Iedereen heeft verstand
van het buitenland
Hoe Sinterklaas op kousenvoeten arriveerde
eeee nu+ nnnn
ffffff tttttt
Peuterspeelzaal
Tum-Tum
St-Philipsland
Na 'het Torentje' heeft het mi
nisterschap van buitenland
se zaken de reputatie de op één na
mooiste baan in politiek Den
Haagte zi j nToch wordt het steeds
raadselachtiger waarom bij kabi
netsformaties zo verbeten om de
post wordt gestreden. Want een
voor een verliezen bewindslieden
hun glans op de Apenrots. De laat
ste: WD-talent Jozias van
Aartsen. Toeval? Zegt oud-minis
ter Van den Broek: „Ook ik heb zo
mijn-ervaringen.
Hans van Mierlo kon zijn geluk niet
op toen hij wereldkundig maakte
wat zijn nieuwe baan was geworden.
„Ik word minister van de wereld",
glunderde de D66-leider in de zomer
van 1994. Twee dromen waren bij de
kabinetsformatie tegelijkertijd in
vervulling gegaan: het ministerschap
van buitenlandse zaken had hij op zak
én het CDA was voor het eerst sinds
mensenheugenis verbannen naar de
oppositiebanken.
De vreugde was echter van korte duur.
„Dit heeft wel iets van een deconfitu
re", oordeelde GPV-Kamerlid Eimert
van Middelkoop nadat Van Mierlo
amper vier maanden later in de Twee
de Kamer een volgens alle woordvoer
ders zwakke presentatie van zijn be
leid had gegeven. In de tussentijd had
Van Mierlo de WEU-assemblee en zijn
defensiecollega Voorhoeve tegen zich
in het harnas gejaagd. Ambassadeurs
vroegen zich vertwijfeld af wat ze met
de paradoxale denker aan moesten.
Van Mierlo moet dan ook een déja-vu-
gevoel hebben gehad toen hij vorige
week vernam hoe ook de WD'er Van
Aartsen in de vuurlinie kwam. Net als
hijzelf een ambitieus politicus, geen
grijze muis onder de Haagse kaas
stolp. Maar één ondoordachte
uitspraak over de verkiezingen in Joe
goslavië had een catastrofale uitwer
king voor Van Aartsen zelf. Afgeser
veerd door de Kamer, even in de steek
gelaten door de minister-president.
'Minister van de wereld' zijn, lijkt in
weinig op een wereldbaan.
.Van Aartsen is niet de eerste minister
die op de Apenrots zijn glans verliest.
Van der Stoel en Kooij mans waren
misschien de enigen die zich aan het
afbladderingsproces konden onttrek
ken", constateert D66'er Jan Willem
Bertens, oud-diplomaat en oud
woordvoerder van minister van bui
tenlandse zaken Van der Klaauw.
Voormalig minister Hans van den
Broek beaamt dat. „Het risico op
brokken is bij buitenlandse zaken veel
groter dan bij andere departemen
ten."
„Je moet zeker bij ingewikkelde
kwesties heel voorzichtig zijn dat je
niet te snel iets roept", zegt CDA-lei-
der Jaap de Hoop Scheffer, in een vo
rig leven particulier secretaris van
Van den Broek. „Het verlies aan gezag
is bijna een natuurverschijnsel", stelt
een Nederlandse topdiplomaat, die
liever anoniem blijft. „De minister is
ons visitekaartje, dat vergt nogal wat
van de presentatie", meent GPV'er
Van Middelkoop. „Wij willen niet dat
de minister dingen zegt waarvoor ons
de plaatsvervangende gene be
kruipt."
De vele schrammen en kneuzingen die
een reeks ministers aan hun jaren op
'BuZa' heeft overgehouden, roept de
vraag op in hoeverre deze bedrijfson
gevallen aan henzelf te wijten zijn. Of
stelt Buitenlandse Zaken misschien
onmogelijke eisen aan de dienaar van
de kroon, die altijd met hooggestemde
verwachtingen aan zijn klus begint?
Met andere woorden: hoe fair is de
kritiek van buitenlandwoordvoerders
in de Kamer, die Van Aartsen vorige
week nog 'domheid' verweten en het
premier Kok vervolgens kwalijk na
men dat hij deze domheid niet voor
zijn rekening wilde nemen?
Oud-minister Van den Broek vindt
een relativering op zijn plaats. „Op
Buitenlandse Zaken heb je per defini
tie te maken met onvoorspelbare ont
wikkelingen. Daarbij komt dat je heel
snel in de aandacht staat als minister.
Er hoeft ergens in de wereld maar iets
te gebeuren, en men verwacht meteen
dat je daar je licht over laat schijnen.
Dagelijks wil iedereen commentaar
horen, maar als je dan spreekt terwijl
De minister moet nu vooral coördine
ren, netwerker zijn, legt buitenland
woordvoerder Bert Koenders van de
PvdA uit. „Buitenlandse zaken is bij
uitstek in de positie om al het buiten
lands beleid van de andere departe
menten te coördineren en te zorgen
dat Nederland één duidelijke stem
heeft. Dat de premier meer naar bui
ten treedt maakt Buitenlandse zaken
niet minder krachtig. Juist niet! Het
moet immers het buitenlandse hande
len van de premier voorbereiden."
Dat mag dan zo zijn, het maakt de mi
nister ook kwetsbaar. De oppositie is
er als de kippen bij om elk mogelijk
verschil van mening tussen premieren
minister breed uit te meten. De eigen
zinnige Pronk - nooit om een mening
verlegen - bracht met zijn eigenzinni
ge opvattingen Van Mierlo herhaalde
lijk in de problemen.
Ook Van den Broek kan daar over
meepraten. Grinnikend: „Ik heb Pa
triots aan Israël aangeboden tijdens
de Golfcrisis op de dag dat Relus ter
Beek jarig en onvindbaar was. Hij is
daar toen heel boos over geworden en
ik moest openlijk mijn excuses aan
bieden."
Knollentuintje
Hoezeer het echte werk van de minis
ter van buitenlandse zaken zich ook
achter de schermen afspeelt, de Twee
de Kamer weet hem wel te vinden.
„Vroeger was Buitenlandse Zaken een
zaak van een kleine elite, maar sinds
de jaren zeventig, tachtig heeft ieder
een daar een mening over", zegt De
Hoop Scheffer.
En dat zal de minister weten ook. „Het
aantal keren dat je in de Kamer moet
verschijnen om de wereldpolitiek toe
te lichten...", verzucht een topdiplo
maat. „Men verwacht soms dat je van
uit de Apenrots de loop van de wereld
geschiedenis kunt beïnvloeden. Het
effect van. we zitten nu in de Veilig
heidsraad waarom is het nog steeds
geen vrede in het Midden-Oosten?"
Van Aartsen heeft het extra moeilijk
in de Kamer. Bertens: „Hij heeft ge
leerd dat je in de politiek moet scoren
om vooruit te komen. Maar dan ga je
als minister van buitenlandse zaken
snel op je bek. Je staat tegenover een
aantal specialisten in de Kamer die
het buitenland allemaal als hun per
soonlijk knollentuintje beschouwen
en graag willen demonstreren hoe
goed ingevoerd ze zijn."
Buitenlandse Zaken ligt in het paarse
tijdperk extra onder vuur omdat het
kabinet economisch de wind mee
heeft. „In Den Haag gaat het zo goed,
daar loopt iedereen met een EO-glim-
lach rond", aldus de topdiplomaat
kregelig. „Maar in het buitenland is
nog genoeg ellende. Dus daar focust
men zich op."
Het gemier in de Tweede Kamer, de
concurrentie van de premier, constant
in de gaten houden wat de Haagse col
lega's in het buitenland doen; wat was
er nou ook weer zo leuk aan Buiten
landse Zaken? De glamour' De wereld
van Peter Stuyvesant! Je loopt toch
maar mooi over dat kort geschoren
grasveld van het Witte Huis, schudt de
hand van de Indonesische president
en spreekt de Algemene Vergadering
van de Verenigde Naties toe.
Dat al dat heen-en-weer vliegen in
harer Majesteits vliegmachine ook
zijn schaduwkanten heeft, merkt ie
dere nieuwe minister binnen enkele
weken „Van der Klaauw was al 205
dagen per jaar in het buitenland en
dat is alleen maar erger geworden",
zegt zijn voormalig woordvoerder
Bertens.
Buitenlandse zaken is een slijtage
slag, beaamt de topdiplomaat. „Van
Mierlo leed fysiek onder het ambt. Het
voortdurende reizen en vergaderen
was gewoon niet te combineren met
alle binnenlands politieke verplich
tingen. Het tijdsbeslag is enorm."
„Aan het eind was Van Mierlo bek- en
bekaf", weet ook Bertens. Maar daar
staat volgens de oud-diplomaat en
historicus wel een belangrijke politie
ke premie tegenover. „Na de Tweede
Wereldoorlog heeft nog nooit een be
windsman van buitenlandse zaken
hoeven aftreden? Ik denk dat dit komt
omdat het buitenlands beleid au fond
een beetje vrijblijvend is. Je haalt wel
vaak de voorpagina's, maar het raakt
niemands portemonnee."
Paul Koopman
en Jaco van Lambalgen
zaterdag 21 oktober 2000
Van Aartsen wil te graag scoren. Dat bezorgde hem een flink aantal uitglijders. foto Cees Zorn
je beter had kunnen zwijgen, zoals
Van Aartsen, zijn de repercussies
enorm. De manier waarop de Kamer
over hem heen is gevallen....erg over
dreven!"
Slordig
Een minister van buitenlandse zaken
moet op zijn woorden passen, zoveel is
wel duidelijk. „Er is geen enkele por
tefeuille waarbij het woord zo belang
rijk is", onderstreept Van Middel
koop. „Het gaat immers om nuances,
om gevoelsoverwegingen."
Van Mierlo gold als zeer welbe
spraakt, maar als minister brak zijn
slordigheid hem op. Zo had hij het in
de Kamer over Bosnische Serviërs -
met een blik naar zijn ambtenaren:
„of bedoel ik nu Servische Bosniërs?"
- haalde hij Tutsi's en Hutu's door el
kaar, vergat even dat de Sovjetunie
niet meer bestond en vergiste zich in
het aantal Nederlandse militairen dat
in Bosnië was gelegerd.
Van den Broek daarentegen ging met
een stofkammetje door de teksten die
hem werden voorgelegd, maar kreeg
in de Kamer het verwijt dat hij te steil,
te voorzichtig was. Van Aartsen heeft
weer de neiging zich nadrukkelijk te
manifesteren en zal nooit eenmaal
uitgesproken woorden inslikken Ook
fout, meent oud-diplomaat Bertens.
„Hoog van de toren blazen kun je niet
doen in zijn positie. Dat wordt gena
deloos afgestraft".
Maar het is nog complexer. Ego's wor
den gedeukt, reputaties geschonden,
relaties raken verstoord, omdat een
minister van buitenlandse zaken
moet opereren in een mijnenveld. Alle
waarnemers stellen vast: de functie is
in de loop der jaren ingrijpend veran
derd.
Er valt om te beginnen minder eer mee
te behalen. Nederland is een klein en
niet bijster invloedrijk land, en een
groot deel van het buitenlands beleid
is uitbesteed aan de Europese Unie.
De premier heeft het daarbij steeds
meer voor het zeggen gekregen. De
minister mag zich bezighouden met
terreinen waarop hij bitter weinig in
vloed kan uitoefenen, zoals de onlus
ten in Indonesië of de oorlogen in Tsje
tsjenië.
Bertens, bijna schamper. „Buiten
lands beleid?! We behartigen onze be
langen in het buitenland, maar van
beleid is al lang geen sprake meer. De
minister van buitenlandse zaken doet
aan public relations. Echte invloed is
alleen op Europees niveau uit te oefe
nen, samen met de andere lidstaten."
Maaiveld
En dat legt de minister weer aan ban
den, schetst De Hoop Scheffer. „Er is
nog maar één terrein waarop Neder
land een eigen buitenlands beleid kan
voeren en dat is Suriname. En daar
viel de laatste tijd niet veel te beleven,
omdat uitgerekend met dat land de re
laties al jaren bevroren waren.
Een minister kan het niet gauw goed
doen. Of hij loopt teveel achter de EU
aan terwijl de Tweede Kamer smeekt
om een eigen standpunt (bijvoorbeeld
over Indonesië), of hij krijgt de hele
Kamer over zich heen omdat hij zich
met een iets te duidelijke eigen me
ning isoleert in Europa. „Het is een
lastige spagaat tussen twee nationale
karaktertrekken", analyseert Van den
Broek. „Aan de ene kant wil men dat
opgeheven vingertje zien, maar tege
lijk wordt je kop eraf gehakt als je die
te ver boven het maaiveld uitsteekt."
Daarbij komt dat de minister steeds
vaker opereert in de schaduw van de
premier. Die is zeker in Europa de
afgelopen jaren steeds belangrijker
geworden. Op de Europese toppen
hakken immers de staatshoofden en
regeringsleiders de politiek écht be
langrijke knopen door.
„Dat geeft af en toe spanningen", er
kent Van den Broek. „Van Mierlo
klaagde daar ook over. Bij de informe
le Europese toppen zijn de ministers
van buitenlandse zaken soms niet
eens welkom. Ik heb daar ook zo mijn
ervaringen mee. Disputen met pre
mier Lubbers over de vraag: wie heeft
er nu zeggenschap over het buiten
lands beleid?"
„Het hangt ook van de karakters af",
legt hij uit. „Kunnen de ministèren
premier een beetje met elkaar over
weg? Bij Van Aartsen en Kok is het
meer een probleem van onverenig
baarheid van karakters. Kok is kort
aangebonden, Van Aartsen wil graag
naar voren treden. En Kok is inmid
dels natuurlijk wel gegroeidHij is een
van de langst zittende regeringslei
ders. Met meer internationale erva
ring dan Van Aartsen."
Bertens beaamt dat. „Om succesvol te
kunnen opereren moeten de premier
en minister wel goed door één deur
kunnen. Van der Stoel en Den Uyl
vormden een prima team. Van Agt en
Van der Klaauw, puk en muk, konden
ook goed met elkaar opschieten. Lub
bers en Van den Broek was al een stuk
moeizamer. Van Aartsen en Kok, dat
wringt pas echt."
Premier en minister moeten duidelij
ke werkafspraken maken, stelt De
Hoop Scheffer. „Als ik bijvoorbeeld
Kok en Clinton op het grasveld van
het Witte Huis zie, dan moet Van
Aartsen daar bij zijn."
Gordijnen
Behalve met de premier heeft de mi
nister ook te maken met andere Haag
se departementen die steeds meer
'buitenlands' beleid voeren. Zo is De
fensie met de opkomst van de vredes
missies een erkend internationaal
speler. En ook Ontwikkelingssamen
werking, met al het geld achter hand,
roert zich nadrukkelijk. De WD
mocht Van Mierlo graag de gordijnen
in jagen door minister Pronk als 'mi
nister voor Afrika' af te schilderen
Dat is ten dele terecht, merkt De Hoop
Scheffer op. „In die relatie geldt toch:
wie betaalt, bepaalt."
Zwaaien naar mamma?
Nee, met zwaaien naar mamma!
Nou, volgende keer dan maar.
Een rechthoekig gebouwtje met
puntdak. Het bouwsel is al stevig op
leeftijd, zie de scheuren in de muren
en de afbladderende verf op de kozij
nen. Peuterspeelzaal Tum-Tum staat
op de ramen geschreven.
Het jongetje met het kuifje heeft een
snotneus, het jongetje met het bor
stelkapsel een paar schrammen;
heeft de poes gedaan, zegt hij.
Zestien peuters en twee juffen.
Ik ben in de stoomtram geweest,
roept het meisje met het blonde haar.
En ik heb een banaan meegenomen,
probeert het jongetje in de grijze trui
haar te overtroeven.
De rode tafel in het midden ligt vol
met Lego. Op een tafeltje verderop,
vlakbij het raam, boekjes over Dik-
kie Dik en Dribbel. Het meisje met de
paardestaart roetsjt van het glij
baantje Goed hé, dat ze dat al kan?
Aan de muur posters van de Teletub-
bies en Donald Duck met Kwik,
Kwek en Kwak. En er hangt een fees
telijke verjaardagskalender;
Al heel vroeg sta ik op
Een feestmuts op mijn kop
Ballonnen met een strik
Cadeaus, ezeltje prik
Blaaskaartjes op de taart
Veel kusjes op een kaart.
De kalender vertelt dat Gerwin op 25
tttttt pppp
oktober jarig is en Berit een dag later.
De namen van Nathalie, Henk en Iris
zijn doorgestreept. Die zitten niet
meer op de peuterzaal. Dat is niet
makkelijk hoor, als een paar peuters
Tum-Tum verlaten. Juf Aafke heeft
dan soms een brok in de keel. Bij de
een wat meer dan bij de ander, dat
mag ze eigenlijk niet zeggen, want al
le kinderen moeten haar even lief
zijn. Maar ja, juf Aafke is ook maar
een mens.
Juf, piept het meisje in de rood-wit-
gestreepte jurkje, ik heb in mijn
broek geplast. Een schone luier aan
doen, dat zijn de minder leuke kanten
van het vak. Maar, doet juf Anja
schouderophalend, daar moet je even
doorheen, dat hoort er gewoon bij.
Het grote houten speelhuis in de
hoek, is gemaakt door een handig be
stuurslid. Prettig, zo'n knutselvader,
anders hadden ze het nooit kunnen
betalen. Want tsja - met de subsidie
gelden die ze ontvangen kunnen ze
net rondkomen. En de ouderbijdra
gen zijn ook vrij bescheiden: vijfen
vijftig gulden per maand, per kind.
Halverwege de jaren zeventig werd
Tum-Tum opgericht. Het was in de
tijd waarin vrijwel elk dorp een peu
terzaal kreeg en waarvoor namen
werden bedacht als de Brave Hen-
drikjes, de Tjoekjes, Hummelhonk en
de Zandkrumels. Het waren ook de
jaren waarin het Woord van Walpot
te Sint-Philipsland zwaar woog. Een
steile bestuurder, die later nog me
nigmaal de krantenkolommen zou
halen met zijn staaltjes van zeer
rechtlijmng SGP-denken; de ge
meentesecretaris die haar afscheid
met een etentje in een Brababantse
eetgelegenheid enige luister wilde
bijzetten - Walpot wilde daar niet
aan omdat het restaurant ook des
zondags geopend was; een horeca-
exploitant die zich een aansluiting
op de riolering wenste - neen, zei
Walpot, want de ondernemer ser
veert er ook op de Dag des Heren,
Flip land was zeker in de jaren zeven
als een opbergplaats van kinderen
wier moeder uit werken gaat en het
opperwezen schijnt ooit verboden te
hebben dat moeders bezigheden bui
tenshuis hebben;
dat het bestuur dusdanig was samen
gesteld dat iedereen zich erin kon
vinden: een paar van die kerkelijke
gezindte, eentje van die, eentje van
die en ook nog een neutraleZo kwam
het allemaal goed
Zelfs Sinterklaas, lange tijd op Flip-
land een ongewenste verschijning,
maakt in Tum-Tum de laatste jaren
zijn opwachting. Op kousenvoeten,
dat wel Eerst kwam er een klein
Zwartje Pietje, toen kwamen er twee
Zwarte Pietjes, toen een grote Piet en
uiteindelijk werd Sinterklaas zelf
binnengeloodst.
Berit en Kjeld zijn aan de beurt om de
bekers met drinken uit te delen: Fris-
ti, melk en chocomel. Juf Anja is jarig
geweest. Zij leve lang, hoera, hoera,
hieperdepiep. Tweeëndertig kinder
armpjes in de lucht.
Buiten, aan het hek, verzamelen zich
de eerste moeders om hun kinderen
op te halen Weer niet gekleid van
daag, zegt het jongetje met de
schrammen op zijn neus. En hij kijkt
daabij een beetje beteuterd.
Nou, volgende keer dan maar.
Willem van Dam
foto Willem Mieras
tig niet het meest vooruitstrevende
dorp ter wereld. En toch, toen al een
peuterzaal. Meneer Neele, destijds
een van de initiatiefnemers, weet
nog; dat er een beetje omzichtig
moest worden gehandeld om mede
werking van het gemeentebestuur te
verkrijgen; dat zorgvuldig werd ver
meden het woord crèche in de mond
te nemen omdat dit weerstand zou
kunnen oproepen in orthodox-chris
telijke kring, want crèche - dat klinkt