Tegen wil en dank een medeplichtige Een vloek om een meisje te zijn Splijt het hout opdat het brande tot mijn warmte D<7P kunst mTLXj cultuur Els Hupkes na de ontvoering Poëzie van Elly de Waard Dagboeknotities Alma Mahler in de jaren 1898-1902 12 W^KÊÊM Els Hupkos schreef met De kleine Britt een bijzonder egodocument. iemand zou aandacht m geschonken hebben aan De kleine Britt, de eerste roman van Els Hupkes (geb. 1942), wanneer het om een verzonnen geschiedenis was gegaan. Maar in het boek krijgen we het ware verhaal te lezen van een geruchtmakende ontvoeringszaak, en dan nog wel verteld door de vrouw van de dader. Het wanhopige relaas van een slachtoffer dat zich geen slachtoffer mag noemen. Voor Els Hupkes is het bestaan in twee perioden verdeeld: er is een tijd vóór de »verval en een tijd nA de overval. Op een aprilnacht in 1988 drong een groep mannen het huis van het gezin binnen. Wat gebeurde er' Ging het om 'een stel ontsnapte gekken uit een gekkenhuis'' Een maffe BB- <>efening?\ schrijft zein De kleine BrittHet leven na de overval. Het betrof een inval van de politie. De aanwezigen werden gearresteerd in verband met een ontvoeringszaak die Nederland sinds september 1987 in de ban had gehouden. Haar man bleek de dader te zijn. hij had het slachtoffer al op de eerste dug vermoord, lang voor hij een reeks afpersingsbrieven stuurde met onder meer een pink van de dode. Die term 'de overval' doet je even het ergste vrezen 1 let woord klinkt verongelijkt en verbitterd, alsof de verdachten een groot aanrecht is aangedaan Gelukkig valt die toon verder in het boek nauwelijks te beluisteren Els Hupkes dramt niet, ze doet geen poging de verschrikkelijke feiten te verdoezelen. Ze hoopt op enig begrip voor het onbegri jpcli jke, maar ze schreef de roman toch vooral om klaarheid te verkrijgen. Het is zonder meer dapper van haar om dit openhartige werk te publiceren.Vrijwel ieder ander die in zo'n precaire positie verkeerde, zou besloten hebben stilletjes in een hoekje weg te kruipen. Zij durft het dus aan om de aandacht nadrukkelijk op zich te vestigen en de woede van de kortzichtigen te trotseren. De namen van ontvoerder en ontvoerde zijn veranderd. De moordenaar heet m het verhaal Dickie Kahl. en het slachtoffer heet meneer Coens. Maar dat doet aan de herkenbaarheid niets af vrijwel ieder zal zich de geschiedenis herinneren.De schrijfster beseft dat haar leven ongeveer 'een open boek' is vanwege de 'lawine van persberichten' Maar tegelijk heeft ze een onbekend verhaal te vertellen, een verhaal dat lang niet iedereen zal willen aanhoren. Want terwijl zij volstrekt onschuldig is aan wat haar man heeft gedaan, valt de neiging haar toch in het kamp van de schuldigen te plaatsen moeilijk te onderdrukken Els Hupkes is en blijft voor de wereld tegen wil en dank een medeplichtige. Ze weet dat zelf maar al te goed Meer dan eens zegt ze 'aan de verkeerde kant' te staan In feite is ze ook een slachtoffer, maar ze mag geen letterkundige kroniek slachtoffer zijn. Ze heeft recht op mededogen maar niemand kun werkelijk met haar meevoelen Ze zou het zichzelf gemakkelijk hebben kunnen maken ze had deze gelegenheid kunnen benutten om met Dickie af te rekenen Hij heeft immers ook hAAr verraden, in desteek gelaten, in zijn val meegesleept In plaats daarvan stelt ze zich achter hem op. Dat wil zeggen: ze neemt in harde bewoordingen afstand van zijn daad, maar ze blijft van hem persoonlijk houden. Na al die jaren dat hij m de gevangenis en in de kliniek zit. kan ze schrijven: „Ik voel me goed met hem, nu meer dan ooit." Els Hupkes balanceert in haar boek bijna voortdurend op de rand van de afgrond, ze valt er echter niet in. Ze verdrinkt nét niet in hel zelfmedelijden, de liefde verblindt haar nét niet helemaal Dit alles maakt De kletne Britt tot een bijzonder egodocument Jammer genoeg was de schrijfster iets te gauw tevreden over haar werk. Maar met alleen je hart uitstorten krijg je geen overtuigende literatuur. Het geheel (met de ietwat bizarre mengeling van processen-verbaal, dagboekaantekeningen, psychiatrische rapporten, brieven en ontboezemingen) heeft soms meer weg van een omgegooide prullenmand dan van een goed geordende roman. Ze heeft zich eenvoudig niet weten te beperken. De speculaties over de ontvoering, de voorgeschiedenis, de motieven zijn al gecompliceerd genoeg Daarom was het geen verstandig besluit alle tegenslagen die haar na de overval hebben getroffen ook nog eens te boekstaven. Ouders gaan dood. een dochter wordt ziek, een zoon gaat het verkeerde pad op: het is allemaal heel erg. maar deze problemen benemen je het zicht op de hoofdzaak. Ze beweert ergens geen waardering te hebben voor het proza van Primo Levi: „Er is geen enkele ruimte voor troost, niets wordt verzacht door poëzie of humor Die boeken geven je geen enkele ruimte om te ontsnappen Gek genoeg geeft ook zijzelf, door die aaneenschakeling van rampen, de lezer geen kans te ontsnappen Je moet en zal Alles, maar dan ook Alles vernemen over het lijden van de familie Wat is het interessante aan haar relaas? Niet al deze perikelen. Het kan niet meer: een ge dicht met de retorische uit roep 'O!' beginnen. De Dordtse dichter J. Eijkelboom bedacht ooit een manier om straffeloos te doen wat eigenlijk niet mag. Hij schreef een mooi vers met de opening: „O. dat ik ooit nog eens/ een vers met o beginnen mocht,/ dat het dan ongezocht een ode/ werd waarin zeg maar een dode/ dichteres tot leven kwam." Elly de Waard heeft geen last van zulke inhibities. Ze viert haar zestigste verjaar dag met de bundel Zestig, waar in ze de zestig beste gedichten uit haar oeuvre koos. De o's en zelfs de ah's klinken bij haar on gehinderd. 'Ah. hoe de huid van de keel', begint een van de gese lecteerde gedichten. 'O vreemd werd mijn leven', luidt de ope ning van een ander vers. Het komt allemaal erg hevig over, maar dat is typerend voor Elly de Waard. Zij is de laatste die zich helemaal durft te laten gaan in haar poëzie, de laatste die de grote woorden niet schuwt, de laatste die de diepe gevoelens niet vermijdt. Onver valste lyriek is, tegelijk met de o's en de ah's. uitgestorven in de dichtkunst De Waards werk is één uitgebreide poging tot re animatie. Waar anderen zich toeleggen op ironie en afstand, kiest zij onvoorwaardelijk voor de verzuchting en de bezwering, voor uitbarstingen in deze trant ..Zwaai, bijl, ik zet je/ Botheid kracht bij, splijt/ Het hout opdat het/ Brande tot mijn warmte en/ Tegen mijn ver driet." Curieus is het zeker: een dichte res die zich al tien bundels lang, vanaf Afstand (1978) tot en met Anderling (1998), niets van de geldende poëtische conventies aantrekt, die anders dan de an deren durft te zijn. Zestig biedt dus een doorsnede van dit oeu vre. Misschien niet helemaal een evenwichtige doorsnede: uit sommige van de vroege bundels werd slechts één gedicht geko zen. Maar je krijgt alle kans om te ontdekken dat niet alleen de toon van deze poëzie, maar ook de inhoud ongewoon is. Ze kiest resoluut voor het lichamelijke in plaats van voor het geestelij ke, voor het vrouwelijke in plaats van het mannelijke. Ze verzet zich tegen Plato in wiens werk 'als hoogste/ Liefde die tussen mannen wordt/ Aange prezen'. Ze neemt juist Sapfoals voorbeeld voor haar lesbische liefdeszangen Er is veel leed in deze gedichten 'Mijn zorgen en droefheid ken nen geen ei nd'Er is heel wat on vervuld verlangen 'O het gemis, dat zonder/ Toekomst is Haar metaforen vragen dikwijls na drukkelijk om aandacht. Zo he ten hemel en aarde ergens 'een envelop die zich om/ De leegte vouwt', en komt de zon 'als een stoplicht op'. Even opdringerig zijn dit soort wendingen 'wat stilstaat deelt zichzelf/ mis schien het meeste mee' De gedichten van Elly de Waard kolken van de emoties, maar wanneer de woordenwaterval is uitgeraasd blijft je er meestal niets van bij. Met onwaar schijnlijk veel bombarie zegt de dichteres van Zestig nauwelijks iets van belang. 'O het/ Blauw en goud dat ik bevloog/ Vierdui zend vrijersvoeten hoog', kan ze jubelen. 'O het wachten viel mij/ zwaar, het wachten op haar!', kan ze jammeren. Er past slechts één reactie: O, wat een aanstellerij! H.W. FAly de Waard: Zestig - 84 pag. f 32,50- De Harmonie Amsterdam foto Han de Graaf niet het graven in het verre verleden, niet de beschrijving van Dickies frustraties vóór zi jn misdaad, maar haar houding in de dagen van de ontvoering. Ze wist. maar ze wilde niet weten. Hij bleef een nacht weg, ze vond een verdacht lijstje, er was gedoe met geld. Heden vóórhaar om vragen te stellen, maar ze deed dat zo dat haar man zich eraan kon onttrekken. Ze onderkende later: „Ik had in de hele achterliggende periode het tegendeel gedaan van Sherlock Holmes. In plaats van combineren en deduceren had ik ontkoppeld en onschadelijk gemaakt Els Hupkes vindt wat haar echtgenoot heeft gedaan net zo afschuwelijk als u en ik. Wanneer hij plannen heeft om te ontsnappen noemt ze hem 'een kleine, verwende klootzak'. Ze verwijt hem niets te hebben 'geleerd van zijn gemene rotstreken'. Maar ze Iaat hem nóóit vallen en iszo moedig daar in het openbaar voor uit te komen Hij belichaamt haar schaamte en haar trots, haar ongeluk en haar geluk Hij is de bron van al haar ellende en tegelijk haar enige troost Je leest zelden zo'n tegenstrijdige, hardnekkige, wrevelige, onbegrijpelijke liefdesverklaring als De kleine Britt. Misschien wel een liefdesverklaring aan de liefde zelf de enige zekerheid die haar na de overval niet ontviel. Hans Warren Els Hupkes De kleine Britt Het le ien na de overval - 396 pag 45,- - Uitgeverij Bert Bakker. Amster- proza Jef Blancke: Holleweg (Atlas, 173 blz 34,90). Een geschre ven portret van Vlaanderen in de jaren vijftig. Wat waren de dromen van de inwoners en wat is ervan terechtgekomen? Pauline van de Ven I)e vrouw in het vogelhuis (Archipel. 134 blz 25,-). Novelle van schrijf ster, journaliste en econome Pauline van de Ven, die in 1997 debuteerde met Drijvend pavil joen, een satire over de Neder landse samenleving. De vrouw in het vogelhuis schetst een beeld van een fascinerende da me die zich een zorgeloze, wind stille wereld heeft geschapen. Carla Bogaards Het gezichts bedrog (Meulenhoff, 102 blz., 26,50). Zij was een beroemde ballerina, hij een veelbelovend popartiest, totdat het noodlot toesloeg Na vijftien jaar ont moeten zij elkaar bij toeval. Van Carla Bogaards verschenen eer der de novelle Meisjesgenade, de roman Eigen vlees en bloed en de dichtbundel God bewo gen Marcello BoeteDe bondgenoot (Bert Bakker. 160 blz., 31,95) Autobiografische roman waar in Marcella Baete (1939) afre kent met haar verleden. Haar eigen ziekte (CFS) en haar ja renlange zwerversbestaan in spireerden haar tot het relaas van een vrouw die doorvecht waar anderen de moed zouden opgeven Rene Huigen Faustine. Een vertelling (Veen, 125 blz. 26,90) De hoofdpersoon in Faustine voelt zich een schip breukeling Het meisje, op wie hij tijdens de middelbare school verliefd was en twintig jaar la ter opnieuw verliefd wordt, blijft onbereikbaar voor hem. Toch wil hij tot elke prijs met haar in contact komen. Eric de Kuyper. Met gemengde gevoelens (Sun, 250 blz 39,50). Over eigenheid, identi teit en nationale cultuur Een nieuw deel autobiografische ge schriften waarin Eric de Kuyper een onthullende blik werpt op Nederland en België, de twee landen waar hij het grootste deel van de tijd heeft gewoond Said El Hajt De dagen van Sjai- tan (Vassallucci, 176 blz., geb 34,90). Kaleidoscopisch ver slag van Hamid, een jongen uit een Marokkaans en streng isla mitisch gezin, die meer en meer in verzet komt tegen zijn (auto ritaire) vader en diens geteken de wereld. Debuutroman van de in Marokko geboren Said El Ha- ji (1976) herdrukt Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans (De Badge Bij, 296 blz., geb.. 69,90, samengesteld door Frans A. Janssen en Sonja van Stek). Een overzicht van alle drukken en herdrukken van alle werken van W.F. Hermans, in totaal bijna vijfhonderd boe ken. Het boek toont - onder meer - de handelwijze van ver schillende uitgevers en werpt W. F. Hermans licht op de diversiteit in ver- schijningsvormen van boeken. I Het is de eerste keer dat in Nederland de methoden van 1 analytische en tekstuele biblio- f grafie op een modem auteur worden toegepast. poëzie J. Bernlef. Bcrnlefs Beste (Que- I rido, 311 blz.. 25,-). Bernlefs eigen keuze uit eerder werk ge- bundeld Opgenomen zijn De man in het midden (roman, 1976), Vallende ster. Opmerkin- j gen over het realisme (essay. De losse pols, 1998), Niemand wint (gedichten, 1992) en Tin- demans'dilemma, dat in 1999 in I boekvorm verscheen bij de Fe bruari boekhandels, vertaald Joachim Fest Speer, een bio grafie (De Bezige Bij. 407 blz., 59,90, vertaald door Louw Dijkstra, Annemieke Hornstra en Antsje Post). De nationaal- socialistische leider Albert Speer maakte een bliksemcar rière. Geboren in 1905 was hij al op zijn dertigste hoofdbouw meester van het Derde Rijk. In 1942 werd hij door Hitier be noemd tot minister van Bewa pening. Speer was een vat vol tegenstellingen Hitiers joden- haat noemde hij 'dwaas', maar hij nam er geen aanstoot aan. In deze biografie probeert Joa chim Post. oud-hoofdredacteur van de Frankfurter Allgemein® I Zeitung, de tegenstrijdigheden onder één noemer te brengen Philip RothI)e Menselijke Smet (Meulenhoff, 416 blz., 45,-, vertaald door Else Hoog), Coleman Silk heeft al vijftig jaar een geheim. Hij verzweeg het voor zijn naasten en zijn bes te vrienden. Laatste deel van Philip Roths trilogie over Ame rikaanse levens na de Tweede Wereldoorlog, waarvan de tra giek zowel door het lot van d< natie als door de 'menselijke smet' wordt bepaald. Alma Mahlor op 27-jange leeftijd mot haar twee dochters. Het is de titel van een pas verschenen bundel met dagboekaantekeningen van Alma Mahler (1879-1964) Het is een vloek een meisje te zijn. Eigenlijk heette ze in de tijd van dit journaal, dat van januari 1898 tot junuan 1902 loopt. Alma Schind- lcr. Ze wus nog niet getrouwd met de compo nist Gustav Mahleinog minder met de schrijver Franz Werf el. en nog veel minder met de architect Walter Gropius. Alsof de lijst met echtgenoten die ze versleet nog niet indrukwekkend genoeg was. stond ze ook op vertrouwelijke voet met de schilder Os kar Kokoschka Hoezo was het voor haar een vloek om een meisje te zijn, zal de lezer van dit dagboek zich onvermijdelijk afvragen. De mooie Al ma genoot duidelijk van haar jeugd en haar aantrekkingskracht Het flirten was haar min of meer aangeboren, ze kon alle man nen krijgen die ze wilde Ze is pas negentien jaar als ze noteert ..Ik heb al enige routine gekregen in het afwimpelen Op een gege ven moment krijgt ze in /-én week tijd twee huwelijksuan/oeken. De mannen zwermen om haar heen 'als muggen rond een lamp' Ze voelt zich bij zulke gelegenheden 'net een koningin'. Het heeft een andere reden dat het voor haar een vloek was een meisje, een vrouw te zijn. „Waarom heeft een vrouw nog nooit iets op het gebied van de muziek gepresteerd7", vraagt ze zich af Volgens haar is het een kwestie van 'te weinig geestelijke diepgang en filosofische bagage' Zij wil onmisken baar de grote uitzondering op dit gebied worden Alma hoeft, op jonge leeftijd, enor me ambities als componiste Ze hunkert naar roem en succes. „Ik zou een grote daad willen stellen. Ik zou een echt goede opera willen componeren", schrijft ze als meisje van achttien Ze speelde verdienstelijk piano, compo neerde een aantal liederen, maar ze zou toch niet voor de verlangde omwenteling zorgen Tben Gustav Mahler haar vroeg te stoppen met componeren, gaf ze daaraan gehoor. Niet zo iang voordien had iemand haar voorgehouden: ,,U zult als meisje nog veel tegenslag ondervinden, als u uw naam wilt vestigen." De muziek was niet haar enige talent, ze blijkt ook een begaafde dagboek schrijver. Het is verbluffend hoe goed deze jonge vrouw mensen kan peilen, hoe ont wikkeld haar smaak is op het gebied van li teratuur en schilderkunst, hoe indringend zij de sfeer van artistiek Wenen rond 1900 weet te schetsen. Ze kent iedereen en ze komt overal binnen Peter Claessens maakte voor de reeks Privé- -domein een keuze uit de dagboeken van deze ster aan het firmament van de Weense Jugendstil. Ze vond de muziek zo belangrijk dat ze de cahiers Suites noemde Ze werden in 1997 uitgegeven onder de titel Tage- buch-Suiten. op die editie gaat de Neder landse versie terug. Het is een heel oprecht journaal, in alle mogelijke toonaarden ge schreven. gelukkig én ontgoocheld, roman tisch én zakelijk, afstandelijk én dwepend. Haar afgod is Wagner, vijftien jaar voor haar geboorte overleden Ze bezoekt zoveel mogelijk concerten waar zijn werk wordt gespeeld. Zij gaat ook naar alle tentoonstel lingen van de 'Secession', de bekende kunstbeweging. Alma doet graag of ze een heel gewoon Oos tenrijks meisje is. Maar met al haar talenten en interesses is ze allesbehalve gewoon. Evenmin gaat ze met gewone mensen om. Zo speelt de schilder Gustav Klimt een be langrijke rol, hij wordt haar eerste grote liefde I*ater verschijnt Mahler in haar le ven. ze laat een andere aanbidder voor hem vallen. „Ik word dooréén vraag gekweld of Mahler me zal stimuleren te componeren schreef ze kort voor hun huwelijk. We ken nen het antwoord. Het veelbelovende meis je werd een vrouw in de schaduw van een reeks beroemde mannen. H.W. Alma Mahler: Het u een vloek om een meisje u zijn Een keuze uit de dagbiteken 1898-1902 Ge kozen, vertaald, geannoteerd en van een naxcooré voorzien door Peter Claessens 296pag 49,95- l*nve-dometn nr. 238. De Arbeiderspers Amster dam-Antwerpen vrijdag 6 oktober 2000 J

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 12