Relatie tussen marine en Zeeland verwaterd Dampende koeien terug van vakantie IJs van Antarctica van invloed op de hele wereld woensdag 22 november 2000 Dirk Fluijt (49) is als boswachter bij Staatsbosbeheer verantwoor delijk voor Schouwen-Duiveland, Tholen en Sint-Philipsland. Zijn werkgebied omvat een oppervlakte van in totaal drieduizend hec tare natuur. In deze rubriek doet hij wekelijks verslag van zijn werk en wedervaren. Het graasseizoen is definitief ten einde. Met de dag wordt de bodem zompiger, dankzij een overvloed aan regenwater. Iede re koe die nu nog op de dank baar kortgevreten landerijen ronddoolt, richt daar feitelijk meer schade aan dan dat ze goed doet. „Kaal is kaal. Laat je run deren in zo'n gebied te lang lo pen", legt Dirk Fluijt uit, „dan vertrappen ze de bovengrond en heb je kans op distelgroei. Dat willen we nu net zo veel moge lijk tegengaan." De tijd dat Staatsbosbeheer louter met hele hordes werk mannen en machines het veld in trokken om te maaien waarmee de natuur naar idee van de be leidsmakers te rijkelijk had uit gepakt, is voorbij. In het wild grazende runderen, imposante paarden, pony's en schapen zijn met de jaren een vertrouwd beeld geworden. Een keuze die zonder meer bevalt, stelt bos wachter Fluijt. Daarentegen worden de eigen kuddes van Staatsbosbeheer steeds kleiner. De overheidsorganisatie maakt in toenemende mate gebruik te maken van 'gastvee' door con tracten aan te gaan met boeren uit de omgeving van de betref fende natuurgebieden. „Eigen vee is gewoon duurder en kost veel tijd. Dat is ook de reden waarom we in één klap onze schaapskudde hebben ver kocht die op de Vroongronden rondliep. Drentse heidescha- pen, met van die grote hoorns. Prachtbeesten waren dat! Maar schapen moeten één keer per jaar worden gekeurd, de hoefjes moeten worden gekapt en als ze gaan lammeren is er hoe dan ook enige controle nodig. Wanneer je de kudde als het ware inhuurt door een contract aan te gaan met agrariërs, heb je als Staats bosbeheer geen verantwoorde lijkheid meer voor dat soort zaken. Het nadeel van graas overeenkomsten is dat je direct ook weer afhankelijk bent van derden. Je kunt veel lastiger sturen. Wanneer wij van oordeel zijn dat de begroeiing op een be paalde plek langer is dan zou moeten, moet je maar afwach ten of de boer in kwestie nog toevallig een paar dieren achter de hand heeft om ze daar in te zetten. Zo'n contract wordt nu eenmaal afgesloten voor een af gesproken periode met een x-aantal beesten. Dan zitten wij dus met een beheerprobleem en moeten er weer allerlei duurde re maatregelen worden geno men om dat te corrigeren. Taai In Zeeland dus geen indruk wekkende Heckrunderen en Schotse Hooglanders die de natuur een handje helpen. De Slikken van Flakkee en de Hel legatsplaten zijn de meest dichtbijzijnde locaties waar die zogeheten sobere rassen te vin den zijn. De staatsveestapel hier bestaat slechts nog uit een forse groep shetlandpony's, geeft Fluijt aan, te zien in het Rammegors en op de Vroongronden. Taai genoeg om de doorsnee Zeeuwse winter te kunnen doorstaan en daar mee de enige grazer die het hele jaar door bewust buiten wordt gehouden. „In het graasseizoen kunnen ze zich naar hartelust volvreten en bouwen zo een flinke vetlaag op. Bijvoeren is in de winter dan ook eigenlijk niet nodig. Ze heb ben dan het rijk alleen, wat er is aan voedsel is voldoende. En dan nog, het is juist goed voor die dieren om weer een beetje in te teren op de reserves. De boer heeft met zijn zoogkoeien die hij in het wild laat grazen duidelijk een ander doel dan Staatsbos beheer. Uiteindelijk gaat het hem om de vleesproductie. Dus gaan de runderen na het seizoen w eer naar binnen. Dan weet je werkelijk waar niet wat je ziet. Dampen dat ze dan doen van al het vocht in hun vacht! Vaak moeten ze ook worden gescho ren om weer wat orde in de cha os te brengen. Wat nauw luis tert, is welke beesten je het beste in een gebied kunt toelaten en hoe lang. Elke soort heeft z'n ei gen graasgedrag. Koeien slaan hun tong om een pol gras en ruk ken de helft los. Paarden snijden het spul met die scherpe tanden tot aan de grond kort af. Een combinatie van die twee is naar mijn smaak ideaal. Je krijgt dan een afwisselend landschap van een wat pollerige structuur met relatief hele kale stukken." Marcel Modde Waterstaat heeft het belang van Antarctica en de Nederlandse bemoeienissen uiteen gezet in de brochure Antarctica waar extremen elkaar raken. Het is een deel uit de serie Integraal Waterbeheer, waarin thema's in Nederland en wereldwijd daar buiten behandeld worden. De samenstellers zijn erin geslaag helder over te brengen waarom de Zuidpool gekoesterd moet worden en waarom er kostbaar onderzoek verricht moet wor den. Wordt het gaat in de ozonlaag groter? Zet het broei kaseffect door? Gaat de ijskap werkelijk smelten en hoe is dat in Nederland merkbaar? Vragen waarop pas generaties later misschien een antwoord komt. Rinus Antonisse Antarctica waar extremen elkaar raken. Uitgave ministerie van Ver keer en Waterstaat, Den Haag. Aan te vragen bij de Postbus 51 informa tielijn, 0800-8051. In 1488 vestigde aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk een Admiraliteit, zeg maar een ministerie van Marine, in Veere. De stad werd hierdoor de baker mat van de Nederlandse zeemacht. Het begin van een langdurige verhouding tussen Zeeland en de marine. Daar is vijf eeuwen later weinig van overgebleven. Een slapende ka zerne in Vlissingen en de Ko ninklijke Maatschappij De Schelde als huisbouwer. Er vaart nog maar één schip met een Zeeuwse naam, de hr ms Middelburg. Dat was vooral in de 16e en 17e eeuw wel even an ders. Zeelands vlag wapperde fier bij vele maritieme acties. Het gewest bracht heel wat zee helden voort. Antarctica is het laatst ont dekte continent Het kli maat is er meedogenloos hard en onleefbaar voor mensen. Daar door is de Zuidpool nog het meest natuurlijke gebied op aarde. Nergens is de lucht zo schoon, de bodem zo ongerept en het water zo zuiver. Vraag is overigens hoe lang nog, want het toerisme heeft Antarctica inmiddels ontdekt. Het Zuid poolgebied is van niemand; dat is ruim 40 jaar geleden in een internationaal verdrag vastge legd. Landen, waaronder Ne derland. doen er wetenschappe lijk onderzoek en beheren het gebied gezamenlijk Antarctica is even groot als de Verenigde Staten en Australië samen. De bergketens ontston den 35 miljoen jaar geleden. Bij na alles (95 procent) is bedekt met ijs en sneeuw. Rond het land ligt een ring van ijsbergen, drij vende ïjsplateaus en grote vel den pakijs. In het zuidelijk zo merseizoen is deze zone smal met veel open water, dat plaat selijk toegang biedt tot de kust. In de vier maanden lange pool nacht groeit de ijszee snel dicht Op dit desolate continent weten planten en dieren zich op inge nieuze wijze in leven te houden. Ze zijn wel uiterst kwetsbaar Antarctica is een waterland. Ze ventig procent van al het zoete water op aarde is opgeslagen in een kilometers dikke ijskap. Smelt het ijs sneller dan het aangroeit, of schuift het van het continent af in zee, dan stijgt de zeespiegel. De gedragingen van het Antarctisch ijs hebben in vloeden op zeestromingen en klimaatzones over de hele we reld. Invloeden die nog maar ge deeltelijk zijn onderzocht en kunnen worden verklaard. Er zijn tekenen die erop wijzen dat het proces van afsmelten zich onder invloed van veranderin gen in de atmosfeer versneld voltrekt. Zekerheid bestaat er nog niet over. Vandaar dat on derzoek zich vooral richt op de wisselwerking tussen poolijs, klimaatpatronen en zeestro mingen. Zeeuws onderzoek Vanuit het Zeeuwse Yerseke wordt aan dat onderzoek deel genomen door medewerkers van het Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek (NIOO). Tien jaar geleden trok ken voor het eerst wetenschap pers naar het barre Zuidpoolge bied, later gevolgd door meer expedities. De Zeeuwse onder zoekers bestudeerden er onder meer wieren en korstmossen, als onderdeel van het Coastal Eco- logy-project, onderdeel van het Nederlands Antarctisch onder zoekprogramma. De bevindin gen die aan de Zuidpool worden opgedaan leveren ook gegevens op die van belang zijn voor eco systemen in gematigder kustge bieden zoals Zeeland. Recent onderzoek leert onder meer dat op Antarctica dertig procent meer neerslag zal vallen als de temperatuur op aarde met twee graden stijgt. Minder dui delijk nog zijn de gevolgen van een warmer klimaat voor de ijs kap. Het ontbreekt aan lange meetreeksen De veranderingen in de ijskap laten zich niet ge makkelijk meten, want het ijs reageert uiterst traag op kli maatveranderingen. De tot nu toe verzamelde gegevens geven het KNMI voldoende stof voor de verwachting dat een enkele graad hogere temperatuur op Antarctica niet direct leidt tot grootschalige afsmelting en dat er hooguit aan de randen wat ijs verdwijnt Jaarlijks bezoeken ongeveer 7000 wetenschappers het conti nent. Ze verblijven op goed ge outilleerde bases. Daarbuiten hebben ze weinig te zoeken. Dat geldt niet voor de avontuurzoe- kers Net als de vroegere ont dekkers (namen als Scott, Amundsen en Shackleton spre ken nog altijd tot de verbeeld ing) proberen ze het gebied over te steken Ze zijn voorzien van moderne hulpmiddelen en als het verkeerd dreigt te gaan, komt een snelle hulpactie op gang. De kosten ervan zijn ver zekerd. Een andere groep be zoekers wordt gevormd door toeristen die van de overweldi gende schoonheid willen genie ten. Er komen steeds meer grote cruiseschepen naar de Zuid pool. Het gaat inmiddels om meer dan 10.000 toeristen per jaar. Kwetsbaar Dat lijkt voor zo'n enorm gebied niet veel, maar de ecosystemen op Antarctica zijn bijzonder kwetsbaar. Korstmossen heb ben 100 jaar nodig om te her stellen van een voetstap. Broe dende vogels, waaronder de bekende pinguïns, worden in hun gedrag gestoord. Binnen het Antarctica Verdrag (gete kend door 45 landen) heeft Ne derland de status van consulta tief lid'. Daarvan zijn er 27. De betrokken landen hebben in middels een milieuprotocol on dertekend en nu is het de bedoe ling dat ze de bescherming van Antarctica opnemen in hun na tionale wetgeving Het ministerie van Verkeer en De komst van de Admiraliteit in Veere zorgde voor vijf eeuwen geleden voor flink wat bedrij vigheid. Het stadje fungeerde als de basis van de vloot, met al les wat daar bij hoort. De bouw en het uitrusten van schepen, het leveren van bemanningen en ook rechtspleging. De Admira liteit groeide van lieverlee uit tot een meer geoliede organisa tie, met veel geld en macht. Voor de omgeving viel er veel te verdienen, niet alleen in de scheepsbouw maar ook in de toelevering. Kabels, want, zei len, de hele proviandering. Het afgeleide voor de industrie was enorm. De Admiraliteit was één van de grootste werkgevers in Zeeland", vertelt A. P. van Dijk, directeur van het Instituut voor Maritieme Historie in Den Haag. Hij deed met studenten van de Rijksuniversiteit Leiden onder zoek naar de maritieme historie van Zeeland, met name in de pe riode van de Republiek der Ze ven Verenigde Nederlanden. Een boeiende tijd, waarin Zee land na Holland het invloed- rij kste gewest waszeker op ma ritiem gebied en dan zowel de zeemachr als de koopvaardij en kaapvaart. Het was de periode van de Tachtigjarige Oorlog en later van een serie Engelse Oor logen. De tocht naar Chatham (1667) onder Michiel de Ruyter is nu nog beroemd. Minder be kend is dat Zeeuwse schepen de Engelse vloot assisteerden bij de vernietiging van de Spaanse Ar mada (1588). Neergang Veere was nog geen eeuw dé be langrijkste vlootbasis. Het uit breken van de Tachtigjarige Oorlog (1568) zorgde voor een neergang. In 1574 werd in Zee land een admiraliteitsraad op gericht, in navolging van Hol land. Willem van Oranje, als souverein-admiraal ook bevel hebber van de vloot, probeerde meer te centraliseren. Dat lukte slecht. Vooral Zeeland hechtte sterk aan een eigen inbreng. De militaire situatie maakte het er niet makkelijker op. Veel op standige steden en gebieden waren namelijk van elkaar ge scheiden en op zichzelf aange wezen. Deze situatie leidde tot aanstelling van afzonderlijke admiraals in Zeeland, Holland en Friesland. Vlissingen, inmiddels zetel van de Admiraliteit, Zierikzee en Veere benoemden tijdens de eer ste jaren van de Opstand ieder hun eigen admiraal. Die van Vlissingen stond als admiraal van Zeeland aan het hoofd van de drie vlooteenheden. Hij was Verdacht Naast kwaliteiten was een goed netwerk van belang om hoge functies te bemachtigen. „Een goede relatie bij de Admiraliteit kon je aan een baan helpen," weet Van Dijk. Hij wijst op de koppeling in Zeeland tussen Admiraliteit en Gedeputeerde Staten. „Er was een heel duide lijke belangenverstrengeling. Dat vond men in Holland zeer Hr. Ms. Zeeland in dok in Middelburg De dokken te Vlissingen. ondergeschikt aan de gouver neur van de Prins van Oranje in Zeeland. In 1586 werd de Admi raliteit naar Middelburg ver plaatst; de Gecommitteerde Ra den (nu GS) vormden ook het admiraliteitscollege. Prins Maurits zorgde in 1597 voor een nieuwe regeling van het zeewe zen, bedoeld als tijdelijke oplos sing, maar uiteindelijk lopend tot 1795. Er kwamen vijf admi raliteitscolleges in het land: Rotterdam, Amsterdam, Hoorn of Enkhuizen, Dokkum en Mid delburg. De inkomsten van de admirali teiten in vredestijd werden voornamelijk gevormd door de opbrengsten van convooien en licenten. In oorlogstijd werd er een bijzondere belasting op de inkomende en uitgaande waren en schepen gelegd. Bovendien werden er grote bedragen door de provincies opgebracht. Het prijs- en buitrecht was in oor logstijd belangrijk. De schepen van de vloot brachten prijssche- pen en -goederen binnen, maar ook beoefenden in Zeeland veel particulieren met commissie- brieven van de Admiraliteit de kaapvaart. Wisselwerking Van een vast dienstverband bij de marine was aanvankelijk geen sprake. Elke Admiraliteit had wel een aantal vaste kapi teins. Indien nodig werden 'op roepkrachten' gecharterd: kapiteins en schepen van koop vaardij en kaapvaart. Van Dijk vertelt dat de wisselwerking tussen de sectoren veel groter was dan altijd gedacht is. „We hebben altijd verondersteld dat het gescheiden takken waren, dat is niet zo. Alleen de visserij bleef afgezonderd. Het verschil tussen marine, kaapvaart en koopvaardij was niet zo groot. Als het kon probeerde men het alledrie. Pas onder Tromp is er een klasse van echte zeekapi teins ontstaan. De zeetechniek werd verder ontwikkeld, de li- nietaktiek kwam op, er was spe cialisatie nodig." Kaapvaart Van Dijk gelooft niet dat de Zeeuwen een speciale voorlief de voor de marine koesterden. „Ik denk dat het meer een kwes tie van geld verdienen was. Als er kansen waren dan zag je een trek naar de kaapvaart Ging het in Duinkerke goed, dan zag je leegloop uit Zeeland. Het wa ren calculerende burgers. Daar moest de marine tegenop bok sen met hogere vergoedingen. Dat is nu weer zo. Als je kij kt naar de samenstelling van de bemanningen dan waren er veel buitenlanders. De officieren waren wel van Zeeuwse origine. Zeeland had zelf niet voldoende aanbod. Dat gold trouwens voor de hele republiek. Het was veel internationaler dan we den ken." verdacht. Het was ook geen mo derne marine die vanuit één punt werd aangestuurd. Dat was het zwakke punt van de re publiek ten opzichte van Enge land. Pas in 1795, de oprichting van de Bataafse Republiek, kwam er een Comité tot Zaken van de Marine voor het hele land en was Zeeland zijn macht ter zee kwijt. Rinus Antonisse Op 1 en 2 december wordt in het Zeeuws Archief te Middelburg een symposium gehouden over Zeeland en de marine. Dan is ook de presen tatie van een boek over Zeeuwse ma rinekapiteins uit de 18e eeuw.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 33