen, geen gesjoemel Op een mooie decembermiddag komt Herman van Veen daarom tot de slotsom dat 2000 een fe nomenaal jaar is geweest. „De herinnering aan twee formida bele mensen en mijn bewonde ring voor ze, zijn mijn grootste kapitaal geworden. Ik heb 23 jaar bij mensen gewoond die me wilden. De onderbroeken waren schoon, de sokken gestopt, de tafel werd gedekt, 's Avonds een speculaasje bij de koffie en later op de avond een plakje lever worst. That's it", zegt hij, zicht baar genietend van het alleen maar ophalen van die simpele herinnering. „Ik ga daar geluk kig mee zijn." Van thuis Dat is Herman van Veen, zegt Herman van Veen.,Heb ik mee gekregen van thuis. Een toneel meester die nog een doek kan opentrekken, op de juiste snel heid. Een-en-twintig, twee-en- twintig, drie-en-twintig... Een portier van.een schouwburg die me begroet met: meneer Van Veen, ik ben blij dat ik u voor mijn pensionering nog een keer mag meemaken. Erik van der Wurff (al vanaf het begin zijn pianist) die met een hand schoentje nog even alle vinger- vlekken van de vleugel haalt, voor hij gaat spelenDat is mooi Maar degene midden in de zaal die een rol drop opendraait en zegt: 'Hé Koos, jij ook een drop- pie?', op een moment in de voor stelling waarop je geen rol drop moet opendraaien, da's ver driet." „Ik zoek ook altijd de harmonie, kan het negatieve ten goede ge bruiken, probeer overal inspi ratie op te doen, ik wil altijd nieuwsgierig zijn en kunnen be wonderen. Het is nooit klaar. Als er geen boek meer is dat ik wil lezen, geen film die ik nog wil zien, wanneer er geen vrouw meer is die ik wil kussen, geen borrel die ik wil drinken... dan is het op. Zolang er nieuwsgierig heid is,leef je Daarom is ergens arriveren niks, op weg zijn alles. „Aanko men is een prachtige gelegen heid om je koffer weer te pak ken. Figuurlijk gesproken. Als je een boek uitleest dat je prach tig vindt, hoop je dat de schrij ver alweer een nieuw boek heeft geschreven dat je dan kunt ko pen Je kunt op het podium geen lied zingen en al bezig zijn met het applaus aan het einde. Stap voor stap moet het. woord voor woord. En als het klaar is, weer van nul vertrekken." Nulpunt „Dat geldt ook voor mijn leven, ja, natuurlijk. Er komt een mo ment, onvermijdelijk, dat ik ook weer terug ben bij nul Ik ben 55, ja. Er zal dus ergens wel een mo ment komen dat de mensen zeg gen: we gaan niet meer. Daar ben ik wel op voorbereid, want ik ben in mijn leven en carrière al zo vaak bij nul geweest." „Ik ben niet meer de minnaar van de moeders van mijn vier kinderen. Ik heb gespeeld in Chicago voor de hele straat van de kassajuffrouw, omdat het anders zo sneu was, zo'n lege zaal. En dat is echt prachtig. Ik ben ook op alle mogelijke ma nieren 'doorgetrokken' en ik vind dat dat moet kunnen, al doet het zeer. Het zijn de conse quenties van het leven dat ik kies, van buiten zingen en spe len en groeien in het openbaar." Voorde boerderij in Soest, die hij dertien jaar geleden kocht, staan bomen. „Dertien jaar ge leden een kluwen, een zooitje. Er stonden sterke, hoge, en iele kleintjes piepend van ellende. Dat hadden we zo kunnen laten, want het was immers altijd al zo. Maar ik heb daar iemand bij gehaald die er voor geleerd heeft Een boomchirurg, ja. We zijn al dertien jaar bezig daar met snoeien iets van harmonie van te maken. Nu pas begint het een beetje te ademen allemaal. Maar het is nooit klaar. Begrijp je? Zo ben ik met alles bezig." Er is geen eind aan de dingen. En als de mensen zeggen: we gaan niet meer, dan is het zoals het is. „Danny Kaye werd een keer de vraag gesteld of hij niet bang was van die berg te vallen waarop hij was beland. Toen zei hij Ik heb elke trede naar boven afgelegd, ik flikker ook weer pér trede naar beneden. En daar heeft Danny Kaye ernstig gelijk in. Ik heb er 55 jaar over gedaan om te zijn wie ik nu ben, i k heb in 35 jaar daarvan een berg be klommen en ik ga er ook weer 35 jaar over doen om bij nul te ein digen." Burgemeester L.H.B. Spar van der Hoek verlaat de zaal; hij heeft geen zin de vergadering bij te wonen, waarmee de gemeen teraad van Middelburg zijn lot bezegelt. foto Ruben Oreel door Ab van der Sluis Voor de Middelburgse burge meester L.H.B Spar van der Hoek was 2000 een turbulent jaar. In juni kreeg hij zijn congé van een raadsmeerderheid. Een motie van het CDA, waarin fractievoorzitter Sjoerd Buis man onomwonden stelde dat Middelburg beter af is zonder de veelbesproken burgemeester, werd gesteund door zeventien van de negenentwintig raadsle den. Het vertrek van Spar van der Hoek krijgt ook in 2001 een vervolg, want over een passende afvloeiingsregeling is het laat ste woord nog niet gezegd. Het tij voor de burgemeester kenterde in juni. Het vernieuw de college van CDA, WD, Christenunie en AOV/Unie 55+ veranderde kort na zijn aantre den in maart de portefeuillever deling. Spar van der Hoek verloor de portefeuilles econo mische zaken, communicatie en stadsgewestelijke samenwer king. De burgemeester trok zich desondanks weinig aan van de nieuwe verdeling. Hij bleef zich ongevraagd en ongecoördi neerd met de inhoud van het be leid bemoeien, stelden de vier wethouders in een uitgelekte brief in juni. Spar van der Hoek moest maar eens bij zichzelf te rade gaan en nadenken over de vraag of hij wel kon blijven functioneren als burgemeester van Middelburg. Spar van der Hoek weigerde on danks de harde toon van de brief vrijwillig op te stappen De ver wijten aan zijn adres, deed hij af met de opmerking 'miscommu nicatie'. Op donderdag 22 juni velde de gemeenteraad het eindoordeel. De burgemeester moest met onmiddellijke in gang opstappen en in afwach ting van die procedure werd de minister van Binnenlandse Za ken gevraagd hem te schorsen. Spar van der Hoek maakte het besluit zelf niet mee. Hij sprak de historische woorden: 'U kunt vandaag beter vergaderen zon der mij' en verliet het Middel burgse politieke toneel via de achterdeur. De weggestuurde burgemeester zit sindsdien thuis. Praten over zijn gedwongen vertrek doet hij niet. Oud-burgemeester D.C.B. Burgers - die al eerder waarnam in Middelburg - neemt tijdelijk de voorzittershamer over. De kwestie kwam dit jaar nog één maal in het nieuws toen in no vember duidelijk werd dat het ministerie van Binnenlandse Zaken weigerde mee te betalen aan de afvloeiingsregeling.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 31