Grenswacht faalt in
strijd mensensmokkel
Luxe, maar angstig leven in Tokio
Hongarije
vraagt hulp
aan Westen
reportage zaterdag 16 september 2000 33
Westerse
geisha's zijn
populair
De Hongaarse oostgrens wordt, als
Hongarije lid wordt van de Europese
Unie, de nieuwe buitengrens van de EU. De
bijna 300 kilometer lange grens is nu al zeer
in trek bij criminele organisaties die zich
hebben gespecialiseerd in mensensmokkel.
Duizenden Afghanen, Irakezen,
Vietnamezen, Srilankanen en Bengalen
betalen enorme bedragen om via Hongarije
naar West-Europa te worden gebracht. De
Hongaarse grenswacht is nauwelijks
opgewassen tegen smokkelaars die het, in
tegenstelling tot de grenswacht, aan geld,
mankracht en materiaal niet ontbreekt.
„We hebben vaak het gevoel dat we voor
joker staan", aldus een Hongaarse
grenswacht.
Kapitein Gabor Kanyo schiet in de
lach en zijn twee ondergeschikten
gniffelen mee. Aanleiding tot de hilariteit
is de blijkbaar nogal naieve vraag van de
buitenlandse journalist 'of de smokke
laars ook over zulke moderne apparatuur
beschikken' nadat deze even door de
gloednieuwe nachtvisie-verrekijker van
de grenswacht heeft mogen turen. „Die
hebben veel meer en moderner spul dan
wij", zo vertelt kapitein Kanyo als hij is
uitgelachen.
We staan op een mooie nazomeravond
kort voor middernacht op de Hongaarse
oever van de Tisza-rivier die hier bij het
plaatsje Tiszabecs enkele tientallen kilo
meters lang de grens met de Oekraine
vormt. De in het maanlicht blinkende ri
vier is hier slechts enkele tientallen me
ters breed en vormt een van de vele zwak
ke plekken in de b ij na 3 0 0 kilometer lange
oostgrens van Hongarije met Roemenië en
Oekraïne. Veel meer dan een vlot of boot
je, een lang touw en wat handlangers die
aan weerszij den op de uitkij k staan is hier
niet nodig om vanuit Oekraine Hongarije
binnen te komen. Al gaat het desondanks
wel eens mis. In april 1999 kwamen veer
tien mensen om het leven toen hun plastic
vlot midden op de wilde en ijskoude rivier
omsloeg.
Het gros van de meer dan 15.000 illegalen
die afgelopen jaar in Hongarije werden
aangehouden, kwam via deze grens het
land binnen. En dit deel van de grens met
Oekraïne is volgens kapitein Kanyo ver
uit het meest in trek bij de mensensmok
kelaars. „We doen wat we kunnen, maar
het is simpelweg een ongelijke strijd", zo
meent hij.
De cijfers die kapitein Kanyo routinema
tig uit zijn mouw schudt, spreken boekde
len. De grenspost Tiszabecs, waarvoor hij
verantwoordelijk is, heeft de beschikking
over 43 grenswachten. Die 43 man wor
den geacht de ruim veertig kilometer lan
ge grens dag en nacht te bewaken, inclu
sief de drukke grensovergang Tiszabecs.
„We hebben dus pakweg 1 man per kilo
meter voor bijna veertig kilometer rivier
en vier kilometer 'groene grens'. We heb
ben minimaal drie maal zoveel mensen
nodig om ons werk echt goed te kunnen
doen, maar daar is geen geld voor", zo ver
zucht Kanyo.
Iedere avond, aan het begin van de nacht
dienst, wordt bepaald op welke plekken
die nacht gesurveilleerd wordt. Onmid
dellijk daarna gaan de grenswachten
naar de hen toegewezen plekken. Hun
mobiele telefoons, als ze die hebben, moe
ten ze op het kantoor achterlaten. „Een
standaard veiligheidsmaatregel", zo legt
kapitein Kanyo uit. „We willen voorko
men dat een corrupte medewerker snel
even doorbelt waar we die nacht patrouil
leren en waar niet".
Het risico dat er zich verraders onder zijn
eigen mensen bevinden, is Volgens Kanyo
verre van denkbeeldig. „Er zijn enorme
bedragen gemoeid met de mensensmok
kel. Tegelijkertijd worden onze mensen
heel slecht betaald. Een grenswacht ver
dient hooguit 50.000 forint per maand
(amper 400 gulden), 's Winters moet je
voor dat geld nachtenlang bij temperatu
ren tot twintig graden onder nul patrouil
leren. Dan wordt het verleidelijk om 'de
vijand' een keer niet te zien als je daarmee
in één klap een paar maandsalarissen
kunt verdienen". 'De vijand' zijn profes
sionele, internationale misdaadorganisa
ties die via Moskou en Kiev Afghanen,
Irakezen, Srilankanen, Bengalen en wie
er zich verder maar aandient naar het
westen smokkelen. Per persoon rekenen
ze tarieven van vele duizenden dollars
voor een enkeltje naar West-Europa. De
'klanten' worden ook gedurende de reis,
die vele weken kan duren, genadeloos uit
gemolken. „Ze moeten voor alles betalen,
ook voor het eten dat ze krijgen en voor
het onderdak dat hen in afwachting van
de volgende etappe wordt geboden", zo
weet Kanyo.
De vraag of de Hongaarse grenswachten
op steun van hun Oekraïense collega's aan
de andere kant van de grens kunnen reke
nen, is ook goed voor enige hilariteit. Om
diplomatieke redenen wenst Kanyo niet
al te veel te zeggen over zijn collega's van
de andere kant, maar van enige hulp bij
het bestrijden van de smokkelaars is dui
delijk geen sprake.
Eerder van tegenwerking, zo blij kt uit een
anekdote..Afgelopen voorjaar betrapten
we op heterdaad een groep van zeventig
personen bij het oversteken van de groene
grensIn dat geval hebben we het recht om
iedereen terug te sturen. Maar de Oekra
ïense collega's zeiden na een kort onder
zoek ter plekke dat ze maar van veertig
mensen voetsporen hadden gevonden. Ze
wilden daarom ook maar veertig perso
nen terug nemen."
Geglipt
Ondanks de onderbezetting en het gebrek
aan geld en materiaal waar de Hongaarse
grenswacht mee te kampen heeft, houden
Kanyo en de zij nen ieder j aar meer illega
len aan. „In 1994 pakten we 18 man, twee
jaar later 80, vorig jaar 780 en dit jaar zit
ten we al dik over de 500. Elders in Hon
garije werden vorig jaar nog eens zo'n 500
illegalen aangehouden die hier de grens
over waren geglipt. En we schatten dat
het nog eens zo 'n 2 5 0 anderen gelukt is om
ongezien naar West-Europa te gaan."
Voor de goede orde: De cijfers hebben be
trekking op de amper veertig kilometer
grens die Kanyo onder zijn hoede heeft.
En voor het gros van de illegalen betekent
aanhouding in Hongarije geenszins het
einde van hun droom om een nieuw leven
te beginnen in Frankrijk, Duitsland of
Nederland, maar slechts vertraging. De
meeste illegalen wagen zodra ze worden
gepakt politiek asiel aan en kunnen in dat
Drie Vietnamezen wachten op de uitslag v;
geval niet worden teruggestuurd voordat
die procedure is afgerond.
In negen van de tien gevallen zijn de asiel
zoekers al naar het westen verdwenen
voordat ze zijn uitgeprocedeerd. De mees
te Hongaarse asielzoekerscentra zijn, net
als die in Nederland, open. Wie weg wil,
wordt niets in de weg gelegd. En zelfs de
paar gesloten asielzoekerscentra die on
der de grenswacht vallen, zijn verre van
potdicht.
Alleen al vanuit het 'gesloten' centrum in
de stad Nyirbator in het oosten van Hon
garije zijn dit jaar 70 mensen ontsnapt.
„Mensen die perse weg willen, kun je on
mogelijk tegenhouden. Die vinden altijd
wel een manier om te ontsnappen", zo
meent majoor Mihaly Usztics.
Usztics heeft de leiding over het gesloten
i hun asielaanvraag.
asielzoekerscentrum in Nyirbator; een
voormalige kazerne die oogt als een ver
loederde gevangenis. Het gros van de 151
'gasten' van majoor Usztics bestaat uit al
leenstaande mannen die niet voor politiek
asiel in aanmerking komen of die wach
ten op uitzetting naar het land van her
komst. In veel gevallen komt het daar
echter nooit van omdat de personen in
kwestie valse namen hebben opgegeven.
„Zo lang de identiteit van iemand niet on
omstotelijk vast staat, kan die niet wor
den teruggestuurd", verzucht majoor Us
ztics. Een kant-en-klare oplossing heeft
hij niet voor het probleem van de ieder
jaar groeiende stroom illegalen voor wie
Hongarije doorgaans slechts tussensta
tion is. „Onze grensbewaking moet veel
beter worden, want als ze eenmaal hier in
foto David Greedy
Hongarije zijn, dan is het te laat. Jullie in
West-Europa moeten Hongarije helpen,
want het wordt uiteindelijk jullie pro
bleem", zo meent de majoor. „Hongarije
heeft niet het geld, jullie wel. En hoewel
Hongarije pas over een paar jaar lid van
de Europese Unie wordt, is de grens hiel
de facto al lang jullie buitengrens."
Banhegyi weet dat hij minstens drie maal
zoveel mensen in het veld zou moeten
hebben om effectief te kunnen opereren,
maar weet tevens dat hij dit j aar van de re
gering in Boedapest geen cent meer krijgt
dan vorig jaar. „We zijn een klein, relatief
arm land. Meer geld is er niet. Daarom
moeten jullie in het westen bijspringen.
Help ons. Dat is in jullie eigen belang."
Hans Gertsen
Een seriemoordenaar? Nee, ze is
ontvoerd door een sekte en is nu een
seksslavin van nieuwe volgelingen. Fout.
De yakuza, Japanse maffia, heeft haar
gedrogeerd en verkocht aan een bende
vrouwenhandelaars in Hongkong.
Allemaal theorieën over de verdwijning
van een jonge Britse die als 'gastvrouw'
werkte in het nachtleven van Tokio. Het
enige dat vaststaat, is dat ze na twee
maanden nog spoorloos is. En dat andere
westerse vrouwen niet voor het werk
terugdeinzen.
Op enkele 'vermist'-affiches na wijst
niets in de uitgaansbuurt Roppongi
er op dat hier de 22-jarige Lucie Black-
man is verdwenen. De neonlichten schit
teren als altijd. Australische en Afrikaan
se portiers lokken Japanse en westerse
zakenlui hun stripteasetenten binnen.
Geblindeerde limousines parkeren op
plaatsen waar alleen de yakuza geen boe
te krijgt. Opgedofte westerse vrouwen,
net boven de 20, haasten zich in elegante
avondjurken naar een van de tientallen
'internationale bars' die Roppongi rijk is.
Ook Blackman werkte in zo'n bar, als hos
tess. In de Casablanca schonk de voorma
lig stewardess uit het Britse Kent drank
jes in voor hoofdzakelijk Japanse
mannen. Ze zat bij hen aan tafel, stak hun
sigaretten aan, praatte over koetjes en
kalfjes, maakte ze complimentjes en was
vooral mooi.
Totdat Blackman op een zondagmiddag
in juli haar vriendin opbelde met wie ze
samen naar Tokio was gekomen. Ze was
met een man mee. Hij zou een mobiele te
lefoon voor haar kopen. Daarna zou ze
met een klant van de club naar het strand
gaan. Het was haar laatste telefoontje.
Twee dagen later werd haar vriendin ge
beld door iemand die in gebroken Engels
zei dat Blackman niet meer terugkwam,
Ze onderging training voor haar nieuwe
leven bij een religieuze sekte. Terwijl 40
rechercheurs en agenten zich op de zaak
stortten en van begin af aan met het ergste
rekening hielden, waren de vacatures van
Blackman en haar vriendin binnen een
week vervuld. Door westerse dames.
„Ze doen het voor het geld"zegt de 46-ja-
rige Bob, die alleen bij zijn voornaam ge
noemd wil worden. De Amerikaan runt al
negen jaar een wervingsbureau in Tokio
voor buitenlandse hostesses en striptea-
sedanseressen. Sommige vrouwen bena
deren zijn organisatie in de hoofdstad
wanneer ze op wereldreis zijn en snel wat
willen bijverdienen. Veruit de meesten
komen via Bobs agenten overzee.
Elk jaar plaatst zijn bureau meer dan 100
gastvrouwen uit West-Europa, Australië,
Canada en de VS in bars en nachtclubs
verspreid over heel Japan. Ook na de ver
dwijning van Blackman die, zo benadrukt
Bob, niet een van 'zijn dames' is. Terwijl
hij zijn interview geeft in een kantoor net
buiten Tokio, liggen in een aparte kamer
twee Zweedsen te slapen. Ze komen bij
van hun vliegreis. Zij beginnen de komen
de week aan hun nieuwe banen.
Salarissen
„Basissalarissen beginnen bij 5000 gul
den per maand maar lopen al gauw op tot
10.000", legt Bob uit. „Sommige ervaren
gastvrouwen verdienen meer.In veel ge
vallen krijgen de werkneemsters onder
dak en een toelage voor eten. Daarnaast
zijn er allerlei bonussen te verdienen, bij
voorbeeld wanneer een hostess haar eigen
gasten meeneemt. Hoewel hij uitdrukke
lijk zegt dat het niet voor iedereen is weg
gelegd, kent Bob vrouwen die 'ongeloof
lijke' cadeaus van klanten hebben
gekregen, variërend van handtassen en
sieraden tot auto's en appartementen.
Dat ervoor al dat moois geen andere dien
sten worden verwacht dan gezelschap
houden, is - zo weet Bob uit ervaring -
voor buitenstaanders moeilijk te begrij
pen. „Hostess is geen codewoord voor
prostituee", zegt hij stellig. Officieel mag
een klant zijn gastvrouw niet aanraken.
Prostitutie willen bareigenaren helemaal
niet hebben. „Het is reden voor ontslag"
zegt de Amerikaan. „Ook voor ons. Het
geeft mijn bureau een slechte naam."
Prostitutie is namelijk illegaal in Japan.
Maar waarschijnlijk is mama-san achter
de tap bezorgder om haar inkomsten. Zij
wil dat de klant zijn geld in de club uit
geeft en niet daarbuiten, waar het in de
zakken van haar bijklussende hostess zou
verdwijnen. Overigens wordt uit eten met
klanten wel bevorderd, omdat het hele ge
zelschap daarna naar de bar komt.
Gekkenwerk
Om een hostess-club binnen te mogen, be
taalt een klant minstens 100 gulden.
Daarvoor kan hij één uur blijven. Daarna
wordt het 'zitgeld' verhoogd tot 60 gulden
per half uur. Hij is verplicht minimaal
twee drankjes voor zijn gastvrouw te be
stellen, vanaf 40 gulden per glas. Om aan
het eind van de avond alleen naar huis te
gaan. „Buitenlanders vinden dit gekken
werk", zegt Bob lachend. „Zij gaan naar
een kroeg aan de overkant van de straat,
ontmoeten daar Japanse meiden en bren
gen de nacht gratis door."
Volgens de Amerikaan speelt verschil in
mentaliteit ook een rol. Westerlingen
gaan naar het café om andere mensen te
ontmoeten. Veel Japanners voelen zich
daarbij niet op hun gemak. Bob: „Zij zijn
opgevoed met het idee geen inbreuk te
maken op andermans privacy. Dat is on
beleefd. Daarnaast is de sociale omgang
tussen mannen en vrouwen hier niet zo
vrij als in het Westen."
Een club biedt een veilige uitkomst. Daar
kunnen Japanse mannen zonder schroom
vrouwen van andere nationaliteiten ont
moeten. „En zich ontspannen", voegt Bob
toe. „In Japan geef je geen mening, maak
je geen ruzie. In de bars mogen ze zeggen
wat ze willen."
Bovendien kunnen de klanten zich voor
één nacht speciaal voelen. Alles wat ze
misschien voor hun baas of echtgenote
niet zijn. Een hostess zegt hoe knap hij is,
hoe bijzonder en intelligent. Ze klapt voor
zijn karaoke-liedjes en lacht om zijn
grappen, ook als die flauw zijn. „De man
nen weten wel dat het nep is, maar ze ge
nieten ervan. Ze willen gewoon een leuke
avond."
De rol van bevallige gastvrouw gaat de
ene westerse hostess makkelijker af dan
de andere. Sommige vrouwen ervaren
hun werk als geestelijke prostitutie. Zij
gruwelen van de seksueel getinte ge
sprekken en afdwalende handen laat op
de avond wanneer de alcohol begint te
werken. Anderen vinden de nachtelijke
werktijden lichamelijk te zwaar. Over de
veiligheid van de gastvrouwen bestaat al
evenveel - of even weinig - duidelijkheid
als over het schemerige gebied waarin de
clubs opereren. Officieel staat behalve de
Blackman-zaak alleen de vermissing van
een Canadese vrouw uit 1997 open. Veel
vrouwen durven niet naar de politie te
stappen uit angst dat ze het land worden
uitgezet. Sommige landen, waaronder
Australië, hebben een speciale regeling
met Japan die werkvakanties toestaat. De
meerderheid heeft dat echter niet.
Raadsel
Die vrouwen komen dikwijls op een toe
ristenvisum het land binnen. En dat ver
biedt werk. Wanneer een hostess dan ook
nog langer blijft dan de toegestane drie
maanden, zit er in geval van nood weinig
anders op dan het eerste het beste vlieg
tuig naar huis te nemen. Zoals een Ameri
kaanse vorig jaar deed toen ze twee dagen
na een diner met een klant naakt wakker
werd in een vreemd huis. Ze was ervan
overtuigd dat haar gastheer drugs in haar
drankje had gedaan, maar een aanklacht
indienen durfde ze na haar ontsnapping
niet. Toch had ze waarschijnlijk meer ge
luk dan de Britse Blackman. Wat er met
haar misging, blijft vooralsnog een raad
sel.
Werkte ze dan misschien voor de verkeer
de nachtclub, eigendom van de yakuza
die eigen regels hanteert en die Blackman
niet kende? Had ze de pech met een ver
knipte klant mee te gaan? Of is ze toch ge
drogeerd en verkocht aan een misdaad
syndicaat in Hongkong, zoals de recente
getuigenis van een toerist doet vermoe
den. Hij zegt haar daar volkomen in de
war voor een geldautomaat te hebben ge
zien. Blackmans vader en zusje die voor
hun zoektocht vaak naar Tokio reizen, ho
pen op dat laatste, 'zodat Lucie geen cijfer
in de statistieken wordt'.
Hester van Nunen
Een Hongaarse grenswacht kijkt door een door de Duitse regering beschikbaar gestelde nachtkijker.
foto David Greedy
TOTAL PLaNn)
het nachtleven zich voornamelijk achter gesloten
foto Hester van Nunen
Tokio's uitgaanswijk Roppongi waar
deuren afspeelt.