De jaren vijftig waren pas in 1973 voorbij
brugklassers
PZC
26
RUDEN RIEMENS
zaterdag 2 december 2000
De jaren vijftig duurden niet
van 1950 tot 1960, maar veel
langer, althans in cultureel en
maatschappelijk opzicht. Dat
blijkt uit het boek 1950 - Welvaart
in zwart-ivit, geschreven en sa
mengesteld door socioloog Kees
Schuyt en kunsthistoricus Ed Ta
verne. Ze helpen ons vakkundig
uit de droom van de strikte schei
ding tussen de 'duffe' jaren vijftig
en de 'swingende' jaren zestig.
De auteurs hanteren het begrip 'de
lange jaren vijftig' om de sociale
en culturele veranderingen te be
schrijven die tussen 1949 - 'Indië ver
loren, (geen) rampspoed geboren' - en
1973 plaatsvonden, waarin Neder
land een moderne, industriële samen
leving werd. De welvaartsstaat kwam
in die jaren tot stand, met horten en
stoten vanuit de wederopbouw. Het is
een merkwaardig, dubbel begrip.
Want het ging er natuurlijk niet om de
vooroorlogse staat te herstellen, maar
eerst om puin te ruimen. Anders dan
in de politieke rechtspleging werd in
de materiële reconstructie het begrip
zuivering met beslistheid gehanteerd.
Neem de naoorlogse opbouw van Rot
terdam. ,,In één klap was de stad wel
iswaar bouwrijp gemaakt voor de toe
komst maar tegelijk beroofd van haar
geheugen en geschiedenis. Het was
dezelfde vernieuwingsdrang die er
voor gezorgd heeft dat het grondge
bied van Nederland - steden, platte
land en infrastructurele netwerken -
in naam van de modernisering na de
oorlog opnieuw is getroffen door een
golf van geweld, dit keer niet van de
kant van de bezetter, maar van door
modernisering geobsedeerde beleids
makers, architecten en publieke opi
nie."
Economisch wonder
Zo'n citaat laat zich lezen als een pro
gramma, en dat gaat ook op voor de
eerste twee delen van het boek waarin
de welvaart in wording en de recon
structie van Nederland wordt ge
schetst. Ons economisch wonder,
want zo mag het zeker heten, kwam
tot stand onder vooral Amerikaanse
impulsen. Het is niet toevallig dat
Schuyt daarbij vooral oog heeft voor
de planningstheorieën die vandaar
kwamen overwaaien en minder voor
het Marshallplan. Over de nog ver
zuilde samenleving heen reikte een
netwerk van een 'besluitvormingseli
te' van ambtenaren en vooral techni
sche deskundigen en wiskundigen,
die volgens plan de reconstructie van
Nederland vorm gaven: de mathema-
tisering van de samenleving. Later
volgden de gedragswetenschappers,
sociologen en psychologen.
In de jaren vijftig volgt de fase dat de
welvaartsstaat uitgroeit naar de ver
zorgingsstaat. Men moet dan niet
denken aan een groots en gepland
project, maar voor ogen hebben dat
die toestand stukje voor stukje wordt
bereikt in compromis na compromis,
waarin de politieke elites vanuit de
verzuiling zo sterk waren.
Het zijn sterke hoofdstukken, waarin
de kracht en de zwakte van de veraf
gode planning wordt getoond. Ideolo
gische en politieke verschillen wor
den naar de achtergrond geschoven
ten gunste van door wetenschap en
techniek gestuurde planmatige bena
dering van maatschappelijke vraag
stukken. Het resultaat is bijvoorbeeld
te zien in de ruilverkaveling en herin
richting van het platteland, waarin
het gemengde bedrijf verdwijnt. Wat
beklijft is een 'overweldigende mono
tonie'; weg is het traditionele Hol
landse landschap zoals we dat kennen
van de schilderijen uit de zeventiende
eeuw en de Haagsche School.
Watersnood
Want waar gaat het om, zeker in de
eerste helft van de lange jaren vijftig?
Nederland met zijn geleide loonpoli
tiek en karigheid industrialiseert in
harmonie en solidariteit. De premier
staat bekend als Vader Drees. Zee
land, getroffen door een watersnood
ramp in 1953, staat model voor de
planning, met de Deltawerken als
technisch hoogstandje en voorbeeld
van nationale trots. Er heerste toen
ook groot optimisme over kernener
gie. Midden jaren vijftig hoopte men
dat in 1975 de helft van onze behoefte
aan elektriciteit uit kernenergie zou
komen.
Dat zou snel veranderen. Vanaf 1963
valt de economische groei niet meer
samen met de industrialisatie. Het
harmoniemodel raakt ontmanteld,
onze concurrentiepositie wordt
zwakker en er ontstaat een gevecht
over de verdeling van de welvaart
(loonexplosies). Consument en burger
worden ontdekt, de dienstensector
groeit, en weer tien jaar later vormt
het rapport van de Club van Rome
over de schadelijke invloed van de
mens op het leefmilieu een afsluiting
van een tijdperk.
Bij leefmilieu als factor wordt hier
uitvoerig stilgestaan. Louter vleiend
zijn Schuyt en Taverne dus niet over
de mythe van Het Plan. Bijvoorbeeld
als ze het hebben over de Randstad
Holland als bedoeld, maar ook onbe
doeld resultaat van veertig jaar crea
tief planningsdenken. De naoorlogse
reconstructie van Nederland houdt
het midden tussen chaotische plan
ning en geplande chaos. Hoe kon het
mis gaan met de ruimtelijke ordening?
Volkshuisvesting deed het Nationaal
Plan, maar Verkeer en Waterstaat het
Rijkswegenplan voor een fijnmazig
wegennetwerk in een tijd dat de auto
mobiliteit sprongsgewijs toeneemt.
Weg koestering van de leegte.
Kleuren-tv
Nauwkeurig wordt nagegaan hoe
stadsuitbreiding en overloop verlie
pen. Regulering heeft gezorgd voor
vooral saaie woningbouw met de Bijl
mer als symbool voor het verval van
grote steden omdat mensen liever in
een rijtjeshuis gaan wonen in foren
sendorpen dan in voorgeplande hoog
bouw. Hier markeert 1973 alweer het
moment dat Nederland in een crisis
raakt. Het is ook het moment waarop
kleuren-tv zijn intrede doet. Het
zwart-wit uit de boektitel symboli
seert de sobere welvaart en de keurig
afgebakende patronen. Daarna ging
het fullcolour overheersen.
Nog een citaat: ,,De welvaart in Ne
derland is tussen 1965 en 1970 relatief
het snelst gegroeid en over de gehele
periode 1950-1970 is een uniek veran
deringsproces ingezet naar een con
sumptiesamenleving naar Ameri
kaans voorbeeld. Met de goederen
verwierf de bevolking ook volkomen
nieuwe gedragspatronen en ontston
den nieuwe sociale gewoontes (win
kelcentra, afbetaling, inruilauto's, ei
gen kinderkamers, televisie kijken,
telefoneren). Na twintig jaar aanhou
dende voorspoed verdienden de mees
te mensen meer, kochten meer, dron
ken meer, gingen meer uit, reden meer
kilometers en toch waren ze niet te
vreden." Het lijkt alsof de materiële
welvaart de behoefte aan immateriële
welvaart heeft opgeroepen.
Er volgen enkele mooie hoofdstukken
over secularisering en ontzuiling, we
tenschapsbeleid, de groeiende verzor
gingsstaat door sociale wetgeving en
het streven naar gelijke kansen in het
onderwijs, culminerend in de Mam
moetwet, die uiteindelijk tot kaalslag
zou leiden.
Sociale zekerheid
De hoofdstukken over de sociale ze
kerheid vallen op door systematiek en
helderheid. De bezorgdheid over
overbevolking maakte plaats voor de
pil. Van de katholieke kerk mocht het
niet, maar de gelovigen geloofden het
wel. De opstand tegen het gezag uit de
jaren zestig leidde ertoe dat de naoor
logse waarden als vrijheid, gelijkheid
en democratie nieuwe impulsen kre
gen. Het boek kent hoogtepunten in
zijn beschrijvingen en schrandere
analyses. Daarom is het jammer dat
de schrijvers de cultuur grotendeels
hebben uitbesteed. Wat volgt is vlak
en eenzijdig: geen aandacht voor de
jeugdcultuur en de Amerikaanse in
vloeden, voor jazz, swing en pop. Het
verschijnsel£olumns wordt genoemd,
maar Carmiggelt ontbreekt. Geen
woord ook over de bloei van het caba
ret. Ook de verwijzingen naar de sport
(Ard en Keessie, Europacups, Cruijff)
zijn summier. Toch is '1950' een
prachtig boek, fraai geïllustreerd in
zwart-wit door onze beste fotografen.
Rob Soetenhorst
Kees Schuyt Ed Taverne: '1950 -
Welvaart in zwart-wit - Nederlandse
cultuur in Europese context'. Uitge
verij Sdu, 75,-, vanaf 5 januari 2001
99,-.
FOTOGRAFIE
De lange jaren vijftig waren zwart-wit: sobere welvaart en keurig afgebakende patronen.
foto GPD