Met één tafel en twee stoelen De kracht van het Belgische ontwerp Correcte tuinbonen van eigen bodem Het kleinste restaurant in Nederland tafel en trend zaterdag 17 juni 2000 45 Peulvrucht niet meer zo populair Een werkelijk piepklein huisje. Met één tafel en twee stoelen. Meer staat er niet in Kiliaen, het kleinste restaurant van Nederland. Aan de kade van het Zwarte Water in het Overijsselse Hanzestadje Hasselt verwent eigenaar Henk Haasjes zijn gasten culinair. Ook het enige restaurant in Nederland waar je niet het eten van je buren kunt bestellen. Een zon als een rode vuurbal schetst het eind van de dag. Vanuit het raam van Kiliaen zien we kleine golfjes kabbelen op het Zwarte Water. Hasselt maakt zich op voor een rustige lenteavond. In het kleinste restaurant van Neder land ontkurkt restaurateur Henk Haasjes (35) een fles champagne. De welkomstdronk voor de gasten van deze avond. Kiliaen was vanaf 1896 het onder komen van de Hasseltse brug wachters. Op de plek waar nu een minuscuul keukentje is, was tot voor kort de bedstee. Haasjes: „Het was altijd al mijn droom om hier een restaurant te beginnen." Vorig jaar kon hij zijn droom laten uitkomen; Haasjes mocht het brugwachtershuisje van de ge meente huren. Honderd dagen werkte hij elke avond en elke weekeinde aan een ingrijpende opknapbeurt. En in januari van dit jaar kon het eerste diner wor den geserveerd. Terwijl de koele champagne de eetlust subtiel opwekt, vertelt Haasjes vanuit zijn keukentje het verhaal van Kiliaen. „Als jonge jongen ben ik begonnen met een bouwhandel. Maar toen bleek dat de bodem verontreinigd was en ik de saneringskosten zelf moest be talen, ging ik failliet. Het heeft me jaren gekost om alle schulden af te betalen. Ondertussen kreeg ik steeds meer zin om iets met het brugwachtershuisje te doen. Vooral nadat de VW haar infor matiekantoor had gesloten en het huisje dus leeg stond." Plannen „De gemeente en de bewoners van Hasselt keken wel een beetje raar op toen ik ze van mijn plannen vertelde. Maar uiteindelijk von den ze wel een schitterend idee en de gemeenteraad besloot met der tien stemmen voor en nul tegen akkoord te gaan met mijn plan. Ik kon met Kiliaen beginnen." Haasjes dient het eerste voorge recht op: een triangel van gerookte zalm met een vulling van paling en saffraan en dille en een garnituur van eikenbladsla en zalmeitjes. Bij de eerste hap is duidelijk dat Kiliaen niet alleen een unieke lo catie ismaar ook een kok heeft die weet wat kokenis. In het mini-restaurant wordt ech ter niet gekookt, dat gebeurt hon derd meter verder in het histori sche stadje bij culinair centrum De Herderin. Haasjes heeft de ge rechten kant en klaar in zijn eigen keukentje staan en hoeft ze alleen nog maar te verwarmen. „Maar de groentegarneringen maak ik zelf, dan zijn ze lekker knapperig." Buiten wordt het langzaam don ker, nog net zien we hoe een fami lie eend langzaam voorbij dob- bei-t. ,,'s Zomers is het heel wat drukker op het water. Elk seizoen passeren hier 15.000 jachten en andere pleziervaartuigen. Dat is een leuk gezicht. Ik speel ook met de gedachte om een arrangement aan te bieden waarin de mensen met een jacht hier naar toe kunnen komen." Over het vervoer gesproken. Gas ten die in Kiliaen gaan eten, hoe ven niet van tevoren te ruziën wie er mag drinken en wie moet auto rijden. Ze worden gehaald en ge bracht met een opgerekte limousi- Het voormalige brugachtershuisje in Hasselt is nu een tweepersoons restaurant. foto Ab Hakeboom ne. Het ruim negen meter lange gevaarte - een Amerikaanse Lin coln - haalt de eters thuis op (onge acht waar ze in Nederland wonen) en brengt ze na het culinaire ge nieten weer terug. Naam Die Amerikaan verwijst overigens naar de herkomst van de naam van het restaurant. Volgens een Has seltse historicus was Kiliaen van Rensselaer uit het Overijsselse Hanzestadje de grondlegger van New York. Kiliaen was de eerste die in de zeventiende eeuw een stuk grond kocht, waar later de stad New York ontstond. „Op die manier hoop ik ook Amerikaanse toeristen te interesseren voor het restaurant", aldus de eigenaar. Het is tijd voor het volgende ge recht: verse aspergesoep. Is Haas jes zelf ook soms kok? „Nee, niet echt. Ik ben kok geweest toen ik in militaire dienst was, maar dat is toch van een wat ander niveau. Maar ik kan wel koken en ik heb een beetje les gehad van de kok van De Herderin. Ik proef ook alles van tevoren wat we hier serveren, dan weet ik tenminste of het lek ker is", zegt de restauranthouder lachend terwijl hij een Chateau Planton Bellevue inschenkt. Deze Entre Deux Mers smaakt overi gens ook voortreffelijk bij het ons inziens culinaire hoogtepunt van de avond: tongscharfilet gevuld met spinazie gegratineerd met cheddar. De klassieke muziek die ons tot nu toe begeleidde, is inmiddels ver vangen door de 'soundtrack' van The Last Temptation of Christ. Een omstreden film toch? „Ja, Restaurant Kiliaen is geves tigd in het voormalige burg- wachtershuisje aan de Kaai in Hasselt. Het restaurant is het makkelijkst te bereiken via de afslag Hasselt op de A28 (Zwolle-Meppel). In Hasselt onmiddellijk na de brug over het Zwarte Water rechtsaf en gewoon rechtdoor rijden. De kaai ligt aan het water. Reserveren kan niet bij restau rant Kiliaen. Wie er wil eten kan kiezen uit een telefonische prijsvraag en een veiling op in ternet. Telefoon: bel het nummer 0900-0770 (één euro per ge sprek). Beantwoord de vra gen. Een notaris trekt vervol gens een winnaar en Kiliaen neemt contact op. Internet: Surf naar www.kleinste.nl en breng een bod uit op een diner. De inzet op de veiling is 500 gulden. Het hoogste bod krijgt het diner. maar ik vind de muziek heel erg mooi', aldus Haasjes.Voordat het hoofdgerecht komt legt de man van Kiliaen uit dat gasten in zijn restaurant na afloop van het eten geen rekening krijgen. „Ze moeten een speciaal telefoonnummer bel len en vervolgens een vraag beant woorden. Uit de goede antwoor den kiest een notaris elke week een winnaar en die mag komen eten. De kosten worden betaald uit de opbrengst van de telefoontikken. Daarnaast kunnen belangstellen den op een diner bieden via een in ternetveiling. Het laatste veiling diner leverde bijna 600 gulden op". Vooralsnog kan er maar één keer in de week in Kiliaen worden ge geten. Maar Haasjes wil het liefst dat Kiliaen de hele week open is. „Ik werk nu nog overdag als mon teur in de bouw, maar misschien dat ik ooit van het restaurant kan leven." Als het hoofdgerecht (kalfsentre cote op een bedje van groenten met hartige taart) op tafel komt en de wijn (Minervois '98) is ingeschon ken, verlaat Haasjes het restau rant. „Op dit moment laat ik de gasten altijd alleen, zodat ze echt met z'n tweetjes kunnen genieten. De meeste mensen vinden dat een heel bijzonder ervaring. Een achter een gordijn verscholen telefoon moet uitkomst bieden als de gasten iets nodig hebben. Haas jes vertrekt met de woorden „Kili aen is van u." Finale Een paar kwartiertjes later komt de finale van het diner. „Iets heel speciaals van de kok", houdt Haasjes de spanning er in. Wat we krijgen lijkt op een torentje ijs ge lardeerd met aardbeien. Maar de eerste hap helpt ons uit de droom: het ijs smaakt naar asperges. „As perge-ijs", zegt Haasjes bijna tri omfantelijk. Het moet gezegd worden: het is bijzonder, maar voor de echte ijsliefhebber mis schien iets te bijzonder. Na de kof fie is het tij d om afscheid te nemen Het was een culinair feest in een van de meest bijzondere restau rants die Nederland kent. Haasjes zwaait ons uit. De limousine glijdt langzaam de nacht in. Johan Bosveld Belgen staan niet bekend als een opvallend volkje. Ingeklemd tussen arrogante Fransen en zelfbewuste Nederlanders gedragen ze zich over het algemeen rustig en teruggetrokken. Maar er is een verandering te bespeuren; Belgen gaan een woordje meespreken. En wel op het gebied van mode. Zelfstandig Waardoor het precies komt dat Belgen wel slagen, waar Neder landers in de marge blijven, is moeilijk te verklaren. Nederlan ders, vooral zij die van de Acade mie in Arnhem komen, lopen over van talent. Ze krijgen ook veel aandacht in avant-gardebladen, worden veel gevraagd als assis tenten bij beroemde ontwerpers, maar nog nooit is er één in ge slaagd zelfstandig door te dringen tot het exclusieve rijtje van top ontwerpers, met uitzondering dan misschien van Alexander van Slobbe (vooral beroemd met zijn mannenkleding), terwijl Viktor en Rolf met stip stijgen. Achter hen komt een aantal afge studeerden uit Arnhem die zich ook al vanwege veel onuitspreek bare namen de Zes van Arnhem (niet erg origineel) noemen, van wie wordt verwacht dat ze na de Belgische invasie voor een Neder landse inbreng zullen zorgen in Parijs en andere mode-hoofdste den. Maar voorlopig is het nog al tijd 1-0 voor België. Baljurk van Af Vandevorst. Ria Schuurhuizen ~j\/Tode plaatste België de laatste -L.VJLjaren op de wereldkaart. En niet alleen mode, ook interieur ontwerpers en tuinarchitecten uit België zijn tegenwoordig zeer ge wild. Het begon allemaal met de Zes van Antwerpen. Inmiddels beroemd geworden namen zijn het: Ann De- meulemeester, Dries van Noten, Dirk Bikkembergs, Dirk van Sae- ne en Walter van Beirendonck. Over de zesde, Marina Ye, lopen demeningen uiteen. Ze behoort inmiddels niet meer tot de groep, maar ontwerpt nog wel, voornamelijk voor het interieur. Haar plaats werd ingenomen door Martin Margiela, die al een jaar eerder was afgestudeerd aan de mode-afdeling van de Academie van Schone Kunsten in Antwer pen. Het geheim van de Zes van Ant werpen is hun kracht van ontwer pen. Ze maken zich er niet gema k- kelijk van af; er wordt lang en veel nagedacht over een ontwerp, dat vernieuwend moet zijn, maar ook draagbaar. En het moet vooral emotie uitstralen, mode met een verhaal. Deze wijze lessen hebben ze allemaal geleerd van Linda Loppa, de mode-goeroe van Bel gië, want niet alleen die eerste zes Belgen die succesvol waren, had den les gekregen van deze Ant werpse, die zelf ook de opleiding volgde, maar ook de generatie er na. Want dat is nog het meest opval lende - en het meest frustrerende voor Nederlanders - het bleef niet bij deze ene generatie. Inmiddels is er al weer een hele nieuwe groep in Parijs aangekomen en daar waar Nederlanders in kleine showrooms wat kleren aan de man willen brengen, daar geeft ook de ze nieuwe lichting Belgen grote shows en zijn ze opgenomen in de officiële kalender. En dan pas ben je iemand in Parijs. Madonna Olivier Theyskens is een van hen. Hij werd meteen beroemd omdat Madonna een jurk van hem uit koos voor de Oscar-uitreikingen. Samen met hem maakte Veroni- que Branquinho direct naam door Jurk gemaakt van oude panty's door Olivier Theyskens, getoond tijdens de afgelopen shows in Parijs. foto Peter Stigter haar lange leren rokken. Raf Si mons is al een grote naam in de mannenmode. Veronique Leroy hoort bij de bekenden, Kaat Tilley draait al weer een poosje mee. Dat was twee jaar geleden, maar wat zagen we dit jaar op de kalen der van de pret-a-porter-collec- ties? Weer nieuwe onbekende na men en weer bleken het Belgen. AF Vandevorst, Jurgi Persoons en Bernard Willhelm. Daar waar we vroeger met onze Belgische collega's op de allerach terste rij zaten bij een modeshow van Fransen of Japanners, daar moeten wij hun nu vragen of ze een invitatie voor ons kunnen be machtigen en vragen we hen bij zonderheden over de nieuwe Bel gische helden. En onze collega's doen dat maar al te graag, want ze zijn er trots op dat Belgische mo deontwerpers een hot item zijn in Parijs. Want modebladen over de gehele wereld^ja zelfs in Parijs, brengen uitgebreide reportages over dat fenomeen 'mode uit Bel gië'. Het geheim zit voor een deel in de opleiding in Antwerpen, een strenge opleiding, waarbij er heel veel afvallen voor ze aan hun eind examen toe zijn. Maar diegenen die slagen, slagen daarbij ook bij na zonder uitzondering in hun verdere carrière.. En niet omdat dat zo gemakkelijk gaat. In Ne derland wordt vaak gezegd, dat de Belgische ontwerpers gesponsord worden door de overheid. Daar is niets van waar. Alleen in de aller eerste jaren gebeurde dat door het ITCB bij de Zes van Antwerpen, daarna hebben ze het allemaal op eigen kracht moeten doen. Met heel erg hard werken, met veel schulden, maar met een onuitwis baar vertrouwen in henzelf. Ze maken vrij 'strenge' kleding, zon der al te veel glimmers en glitters. Het ziet er soms heel simpel uit, maar is altijd weldoordacht. Tuinbonen van eigen bodem smaken het beste. Helaas zijn ze er slechts korte tijd. Van half juni tot begin augustus, niet veel meer dan zes weken, kunnen we van die échte lekkere tuinbonen genieten. Voorwaarde daarbij is wel dat u zelf op zoek gaat naar tuinbonen met een correcte smaak. In de doorsnee supermarkt zijn dergelijke tuinbonen meestal niet voorhanden. Verse tuinbonen zijn er al vanaf april. Ze worden voornamelijk geïmporteerd uit landen rondom de Middellandse zee. Ze zijn door gaans wat Vlakker van smaak dan de tuinbonen van eigen bodem. Maar ook daaraan kleven bezwa ren, want in ons land worden de tuinbonen meestal geoogst op het moment dat de zaden, want dat zijn de bonen, al volledig ontwikkeld en heel duidelijk in de schil zichtbaar zijn. Wanneer men de tuinbonen wat eerder zou oogsten, zou niet alleen de smaak ervan stukken beter zijn, maar ook de malsheid zou groter zijn. Dat geldt trouwens voor veel groentesoorten en voor verse peul vruchten zoals sperziebonen, snij bonen, doperwten en kapucijners in het bijzonder. Dat men de peul vruchten wat later oogst heeft met het 'grote geld' te maken, want kwekers wordt nog altijd naar het gewicht betaald. Kwaliteit en smaak komen nog altijd niet op de eerste plaats. Kwaliteit kunt u wel aantreffen bij sommige groentespecialisten, in winkels waar men zich toelegt op de verkoop van (vrijwel) uitslui tend EKO-producten en bij de klei nere kweker, die een deel van zijn producten rechtstreeks aan parti culieren verkoopt. Die kleinere kwekers hebben de toekomst, want met hun produc ten, ongeacht of het nu gaat om tuinbonen, sla, bloemkool, zomer- rodekool of bleekselderij, brengt u wel groenten-met-smaak op tafel. Bovendien zijn die groenten verser dan waar ook en ze bevatten royale hoeveelheden vitaminen, minera len en andere voor onze gezondheid waardevolle stoffen. Doppen Tuinbonen komen in ons land niet zo vaak op tafel als twintig, dertig jaar geleden nog het geval was. Een van de reden is het doppen van de peulvruchten. Niet omdat het zo'n lastig werkje is, maar omdat men er zich geen tijd meer voor gunt. Su permarkten en sommige groente specialisten haken daarop in door de tuinbonen gedopt en al aan te bieden. Ze leveren u het voordeel op dat u heel duidelijk kunt zien of het kleine, dus jonge, of grote, en dus volgroeide tuinbonen zijn. Het doppen van tuinbonen is overi gens een fluitje van een cent. Met de duim druk je de bonen gemakkelijk uit de schil. Het is alleen, wil je de trends van vandaag volgen, eigen lijk pas het begin van het doppen, want na het koken kunnen ook de vliesjes van de bonen worden ver wijderd. De bonen vallen dan in tweeën uiteen. Zulke dubbel ged opte tuinbonen tref je tegenwoor dig in alle betere restaurants op je bord aan. Dat tuinbonen in die eet- gelegenheden niet overal op de me nukaart voorkomen, heeft te ma ken met het feit dat in ons land en in Engeland tuinbonen vrijwel uit sluitend worden gecombi neerd met gebakken, gebraden of geroosterd varkensvlees. En dat vlees wordt nog altijd niet in alle betere restau rants in ons land geserveerd. Men vindt het te 'gewoon'. Elders in Eu ropa en met name in Frankrijk denkt men er anders pver. Het koken van tuinbonen hoeft geen grijze haren op te leveren. Wanneer men ze vrijwel onmiddel lijk na het doppen kookt, blijven ze mooi van kleur. Om te voorkomen dat de kleur terugloopt, voegt men wel een scheutje melk aan het kookwater toe. Tuinbonen worden tegenwoordig niet veel langer dan 10 minuten gekookt. Ze dienen nog een zekere 'beet' te behouden. Om de smaak te accentueren kan een takje bonenkruid of enkele salie blaadjes aan het kookwater wor den toegevoegd. Zout doet u er pas tegen het einde van de kooktijd bij. Doet men dat eerder dan dient de kooktijd iets verlengd te worden (ca. 2 minuten), omdat het zout het garingsproces van de boon tegen houdt. Hans Belterman In Frankrijk worden tuinbonen in tien tallen gerechtenverwerkt. Menserveert die gerechten er ook graag in combina tie met lamsvlees. Dat is dan ook de re den dat u volgende week in de dagelijk se rubriek op pagina 4 suggesties aantreft voor gerechten waarin naast de tuinbonen ook lams- en varkensvlees wordt verwerkt. Daarbij zijn, naast re cepten voor hoofdgerechten, ook sug gesties voor voorgerechten en soepen. Dat tuinbonen ook goed samengaan met kaas biedt ook mogelijkheden om van tuinbonen te genieten zonder dat er vlees, vis, wild of gevogelte aan te pas komt. Tuinbonen van eigen bodem smaken het beste.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 45