Buren zien Nederland
Fotograaf als dienaar van de kunsten
Parijs in Hollands perspectief
Fotografie in
Rijksmuseum
Alfred
Stieglitz
oe kijken
buitenlandse
fotografen naar
Nederland? Op de expositie
Document Nederland:
Buren in het Rijksmuseum in
Amsterdam wekken de foto's
van Brit Mark Power, de
Duitse Eva Leitolf en de Belg
Stephan Vanfleteren
emoties op tussen trots en
treurigheid.
Zijn wij dat? Ja, want al han
teert de fotograaf zijn ca
mera op net zo persoonlijke wij
ze als de schilder zijn kwast,
foto's geven de realiteit meestal
scherper weer dan schilderijen.
Na 'Zondag' door Catrien
j Ariëns en 'Een kind van zeven'
j door Céline van Balen is'Buren'
J de derde tentoonstelling die het
Nederland van rond de eeuw-
j wisseling documenteert.
De foto's die Mark Power (Har
penden, 1959) langs de Noord-
j zeekust maakte, stemmen om te
I beginnen vooral treurig. Van
Texel tot Zeeland trekken op
groot formaat deprimerende in-
dustriecomplexen, lelijke pret-
i parken,opeengepakte saaie va
kantiehuisjes en schreeuwerige
I horeca-tenten aan het oog voor
bij. Aan de kust bij IJmuiden zit
een blond jochie in zee met
naast zich opa en oma op stoel-
tjes, op de achtergrond roken de
i Hoogovens. In Hoek van Hol
land ligt een oudere heer in
hemd en korte broek te zonnen
op een betonnen kade, moeder
de vrouw zit naast hem en kijkt
uit over grijs ogend water. Een
vrolijk stemmende foto van het
fraaie Schoorl daargelaten,
jaagt Power tenslotte effectief
het schaamrood naar de kaken
over de schandeli j ke wij ze
waarop Nederland zijn kust
grondig en onomkeerbaar heeft
verpest.
Onder de titel 'Het zeemonster
temmen en andere verhalen'
I blikt hij in het begeleidende
boek terug op de invulling van
zijn opdracht. ,,In tegenstelling
tot de Engelse kust is de Neder
landse kustlijn betrekkelijk on
gerept en krijgt de schoonheid
en kaalheid van het landschap
hier vrij spel. Nederland heeft
betrekkelijk weinig badplaat
sen en de paar die er zijn, zijn re
latief smaakvol. Hoewel ik als
i fotograaf het ordinaire miste
I dat de Britse badplaatsen zo-
zeer kenmerkt, was ik gechar-
I meerd van het gevoel van ruim
te, het sterk wisselende weer en
I de vele industriecomplexen die
zich langs de zee hadden neer
gevlijd", schrijfthij. VoordeNe-
derlander die zich net kapot
heeft lopen ergeren, is dat een
I nogal verrassende observatie.
Het kan kennelijk altijd nog er
ger dan bij ons.
Oranjegevoel
Toen de samenstellers Stephan
Vanfleteren (Kortrijk, 1967)
voor het fotoproject contrac
teerden, had hij niet meteen een
idee: „Nederland kon me zelden
verrassen. Als Belg werd ik al
tijd zorgvuldig in de watten
gelegd qua organisatie, over
zichtelijkheid en striktheid.
Verkeerd rijden in Nederland is
een prestatie door de perfect op
gestelde wegwijzers. Files wor
den kilometers voordien al ge
meld en als je er dan toch in
slaagt van het rechte pad te ge
raken, vraag je het wel aan een
behulpzame Nederlander. Alle
maal pluspunten om er te wo-
nen, maar helaas misschien iets
te saai voor een fotograaf van
donderdag 30 november 2000
Mark Power: Hoek van Holland, mei 2000.
Marjoleine Boonstra: Op je rug onder de Eiffeltoren
Stephan Vanfleteren: E. A. Faithfull, barkeeper Suriname.
onder de Moerdijk." Na dit pes
terijtje, prijst hij zijn buren ech
ter ook de hemel in: „Nergens
ken ik een plaats waar de bevol
king zo gevarieerd en toch zo
homogeen is. Het oranjegevoel
lijkt even sterk bij een blonde
reus van een Fries als bij een ste
vige Molukker of een tengere
Zeelander."
Met honderd portretten van
'Hollandse koppen' heeft Van
fleteren gepoogd die verschillen
te duiden, „ook al omdat ze
waarschijnlijk na verschillende
generaties kleiner zullen wor
den door onder meer interracia
le relaties." Zijn portretgalerij
van eenvoudige, directe close-
up opnames, waarvoor hij Ne
derlanders op straat aanschoot
louter en alleen omdat hij hun
gezichten karakteristiek vond,
is een zeer gevarieerde staal
kaart geworden. Van Y. Wong
tot Gilad Fein en van Piet Jans
sen Steenberg tot Jannie van
Hasz krijgen ze allemaal even
veel respectvolle fotografische
aandacht. De enige bekende
Nederlander ertussen is konin
gin Beatrix, die zich net als haar
landgenoten gespeend van elke
ij delheid, glimlachend liet por
tretteren met de vele rimpels die
zich inmiddels op haar gezicht
hebben geformeerd. Of Van-
fleterens complimenteuze ob
servatie over homogeniteit op
waarheid berust - wie cynisch is
vermoedt die alleen bij de fans
van Nederlandse topsporters,
doet bij het bekijken van deze
sterke gezichten niet ter zake.
Ze stemmen trots over wie wij
zijn.
Eva Leitolf (Würzburg, 1966)
deelde briefkaarten uit aan
landgenoten die Nederland als
vakantiebestemming kozen met
het verzoek haar te schrijven
over hun belevenissen. Op de
tentoonstelling combineert ze
een aantal uitvergrotingen van
de teksten op deze kaarten met
fraaie, geïdealiseerde beelden
van Nederland als toeristische
bestemming. 'Supergeil', obser
veert er een nabij een foto van
Margootje op de Wallen. 'We
waren weer in het mooiste land
op aarde', schrijft een ander. De
foto's op deze expositie tonen
het Nederland van nu, maar aan
de interpretatie van wat onze
buren zagen, zullen natuurlijk
ook de Nederlandse kijkers hun
heel persoonlijke en heel ver
schillende invulling geven. De
serie 'Document Nederland' is
niet alleen waardevol voor late
re generaties, maar vooral ook
belangrijk voor wie benieuwd is
naar het Nederland buiten zijn
eigen belevingswereld.
Frangoise Ledeboer
Expositie: Document Nederland
Buren - Rijksmuseum Amsterdam,
t/m 18 februari 2001Het museum is
dagelijks geopend van 10 tot 17 uur,
behalve op Nieuwjaarsdag.
Het begeleidende boek 'Buren. Drie
buitenlandse fotografen kijken naar
Nederland' (uitgeverij De Verbeel
ding) telt 112 bladzijden en kost
f 59,50.
Er is waarschijnlijk, op New
York na misschien, geen
stad ter wereld die zo vaak en
verschillend is gefotografeerd
als Parijs. De Franse hoofdstad
heeft ook op Nederlandse foto
grafen altijd een sterke aantrek
kingskracht gehad. Ed van der
Elsken, Johan van der Keuken,
Cas Oorthuys, Nico Jesse, Kees
Scherer, allen hebben in het
verleden met hun camera Parijs
uitbundig hun liefde betoond.
Maar Parijs is niet meer het Pa
rijs van de jaren vijftig, vroege
jaren zestig.
Zouden jonge Nederlandse fo
tografen anno 2000 op dezelfde
manier voor de charmes van de
stad bezwijken? Om daarop een
antwoord te krijgen kregen
twaalf fotografen van het 'Insti-
tut Néerlandais' in de Franse
hoofdstad de opdracht Parijs te
fotograferen zoals zij de stad op
dit moment beleven. „De stad is
zo vaak gefotografeerd dat het
ondoenlijk lijkt om nog iets
nieuws te ontdekken. De enige
manier om toch met iets oor
spronkelijks voor de dag te ko
men is het geven van een op
dracht", zegt vormgever Willem
van Zoetendaal, die van de re
sultaten van de jonge kunste
naars een tentoonstelling
samenstelde in het 'Institut
Néerlandais'.
Vijftig foto's tonen een samenle
ving die vast wil houden aan
wat eens was maar die zich niet
kan onttrekken aan 'het nieu
we'. Het is een Parijs dat oude
ren niet onmiddellijk zullen
herkennen. Soms is er ineens
een herinnering, vooral bij fo
to's van Koos Breukel en Mark
van den Brink. Maar bij Marjo
leine Boonstra, fotografe én ci-
neaste, is iedere gedachte aan
vroeger afwezig. Haar foto's,
heel humoristisch, zijn van nu.
Ze hadden in de jaren vijftig ge
maakt kunnen worden maar
toen werd er heel anders tegen
de fotografie aangekeken. Of
Paul Kooiker die minuscule af
drukken maakte van fonteinen
en Leo Divendal die prachtige
scènefoto's van de Seineoevers
laat zien. Zijn impressionisti
sche aanpak zou enkele decen
nia geleden nooit tot de verbeel
ding hebben gesproken. Een
foto was iets waar je niet bij na
hoefde te denken. Maar die tijd
is voorbij. „Ik heb er met opzet
geen teksten bij gehangen", zegt
Willem van Zoetendaal.
Henk Glimmerveen
Expositie. Het oog van het noorden -
'Institut Néerlandais', Rue de Lille
121. Tot 31 december. Dagelijks,
beh. maandag, geopend van 13-19
uur.
Koos Breukel: Piccolo voor een hotel in Parijs.
foto Johannes Schwartz
Vanuit de kleine fotozaal gluurt door de
deuropening een grote Jezuskop. Het
lijkt in eerste instantie een ingenieus ge-
paintbrushte voorstelling in helder rood en
geelmaar is een foto van een in urine onder
gedompeld jezusbeeld. Het stuk met de titel
'Ecce Homo' van Andres Serrano hangt in
de Rotterdamse Kunsthal als onderdeel van
de grote Jezustentoonstelling.
Ondanks het controversiële karakter van
Serrano's werk (ook maker van de beroemde
'fisting-foto') zou Alfred Stieglitz tevreden
zijn geweest met de opmerkelijke rood-gele
voyeur. Want de voorstelling die de grote
zaal inblikt waar de expositie Alfred Stie
glitz. Foto's uit de voormalige collectie Ge
orgia O'Keeffe is te zien, hangt er niet als il
lustratie, maar als work of art.
De Amerikaanse fotograaf en galeriehou
der Alfred Stieglitz (1864-1946) zag het als
een missie om erkenning te krijgen voor de
'fotografie als kunstvorm. In een tijd waarin
de foto slechts als handig kopieermiddel
Üvan de werkelijkheid werd gezien lag wat
'dat aangaat een grote strijd in het verschiet.
Een die overigens nog altijd niet is gestre
den, want fotografie wordt zeker niet alom
geaccepteerd als volwaardige kunstdisci
pline.
Stieglitz, geboren in New Jersey in gegoed
Duits-Joods milieu, kocht zijn eerste foto
camera in een impuls. Als jongeling van nog
geen 20 leek hij voorbestemd vooreen carri
ère als technisch ingenieur, maar de moge
lijkheden van fotografie verdrongen dat
perspectief snel. Begeesterd door het medi
um begon hij aan een technische en artistie
Alfred Stieglitz: The Terminal (1893)
ke ontdekkingsreis, die pas zou eindigen in
1937 met het nemen van zijn allerlaatste fo
to.
In de tussentijd exploiteerde Stieglitz drie
galeries, leidde hij de avant-garde bewe
ging Photo Secession, gaf hij het prestigieu
ze fototijdschrift Camera Work uit en was
hij begunstiger van tal van kunstenaars. Hij
ontwikkelde zich tot vooraanstaand picto-
rialist, ofwel voorvechter van de bevrijding
van kunst uit de traditionele banden als do
cumentair middel. Bovendien introduceer-
de Stieglitz moderne kunstenaars als Ma
tisse, Picasso en Cezanne in Amerika.
Wie in de Kunsthal de portretfoto's ziet van
Stieglitz, gemaakt door enkele van zijn
geestverwanten, krijgt niet het beeld voor
ogen van een bohémien Zeker op latere
leeftijd oogt hij met rond brilletje, zwarte
cape en kaarsrecht afgeknipte snor eerder
als wetenschapper dan als man van de kun
sten. Toch was het iemand die vlammende
betogen over zijn passie kon houden, zowel
gesproken als op schrift, en daarbij dema
gogische kwaliteiten aan de dag legde
Tegenstrijdigheid is een term die de persoon
Stieglitz past als een jas Hij had een uitzon
derlijke 'open mind' voor nieuwe kunst,
maar was zeer intolerant tegenover anders
denkenden Hij stelde zich op als dienaar
van de kunsten, maar legde tegelijkertijd
een groot egoïsme aan de dag. Hij verachtte
de rijkdom en decadentie van de Ameri
kaanse elite, maar deed weinig tot niets
voor de emancipatie van de armen
Ook in het fotowerk van Stieglitz is twee
slachtigheid terug te vinden. Hij legde een
grote voorliefde aan de dag voor de natuur
en de elementen - nog het best te zien in zijn
abstracte fotoserie van wolken en bomen
'Equivalents'- en tegelijkertijd voor de stad
en de architectuur. De contradictie uit zich
bijvoorbeeld in de foto 'The Hand of Man'
uit 1902, van een stoomtrein die een ran
geerterrein oprijdt. De titel en het land
schap van rails en vette stoomwolken kun
nen evengoed duiden op ecologische kritiek
als op het bezingen van de vooruitgang.
Maar ondoorgrondelijk of niet, Stieglitz
was naast vooruitstrevend een begenadigd
fotograaf. Het zestal foto's dat hij in 1894
maakte aan het Katwijkse strand tijdens
een j arenlang verblijf in Europa zijn van een
schilderachtige schoonheid. Zijn prachtige
naakten, al dan niet van zijn talrijke minna
ressen, moeten destijds gewaagd zijn ge
weest in het puriteinse AmerikaEn zijn fo
to's van minder voor de hand liggende
weersomstandigheden zijn formidabel
Stieglitz was de eerste fotograaf die er ook
op uit trok bij slecht weer. Was het tot dan
toe in niemand opgekomen om regen,
sneeuw of mist vast te leggen, hij pakte zijn
lichtgewicht camera en wachtte soms uren
in weer en wind op het juiste moment voor
een foto Ook het donker was geen beletsel
voor Stieglitz, die hiermee aangaf ook tech
nisch zijn mannetje te staan.
Musea
Die technische vaardigheden van Stieglitz
hebben overigens nog nagewerkt na zijn
dood in 1946. Zijn tweede vrouw Georgia
O'Keeffe, onderwerp van vele van zijn fo
to's, bracht de Stieglitz Collectie onder bij
verschillende Amerikaanse musea, maar
wel met een aantal uitdrukkelijke eisen be
treffende de behandeling en opslag van het
fotomateriaal. Die zorgvuldige omgang met
fotografisch materiaal was destijds nieuw
en is nu ingeburgerd bij foto-archieven
overal ter wereld.
Het leverde de musea wel een probleem op,
want O'Keeffe had in de regels vastgelegd
dat het werk vanwege kans op beschadiging
niet mocht worden geëxposeerd. Ameri
kaanse musea wisten door een gang naar de
rechtbank die clausule ongeldig te verkla
ren met een beroep op het cultureel erfgoed.
De kwestie heeft ertoe geleid dat het werk
van Stieglitz nog niet eerder in Europa en de
VS is geëxposeerd en de Kunsthal dus een
primeur heeft.
Marc Floor
Expositie. Alfred Stieglitz. Foto's uit de voorma
lige collectie van Georgia O'Keeffe' - Kunsthal
Rotterdam t/m 21 januari 2001 Catalogus The
Photography of Alfred Stieglitz f 65,-.