webpagina
Pokémon is onuitputtelijk en onuitroeibaar
PZC
reportage
25
zaterdag 24 juni 2000
RUDEN RIEMENS
De Pokémania heeft Nederland al enige
tijd in zijn greep. Scholen grijpen
naar het verbodswapen, ouders begrijpen
er niet veel van, dominees vrezen de hand
van de duivel. Zij die denken dat ze veel
weten van de wereld van het kind gruwen
meestal van Pokémon. En de kinderen? Die
verbazen zich nergens over.
Christelijke scène in de Japanse Poké-
monbioscoopfilm: het gele zakmon-
stertje Pikachu staat tegenover zijn ge
kloonde 'evenbeeld. Vechten is zinloos,
weet de kijker. De twee zijn even sterk en
kunnen elkaar alleen maar uitputten.
Toch slaat de genetisch aangepaste kloon
er op los. Zo is hij nu eenmaal geprogram
meerd door de gewetenloze MewTwo, die
zelf het slachtoffer is van wetenschappe
lijke experimenten. De echte Pikachu
zorgt voor de grote verrassing. Hij kiest de
strategie van Jezus Christus en Mahatma
Ghandi, en keert de andere wang toe.
Pokémon is speels, maar geen spelletje.
Pikachu en zijn getekende zakmonster-
vrienden zijn het afgelopen half jaar als
een woeste storm de gedachtenwereld van
kinderen binnengedrongen. Donald
Duck, de Teletubbies en Pippie Langkous
staan verbijsterd aan de zijlijn, vergezeld
van vaders, moeders, meesters en juffen.
Dit fenomeen is sterker dan andere rages
die de kinderziel treffen, blijkt uit het
aanhoudende enthousiasme in Japan en
Amerika.
Geld en glorie overspoelen de makers van
Pokémonen daar wringt voor veel puders
en leerkrachten de schoen. Zij zien de ge
plunderde spaarvarkens, de uitpuilende
verlanglijstjes en het gretige gekwetter
van hun kroost tijdens het ruilen van
kaartjes op het schoolplein. De yens, dol
lars en euro's stromen binnen bij de ma
kers Nintendo, Wizards of the Coast,
Warner Bros en alle markthandelaren die
Pokémon T-shirts aan de man brengen.
Kinderen vinden dat niet zo'n punt, in
hun ogen zijn Pikachu en Charmander het
offer van het zakgeld zeker waard.
Maar ouders weten dat f 7,95 een fors be
drag is voor elf kleurig bedrukte kaartjes.
Om nog maar te zwijgen van de 85 gulden
die op de prijslijst staat voor een glim
mende Charizardkaart van de eerste edi
tie. Daar kan een sappelende vader be
hoorlijk jaloers van worden. Wat heeft dat
rare spel toch meer dan een lekker potje
voetballen?
Toch is het geheim van Pokémon niet zo
moeilijk te doorgronden. De kleine mon
stertjes brengen hun eigen universum
mee. Die wereld is veelzijdig en schitte
rend als een diamant. Kinderen kunnen er
spelen, leren, en heersen. Ze zijn kind, ko
ning en ontdekkingsreiziger. Hebben ze
een hoekje van het Pokémonuniversum
verkend, dan duikt even verder een nieu
we lading schatten op: nieuwe figuren,
andere kaarten, variaties op het spel en
een volgende film.
Trainers
Nergens staan verbodsbordjes, ook niet
waar het gevaarlijk wordt. En echt gevaar
bestaat niet in het Pokémonuniversum.
Gevechten eindigen met tijdelijke uit
schakeling van een van de Pokémons. Een
val of een steekvlam ziet er in de films al
tijd spectaculair uit, maar levert geen
echte blessures op. Na een zware inspan
ning is er voor uitgeputte Pokémons altij d
nog een zuster Joy in een van de Poké-
moncentra. Die zijn als een soort wegen
wacht voor trainers in iedere stad te vin
den. En mocht het echt uit de hand lopen,
dan verschijnt in het Pokémonuniversum
agent Jenny, de met een politiepet getooi
de tweelingzus van zuster Joy. Of des
noods een heel peloton Jenny's om het
kwaad bekwaam tot de orde te roepen.
Grapje van de tekenaars voor de volwas
senen, zo'n peloton gekloonde politie
vrouwen. Voor veel Japanners lijken alle
blanken op elkaar, blanken hebben vaak
moeite om Japanners uit elkaar te hou
den. De tekenaar houdt de grote mensen
een spiegel voor, kinderen storen zich er
niet aan. Voor de meeste kleintjes is elke
agent gewoon de politie, dus waarom zou
den ze dan niet allemaal Jenny heten?
Wie door de filmverhaaltjes heen kijkt,
ziet meer elegante knipoogjes naar de Eu
ropese en de Japanse cultuur. De namen
van de boeven van Team Rocket bijvoor
beeld: Jesse en James, naar de beroemde
bandiet uit het Wilde Westen. Ze hebben
een yell die eindigt met: 'Team Rocket is
nog sneller dan het licht, vecht als een
man of geef je over en zwicht.' Behalve
dan in die ene aflevering waar James hal
verwege stopt en zich afvraagt of dat wel
nodig is, steeds diezelfde teksten. Na
tuurlijk, antwoordt zijn maatje in het
kwaad, de zendtijd moet toch zeker wor
den gevuld.
Zo heeft iedere boef zijn charme en iedere
held zijn zwakte. Ash Ketchum, de tienja
rige hoofdpersoon met de honkbalpet uit
de tekenfilmpjes op Fox Kids, is niet echt
een held. Hij wil de beste Pokémontrainer
ter wereld worden, maar hij is een grillig
vechtersbaasje. Het is dat hij een hart van
Voor iedere krachtmeting mag een speler
zestig kaarten in zijn stapel leggen. Daar
van komen er zeven in de hand terecht. Bij
het gevecht zelf geldt dat één kaart nog
geen kaart is. Een Pokémon kan pas strij
den als hij is opgeladen met energie. En
als er een topscorer het veld in moet, kan
dat pas gebeuren door te evolueren uit een
zwakkere variant. Wie als eerste zes over
winningen boekt heeft de strijd beslecht.
De juiste verdeling van Pokémons, ener-
giekaarten en speciale krachten over een
'deck' van zestig is een onuitputtelijke
bron van discussies en experimenten tus
sen de spelers.
Kinderen van een jaar of acht kunnen dit
spel leren, en als ze zo ver zijn hebben ou
ders er een zware dobber aan om het ge
heel nog te kunnen volgen. De gemiddelde
ouder neemt er de tijd gewoon niet voor.
De vaders en moeders laten het maar, ze
heffen de handen ten hemel en prijzen
hooguit nog de fantasievolle kleuren en
vormen op de kaartjes.
Zo is de leeftijd waarop kinderen hun ou
ders te slim af zijn, door Pokémon in een
klap jaren naar voren geschoven. Op de
website www.pokemonholland.nl be
schrijven sommige ouders in het gasten
boek hoeveel moeite zij hebben om hun
kinderen bij te benen. Een volwassen
brein opent zich maar moeilijk voor 150
zakmonstertjes met vreemde namen, zelfs
als de ouder zich voorneemt om het kind
serieus te nemen en gewoon mee te doen.
Zij die denken dat ze veel weten van de
wereld van het kind gruwen meestal van
Pokémon. De bioscoopfilm werd door de
recensenten eenstemmig neergesabeld,
de rage in de winkels is voor veel profes
sionele opvoeders niet meer dan een zo
veelste poging van de speelgoedindustrie
om ouders geld uit de zakken te kloppen.
Slechts een enkeling als de Britse auteur
Tim Burke ziet in Pokémon een nieuwe
vorm van cultuur. De veelvormigheid van
Pokémon maakt het fenomeen net zo on
vermijdelijk en net zo ongrijpbaar als Co
ca-Cola. De Amerikaans science-fiction
schrijver Bruce Sterling noemt de Poké
mons zelfs een eerste opstapje naar de we
reld na de mens.
Dat is wat veel eer voor de bedenker Sato-
shi Tajiri. Maar als de voortekenen uit Ja
pan en Amerika niet bedriegen, zal Poké
mon over een jaar of vijf opduiken in de
serieuze literatuur, en is de wereld zonder
de zakmonstertjes dan al net zo onvoor
stelbaar als een wereld zonder computers
of zonder Donald Duck.
Miro Lucassen
goud heeft voor zijn Pikachu en dat zijn
vrienden Misty en Broek hem nooit laten
vallen. Zij pikken het dat Ash niet zelf
kookt tijdens hun reizen, maar dat hij als
een echt kind wel eten eist, zodra zijn
maag begint te rammelen. En dat zijn nog
maar de filmpjes. Die zijn gevarieerd,
spannend en snel, maar vormen niet al
leen de verklaring voor de Pokémonma-
nie die de kinderwereld overspoelt. Tom
Jerry, Mickey Mouse en Winnie de Pooh
hebben als tekenfilm ook hun charme,
maar als de buis uitgaat zijn er hooguit
knuffels en stripboeken waarmee nog wat
meer te spelen valt.
De bedenkers van Pokémon hebben het
heel anders aangepakt. Zij hebben spelle
tjes voor de handcomputer Gameboy en
voor diens huiskamervariant, de N64. Er
is het kaartspel dat scholen tot wanhoop
drijft. En natuurlijk zijn er stickers, map
pen, T-shirts, stripboeken, poppetjes en
sleutelhangers.
Pokémons vangen kan op veel manieren.
Kleuters van vier jaar doen al mee, ge
woon door de namen te leren. De tv-film-
pjes spelen daar handig op in door in iede
re aflevering een bijzondere Pokémon
voor te stellen. Kennis is macht, ook op
het schoolplein. En als vader 150 voetbal
lers uit elkaar kan houden, moet een kind
met hetzelfde aantal Pokémons uit de
voeten kunnen.
Stickers en verzamelkaartjes met verte
derende plaatjes voor de allerkleinsten
zijn de opstap naar het echte stoere werk:
de speelkaarten die in oneindige variaties
worden gemaakt. Hebben is de eerste be
geerte die de kaarten oproepen. Kopen
kan, per pakje of in gespecialiseerde win
kels zelfs per stuk. Maar ruilen moet,
want er is vrijwel geen andere manier om
een verzameling compleet te krijgen. Voor
zo ver er van compleet sprake kan zijn: de
kaarten bestaan in allerlei talen, er wor
den speciale promotie-exemplaren ge
drukt voor bijzondere gelegenheden en de
Japanse kaarten hebben andere plaatjes
dan de Europese.
Kaarten winnen kan ook, bij schoolplein-
spelletjes als handjeklap of wie gooit het
verste. Eindeloos kunnen sommige kin
deren hun onderhandelingstechnieken
oefenen om de juiste ruil voor elkaar te
krijgen. En aan de hand van de cijfers die
de krachten van de Pokémons aangeven,
leren sommige kleuters tussen het ruilen
door zelfs al een beetje rekenen
Slimheid
Het officieel beschreven spel is ingewik
keld. Wie het wil leren, moet er net zo veel
energie in steken als in bridge, schaken of
monopoly. De speelkaarten meten hun
krachten volgens een complex stelsel van
voorschriften. Er is geen strategie om al
tijd te winnen. Brute kracht kan helpen,
zuivere slimheid ook, maar een sterke Po
kémon kan net zo gemakkelijk gevloerd
worden door een opdondertje met specia
le krachten. Kiezen moet al bij de voorbe
reiding van de strijd.