Bets is mijn back-up Vrouwen kijken naar de benen van Oranje PZC reportage 29 fPtVWELIJK zaterdag 24 juni 2000 O 'Vier beenen op een bed maken nog geen huwelijk', zegt een oud Neder lands spreekwoord. De PZC brengt een korte serie ver halen over het huwelijk; gesprek ken met beginners én met routi niers, over verwachtingen en uit komsten. Vandaag aflevering 4: „Ondanks alles zitten er nog zoveel positieve kanten aan het leven." HIJ: Marcel Gustaaf Gerardus van Haestregt, geboren te Axel op 17 juni 1950, administratief medewerker. ZIJBertha Yvonna Maria van Haestregt - van Vlaenderen, geboren te Terneuzen op 15 juli 1949, was werkzaam als gezinshulp. Trouwdatum: 20 december 1968. Huidige woonplaats: Westdorpe. Twee (volwassen) kinderen. ZIJ: ,,Onze oudste zoon - hij wil mijn verjaardag nog wel eens vergeten, maar de vierentwintigste mei vergeet hij nóóit, belt hij altijd even." HIJ: ,,Die dag, vier jaar geleden, gebeurde het. Uit een boom gevallen. Tijdens het snoeien. Van zeven meter hoog. Ik weet nog dat ik een helikopter ben ingedragen, daarna ging het licht uit. Na viereneen- halve week werd ik in het ziekenhuis weer wakker. Mijn eerste gedachte was: 'hé, ik leef nog, da's ongelooflijk'. Maar toen ik overeind probeerde te komen en dat niet lukte, wist ik dat het fout zat, dat ik nooit meer zou kunnen lopen: dwarsleasie." ZIJ: „Dan staat je hele leven op zijn kop, dat kun je wel zeggen. Maar je móét door." HIJ,Ik heb viereneenhalve maand in het ziekenhuis gelegen en daarna heb ik bijna een half jaar in een revalidatiecentrum gezeten." ZIJ: „Toen Marcel het ongeluk kreeg, wa ren we achtentwintig jaar getrouwd HIJ: „We hadden een gezapig leven. Ik had werk, Bets had haar werk. We hadden een leuk huis aan de dijk, grote tuin - ge zellig, knus. Echt veel spannende dingen deden we niet. We gingen nooit op vakan tie. Want ons vakantieadres was daér ei genlijk; we hadden er ons stekje, we wa ren er echt tevreden - Huisje Weltevree. Maar als je in rolstoel komt te zitten, merk je plots dat je aan een hele steile dijk woont, dat de deuren te smal zijn." ZIJ: „Dus hebben we dat huis moeten ver kopen. Dat was brullen, we hadden er meer dan twintig jaar gewoond. Maar er was geen keus. Het was: óf Marcel naar een verpleeghuis, óf verhuizen naar een tijdelijk aangepaste woning. En als je voor een dergelijke keuze staat - wat is dan een hoop met stenen?" HIJ: „We zijn altijd een beetje vrije vogels geweest. We konden daar rustig in ons blootje in de tuin zitten. En dat deden we ook regelmatig. ZIJ: „De ruimte, de vrijheid, die mis ik." HIJ: „En er natuurlijk nog veel meer ver anderd. Als je na een jaar ziekenhuis en revalidatie weer thuiskomt moet je weer leren om met elkaar te praten, moet je weer aan elkaar wennen. En dat valt ook niet altijd mee, hé?" Cursus ZIJ„Ik was eigenlij k nooit helemaal zelf standig. Ik deed veel, maar naar de bank gaan bijvoorbeeld - ik had nog nooit ge pind, om maar 's wat te noemen. Deed Marcel altijd als hij vrijdags van zijn werk kwam. Na het ongeluk stond ik plotseling overal alleen voor, moest ik alles opknap- pen: naar de verzekering, voor het zieken huis, voor de revalidatie." HIJ: „In het revalidatiecentrum had Bets een cursus gevolgd om te leren hoe ze mij kon helpen. Maar ik werd daar klaarge stoomd om zoveel mogelijk zelfstandig te kunnen zijn. Daar hebben we wel een heel gevecht over gehad. Ik heb mijn zelfstan digheid weer terug moeten pakken. Toen ik thuis kwam overweldigde ze me met zo veel liefde en zoveel plezier; ze deed van alles wat ik ook zelf zou kunnen; mijn kle ren aantrekken en meer van dat soort din gen. Maar het enige wat ze eigenlijk hoeft te doen is me te helpen bij het wassen en me in bed te zwieren, de rest kan ik zelf. ZIJ: „In het begin heeft het wel even ge botst, ja. Maar dat is heel normaal. Ik denk dat de grootste oorzaak daarvan was: op mekaars lip zitten. We hebben hier bijna geen ruimte. Ik denk dat dat voor mij het ergste is. En de angst hé, dat er nog eens iets gebeurt. HIJ: „Als ik naar buiten ging, zat zij zich dood te zweten uit angst dat ik weer een ongeluk zou krijgen." ZIJ: „Ik schrik me iedere keer lam als ik ergens sirenes hoor." HIJ: „Daar heeft ze veel moeite mee. Bets is heel snel ongerust. Ze Een paar weken geleden bleef ik in Sas van Gent een uurtj e hangen om een pintje te drinken - tome loos kwaad was ze omdat ik dat niet even had laten weten. Maar ik sta daar niet eens meer bij stil. Voor mij is het leven in middels weer zo aangenaam en plezierig dat ik denk: dat ene uurtje maakt niet uit. Maar de angst die zij nog steeds heeft, daar moet ik rekening mee houden." ZIJ: „Hij was twee weken van de intensi- ve-care en vroeg: 'wil je nog verder met mij?" HIJ: „Dat vond ik een zeer essentiële vraag. Niet dat ik er aan twij felde, maar ik wilde het wel graag even uit haar mond horen. Want het is natuurlijk een stap. Je hele leven verandert - om met een gehan dicapte man te zitten die niet meer kan lo pen en een heleboel andere dingen niet meer kan; daar moet je een behooxiijk in casseringsvermogen voor hebben." ZIJ: „Ikreageerde: 'ah, stommerik'." HIJ: „Nee, jouw reactie was: je barstte in huilen uit en werd heel kwaad op me." ZIJ: „Ik vond het zó'n aparte vraag, want voor mij was het antwoord logisch." HIJ: „Ik niet, ik vond het niet zo logisch. En dat je zo kwaad werd, vond ik gewel dig. Als je getwijfeld had, denk ik dat het voor mij gebeurd zou zijn, dan denk ik niet dat ik nog veel zin in het leven zou hebben gehad, dan had ik mezelf lekker langzaam dood laten gaan. Want zonder Bets en de kinderen, nee..." begin ik liever niet aan, dat is allemaal waste of time. Bets heeft meer dan ik de neiging donker te kijken. Ik zeg: overal zijn bergen, maar achter elke berg ligt een dal. Die berg opkomen, kost veel moeite, maar zo heerlijk naar beneden glijden, dat dal in - en een dal is meestal mooi groen. Snap je? Dus gewoon proberen door te leven." Respect Nieuwsgierig ZIJ: „Je krijgt wel eens te horen: 'ik snap niet dat je het vol houdt met zo'n invalide man'. Er is zelfs wel eens tegen me gezegd: 'het zou beter zijn geweest als hij dood was gegaan'. Mensen die zulke dingen zeggen, daarvan denk ik: 'bekijkhet alsje blieft'. Ik kom hier bijna nei'gens meer in de wankel, want ze vinden het allemaal zó erg en ze zijn allemaal zó nieuwsgierig." HIJ: „Waarom zou ik huilen, als ik ook kan lachen. Als ik chagrijnig ben of kwaad..." ZIJ: „Dat is toch alleen maar op mij." HIJ: „Maar daar heb ik ook mezelf mee, want dan moet ik ook weer goed worden. En bij mij - het duurt heel lang voor ik kwaad word, maar het duurt nóg langer, voordat ik weer goed word. Dus eigenlijk HIJ: „Ik ben Bets na mijn ongeluk anders gaan zien." ZIJ: „Serieus?" HIJ: „Ik heb meer respect voor je gekre gen. Nóg meer dan ik al had. Het beteken de een enorme ommekeer in haar leven, ze moet toch een heleboel opvangen. Ze heeft me wel eens gevraagd: 'stel dat de rollen waren omgedraaid, dat ik in een rolstoel terecht was gekomen, zou jij dan bij me zijn gebleven?' Ik weet het niet. Ik zou dat niet durven zeggen." ZIJ: „Op zó'n vraag is het ook moeilijk antwoorden. Dat kun je pas op het mo ment dat je in zo'n situatie komt." HIJ: „Als ze me vroeger hadden voor speld: 'jij komt ooit in een ï'olstoel', zou ik hebben gezegd: 'als het zover is, spuit me dan maar plat'. Nu zeg ik: 'ondanks alles, zitten er nog zoveel positieve kanten aan het leven'." „Ik moet eerlijk zeggen: we lachen toch heel veel. We maken wel eens mot, maar we zijn twee expliciete karakters. Zoals ze altijd zeggen: twee tegenpolen trekken mekaar aan. Dat is bij ons ook zo." ZIJ: „Marcel is rustig: komt het vandaag niet, dan komt het morgen. Bij mij moest het gisteren al gebeurd zijn. Ik ben veel ongeduldiger. Moest l'k in die kar zitten, dan zou ik veel moeilijker zijn. HIJ: „Als je in zo'n situatie geraakt, moet je veel geduld hebben. Als je aan iemand iets vraagt, is het altijd: 'ja, even wachten, hoor'. Ik heb altijd heel goed kunnen wachtenMaar wat j e vooral moet leren is vragen. Dat valt niet altijd mee, als je vroeger in alles zelfstandig was." ZIJ: „Maar je maakt er ook wel eens mis bruik van." HIJ: „Als ik geen zin heb om iets te pak ken, zeg ik wel eens: 'neem dit of dat eens even mee.' In negen van de tien keer doet ze het." ZIJ: „Dat is misschien ook wel een beetje mijn eigen schuld. Dat hoef ik niet alleen op hem te steken. Ik heb altijd alles klaar gelegd; sokken, broeken, ondergoed. Er moest bij mij nooit een handdoek scheef in de kast liggen. HIJ„Natuurlijk daar denken we wel eens aan, ooit breekt een moment aan waarop Bets niet meer voor mij kan zorgen." ZIJ: „Marcel stopt dat meer weg dan ik." HIJ: „Ik stop het niet weg, ik dénk anders dan jij. Ik zeg: elke dag kan mijn laatste zijn, dus ik geniet van het leven zolang het kan. Waarom zou ik mezelf druk maken over wat er morgen kan gebeuren, terwijl ik niet eens weet of ik morgen haal. Werken HIJ: „Financieel zijn we er behoorlijk bij ingeschoten. Bets moest stoppen met wer ken en zelf werk ik ongeveer vijf uur per dag, voor de rest krijg ik een WAO-uitkè- ring. Dat heeft een flinke bres in de finan ciën geslagen." ZIJ: „Daaraan ben ik nu gewend." HIJ: „Destijds gingen we regelmatig een keer uit eten, al zulke dingen ga je laten. Het theater? Daar komen we bijna niet meer aan toe." ZIJ„Vroeger, toen ik nog uit werken ging - ik kocht cadeautjes voor de kinders en HIJ: „Moet je wél even uitleggen waarom je niet meer kunt werken. Kijk, als ik op de een of andere manier de mist in ga; ik schijt in mijn broek, of ik heb de kouwe koorts, dan is het eerste wat ik doe: Bets bellen, en niemand anders. Dus Bets is ge woon mijn back-up. Als ze ergens zou werken, kan zij niet zeggen: 'dag, ik ben weg, ik moet Marcel helpen'." ZIJ,Ik denk dat we vijftienhonderd gul den in de maand zijn kwijtgeraakt. Ik zit daar niet zo heel erg meer mee. Ik vind het leuk om op koopjesjacht te gaan. Je hebt mensen die alleen maar dure merkkleding willenik niet. Ik heb een vriendin die best veelgeld heeft HIJ: „Nou, veel geld ZIJ: „Bij mij vergeleken wel, Marcel, 't Is alsof de koningin met Assepoes op stap is, hé? Ik pluis alle reclamekrantjes na, als de boontjes in de reclame zijn neem ik twin tig blikken mee, Spa en koffie pi-ecies het zelfde. Ik sla me voor de kop als ik iets heb gekocht dat een week later voor een tien tje goedkoper in de etalage ligt. Het is op passen met wat je doet, maar daarom hoe ven we geen honger te lijden. HIJ: „Het seksleven, dat is ook veran derd." ZIJ: „Seksualiteit is belangrijk, maar het komt niet op de eerste plaats." HIJ: „Ik vond het altijd heerlijk om tegen Bets aan te liggen, in de foetushouding zo als ze dat noemen: lepeltje, lepeltje. We kunnen nog wel gemeenschap hebben, maar l'k kan niet meer klaarkomen. Seks is voor mij tegenwoordig iets in mijn hoofd, ik beleef dat nauwelijks nog met mijn lichaam." ZIJ: „Ik voelde mezelf schuldig: waarom i'k nog wel en hij niet? Dat was mijn pro bleem." HIJ: „Dat is niet nodig Bets. Ik kan dan wel niet meer klaarkomen, maar als jij er plezier aan beleeft, is het voor mij goed. Ik zou het heel erg vinden als je zou zeggen: 'omdat jij er geen plezier aan beleeft, doe ik het ook niet meer.' Dat zou voor mij een echtscheidingsgrond zijn, dat meen ik se- Willem van Dam EURO 2000 is een zegen voor alles en iedereen die van voetbal of in ieder geval van oranje houdt. Het alom aanwezige evenement zou een ramp moeten zijn voor relaties. Huwelijken zouden onder druk van een aanhoudende voetbalgekte op de klippen lopen. Echtgenotes zouden de in deze weken dagelijkse concurrentie van vijf, zes uur voetbal op televisie (voorbeschouwing, wedstrijd, nabeschouwing, oranje talkshows) zat zijn. Terwijl manlief in zijn oranje shirt en met een pilsje opgaat in elk detail op de buis en daar zijn o zo zinnige eigen commentaar gratis aan toevoegt, heeft zij eerst haar koffer en daarna haar biezen gepakt. Dat is een graag getoond beeld. Maar heeft het ook enige realiteitswaar de? In het Amerikaanse vrouwenblad Ladies Home Journal wordt de Amerikaanse prof. Thomas Tutko van de San Jose State University in Californië aangehaald. Hij spreekt vaak over sport en psychologie. Voor de herkenbaarheid van zijn onder- wei'p wil hij zich wel eens bedienen van een door hem veelvuldig gemaakte kwinkslag. Vertaald luidt die als volgt: 'Je houdt meer van voetbal dan van mijzegt een echtgenote. Dat klopt, erkent haar man. Maar ik hou wel meer van jou, laat hij er liefdevol op volgen, dan van basket- bal'. Voetbal en relaties. Drie weken hoog spanning in menig gezin. Hooligans ver nielen Charleroi, EURO 2000 vernielt het uithoudingsvermogen van de partner. Ja toch? Lacherig Een telefoontje naar vier universiteiten levert nagenoeg dezelfde resultaten op. De telefoniste, secretaresse of voorlicht ster klinkt lacherig instemmend als het onderwerp wordt aangekaart. Herken baar is het, zeker. Maar de (gezins)socio- logen zijn toch een andere mening toe ge daan. Op de universiteit van Utrecht laat er een doodleuk weten 'zich met zulke onzin niet bezig te houden', terwijl de universiteit van Nijmegen wat vriendelijker te ken nen geeft 'er geen zinnig woord over te kunnen zeggen'. Onderzoek naar de relatie tussen huwe lijk/echtscheiding en langdurige massa evenementen? Volkomen onbekend. Na tuurlijk komt een breuk voor. Deze week vond een jongeman het nodig een plaatje op Radio 538 aan te vragen voor zijn vriendin die er tijdens Nederland-Dene- marken vandoor was gegaan. Ze had, zo liet hij weten, zijn constante gemekker over de scheidsrechter niet langer kunnen aanhoren. De verlaten partner hoefde haar overigens niet terug: hij zocht liever een vrouw die hem zijn hebbelijkheden niet kwalijk neemt. Druppel Prof. dr. C. Knipscheer, socioloog aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, denkt er wel dit over te kunnen concluderen: „Ik kan me voorstellen dat, als er iets speelt in een relatie, dit de druppel kan zijn. Maar als er nooit iets aan de hand is geweest, is EURO 2000 ook geen aanleiding voor fricties. Het laat zich misschien gemakke lijk indenken, maar er zijn 99 uitzonde ringen op." Een relatie gaat niet op de eerste plaats ten onder aan de Oranje-manie van de man of dat hij 'meer aandacht heeft voor de bal dan voor mij'. De Stichting Date, naar eigen zeggen met zeventig kantoren het grootste relatiebemiddelingsbureau van ons land, zou dan oveniren moeten maken. Als dat zo is, dan is het aan direc teur Ton van Hoof van de overkoepelende organisatie in Beverwijk voorbij gegaan. „Ik mei'k er weinig van", zegt hij. „Het is nu niet onverwacht drukker of juist min der druk.We doen dit al 31 jaar en ik heb nooit wat van een of ander kampioen schap gemerkt. Vfe hebben gemiddeld zo'n vierduizend inschrijvingen en dat is niet anders dan anders." Is het dan kroegpraat of zo? „Het is wel een stereotiep beeld", vindt dr. Esther Kluwer. Ze werkt, na te zijn gepi'omo- veerd op het onderwerp 'relatieconflicten over taakverdeling', eveneens aan de Vrije Universiteit, als sociaal psycholoog. „De man komt thuis van zijn werk en gaat Studio Sport kijken. De vrouw komt thuis van haar werk en moet het eten klaar gaan maken. De taakverdeling in een relatie is een heikele kwestie", meent ze. „Maar ik zal nooit de uitspraak doen dat een EK leidt tot meer scheidingen." En over stereotiepe beelden gespi'okexf: 'Als vrouwen kijken, begrijpen ze het voetbal niet, hebben ze hooguit belang stelling voor de benen van spelers en moe ten ze vooral hun mond houden'. Er zijn, wijst Kluwer op de veranderende verhou dingen, steeds meer vrouwen met kennis van voetbal. De man blijft redelijk dezelf de, moet ze helaas constateren. In septem ber houdt ze een symposium met als the ma 'Partnerrelaties in de 2 lste eeuw'. „De man verandert niet zo erg. Als er in een re latie kinderen komen, vei"andei*t het leven van een vrouw dramatisch. Voor de mees te mannen geldt nog steeds dat ze gewoon zoals altijd naar hun werk gaan." Mannenzaak Voetbal is inderdaad geen typisch man nenzaak meer. Vrouwen bevolken meer en meer de tribunes. Bladen zoals Flair en Elle hebben de afgelopen weken spoed cursussen voetbal gegeven om eega 'te verplettei'en met voetbalkennis'. En: het oog wil ook wat. Wat de mannelijke fan Er is niet wetenschappelijk bewezen dat er meer echtscheidingen plaatsvinden tijdens een voetbaltoernooi. Vrouwen kijken wel anders naar voetbal, bijvoorbeeld naar de benen van de helden. foto Hans van Weel altijd is ontgaan, is dat het ook 'lekkere kerels' zijn. In dat verband is het voor de duidelijkheid heel aardig om columniste Heieen Crul aan te halen. Veel seksisti- scher dan mannen zou ze haar voorliefde voor EURO 2000 niet onder woorden heb ben kunnen brengen. Want, zo stelt ze: „Voetballen stelt vrouwen net zo goed in staat te ontsnappen aan de private sfeer, met name aan de geringe appetijtelijk- heidsfactor van menig echtgenoot en/of lusteloos liefdesleven. Dankzij het EK krijgen vrouwen de mogelijkheid avon den achter elkaar, gezellig en veilig, via flesh and fantasy, vreemd te gaan, gratis en voor niets." Cock Rijneveen foto Lex de Meester Het echtpaar Van Haestregt-van Vlaanderen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 97