Zeeuwse dialectologie op thematische toer
PZC
Een zanderige
hoogte, gelegen
in het zuiden
buiterj gebied
my
Zuidzande
to
37
woensdag 13 september 2000
foto Aero Lin Photo
door Manon Kotvis
Ligging: tussen Oostburg en Cadzand, omringd door Zuidzande-, Capelle-, Eiken- en Groote Lodijkpolder
Ontstaan: in 1290 op eiland Suudsand uit een kern, waartegen telkens nieuwe poldertjes werden bedijkt
Inwonertal: 601
Monumenten: de Molen aan de Sluissedijk, gebouwd in 1874
Bijzonderheden: in de oude Hervormde Kerk (1659) is sinds een aantal jaren een winkel voor antiek en curiosa gevestigd
Op de driesprong van de dijken van de Zuidzande- Ca
pelle- en Christoffelpolders ontstond rond 1290 een
agrarische woonkern, die later uitgroeide tot Zuidzande.
Hoe klein ook met haar 601 inwoners, 'Suusande' heeft de
afgelopen tijd veel in de belangstelling gestaan. Stank
overlast en Duurzaam Veilig zijn kernwoorden voor die
aandacht.
De naam van het Zeeuws-Vlaamse dorp betekent letter
lijk: een zuidelijker gelegen zandige hoogte. Zuidzande
en Cadzand waren in de dertiende eeuw nog twee afzon
derlijke eilanden, gescheiden door een zeearm waarvan
een gedeelte waarschijnlijk 'de breede vivere' heeft gehe
ten. De beide eilanden zijn ontstaan uit een kern (oor
spronkelijk een zandplaat) waartegen telkens nieuwe
poldertjes werden bedijkt. Deze oude poldertjes zijn nog
te herkennen, maar de omringende kaden en dijkjes zijn
al in de middeleeuwen afgegraven.
Metamorfoses
Het dorp, gelegen tussen Oostburg en Cadzand, heeft
door de tijd heen verschillende metamorfoses ondergaan.
Vooral de Tweede Wereldoorlog heeft het dorpsgezicht
ingrijpend veranderd. Zo werden de hervormde kerk, het
zaalkerkje aan het huidige Dorpsplein en het oude ge
meentehuis aan de Dorpsstraaat verwoest en werd de
achtkantige molen uit 1765 met molenaarswoning in
1944 zwaar beschadigd. Deze molen werd gezien als een
van de fraaiste uit het Land van Cadzand en had zeven
zolders. Hieraan hebben de Zuidzandenaren de bijnaam
'Zevendraoiers' te danken.
Molen
Zuidzande heeft nog een molen over, de beltkorenmolen
aan de Sluissestraat. Deze werd in 1874 door molenmaker
De Groote uit Nieuwvliet gebouwd. Piet Manhave was la
ter molenaar en werd opgevolgd door Piet de Hulster, die
tot voor kort de molen bijna dagelijks liet draaien. Hij
deed dit sinds 1983, maar heeft zijn werkzaamheden eni
ge tijd geleden moeten staken na een ongeval.
Een andere ingrijpende verandering in het beeld van het
dorp, is de uitvoering van het verkeersveiligheidsproject
Duurzaam Veilig. Drempels en andere verkeersremmen
de maatregelen in de straten hebben het uiterlijk van
Zuidzande grondig veranderd. Dit is nog versterkt door
een - wat sommige inwoners noemen - 'genoegdoening'
voor deze ingrepen. In maart van dit jaar plantten mede
werkers van Dethon Groen ruim 17.000 jonge bomen en
planten aan, waardoor het dorp er een stuk groener bij
ligt.
door Marco Evenhuis
De kogel is door de kerk. De
Zeeuwsche Vereeniging voor
Dialectonderzoek maakt voor
haar onderzoek sinds kort gebruik
van de vragenlijsten zoals die door
de redactie van het Woordenboek
van de Vlaamse Dialecten zijn
opgesteld. Daarmee is een einde
gekomen aan een lange traditie
van het opstellen en verwerken
van eigen vragenlijsten van de
vereniging.
Het opstellen van die eigen lijsten,
een heel precies en tijdrovend
karwei, gebeurde door
vrijwilligers. De lijsten werden
gemaakt volgens een methode die
in de hedendaagse dialectologie
niet erg gebruikelijk meer was: er
werd een dialectwoord of
-uitdrukking genoemd en
daarvan werd gevraagd of de
invuller het woord in zijn of haar
dialect ook kent, eventueel in een
afwijkende vorm. De kans dat
iemand het woord wel herkent,
eigenlijk zelf niet gebruikt, maar
wel als bekend aankruist, is
daarbij groot. En dus is de kans op
fouten groot. Groter is elk geval
dan bij de meer open, minder
gestuurde methode, die in de loop
der tijd gebruikelijk is geworden.
Volgens die methode wordt niet
gevraagd of men het woord puut
voor kikker kent, maar hoe men
het kwakende, springende
slootreptiel in het eigen dialect
noemt. Dat de Vereeniging nu
kiest voor de verspreiding van
lijsten van de Rijksuniversiteit
van Gent is een voor de hand
liggende keuze. Het spreekt voor
zich dat in een tijd waarin steeds
minder mensen bereid zijn een
In het dialectonderzoek zijn intussen onder meer vaktalen voor verschillende beroepen, zoals stro- of rietdekkers in kaart gebracht.
foto Dirk-Jan Gjeltema
groot deel van hun vrije tijd aan
vrijwilligerswerk op te offeren de
keuze voor overnemen in plaats
van zelf ontwikkelen een hele
logische is. Daar komt nog eens bij
dat de Vlaamse lijsten, zeer
zorgvuldig samengesteld op basis
van maandenlang voorwerk door
professionele dialectologen,
prima geschikt zijn voor
verspreiding in het taalkundig
nauw verwante Zeeland. Slechts
af en toe hoeven typisch Vlaamse
begrippen en omstandigheden
vervangen te worden door typisch
Zeeuwse zaken. Toch getuigt de
keuze van de Vereeniging, of liever
de wetenschappelijke commissie
van de Vereeniging, van moed. Het
is tenslotte niet niks om een einde
te maken aan een zestigjarige
traditie van het zelf opstellen,
verzenden, verzamelen en
verwerken van vragenlijsten. De
eigenzinnige, zelfstandige koers
die de Vereeniging als particuliere
organisatie ten opzichte van grote
onderzoeksinstituten als
universiteiten en het P. J.
Meertensinstituut gevaren heeft,
komt daarmee in elk geval op het
gebied van onderzoek tot een
einde. Die eigenzinnige koers
zorgde wel eens voor kritiek van
dialectologen, maar was veel
vaker goed voor bewonderende
blikken. Het Woordenboek der
Zeeuwse Dialecten mag qua opzet
strikt wetenschappelijk gezien
achterhaald zijn, ten tijde van het
verschijnen was het een
trendsettende publicatie.
De nieuwe lijsten zijn dus
producten van de redactie van het
Woordenboek van de Vlaamse
Dialecten. Dat woordenboek,
waaraan alweer een jaar of
twintig wordt gewerkt, is
thematisch van opzet. Dat wil
zeggen dat de redactie telkens één
onderwerp bij de horens pakt en
dat tot in detail uitdiept. Van het
deel Landbouwwoordenschat
verschenen bijvoorbeeld
publicaties over akkerland en
weiland, het erf en ploegen. Verder
werden bijvoorbeeld de vaktalen
van mandenmakers, molenaars,
strodekkers en touwslagers in
kaart gebracht. Voor het
optekenen van veel van die
vaktalen zijn we in Zeeland
eigenlijk al te laat. Wie kent er
bijvoorbeeld nog een touwslager
van de oude stempel die nog
feilloos alle oude vaktermen weet
te benoemen? Het gedeelte over de
algemene woordenschat, waarbij
bijvoorbeeld vogelnamen
uitgebreid aan de orde zijn
geweest, is in Zeeland
eenvoudiger op te vragen.
Al bij al is de keuze voor de
Vlaamse lijsten een hele
belangrijke. Die keuze bepaalt
voor een groot deel de toekomst
van het dialectonderzoek in
Zeeland. En gezien de producten
van de redactie van het Vlaamse
woordenboek is dat een hele
rooskleurige. Er liggen nog tal van
onderwerpen en thema's om te
onderzoeken en voor het eerst in
de geschiedenis van de Zeeuwse
dialectologie zal dat in nauwe
samenwerking met of in elk geval
op basis van het voorwerk van
professionele dialectologen
gebeuren.
De nieuwste vragenlijst van de
Zeeuwsche Vereeniging voor
Dialectonderzoek is te vinden op
internet onder
www.go to zeeuwsdialect onder het
kopje Dialectwoorden'. Men kunt de
lijst uitprinten, invullen en opsturen.
Alles over het Woordenboek van de
Vlaamse dialecten is te vinden u onder
http://dialect.rug.ac.be/
inleiding.htm.
Reacties op deze rubriek zijn
welkom. Indien u wilt
reageren, of wanneer u een
tip voor ons heeft, kunt u
schrijven of faxen naar de
PZC, Postbus 18, 4380 AA
Vlissingen, fax 0118-
470102, onder vermelding
van streektaal.
Nieuwe Noe
gepresenteerd
Deze week wordt Noe
nummer 9
gepresenteerd. Het
'naezeumer'-nummer
van het Zeeuwstalige
tijdschrift opent met een
bijdrage van tv-kok Eric
Rotte in Oóskappels
dialect over het
verdwijnen van de
Bresjesse bóót. Gezien de
geringe culinaire
prestaties op en rond de
boot zal hij de veerdienst
amper missen, schrijft hij.
In het voorwoord van de
negende Noe gaat Jan
Zwemer in op de kritiek
van hoofdredacteur Paul
van der Velde van het
Zeeuws Tijdschrift op de
mogelijke erkenning van
het Zeeuws: 'Paul van der
Velde mag z'n eige wè 's
beter laete informere
vödat n lillijk gae doee.
'Eêl z'n betoog is uut
de lucht gegrepe. Lucht en
anders nie'.
Frank Tazelaar uit
Waterlandkerkje, dichter
en directeur van het
Arnhems/Nijmeegs
literatuurfestival De
Wintertuin, maakt zijn
debuut in het Zeeuws met
het gedicht Zuuzande.
Verder in Noe nummer 9
verhalen en gedichten van
onder meer Lou
Vleugelhof, Cindy
Buteijn, Anne van
Adrichem, Pier van
Damme, Bram
Willeboordse en Jaap van
Wallenburg.
Het tijdschrift Noe is voor
f 7,50 te verkrijgen bij de
boekhandel. Meer info op
internet via
www.zeeuws.cjb.net