Een chaos was het, van begin af aan
Zonder slaap gebeuren er ongelukken
PZC
De KWG-mentaliteit
van de voorzitter
reportage
31
Kliniek bekijkt
biologische klok
buschauffeurs
zaterdag 26 augustus 2000
We moeten zorgen, had VC Vlissingen-
trainer Jo Jansen gezegd, kort voordat
het profavontuur een aanvang nam, „dat we
geen saaie club worden." Jansen, door
sportverslaggevers steevast aangeduid als
de sympathieke, bebaarde oefenmeester',
zou ruimschoots aan zijn trekken komen:
wanhopige zoektochten naar sponsors,
ijdele plannen voor een nieuw stadion,
achterstallige betalingen, administratieve
puinhopen, ordinaire scheldpartijen. En de
voorzitter? Die bleef stralend door het leven
stappen. Oud-sponsor Paul Hermsen: „Het
was een opeenstapeling van
mismanagement, ellende en onkunde.
Vlissingen is uiteindelijk kapot gegaan aan
een KWG-mentaliteit: Komt Wel Goed; dat
zei Piet de Jong altijd: 'Het komt wel goed'."
Met een begroting van ongeveer 1,5
miljoen moet de VC Vlissingen het in
het betaald voetbal kunnen redden, zo
heeft de Commissie-Kannekens becij
ferd. De begroting is onder meer geba
seerd op 600.000 gulden aan sponsorgel
den. De vraag is alleen: wié moet de
sponsors binnenhalen? De sponsorcom
missie, door het bestuur in het leven ge
roepen om sponsors te werven, in elk ge
val niet. Die stapt, een paar maanden
voordat de VC voor de eerste keer betaald
tegen een bal moet trappen, met slaande
deuren op. Piet de Jong reageert op de zijn
bekende wijze:,Een storm in een glas wa
ter." Maar al spoedig vallen er termen als
'wanbeleid' en 'maffia-praktijken',
waarmee het eerste bedrijf wordt ge
schreven van een twee jaar durende
klucht. Voorzitter Pim Kraan van de
sponsorcommissie beticht met name De
Jong ervan schuld te dragen aan het mis
lopen van vele honderdduizenden gul
dens aan sponsorinkomsten, onder meer
doordat hij het aanbod van een enkele
staalhandelaren hooghartig heeft afge
wezen Kraan noemt De Jong in een inter
view met het blad Voetbal International
'een kamikaze-piloot'. ,,Hij gokt enorm.
En ik weet niet eens waarop. De Jong is
niet te handhaven. Hij geeft zijn orders en
volg j e ze niet opdan kun j e weggaanGe
beurt dat niet goedschiks dan is het wel
kwaadschiks. Napoleon had deze neiging
ook."
De stemming is op die fraaie zaterdagavond in augustus, tien jaar geleden, euforisch. Ruim
vierduizend toeschouwers omzomen het veld aan de Irislaan en zien juichend toe hoe de VC
Vlissingen dankzij twee doelpunten van Remco van Keeken het Roosendaalse RBC met een 2-0 nederlaag
terugzendt in de richting van de Brabantse Wal. 'Droomdebuut voor Vlissingen', opent de PZC in de
maandagkrant haar sportkatern. Slechts twee jaar zou Vlissingen (later omgedoopt in de VCV Zeeland)
het in het betaalde voetbal volhouden; de club kreupelde van nederlaag naar nederlaag, van crisis naar
crisis, van rel naar rel. Het profavontuur eindigde roemloos: in de staart van de eerste divisie, torenhoge
schulden. In de jaren die volgden speelde Vlissingen een ondergeschikte rol in het amateurvoetbal. Een
paar maanden geleden dreigde de club zelfs te worden opgeheven. De PZC brengt een serie verhalen,
waarin wordt getracht een antwoord te vinden op de vraag; hoe kon het allemaal zo ver komen?
Gesprekken met onder meer (oud-)bestuursleden, (ex-)spelers en (voormalige) sponsors. Over
betalingen, financieel wanbeheer, conflicten en geknakte reputaties. Vandaag deel 2:
„Het komt wel goed."
Heibel in de tent dus, en niet zo'n klein
beetje. Dat maakt het aantrekken van
geldschieters er niet eenvoudiger op. Pas
na maandenlange onzekerheid slaagt
Vlissingen er in om op de laatste nipper
twee hoofdsponsors aan te trekken: Hout-
land en Koninklijke Wegenbouw Stevin.
Circuit
A. M. Kannekens, voorzitter van de com
missie die de VC Vlissingen adviseerde de
sprong naar het betaalde voetbal te wa
gen We hadden destij ds duidelijk geson
deerd bij de industrie van: 'hebben jullie
belangstelling om te sponsoren?' Als ik in
het informele circuit met vertegenwoor
digers van het bedrijfsleven sprak, bleek
wel degelijk dat er op dat vlak iets te be
reiken was. Maar sponsors melden zich
niet uit zichzelf. Je moet er op uit gaan.
Dat is naar mijn mening onvoldoende ge
beurd. En mede daardoor is het fout ge
gaan."Er blijven berichten naar buiten
sijpelen die duiden op naderend onheil.
Over de mislukte plannen om te komen tot
de bouw (kosten: vier miljoen) van een
nieuw stadionnetje bijvoorbeeld. De fi
nanciering daarvan, roept De Jong in
januari 1990 op blijmoedige toon, is nage
noeg rond. Drie weken later geeft hij
deemoedig toe, dat de zaak iets gecompli
ceerder ligt dan verondersteld; het stadi
on zal er derhalve nimmer komen.
Ondanks alle problemen (er circuleren in
middels ook berichten over aanzienlijke
tekorten bij de amateur-tak van de VC
Vlissingen) besluit de Vlissingse gemeen
teraad in mei van dat jaar financiële steun
te verlenen aan de profplannen: de ge
meente geeft 650.00 gulden om de krak
kemikkige accommodatie aan de Irislaan
enigszins op te knappen en stelt zich bo
vendien garant voor een geldlening van
900.000 gulden die de club bij een bank
wil afsluiten.
Dat mag op zijn minst enige verwonde
ring wekken. Want had sportwethouder
C. de Keijzer een paar jaar eerder (in au
gustus '87) niet vastberaden verklaard,
dat de gemeente niet van zins was ook
maar één stuiver in een betaald voetbal
club te steken? De Keijzer, over die op
merkelijke ommezwaai van destijds: ,.Ik
had aanvankelijk bedragen van 10 tot 20
miljoen gulden gehoord. Maar toen we
gingen kijken wat er echt nodig was om te
kunnen starten, viel me dat eigenlijk ont
zettend mee."
Chaos
Op het veld marcheren de zaken aanvan
kelijk naar wens. Maar al spoedig klinkt
in de kleedkamer gemor. Een ex-speler:
,,We waren nog geen paar maanden bezig
of we moesten onze premies al inleveren
Wat daór niet voor een hommeles over is
geweest. Dat demotiveerde natuurlijk als
een gek. Je moest ook altijd maar afwach
ten of je je salaris zou krijgen; dan kreeg je
het weer wel en dan een paar maanden
weer niet. En Piet de Jong zei alleen maar:
'het komt wel goed'. Maar er werd nóóit
wat geregeld. Een chaos was het, van be
gin af aan."
Hóe omvangrijk de chaos was, zou spoe
dig blijken. Een vers benoemde penning
meester houdt het in het najaar van 1990
reeds na enkele weken weer voor gezien,
omdat hi] zich geen raad weet met de aan
getroffen financiële puinhopen er zijn
vele honderdduizend guldens méér uitge
geven dan de begroting toelaat en spon
sors tonen zich minder ruimhartig dan
verwacht. Dan ligt er ook nog een treurig-
stemmende rapportage, waarin de ac
countantsgroep TRN opsomt wat er bij de
VC Vlissingen allemaal ontbreekt; er zijn
géén spelers- en andere arbeidscontrac
ten; géén sponsor- en reclamecontracten;
géén leasecontracten voor auto's, géén in
ventarisatielijsten van de voorraden,
géén kasboek, géén voorraadaministratie
plaatsbewijzen.
En in zó'n organisatie steekt de gemeente
Vlissingen 1,5 miljoen gulden?
Wethouder De Keijzer: ,,We hadden ze de
verplichting opgelegd, dat ze per kwar
taal zouden rapporteren. Wij wilden wél
weten wat er gebeurde."
Wethouder T.R.K. Meijers (financiën):
„Maar het probleem was. dat we die cij
fers niet kregen. D'r kwam wel eens wat,
maar daar konden we niks mee, dat was.
twee keer niks. Als we de penningmeester
belden en vroegen: 'kom nou op', zei die:
'het komt er aanvolgende week heb je het
in huis'. Niet dus. En zo ging het steeds."
De gemeente had geen mogelijkheden het
bestuur te dwingen zijn verplichtingen na
te komen
Meijers: „Ik zou niet weten hoe. Had ik de
politie moeten sturen? De kwestie was
niet, dat ze ons niet in hun admimstratie
wilden laten kijken, nee, er was helemaal
geen administratie."
Destijds toch niet een beetje onverstandig
gehandeld?
Meijers: „Nou nee, hun begroting zag er
reëel uit. Maar er waren twee knelpunten.
Toen ze eenmaal betaald voetbal speel-
foto Lex de Meester
den, hebben ze te weinig gedaan aan het
zoeken naar nieuwe sponsors. Ik denk
ook, dat de - tussen aanhalingstekens -
verkeerde mensen naar potentiële spon
sors werden gestuurd. Laat ik het zo zeg
gen: als je grote bedrijven benadert, moet
je daar iemand naar toe sturen die op di
rectieniveau gesprekken kan voeren Ik
denk dat het daar mis gegaanHet tweede
punt is, dat ze zich aan de uitgavenkant
niet aan hun begroting hielden."De Keij
zer. „Ze kochten spelers die voor de VC
Vlissingen veel te duur waren. En ze
moesten in het eerste half jaar ontzettend
veel kosten maken, waarop niet was gere
kend: rond de accommodatie, rond een
sponsorhome, voorzieningen voor sup
poosten; afijn, voor de duvel en zijn ouwe
moer."
Over toeschouwersaantallen heeft de VC
Vlissingen, zeker in de aanvangspenode.
niet te klagen Waar clubs als Haarlem en
Telstar zich tevreden moeten stellen met
hooguit zo'n 1200 bezoekers, trekt Vlis
singen bij vrijwel elke thuiswedstrijd zo'n
3000 toeschouwers. Wethouder Meijers:
„Maar er is een verschil tussen toeschou
wers en betalende toeschouwers. Ik denk
dat er nogal wat bezoekers waren die op
de een of andere manier niks hoefden te
betalen. Bij een amateur-club kan dat
waarschijnlijk, maar bij een profclub
niet Een sponsorhome, waar je bijna vrij
kon drinken. Daar stonden sponsors die
nog nooit betaald hadden, gratis te drin
ken - niet zo maar een pilsje, nee, de duur
ste drankjes Benno ('ik ben voor veertig
duizend gulden het schip in gegaan')
Renaud, korte tijd werkzaam als com
mercieel manager bij de VC. „De busi
nessclub zat in no time vol met mensen die
er eigenlijk niks te zoeken hadden - ja,
koude buffetten, onbeperkt eten en drin
ken. Maar sponsoren, ho maar!" Natuur
lijk. zegt Renaud, maakte hij daarover
wel eens een opmerking tegen voorzitter
De Jong. „Maar die had altijd iets van.
'het komt wel goed'."
Aan aspiraties echter geen gebrek. Wet
houder De Keijzer: „Er waren zelfs van
die zotten, die riepen dat ze naar de eredi
visie moesten." Eén 'van die zotten' is
Kannekens. Nog voor die de rapportage
van zijn commissie presenteerde, sprak
hij op montere toon dat een plaats bij de
eerste zes in de eredivisie haalbaar moest
zijn.
Glaasje te veel genuttigd, toen?
Kannekens- „Nee hoor, dat heb ik bij mijn
volle verstand gezegd. Het was duidelijk
dat we naar de eredivisie moesten. Je
moet tot de top-zes doordringen, wil je
rendement geven aan je sponsors. Als je
dat niet doet, zak je weg in de anonimiteit
en lopen de sponsors weg."
De vraag of Vlissingen het seizoen kan af
maken klinkt steeds luider. Er wordt ge
speculeerd over een mogelijk faillisse
ment. De druk op Piet de Jong om op te
stappen neemt toe Begin december stel
len de Jong en zijn medebestuursleden
hun functie ter beschikking. Met veel
hangen en wurgen slaagt de VC er in het
einde van de competitie te halen De eer
ste beslagleggingen hebben dan reeds
plaatsgevonden; een autobedrijf, het
wachten op zijn centen beu, haalt de lea
se-auto's terug die het bestuur in een
goedgeefse bui aan een aantal spelers ter
beschikking had gesteld.
Ook het geduld van de fiscus raakt op. Tot
verrassing van velen krijgt Vlissingen
toestemming van de KNVB om aan een
tweede seizoen te beginnen. De club be
gint daaraan onder een nieuwe naam: de
VCV Zeeland. Het blijft echter tobben,
daar aan de Irislaan en in juli '92 is het,
talrijke reddingsacties ten spijt, echt he
lemaal afgelopen. Het slot is roemloos: de
club die het tot de top-zes van de eredivi
sie had moeten schoppen, eindigt op de al
lerlaatste plaats van de eerste divisie. Wat
rest is een financieel gat ter grootte van
ruim twee miljoen gulden. De gemeente
Vlissingen is één van de gedupeerden; die
draait onder meer op voor de destijds ver
strekte bankgarantie van 900.000 gulden.
Wethouder Meijers: „Om nou te zeggen
dat dat geld volledig weggegooid is - nee.
Iedereen had het er over dat Vlissingen
betaald voetbal ging spelen. Half Neder
land sprak daarover. Daardoor is de
naambekendheid van Vlissingen een stuk
groter geworden."
Dat zal: half Nederland las schuddebui
kend over de avonturen van Vlissingen,
het lachertje van het betaalde voetbal.
Meijers. „Ach, ze zeggen altijd: 'het geeft
niet hóe je in de krant komt, óls je d'r maar
in komt'."
Willem van Dam
Volgende week: de beslissende avond)
De oorzaak van het busongeluk van 2
augustus bij Valence in Frankrijk is nog
steeds niet vastgesteld. De veronderstelling dat
de chauffeur oververmoeid was, hoeft niet te
kloppen. Misschien speelden er heel andere
factoren een rol. Maar dat neemt niet weg dat
nachtpendels op Spanje niet harmoniëren met
de het slaap-waakritme van de gemiddelde
mens. De 'slaapkliniek' van het Medisch
Centrum Haaglanden gaat in opdracht van
touroperator Peter Langhout onderzoek doen
naar de biologische klok van buschauffeurs.
ATeuroloog dr. R.J.Schimsheimer van
-LN het Centrum voor slaap- en waak-
stoornissen van het Medisch Centrum
Haaglanden- ,,'s Nachts gebeuren ver
houdingsgewijs veel ongelukken. Vier
uur 's nachts is bijvoorbeeld een berucht
tijdstip." Op dat uur horen mensen eigen
lijk in bed te liggen. De economie stelt
echter andere eisen
In het slaapcentrum worden mannen,
vrouwen en kinderen met slaapstoornis
sen van velerlei aard behandeld. Vijfen
veertig procent van de patiënten slaapt te
weinig, vijfenveertig procent slaapt te
veel De rest doet rare d ingen in hun slaap
slaapwandelen is het bekendst maar er
zijn ook mensen die hun partner een
dreun verkopen. Er zijn ook mensen bij
wie de 'neuskeelholte' dichtvalt tijdens de
slaap, wat tot een ademstop leidt. De sla
per schrikt uit lijfsbehoud wakker, maar
is 's ochtends doodmoe.
Ploegendienstwerkers horen in weer een
andere categorie thuis. Hun slaap-waak-
ritme wordt met door psychische of licha
melijke oorzaken in de war geschopt,
maar door hun baas. Zij kunnen daardoor
minder goed presteren op het werk
Tijdzone
De beste nachtwerkers zijn de mensen bij
wie de biologische klok permanent ver
keerd afgesteld staat. Schimsheimer: „Ie
dereen kent wel zo iemand Het zijn de
werknemers die juist bij voorkeur nacht
dienst draaien Zo'n verkeerd afgestelde
klok laat zich lastig verhelpen; zelfs emi
greren naar een tijdzone waar het twaalf
uur later is, helpt niet. De verkeerd afge
stelde klok past zich onderweg naar Ha
waii gewoon aan. Dan kan men het beste
van het ongemak een voordeel maken
door 's nachts te gaan werken.
Medewerkers van de slaapkliniek bestu
deren het probleem van tegen de slaap
vechtende buschauffeurs, piloten, machi
nisten, politieagenten, chirurgen en an
deren. Een goede oplossing is het reke
ning houden met individuele bioritmes.
Neuroloog Schimsheimer: „Iedereen
heeft een vast ritme en dat kan je afmeten
aan iemands temperatuur. Je hebt ruw
weg gezegd ochtendmensen en je hebt
avondmensen en daar kun je op inrooste
ren.
Ochtendmensen zijn slecht bestand tegen
wisseldiensten. Maar avondmensen zijn
over het algemeen wat flexibeler, ze zijn
in de avond op hun best, maar kunnen
eventueel ook 's ochtends ingezet wor
den."
Het onderzoek naar de biologische klok
van de buschauffeurs van Peter Langhout
zou kunnen beginnen met temperatuur
meten. Of het laten invullen van vragen
lijsten. In overleg kan het onderzoek wor
den uitgebreid. Schimsheimer lijkt een
24-uurs slaap-waakmeting met een
draagbaar recordertje, zoals de patiënten
van het slaapcentrum ondergaan, voor
alsnog niet nodig. Maar misschien komt
dat later wel aan de orde. Zo'n meting is
immers een goed hulpmiddel om de mo
menten dat iemand een paar seconden
weg is, te registreren. Want de persoon in
kwestie is zich daar niet altijd van be
wust.
Eerst zal echter vastgesteld moeten wor
den welke chauffeurs dag- of nachtmen
sen zijn. Vervolgens moet erbij het maken
van de werkschema's ook rekening wor
den gehouden dat de biologische klok op
schuift „Als je iemand die altijd om elf
uur gaat slapen een poosje in een tijdloze
ruimte zoals een bunker zet. dénkt hij dat
hij nog steeds om elf uur naar bed gaat,
maar het is dan meestal half twaalf. Dat
betekent bijvoorbeeld dat je iemand nooit
van avonddienst naar middagdienst moet
inroosteren maar altijd omgekeerd."
Erger nog dan nachtdiensten draaien, is
een etmaal of langer achter elkaar door
werken. De neuroloog' „In de Verenigde
Staten heb je treinbestuurders die krank
zinnige uren maken. Ze vinden het zelf
niet altijd erg omdat ze daarna dan drie of
vier dagen aaneengesloten vrij zijn Maar
van die treinbestuurders is bekend dat ze
indommelen tijdens de rit."
Hetzelfde gebeurt bij piloten die van Eu
ropa naar de Verenigde Staten vliegen en
meteen weer terug gaan, vertelt Schims
heimer. „Dat komt vaker voor dan je
denkt. Eigenlijk is het een wonder dat het
nog zo vaak goed gaat. Het zegt wel iets
over het vermogen van de mens om zelfs
half in slaap routinehandelingen goed uit
te voeren."
Het bestuderen van de relatie tussen bio
ritme en prestaties is iets van de laatste
tien jaar Schimsheimer: „Voor 1990 ge
beurde het niet, maar tegenwoordig advi
seren we bijvoorbeeld veel bedrijven op
dit terrein. Concentratie en aandacht kun
je metendan weet je wanneer iemand op
timaal presteert, wanneer iemand een
dipje heeft en wanneer het op is."
Rust
Een goed rooster is maatwerk, dat begint
men steeds meer in te zien. Schimsheimer:
„De een heeft meer rust nodig dan de an
der. Of op andere uren. Of meer én op an
dere uren. Ik heb begrepen dat buschauf
feurs op die nachtpendels elf uur rust
hebben voor ze terugrijden Voor de een is
dat misschien veel en voor de ander wei
nig. Ik heb ook collega's die aan een paar
uur genoeg hebben. Je kunt niet zeggen:
zoveel uur moet het zijn, en als het minder
is, gaat het fout. Hooguit kun je zeggen
dat jonge mensen meer kunnen hebben
dan ouderen."
De neuroloog van de slaapkliniek is zelf
geen lange-afstandsbusreiziger. „Maar ik
heb in de krant gelezen dat er in die tou
ringcars een vri j kleine slaapruimte is. zo
dat de ene chauffeur kan slapen terwijl de
ander rijdt. Maar misschien zou je toch
toe moeten naar een systeem waarbij
chauffeurs elkaar op vaste punten onder
weg echt aflossenDe een stapt uit en gaat
naar bed, de ander stapt fris in en rijdt
verder. Dat lijkt me niet zo gek."
Christl Visser Dr. Schimsheimer doet onderzoek naar sla;
foto Maurice Nelwan