Multatuli had gelijk De Saint-Exupéry blijft een mysterie PZC cultuur Het conflict van Lebak Telkens komt er een dochter bij Judy Budnitz Biografie van tragische held 11 L r is geen Nederlandse schrijver over wie zoveel geschreven is als Multatuli. Niemand heeft zo'n indrukwekkend Volledig werk van 25 lundrukdelen. een encyclopedie en een genootschap. In imsterdam is een bescheiden museum aan hem gewijd. Er is een pnjs die zijn naam draagtDaar houdt het niet mee opEr «staat een tijdschrift Over Multatuli waarin nieuwe fblicaties verschijnen. Er zijn geen schrijvers in Nederland ,ver wie nog zoveel gepubliceerd wordt. Zo verscheen van Nop Maas een verzameling essays met nieuwe details over Multatuli ^enzijn werk. De schrijver mderzoekt de reacties op de Verschijning van de roman in 860 Multatuli werd chtereenvolgens 'gebruikt' oor liberalen en Conservatieven. Ook later aaiden partijen hem binnen zonder zijn ambities te lonoreren. ïduard Douwes Dekker werd als Multatuli beroemd met de laiHavelaarofde ojfijveilvigen der iederlandsche Jandelsmaatschappij. Hij schreef het in een paar weken in Brussel terwijl hij in een rmoedigpension woonde. Max \avelaar is het verhaal van een (estuursambtenaar in Indië die getroffen wordt door wat de olandse bevolking wordt aangedaan. Dit leidt tot een ■onflict tussen hem en zijn superieuren, uiteindelijk tot zijn ontslag uit 's lands dienst. De conflictsituatie in Max JHare/aans niet te begrijpen jzonder kennis van de manier jwaarop Nederland in de jaren j vijftig van de negentiende eeuw de koloniën beheerde. Het Nederlandse bestuur liet de inlandse vorsten en regenten in functie. Zij waren formeel ambtenaar in dienst van het v koloniaal bewind, kregen salaris en konden ontslagen worden. Toen Nederland de opbrengst van de landbouw regelde in het cultuurstelsel werden de quota niet de bevolking opgelegd maar hun inlandse heren. Zij kregen te horen hoeveel koffie afgedragen moest worden aan het jgouvernement ten behoeve van de Droogstoppels in patria. De inlandse vorsten konden hun onderdanen meer opleggen en konden herendiensten vragen. In dit systeem kon het ouvemement met een letrekkelijk kleine controle- en lestuursdienst de kolonie leheren. Respect Daarvoor moest met respect voor de tradities samengewerkt worden met de inlandse heren en tegelijkertijd moesten de Nederlandse hoofdambtenaren deze regenten controleren. Uitdrukkelijk mochten zij hun onderdanen niet als slaven behandelen, geen overmatige diensten, belasting en karbouwen vragen. Als Douwes Dekker benoemd wordt tot assistent-resident van Lebak op West-Java heeft hij een mooie carrière van zeventien jaar als bestuursambtenaar achter de mg. Slechts de smet van een kastekort op een buitenpost kon hem aangerekend worden, maar verder viel niets op hem aan te merken. Dat kastekort vormde geen beletsel voor de benoeming te Lebak die gelet op de problemen in die regio gezien moet worden als een blijk van vertrouweh, als een opdracht de daar heersende verhoudingen te saneren. Situatie Binnen enkele weken heeft Dekker de situatie in kaart gebracht. Het is er armoedig, de regent voert een hoge staat en vraagt veel van zijn onderdanen. Ook vindt Dekker aanwijzingen dat mogelijk zijn eigen voorganger vergiftigd is. Als een andere Javaanse vorst, een familielid van de Lebakse regent, op bezoek komt, legt de laatste zijn onderdanen extra werkzaamheden op. Nu zit Dekker in een dilemma en in tijdnood. Het staatsbezoek is op komst. Onderzoek bij de regent is vernederend en de bevolking zal niet durven meewerken. Het moet buiten de regent om en zo snel mogelijk gebeuren. Daartoe stelt hij zijn chef voor om hangende het onderzoek de inlandse vorst te arresteren. In de weken daarop escaleert de zaak en ten slotte neemt Dekker ontslag. Dit is de kern van het conflict van Lebak. Het zal Dekker aan de bedelstaf brengen, zijn gezin ruïneren. Zwervend zal hij op zoek gaan naar eerherstel. Vol gal en bitterheid zal hij in Duitsland zijn dagen slijten. Het zal een geniale schrijver opleveren. Die in het mooiste Nederlandse boek van de negentiende eeuw het lot van de Javaan en zijn optreden in Lebak zal beschrijven. In het Multatuli-onderzoek speelt de vraag mee of Douwes Dekker daar in Lebak wel gelijk had. Vaak is hem verweten dat hij wel een imposant boek had geschreven, maar dat hij de werkelijkheid geweld had aangedaan: hij zou geen voorbeeldig ambtenaar zijn geweest, juridisch een onmogelijke situatie hebben gecreëerd en stijfkoppig en overijld de zaak op scherp hebben gezet onder dreiging van ontslag. Er iS een lange traditie van publicaties die het ongelijk van de assistent resident van Lebak willen bewijzen. Zo heeft Nieuwenhuys. de publicist over tempo doeloe, Dekker verweten dat hij geen gevoel had voor de Javaanse verhoudingen, voor de status van de Lebakse regent tegenover zijn onderdanen en de subtiliteit van de omgangsvormen. Volbloed Multatulianen die de schrijver Multatuli in 1875. en de denker en de man bewonderden, konden zich niet voorstellen dat de ambtenaar een fout had gemaakt. Was hij niet de redder van de Javaan, iemand die zijn eigen lot verbond aan dat van de onderdrukte Javaan. Multatuli gaf niets voor de bewondering voor zijn roman als de lezer hem geen gelijk gaf in het koloniaal beleid. In een pas verschenen studie wordt 'het handelen van Eduard Douwes Dekker in rechtshistorisch perspectief' geplaatst. Daarin probeert Tom Phijffer Het gelijk van Multatuli te bewijzen. Op bedaarde toon gaat de schrijver na hoe de feiten juridisch, politiek en bestuurlijk lagen. Zo worden de instructies en het bestuursreglement voor Indië, de handelingen van de Tweede Kamer en de documenten die betrekking hebben het beleid van de Minister en de Gouverneur-generaal geanalyseerd. Dit alles in verband met de mate waarin een inlandse heer kon beschikken over het bezit en de dienstbaarheid van zijn onderdanen. Kon Douwes Dekker ervan uitgaan dat hij terecht optrad tegen de regent? Beging hij een faux pas door de misstanden rechtstreeks bij de Gouverneur-generaal te melden? Paste dat optreden in het beleid? Wilde het gouvernement dat zijn bestuursambtenaren scherper gingen letten op uitbuiting en knevelarij? Was het reëel dat Dekker voor een degelijk onderzoek de arrestatie van de regent nodig vond of was dat een uitzonderlijke, ongemotiveerde maatregel? Waren er vergelijkbare gevallen? Hoe reageerde het bestuur na Dekkers ontslag? Dit zijn in essentie de vragen. De antwoorden zijn helder. Douwes Dekker was een excentrieke, maar voorbeeldige ambtenaar. Hij gaf vorm aan beoogd beleid en zijn weigering het spel mee te spelen sloot aan bij wat het gouvernement wilde. In een aantal opzichten manoeuvreerde hij onhandig en tegenover zijn directe superieur was hij weinig tactvol en informatief Maar de hoofdlijn van dit boek is duidelijk: Douwes Dekker had gelijk, niet volgens de gangbare bestuurspraktijk, maar wel volgens letter en geest van de wet. Bij vlagen meeslepend, tot in details overtuigend is deze studie. Als Douwes Dekker toen gelijk had gekregen, zou hij dan wel Multatuli zijn geworden? Hoe zou hij dan de Max Havelaar geschreven kunnen hebben? Lo van Driel Nop Maas. Multatuli voor iedereen (maar niemand voor Multatuli) - Uitgeverij Vantilt, 214 blz., f 39,90. Tom Phijffer Het gelijk van Multa tuli; het handelen van Eduard Douives Dekker in rechtshistorisch perspectief - Uitgeverij Bas Lubber huizen, 144 blz., f 29,90 De eerste roman van de schrijfster Judy Budnitz werd in Amerika door geïm poneerde critici buitenge woon lovend ontvangen. En terecht, want met A Is ik het je één keer vertel heeft ze een knappe prestatie geleverd. Het boek mag niet onopge merkt blijven. Kort na elkaar verschenen er drie Amerikaanse romans over de trek van joodse Oost- Europeanen naar Amerika 'Het nieuwe land' van Ruha- ma Veltfort is een soort kro niek die al in de negentiende eeuw begint. 'Een volmaakt gebroken hart' van Katie Singer is meer literair van karakter; en Als ik het je één keer vertel is zonder meer de fraaiste van de drie. Budnitz voert vier vertelsters op, vier generaties, er komt telkens een dochter bij. De eerste, Ilana, wortelt in een gehucht in de Oude Wereld dat mid deleeuws, zo niet prehisto risch aandoet. Haar achter kleindochter, Nomie, zorgt er aan het slot van de roman voor dat Ilana niet achter de hekken van een hypermo dern Amerikaans verpleeg huis verdwijnt. Haar moeder en grootmoeder, Mara en Sashie, zijn even aparte figu ren. De vier vrouwen hebben veel gemeen, maar ieder zet zich op haar beurt flink af te gen moeder. De lezer wordt door Ilana stevig het verhaal in ge sleurd: het relaas over haar zonderlinge geboorte en de fantastische beschrijving van haar geboortedorp zijn onweerstaanbaar. Het zijn de bizarre details, de als van zelfsprekend voorgestelde groteske personages, de wondermooie stijl die het hem doen. Aan het begin boeit de als ge zegd middeleeuwse sfeer van Oost-Europa vroeg in de twintigste eeuw. Budnitz' fantasie krijgt ogenschijnlijk de vrije loop: ze geeft het kind Ilana een met hooi ge voerde jas te dragen of een stinkende wolfspels waar van de kop als capuchon fun geert; ze bedenkt een mon sterachtige broer voor Ilana, een dierlijk gedrocht dat uit pure onhandige liefde een schaap aan stukken scheurt of zijn tanden zet in een kip die nog ligt te stuiptrekken. Het zal blijken dat de gewel dige verbeeldingskracht van de schrijfster stevig aan touwtjes ligt die vaardig be speeld worden en uiteinde lijk heus allemaal samenko men. Er valt wel meer dan een mus van het dak bij Bud nitz, maar alle fantasmago rieën dienen hun doel. Achterlijk Doet liana's monsterbroer denken aan de achterlijke man in Steinbecks 'Of Mice and Men' die dier en mens doodknuffelt, en liana's va der weggekropen onder zijn vrouws rokken aan 'Die Blechtrommel' van Grass; menige andere figuur of situ atie in deze roman verwijst naar een bekend sprookje Er is een meisje zonder gewicht dat bezeten wordt door een bosgeest die ze zelf met ge weld uitdrijft, er komt een vrouwelijke Blauwbaard voor, wier schilderijen van haar slachtoffers tenslotte belanden in de musea van New York, er is een soort ijs coman van Hameien, en in haar nachtmerries snijdt een der vrouwen telkens haar voeten stuk om maar in Asse poesters muiltje te passen. Het vertellen zelf is evenzeer een thema in deze opmerke lijke roman als de wonderlij ke wederwaardigheden van de vier joodse vrouwen. Een bekend (post)modern literair gegeven, maar hier wel op zeer originele wijze uitge werkt. ,,Mijn grootvader stierf plot seling op een voorjaarsdag, hij verstarde zomaar terwijl hij aan tafel zat, met de lepel halverwege zijn mond en druppels soep aan zijn kin. 'Veeg je mond af', zei mijn grootmoeder vinnig. Het was de eerste volledige zin die ze in twintig jaar tegen hem had gesproken. 'Wat, wou je zeg gen dat je de soep niet lekker vindt?' vroeg mijn grootmoe der toen hij zich niet verroer de. 'Na al die jaren? Te zout?' vroeg ze. 'Waarom heb je dat nooit gezegd', zei ze en de tranen begonnen over haar gezicht te biggelenen zo troffen we hen uren later aan." Tragiek, humor, dwaze be denksels: Budnitz gebruikte alles voor Als ik het je één keer vertel. En niet zuinig. De verhalen die Ilana in de Nieuwe Wereld aan haar na komelingen vertelt worden niet geloofd, evenmin als zij zelf gelooft wat de kranten vertellen: 'gedrukte woorden zijn glibberig'. Alleen de jongste, de achterkleindoch ter Nomie herkent liana's verhalen als werkelijkheid Heel even wordt gesugge reerd dat de wrede en onwer kelijke verhalen een pendant hebben in hedendaags Ame rika, maar dat wordt niet verder uitgewerkt. Het enige losse draadje in deze prachti ge roman. De vrouwen, en ook de man nen die Als ik het je één keer vertel bevolken, zijn dier baar geworden. De beelden ook. Zoals dat van het dier- mens, broer Ari, die we aan treffen met een lap mens in zijn arm, een stuk van de le lijke officier die Ilana met zijn neus dicht verkrachtte. Geen doorsnee aanblik. Géén doorsnee roman. Querido, uitgever van 'klas sieke' Nederlandse auteurs als Haasse en Van der Heij den, begeeft zich voorzichtig op het pad van jonge buiten landse auteurs. Met Budnitz is weer een uitstekende stap gezet, die in 2001 zal worden gevolgd door de vertaling van haar debuut, de verha lenbundel 'Sprong in het die- pe'. Margot Engelen Judy Budnitz: Als ik het je één keer vertel - Vertaling Ma rion op den Kamp - Uitgeverij Querido, 358 blz., f39,90, Isbn 9021454645. Marseille het aebben scr.r.; n Frankrijk hangt rond zijn persoon nog ■steeds een mythische glans. Antoine de i^M'Péry ls een tragische held en zal p blijven zolang zijn dood in het geheugen •an de natie wordt bewaard. De schrijver jn prachtige boeken als Terre des hommes kleine prins kwam in 1944 om het le en, toen hij op een missie als oorlogsvlieger voorgoed in de Middellandse Zee verdween, ^jn lichaam is nooit gevonden. S I verscheen in een Duits militair tijd- jt een brief van een voormalige piloot de Luftwaffe. Deze beschreef aan een end hoe hij op 31 juli, de dag waarop De li'?, xuPér>' in zee neerstortte, een iJghtmng P-38 opjoeg. De Lightning zou olgens geraakt zijn en neergestort. De J is later als bedrog bestempeld, 's de zeebodem voor de kust van Nice in jaren negentig nog eens zorgvuldig afge- maar ook die zoektocht leverde niets &td if meldde een beroepsduiker zich neergestort of - en dat verklaart de rusteloze zoektocht - gedreven door zwaarmoedig heid zelf de dood heeft omarmd. Zo'n twee jaar geleden wist een Franse visser de we reld te doen geloven dat hij de armband van De Saint-Exupéry uit zee had opgepikt. Dat bleek een falsificatie. Paul Webster, schrij ver van de recent verschenen biografie van wrak van de Lightning zou «fin Sevon('en- Vast staat wel dat de SEE? 1S neergestort. Onduidelijk M» ^00r de Duitsers is neer pen, als gevolg van motorpech is Antoine de Saint-Exupery (1900-1944), een schrijver met talent voor avontuur. de schrijver van De kleine prins, vermeldt de vondst nog wel als bijzonderheid, maar dat het vals zou zijn, kon hij nog niet weten. De vondst van de armband bewijst, aldus Webster, De Saint-Exupéry's toewijding aan zijn vrouw. De armband vermeldde na melijk het adres van zijn New-Yorkse uitge ver die de royalty's aan zijn vrouw betaalde. Zo zouden deze haar in kunnen lichten over de dood van Antoine. De mysteriën rond de dood van De Saint- Exupéry en vooral de aanhoudende pogin gen deze op te helderen, geven aan hoeveel magie er nog steeds van zijn persoon en werk uitgaan. De Franse staat heeft het 50 francs biljet aan hem gewijd. En de Fransen beschouwen De kleine prins als het boek van de (vorige) eeuw. Tegelijk met het ver schijnen van de Nederlandse vertaling van zijn spraakmakende biografie heeft de uit gever ook een nieuwe editie van De kleine prins op de markt gebracht, in een vertaling dit keer van Ernst van Altena. Toen de schrijver in 1944 omkwam was hij 44 jaar oud en aan het eind van zijn Latijn In Guatemala had hij een ernstig ongeluk overleefd, maar sindsdien was hij gerad braakt. Hij leefde met zijn vrouw Consuelo in een permanente staat van hartverscheu rende scheiding. Hij hield van haar, kon haar niet missen, maar ook niet met haar sa menleven. De Zuid-Amerikaanse was ook heel wat minder slachtoffer, onthult Web ster, dan tot nu toe werd aangenomen. Zie daar de oorzaak van een levenslang emotio neel conflict. De roos die de kleine prins bij zich heeft, is voor Consuelo bestemd, weet Webster te melden. Over de relatie met zijn vrouw veel nieuws dus. Typerend is de wijze waarop de titel tot stand kwam De Saint-Exupéry kon niets verzinnen en vroeg toen zijn neef iets te be denken. Deze kwam met een lijst van twin tig voorstellen. De schrijver koos er onmiddellijk een uit, Terre des humains, en vereenvoudigde dat tot Terre des hommes. In Amerika verscheen dat boek als Wind, sand and stars, een titel die meer de avon tuurlijke wijze van De Saint-Exupéry be nadrukte dan zijn ideeën. Die uitgave telt ook twee hoofdstukken meer dan de Franse, eenvoudig omdat de schrijver niet de kans had ook in dit manuscript eindeloos door te blijven schrappen Paul Websters biografie van De Saint-Exu péry is bij het verschijnen al luid geprezen. Zij is nu in het Nederlands beschikbaar, in het jaar dat de schrijver honderd geworden zou zijn. Webster plaatst hem in de reeks van gedreven schrijvers die Frankrijk rond de Tweede Wereldoorlog heeft gekend. Ie mand die thuis hoort in de reeks Camus, Sartre en Malraux, zoekers naar de morele waarheid, schrijvers die in plaats van zich terug te trekken, hartstochtelijk mee wilden doen met het voorbereiden van een betere wereld. Jan-Hendrik Bakker Paul WebsterAntoine de Saint-Exupéry - Uitge verij Ad Donker, f 44,90. Tevens verscheen bij dezelfde uitgever een heruitgave van De kleine prins vertaling Ernst van Altena) f 24,95 vrijdag 11 augustus 2000

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 11