PZC
's Nachts worden mensen wolven
buitengebied®1^
Bedevaartsoord
na engelbezoek
Nachtvlinders zorgen voor discoshow
-tTUUNBOS
Vrouwenpolder
woensdag 2 augustus 2000
Ligging: Aan de Noordkust van Walcheren, bij de Veerse gatdam
Ontstaan: Na inpoldering door Wolfert van Borssele, in ieder geval voor 1299
Inwonertal: 1155
Monumenten: Nederlands hervormde kerk
Bijzonderheden: Vrouwenpolder heeft samen met Sint Annaland als enige plaats in Zeeland
een echt heiligenwapen. Op het wapen staat Maria met Jezus op haar arm.
De geschiedenis van Vrouwenpolder wordt beheerst door de
ligging. Voor de uitvoering van de deltawerken lag het
dorp op het kruispunt van twee vaarwegen en het was
daardoor een strategisch belangrijk punt. Sinds het Veerse gat
dicht is en het massatoerisme op gang kwam, trekt het dorp
vakantiegangers en dagjesmensen. Vrouwenpolder dankt zijn
huidige bekendheid aan de brede, vijf kilometer lange
stranden en het Veerse meer. Per jaar overnachten er 385.000
mensen in het dorp, ongeveer 333 keer zoveel als het aantal
inwoners.
In de Middeleeuwen trok het dorp om een ander reden vreemd
bezoek. Vrouwenpolder was een druk bezocht bedevaartoord.
De bedevaarten kwamen op gang nadat de parochiekerk in
1340 in het bezit was gekomen van een wonderbaarlijk
schilderij van Maria. Het paneel was het middelpunt van een
jaarlijkse processie, op 15 augustus, door de polder. Het
verhaal gaat, dat een Middelburgse schilder de opdracht had
gekregen een paneel van Maria te maken voor de kerk. Een
jonge gezel kwam even later bij de schilder om werk vragen en
de schilder gaf hem het lege paneel. De gezel vertrok naar de
zolder, maar toen de schilder hem naar beneden riep voor het
eten, was de jongeman verdwenen. Het paneel had hij
achtergelaten en het was zo meesterlijk geschilderd, dat de
schilder en zijn gezin er verbaasd van stonden. De schilder was
ervan overtuigd dat het schilderij door een engel gemaakt
moest zijn.
De VTOuwe van de polder werd een beroemdheid in haar tijd. In
1416 bracht keizer Sigismund samen met graaf Willen IV een
bezoek aan het schilderij enin 1437 was Filips de Goede te gast
in het dorp. Verder werd Onze Lieve Vrouwe van de polder
vooral vereerd door Spaanse, Portugese en Bretonse zeelui. Na
de reformatie begon het paneel aan een zwerftocht. Het
belandde in Brugge en kwam in 1931, na een schenking van
Baron Caloen, terug in Middelburg, bij de rooms-katholieke
kerk.
Kapel
Na de inpoldering van de schorren heette het gebied Niepolre,
Nuwenpolre of Poire. In 1314 werd er een kapel gesticht, die in
1324 parochiekerk werd. De heerlijkheid van Vrouwenpolder
kreeg met Veere in 1349 tolvrijheid van hertog Willem van
Beieren, een voorrecht dat op Walcheren alleen Westkapelle en
Westhove hadden.
In 1452 verplaatste Hendrik van Borssele het klooster Het
Heilige Graf van de Mortiere naar Vrouwenpolder. In 1552
werd het klooster door Maximiliaan van Bourgondië
opgeheven en werden de gebouwen verkocht Tijdens het beleg
van Middelburg werd het hele dorp, inclusief het klooster en de
kerk, verwoest. In 1611 kreeg het dorp een hervormde
foto Aero Lin Photo gemeen*e en zeven jaar later een predikant, De verwoeste kerk
werd herbouwd en was in 1624 klaar.
Op de punt van Walcheren, liggen, iets ten noorden van het
dorp, de ruïnes van Fort den Haak (links boven). Het fort is in
1588, tijdens de tachtigjarige oorlog, gebouwd om de toegang
tot het Veerse gat te controleren. Het fort werd vernietigd in
1809, tijdens een beschieting door de Engelsen. Tegenwoordig
is het Fort niet meer dan een hoopje stenen, overgroeid met
braamstruiken. Van 1816 tot 1966 was Vrouwenpolder een
zelfstandige gemeente, waartoe ook Breezand, Zanddijk
buiten, Schellach en Gapinge (vanaf 1857) behoorde. Na die
tijd ging Vrouwenpolder op in de gemeente Veere
gedachte voeden dat de nacht
uitsluitend toebehoort aan
saaikleurige vlinders Hoe anders
blijkt de praktijk te zijn, als een
knalrode Sint Jacobsvlinder
spontaan voor het voetlicht
treedt.
Dat gebeurt net nadat Wagenaar
de geelzwarte Sint Jacobsrups
heeft laten zien. Het voorstadium
van de wild fladderende rode
vlinder. Vergis je niet in het leven
van deze uiterst fijngevormde
nachtbrakertjes. Als het grootste
gedeelte van de mensheid op één
oor ligt wordt er tussen
bosschages en in velden volop
geleefd. Vlinders hebben slechts
een week of vier te leven. En in die
tijd moet er voor nageslacht
worden gezorgd. Mannetjes en
vrouwtjes weten elkaar, schetst de
vlindervoorzitter, door
geurstoffen te vinden Na de
bevruchting worden tien tot zelfs
wel duizend eitjes afgezet. Van die
duizend eitjes groeien er
misschien tien. na een intrigerend
proces van rups tot pop,
daadwerkelijk uit tot vlinder.
Waarna het proces zich opnieuw
herhaalt.
De Zeeuwse vlinderwerkgroep
werkt onder de paraplu van de in
Wageningen gestationeerde
Vlinderstichting. De club,
bestaande uit veertig leden en
zestig donateurs, brengt wekelijks
vaste monitorroutes in kaart.
Daarnaast wordt de hele
provincie op kilometerhokken
geïnventariseerd. Het streven is in
2003. bij het tienjarig bestaan van
de vlinderwerkgroep, een
provinciale vlinderatlas te
kunnen presenteren. Doorpoten
dus Temeer omdat de provincie
nog witte vlekken vertoont.
Wagenaar: ,,In Tholen en Sint
Philipsland is niemand lid."
door Marcel Modde
De keuze is lang geleden al
gemaakt. Geen
prikkeldraad langs de paden,
maar een open natuurgebied.
Een natuurgebied dat ook 's
nachts vrij toegankelijk is. Dat
levert met enige regelmaat
nachtelijke wandelaars op in de
boswachterij Westerschouwen,
weet boswachter Dirk Fluijt.
Diegenen die zich na het
middernachtelijk uur in het
donkere Schouwse naaldbos
wagen zorgen voor een
opmerkelijk probleem:
geluidsoverlast.
Fluijt: ,,'s Nachts worden het
wolven. Mensen gaan gillen en
schreeuwen. Ik denk dat dat
vooral angst is. Maar ze beseffen
niet dat ze met dat lawaai de rust
van de zoogdieren in het bos - de
reeën en kalveren - verstoren."
In zijn werk als boswachter loopt
Fluijt vaak tegen menselijke
zwakheden aan. In de
Boswachterij Westerschouwen
en de aangrenzende
Zeepeduinen loopt een kudde
pony's en wandelaars kunnen de
verleiding niet weerstaan om
deze dieren te voeren. Fluijt
ergert zich daar mateloos aan.
De pony's zijn heel goed in staat
om zelf hun kostje bij elkaar te
grazen. En de dieren raken zo
aan het voederen gewend dat ze
mensen gaan associëren met
voedsel. „En dan kunnen ze heel
vervelend gaan doen als ze van
wandelaars géén eten krijgen.
Dan gaan ze echt letterlijk
mensen lastigvallen. Dan komen
mensen bij ons klagen dat ze
door een pony in hun schouder
gebeten zijn.
Runderen
Elders in Nederland, weet Fluijt,
hebben gebiedsbeheerders
noodgedwongen al besloten om
pony's uit een gebied weg te
halen en te vervangen door
runderen. Die laten zich wat
minder makkelijk voeren en
mensen zijn ook over het
algemeen wat huiverig om deze
fors uit de kluiten gewassen
dieren te benaderen. Ook voor
wat betreft Boswachterij en
Zeepeduinen overwegen
Staatsbosbeheer en de
Vereniging tot behoud van
Natuurmonumenten de overstap
van pony's naar runderen.
Een ander probleem betreft het
in het natuurgebied houden van
de pony's. Héél vroeger was het
vroongebied aan weerszijden
van de Adriaan van der
Weijdeweg afgerasterd. Het
prikkeldraad langs de weg
verdween. Om te voorkomen dat
de pony's het natuurgebied uit
galopperen en de Hogeweg
onveilig maken werd aan de rand
van het gebied - uit het zicht van
de bezoekers - een afrastering
geplaatst en kwam er een
wildrooster. Dat bleek de pony's
niet tegen te houden en dus
kwam er een veekerend rooster.
Een rooster met brede spijlen en
dito gaten tussen die spijlen. Een
onneembare hindernis voor de
pony's, maar in de praktijk ook
letterlijk en figuurlijk een
struikelblok voor bezoekers van
het natuurgebied.
Staatsbosbeheer zoekt naar een
oplossing.
Waxinelichtjes
Fluijt heeft in zijn tien jaar bij
Staatsbosbeheer ai zo'n beetje
alles meegemaakt: mensen die
het toch redelijk uitgebreide net
van gemarkeerde paden
onvoldoende vinden en buiten
die paden om op zwerftocht
gaan, zich onbespied wanende
vrijende stelletjes en mensen die
beschermde planten plukken en
uit het bos proberen te
smokkelen.
Hoe onnadenkend mensen soms
zijn illustreert hij met een bizar
voorbeeld. „Tja, die keer wist ik
echt niet wat ik zag. Een
compleet spoor van brandende
waxinelichtjes. Terwijl het bos
op dat moment kurk- en
kurkdroog was. Een wonder dat
er daardoor geen brand is
ontstaan. Ik heb ze uitgeblazen,
opgeraapt en meegenomen.
Want dat kan dus echt niet."
Henk Wagenaar wijst de deelnemers op het doek een nachtvlinder aan. foto Dirk-Jan Gjeltema
door Esme Soesman
Vliervlinders, Sint
Jacobs vlinders en rietvinken
buitelen wild fladderend over
elkaar heen. Terwijl de geur van
pas gemaaid gras de circa twintig
deelnemers aan de
nachtvlinderexcursie omringd,
geven kleurige beestjes een
wervelende discodans ten beste.
Het is de eerste keer dat Henk
Wagenaar, voorzitter van de
Vlinder- en libellewerkgroep
Zeeland, een wit laken heeft
gespannen in het heggengebied bij
Nisse. „Niemand kan voorspellen
wat er dadelijk tevoorschijn
komt."
De nachtvlinderexcursie is
opgezet in het kader van de
Dijkendagen. Een evenement dat
nog tot en met zaterdag 5 augustus
in en rondom de Schaapskooi bij
Heinkenszand speelt. De
verwachtingen bij een doorsnee
leek zijn niet hooggespannen. Met
die grijs-bruin gekleurde motjes,
die zich in elke woning weieens
verschansen, is iedereen toch
eigenlijk wel bekend? De
waarheid is anders, maakt
Wagenaar meteen duidelijk
Tegenover de dertig soorten
dagvlinders die Zeeland rijk is,
telt deze provincie zo'n
zevenhonderd soorten
nachtvlinders. Die verhouding
zien we ook buiten onze
landsgrenzen terug. „Zo'n drie
procent dagvlinders tegenover
zevenennegentig procent
nachtvlinders". Keuze genoeg
dus. En nee, daarbij gaat het niet
uitsluitend om een grauw en
kleurloos beest.
In een weitje langs de Valdijk is
een wit laken opgespannen. Een
125 wattlamp met UV-stralen en
een stapeltje
vlinderencyclopedieën maken de
uitrusting van de vlinderaar
compleet. Aanvankelijk lijken
vooral muggen het door spots
belichte toneel te bezoeken.
„Motten", duidt de getrainde
Wagenaar de krioelende insecten.
Een vrij kleine soort nachtvlinder,
die samen met de uiltjes („de
grootste groep nachtvlinders: ik
denk dat er wel vierhonderd
soorten in Zeeland zijn") de
meeste bekendheid geniet bij de
ongeoefende toeschouwer. Het
zijn ook vooral deze groepen die de
Dirk Fluijt (49) is als boswachter bij Staatsbosbeheer verantwoorde
lijk voor Schouwen-Duiveland, Tholen en Sint-Philipsland. Zijn werk
gebied omvat een oppervlakte van in totaal drieduizend hectare
natuur. In deze rubriek doet hij wekelijks verslag van zijn werk en
wedervaren.