Als de noot 't hoogst is, is hij meestal vals PZC Wiegersma gaf Sonneveld tekst Tango lekker sensueel Piet Heuwekemeijer een leven met muziek Teeuwen compleet Pure Ilse DeLange 29 Bloemlezing kleinkunst donderdag 23 november 2000 Is klein jongetje wilde hij eigenlijk circusdirecteur 1935 legde hij een proefspel af bij het Concertgebouworkest, worden. Het liep allemaal heel anders. Hij groeide werd tot zijn eigen verbazing aangenomen als »op in de crisistijd, volgde na zijn HBS een volontair/violist en speelde onder Mengelberg en Van boekhoudstudie en werd boekhouder bij een emaillefabriek, Beinum. .waarnaast hij in zijn vrije tijd intensief viool studeerde. In Van 1959 tot 1967 was hij directeur van dat orkest en van Piet Heuwekemeijer is trots, heel trots op zijn boek en bij lzonder gelukkig met het voor woord van Ed Spanjaard, waar- lvan één zin hem vooral goed doet: 'Het meest ben ik gesteld op je vibrato. Achter de geest Ivan de gewetensvolle onder handelaar schuilt de ziel van de violist, er is een trilling in je stem te horen.' Spanjaard was dirigent van het Ballet Orkest toen Heuwekemeijer er in 1979 interim-directeur was.De re latie orkestdirecteur en dirigent is per definitie aan spanningen onderhevig. Maar met Span jaard was dat niet zo". Ruim twee jaar heeft Heuweke meijer aan zijn ongeveer drie honderd bladzijden tellende autobiografie gewerkt. In zijn studeerkamer in het Rosa Spier Huis, met aan de wand een vi ool, een altviool en een poster van II Canone, de stradivarius van Paganini, typte hij persoon- 'lijk alle teksten op een doodge wone schrijfmachine. Stof voor verhalen heeft hij meer dan ge noeg, want de vijftig orkest ja ren'die hij beschrijft zijn op zijn minst turbulent te noemen. In die jaren heeft vooral het Van Kempen-conflict invloed op hem gehad. Oudere muzieklief hebbers zullen zich wellicht nog herinneren dat Paul van Kem pen-rond 1915 was hij enkele jaren violist bij het Concertge bouworkest - zich in 1932 tot Duitser liet nationaliseren en in Duitsland dirigent werd. Pas na de bevrijding kwam hij weer naar Nederland en dirigeerde aanvankelijk zonder problemen concerten van het Radio Filhar monisch Orkest en het Residen tie Orkest. 1968 tot zijn pensioen vervulde hij dezelfde functie bij de orkesten en koren van de omroep. Hij kent het orkestleven dus van binnen en van buiten. Deze maand presenteerde de nu 85-jarige Piet Heuwekemeijer zijn autobiografie 'Vijftig jaar symfonieorkest'. cd Jodenvervolging Pas toen hij als gastdirigent nog tijdens zijn controversiële rena- turalisatie voor het Concertge bouworkest kwam te staan, ont stond er commotie bij pers en pubhek. In het Amsterdamse la gen de wonden van de recente jodenvervolgingen nog wijd open. Dit alles veroorzaakte een tweedeling binnen orkest en be stuur die uiteindelijk culmi neerde in de beruchte uitvoerin gen van Verdi's Requiem op 27 en 28 januari 1951. Het werd voor Heuwekemeijer, toen nog violist en bestuurslid van de Vereniging van orkestle den, een traumatische ervaring: Een uitgebreide politiemacht op straat en in de zaal; vuur werk, geschreeuw en bezoekers die het gehate Horst Wessellied inzetten; uitroepen als 'Herr von Kempen, zurück in die Heimat en 'Fascist, ga naar je Heimat! stink- en traangasbommen; weglopende orkestleden en po- litiecharges te paard. Heuwekemeijer: ,,Voor de musi ci was dat verschrikkelijk. Je moet je voorstellen dat je op het podium zit en de mysterieuze, broze opening van Verdi's Re quiem gaat spelen. Dan komt er een dirigent voor je staan die te voren heeft aangekondigd: 'Al gooien ze met rotte eieren, ik blijf staan!Het weglopen van hefpodium kostte 62 musici ontslag op staande voet, wat en kele weken later weer werd te ruggedraaid. Naderhand heeft de omstreden dirigent overigens nog vele malen probleemloos voor het Concertgebouworkest en diverse andere orkesten ge staan. Wie het carrièrepad aflegt van een boekhouder, violist, con certdirecteur en omroepdirec- teur moet natuurlijk over de no dige ambitie beschikken om in leidinggevende posities te kun nen slagen. Terugblikkend vindt Heuwekemeijer nu: ,,De gelukkigste momenten van mijn Als violist speelde Piet Heuwekemeijer (tweede van rechts) onder meer samen met harpiste Pia Berhout Ravels Introduction et Allegro voor harp, fluit, klarinet en strijkkwartet. leven beleefde ik, als het soms lukte zó te spelen als ik zelf wil de spelen. Op dergelijke mo mentenkan het j e zelfs niet meer schelen of je een slechte recensie krijgt. Toen ik eenmaal direc teur werd, dachten velen 'nou is-ie dan DE baas'. Nou, vergeet het maar. Als directeur ben je veel meer aan touwtjes gebon den dan als musicus. Zelfs in een orkest waar een dirigent op dic tatoriale wijze vertelt wat en wanneer je iets moet doen, geeft het veel voldoening als je een zich nog levendig herinneren. Dat ging wel even anders dan in deze tijd: Op het Centraal Sta tion werd het orkest uitgewuifd met muziek van de Amsterdam se Politiekapel. Per schip duur de de overtocht elf dagen. Het orkest speelde op veertig ver schillende plaatsen en reisde per bus of per trein. In Amerika kreeg hij uiteraard veel organi satorische besognes over zich heen, waarvan er in ieder geval één aan zijn eigen goedbedoelde Hollandse kneuterigheid te wij- thema van acht maten onder lei ding van die dirigent mooi ge speeld hebt. Méér voldoening nog dan je als manager voelt na het afsluiten van een contract voor een Amerika-tournee. Kneuterig Zijn eerste tournee naar Ameri ka in 1954 met het Concertge bouworkest kan Heuwekemeij er, toen secretaris van de zojuist geïnstalleerde orkeststichting, ten was. „Alle orkestleden zou den beroepskleding meekrij gen, inclusief een paar zwarte sokken. Die kostten toen hier bij New-England zes gulden, maar in New York had ik ze al eens ge zien voor slechts één dollar, toen 3,60. Keer honderd leverde dat een aardig bedragje op. Dus ik zei tegen een van mijn mede werkers: koop jij nou in New York die sokken en deel ze daar maar uit. Die man vergat dat Piet Heuwekemeijer natuurlijk en dat werd mij nog als een ernstige misstap aange wreven." De vraag met welke dirigent hij de prettigste ervaringen had, vindt hij moeilijk te beantwoor den. „Dan is het alsof je moet kiezen wie goud, zilver of brons verdient en dat kun je bij een di rigent eigenlijk niet doen. Onder Haitink heb ik maar spo radisch gespeeld, maar Van Bei num was voor mij toch de meest aansprekende musicus, met de beste feeling voor de plaats van de uitvoerende kunstenaar tus sen compositie en publiek. Men gelberg had weer iets anders dat mij erg aansprak. Wat hij in zijn hoofd had, wist hij door keihard werken en zich tot in detail in de partituur te verdiepen, volledig waar te maken. Als het hem uit kwam, paste hij de partituur zelfs aan." Kondrashin In 1978 was Heuwekemeijer di recteur van de koren en orkesten van de omroep toen de Russi sche dirigent Kyril Kondrashin, op dat moment gastdirigent bij het Concertgebouworkest, bij de omroep een dirigentencursus leidde. In die dagen was het nogal moeilijk om als buiten lander een verblijfsvergunning te krijgen. Heuwekemeijer: „Dit geloof je eenvoudig niet. Op een zondag ochtend werd ik gebeld door Nolda Broekstra, die als Kondrashins tolk fungeerde tij dens zijn dirigentencursus. Zij bleek een relatie met hem te hebben, wat ik - kennelijk als enige - niet wist en vroeg mij Kondrashin te helpen bij het aanvragen van een verblijfsver gunning. Hij was namelijk bang dat men hem zou overhalen of dwingen om naar Moskou terug te keren. De vreemdelingenpolitie was op dat moment niet bereikbaar maar een bevriende relatie bij de Hilversumse politie advi seerde mij om de Rus even naar het hoofdbureau in Amsterdam te brengen. Ik bracht hem er heen en moest er toen getuige van zijn hoe hij werd ontdaan van zijn schoenveters, stropdas, portefeuille enz. en vervolgens direct achter de tralies werd ge zet." Voor Heuwekemeijer, als ex-di recteur van het Concertge bouworkest, lag er daarna de pijnlijke taak om zijn opvolgers aldaar te melden dat hij zojuist 'hun' dirigent op het politiebu reau had afgeleverd. Van die zij de waren er natuurlijk reacties van ongeloof, maar ook vreesde men de repercussies van het Russische staatsimpresariaat Gosconcert dat wel eens zou kunnen besluiten geen Russi sche solisten meer bij het Con certgebouworkest te laten op treden. Kondrashin kreeg na een procedure van enkele weken overigens wel de gevraagde ver blijfsvergunning en woonde tot zijn dood in 19 81 in Amsterdam Piet Heuwekemeijer geniet sinds 1994 samen met zijn vrouw Lideke van een rustig le ven in het Rosa Spier Huis, in een omgeving waarin cultuur in al zijn geledingen wordt warm- gehouden. Hier moedigden zijn medebewoners hem aan om zijn autobiografie te schrijven en ook om zijn viool weer op te pakken. Ondanks zijn hoge leef tijd speelt Piet Heuwekemeijer nu weer wekelijks in een strijk kwartet. „Met veel plezier", zegt hij, „maar voor mij geldt thans helaas de uitdrukking 'Als de noot het hoogst is, is hij meestal vals', omdat ik de hoge tonen niet meer zo goed kan ho ren." Els Boer Het lijkt alsof het orkest van Malando aan een tweede leven is begonnen. En dat is dan vooral te danken het elan waar mee Danny, de kleinzoon van Arie Maasland, alias Arie Ma lando, met de erfenis van zijn grootvader op dit moment om gaat. Met een opnieuw gefor meerd jong tango-orkest heeft hij het repertoire van zijn groot vader op cd gezet. Ditmaal ge arrangeerd door van Harry van Hoof. Op de cd 01 tango gaat hij zelfs verder dan Arie destijds deed. Maar in de laatste decennia heeft de tangoluisteraar dan ook volop kennis kunnen maken met de bijna klassieke, naar ka mermuziek neigende, nogal in tellectuele tango's van Astor Pi- azzola. Dus schreef Van Hoof arrangementen die meer zijn dan strakke dansmuziek voor de ballroom. Tango is passie. Hier en daar zitten er mooie zin gende solo's in voor bij voor beeld eerste violist Ern Olah. En uiteraard spelen de beide accor deonisten Gert Wantenaar en André Vrolijk heldenrollen. Maar er zijn ook momenten waarop de strijkersgroep lekker sensueel vanuit het onderli chaam lijkt te spelen. Op zulke momenten verloochent de mu ziek zijn afkomst niet: de borde len en kroegen van Buenos Ai res. De cd van het Malando-or- kest, met als parel Aries '01 Guapa', is dus geen nostalgie, maar een plaatje vol levende muziek. Nu eens daagt de tango uit, dan weer paait de tango. Kortom, dan speelt het orkest het eeuwenoude spel van aan trekken en afstoten, de eeuwige oorlog van de liefde met onbe kende afloop. Gelukkig is Danny Malando niet van plan het bij deze cd të laten. Hopelijk krijgt hij de kans om meer repertojre van zijn- grootvader op te nemen, de pas- sodobles, de rumba's de sam ba's, noem ze maar op. Hans Visser Danny Malando: Olé Tango! - BMG 74321-793662. Tijd: 46.15. De cabaretliefhebbers boffen maar weer. Lang geleden kwamen er van cabaretvoor stellingen wel grammofoonpla ten uit, maar die lieten dan meestal niet meer horen dan een selectie van hoogtepunten. Vaak goed geproduceerd en ge kozen. Dat wel. Maar daarna kwam er een beetje de klad in en verscheen er niets meer. Gelukkig is die tijd nu voorbij en bevatten cd's niet zelden complete registraties van voor stellingen. Zo ook het program ma Trui van Hans Teeuwen. Misschien is het iets te veel van goede om de héle voorstelling op cd te zetten, piaar eerlijk is die aanpak wel. En denk erom, het is dik twee uur steeds weer ver baasd staan van de manier waarop Teeuwen het oude handwerk van de conference hanteert: een verhaal vol goed geplaatste grappen, afgewis seld met enkele liedjes voor de broodnodige rustpunten. Het lijkt zo anders wat hij doet, zo onconventioneel, maar na het steeds maar weer luisteren naar deze opname van mei dit jaar in de Kleine Komedie in Amster dam, blijkt hij toch gewoon het spel te spelen van de man op het toneel die de zaal in zijn macht heeft en daarmee doet wat hij wil. En hoe knap is hij daarin. Het is meteen al raak als hij met het publiek, nauwelijks opge warmd, aan het bidden slaat. Hans Visser Hans Teeuwen: Trui - CD HSP 40 HT. Tijd: 134.37. Alleen al aan de schrijfwijze van haar achternaam is te zien dat de verwachtingen rond Ilse DeLange in Amerika hoog gespannen waren. Maar de con currentie is groot en als je bo vendien nog eens door de bazen in Nashville in een keurslijf ge drongen wordt dat je eigenlijk helemaal niet lekker zit, is de keuze snel gemaakt. En dus is het einde oefening voor Ilse in de States en staat ze weer met haar benen stevig verankerd in de Nederlandse klei. Om daar met Livin' On Love (WEA/War- ner Music) revanche te nemen op de betweters in Amerika. Vergeleken bij het debuut, wat iets te country en vooral te gepo lijst was, is Livin' On Love een flinke stap voorwaarts. Dat was eigenlijk al te merken aan de single, die het album vooruit- snelde. Het titelnummer is voor Ilses doen bijzonder funky en groovy, met een dobro die de pan uit swingt. En zo is Ilse ook elders: niet meer zo gladjes, niet meer zo plichtmatig, maar puurder, losser, echter. Ilse is Il se weer. Dit album doet meer dan de voorganger denken aan Bonnie Raitt en John Hiatt, van wie Ilse ten tijde van haar Marlboro Flashback nog nooit gehoord had, maar van wie ze ondertus sen wel de prachtigste covers neerzette op de tussen-cd Dear John. Ook dit nieuwe album be vat louter werk van anderen, en dat terwijl Miss DeLange het zelf ook best kan. Als ze nou ook de onzekerheid nog wegpoetst heeft Nederland er definitief een interessante zangeres bij Gert Meijer Ilse DeLange: Livin' On Love - WE A 8573 É5497 2, tijd 52:56. Zelf noemt Friso Wiegersma zijn boek Telkens weer het dorp een eigenzinnige bloemlezing. Een bundel vol liedjes, die hij schreef voor tal van kleinkunstenaars, maar vooral voor Wim Sonneveld, die hij in 1947 leerde kennen en met wie hij tot diens dood in 1971 samen zou blijven. Maar het boek vertelt vooral hoe hij werkte voor theater, over wat hij maakte en hoe dat tot stand kwam., in mooie gedoseerde, zorg vuldig en stijlvol gekozen woorden met hier en daar een fijnzinnig vleugje zelfspot. Niet alleen teksten, maar ook decors en kos tuums. Natuurlijk voor Sonneveld, maar meer nog voor de grote toneelgezelschap pen van 1964. Bovendien was hij betrokken bij televisie en films van Fons Rademakers, waaronder 'De aanslag', die met een Oscar werd bekroond. Wiegersma, op dit moment vooral schilder, werd onlangs 75. Hij groeide op in Deurne, waar zijn vader arts was en waar zijn moe der regelmatig schrijvers als Marsman, Nij- hoff en Roland Holst ontving en tal van beeldend kunstenaars onder wie Zadkine en Dufresne. Wiegersma zag het allemaal en koos later voor een kunstopleiding. Uiter aard? Friso Wiegersma foto Evert Elzinga Pas in 1960 gaf Sonneveld het duwtje tot het schrijven. In 1964 schiep hij voor het eerste solotheaterprogramma van Sonneveld de latere klassieker 'Nikkelen Nelis', een vro lijk lied over een vrouw die het lonken niet kan laten, ze lonkte naar iedere man en ging daaraan op dramatische wijze te gronde. Wiegersma mocht trots zijn. „Hoogmoed vergaat het slecht", weet Wie gersma. En dus vertelt hij hoe een Antwerp se dame zijn roem al snel relativeerde. Na afloop van een voorstelling zei de vrouw tot Sonneveld dat 'het schoonste' van het pro gramma toch dat ene lied was: 'Zij kon het roken niet laten'. Waarop Sonneveld opzij keek en alleen hoorbaar voor Wiegersma aanvulde: 'Ze rook aan iedere man'. „Mijn rol als tekstschrijver stond daarmee op losse schroeven." Want zo bleek maar weer: de muziek werkt vaak sterker dan de tekst. Zo ook bij het lied 'Telkens weer'. Hij schreef de tekst bij muziek van Ruud Bos, voor de film 'Rooie Sien' van Frans Weisz, waarin het werd gezongen door Willeke Al- berti. Beroemd is ook 'Het dorp', dat hij schreef op muziek van Jean Ferrat voor de tweede show van Sonneveld uit 1967. Nog steeds spreekt de melancholie over de teloorgang van de vertrouwde omgeving van de jeugd een groot publiek aan. „Maar ach", vindt Wiegersma. „Het is maar een liedje." Dus toen hij ooit hoorde hoe cabaret De Vliegende Panters daar een rhythm and blues versie van had gemaakt was hij daar eigenlijk wel blij mee. „Het is niet beter, het is niet minder, het is een nieuwe richting." Wiegersma verwerkte zijn verdriet over de dood van Sonneveld in 'Het lachen', dat la ter door Willem Nijholt werd opgenomen. Het staat ook op de twee boordevolle cd's die de bundel begeleiden. Het is wellicht een van de weinige momen ten waarin Wiegersma iets bloot geeft van zijn band met de nog altijd tot de verbeel ding sprekende Sonneveld. Het is ook ge noeg. Want in deze beperking toont zich een veelzeggende meesterdichter van het Ne derlandse cabaret. Hans Visser Friso Wiegersma: Telkens weer het dorp, met 2 cd's - Uitgeverij Nijgh- en Van Ditmar, 224 pag., f 60,-.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 29