Duurzaam veilig, ook voor dieren
Wolphaartsdijk in afwachting
PZC
b u he n gebist!
Zeeland in de vorige eeuw
29
woensdag 31 mei 2000
door Ben Jansen
Elk jaar vallen in het verkeer in
Zeeland een paar duizend
verkeersslachtoffers onder vogels
en zoogdieren. De verfomfaaide
kadavers van egels, konijnen en
katten en van eenden, fazanten en
waterhoenen volgen elkaar soms
op met een sobere regelmaat die
een alternatief voor de
hectometerpaaltjes lijkt te
kunnen vormen. Rijkswaterstaat
wil het aantal faunaslachtoffers in
het verkeer terugdringen.
Duurzaam veilig, voor mens én
dier.
De kantonniers van
Rijkswaterstaat - en ook van de
provincie en de waterschappen -
plegen doodgereden dieren op te
ruimen. Niet louter uit piëteit,
maar uit het oogpunt van
verkeersveiligheid. Meeuwen,
eksters ejx andere vogels die zich te
goed doen aan een op de weg
gesneuvelde soortgenoot, nopen
soms automobilisten tot
onverhoedse manoeuvres met alle
xisico's van dien. In de jaren
negentig hebben de kantonniers
van Rijkswaterstaat langs de N58,
N60 en N61 in Zeeuws-
Vlaanderen, de N57 van de
Brouwersdam tot aan de
aansluiting op de A58, de N59 op
Schouwen-Duiveland en de A58
door Midden-Zeeland niet alleen
dode dieren opgeruimd, maar ook
zorgvuldig genoteerd om welke
soorten het ging en waar ze precies
zijn aangetroffen.
Deze inventarisatie heeft aan het
licht gebracht wat de black spots
zijn voor de verschillende soorten.
Zo is duidelijk dat in de omgeving
van Sluis nogal wat dode uilen
worden gevonden. Op de A58 bij
Biezelinge sneven
verhoudingsgewijs veel patrijzen.
Tussen Oostburg en Draaibrug is
het oppassen voor overstekende
bunzingen. Bij de Braakman
worden opmerkelijk veel egels
doodgereden. Op Neeltje Jans
vallen de hoogste aantallen
verkeersslachtoffers onder
konijnen en zilvermeeuwen. In
totaal zijn 39 knelpunten en
risicotrajectèn in kaart gebracht.
Wegen bermen
De soorten en de aantallen dode
dieren die op of langs de weg
worden aangetroffen hebben alles
te maken met de ligging van de
weg en de inrichting van de
bermen. De weg doorkruist leef-
en voeclselgebieden waar
bepaalde soorten zich plegen op te
houden en wanneer de weg langs
watergangen, kreken en
rietvelden loopt, laten de door de
kantonniers vergaarde gegevens
vaak een dramatische stijging van
de aantallen gedode watervogels
zien. Maatvoering en aankleding
van de bermen zijn op veel
plaatsen regelrecht
levensbedreigend voor dieren. Ze
zijn vaak smal en bovendien
voorzien van beplanting, waarin
sommige diersoorten graag
vertoeven.
Rijkswaterstaat is zich bewust
van de wenselijkheid van
maatregelen die er toe moeten
leiden dat de weg een minder grote
barrière voor dieren wordt. Een
drastische vermindering van het
aantal verkeersslachtoffers onder
de dieren over de gehele lengte van
de rijkswegen in Zeeland wordt
evenwel onmogelijk geacht.
Daarvoor zou het noodzakelijk
zijn over lange trajecten rasters te
plaatsen of bomen te planten. Een
raster voorkomt enerzijds dat
dieren makkelijk op de weg
komen, maar vergroot anderzijds
het barrière-effect van de weg.
Bovendien zijn de aanleg- en
onderhoudskosten hoog. Verder
wordt het uit landschappelijk
oogpunt niet wenselijk geacht
overal over grote lengte bermen in
te planten.
Faunabuizen
Toch zijn betrekkelijk eenvoudige
voorzieningen mogelijk om dieren
die de onwillekeurige drang
voelen zich te verplaatsen, op een
veilige manier naar de andere
kant van de weg te helpen. Er
kunnen speciale
onderdoorgangen en faunabuizen
dwars onder de weg worden
gelegd en duikers en bruggen
kunnen worden uitgerust met
loopplanken of -richels voor
dieren die zich niet thuisvoelen in
het water. Volgens A. van Ast van
Rijkswaterstaat in Zeeland is het
de bedoeling bij aanleg van
nieuwe wegen of bij min of meer
ingrijpende reconstructies
dergelijke voorzieningen meteen
aan te liggen, zodat het begrip
duurzaam veilig ook voor dieren
van toepassing kan worden
verklaard. Van Ast: „We hebben
het dan wel over pogingen om het
aantal slachtoffers onder
zoogdieren en vogels te beperken,
want werkelijk afdoende
maatregelen zijn nauwelijks te
treffen." Een voordeel van
faunabuizen, loopplanken en
dergelijke is dat een veilige
verbinding wordt gemaakt tussen
gebieden met een zekere
natuurwaarde, waardoor dieren
makkelijker gehoor kunnen geven
aan hun natuurlijke drang bij tijd
en wijle te verkassen.
Om te voorkomen dat vogels het
slachtoffer worden van het
verkeer en met hun gedrag de
veiligheid in gevaar brengen, zijn
andex-e maatregelen noodzakelijk.
Zo heeft Rijkswaterstaat zich
grondig verdiept in
mogelijkheden om iets te doen aan
het grote aantal meeuwen op en bij
de N57 over Neeltje Jans. In de
periode 1994-1997 zijn daar ruim
1300 zilvermeeuwen gevonden die
door auto's zijn aangereden. De
vogels nestelen in de zandige
bermen pal langs de weg en eten
van de konijnen die eveneens in
groten getale in het verkeer
omkomen. Omdat meeuwen trage
starters zijn, heeft menige
automobilist op de weg over
Neeltje Jans een botsing met een
meeuw net of net niet meer weten
af te wenden.
Van Ast heeft in kaart gebracht
wat kan worden gedaan om de
zi lvex-meeuwen verder uit de buurt
van de weg te houden. Eieren
rapen uit de nesten heeft geen
effect en draagt juist zo hebben
WC 1 .-'A i. •fe:, i,
-V "I
Iflftl
m.
m
door Kees Cijsouw
Het is een sfeex-vol beeld, dat de PZC die
eerste zaterdag van juni 1959 oproept van
Wolphaartsdijk: „Onder de gloeiende zon, die
hoog aan de hemel staat, koestert het
vriendelijke dorpje zich in de warmte van de
zomerse dag. In de kleine huisjes zijn de
huisvrouwen nog bedrijvig bezig, op de
stoepen voor de woningen zitten een paar
bejaarde heren te dommelen in de zon. Slechts
hoge stemmetjes van niet schoolgaande
kleuters verbreken bij tijd en wijle de stilte.'
Landelijk Wolphaartsdijk anno 1959. Een
dorp, een van de dorpen, in afwachting van de
'nieuwe tijd', van de ontwikkelingen die zich
over een paar jaar zullen aandienen met de
uitvoering van het Drie eilanden Plan. De
aanleg van de Zandkreekdam tussen Zuid- en
Noord-Beveland is er het begin van, de bouw
van de Veerse Dam tussen Noord-Beveland en
Walcheren het sluitstuk.
Tennisbanen
Tussen Wolphaartsdijk en Kortgene zal de
nieuwe tijd de oude veerverbinding overbodig
maken. Maar er liggen ongekende
mogelijkheden in het verschiet. Het
gemeentebestuur van het - dan nog
zelfstandige - Wolphaartsdijk is er zich voor
aan het warm lopen: er zijn plannen voor een
zwemgelegenheid, voor kampeer- en
caravanterreinen, voor tennisbanen. Er wordt
foto's Willem Mieras
ervaringen geleerd bij tot
verspreiding het toename van
zilvermeeuwen. Er is ook gedacht
aan het plaatsen Van vliegers in de
vorm van roofvogels. Die zijn
echter niet bestand tegen de
meestal stevige wind op het
voormalige wex-kexland in de
monding van de Oostex-schelde.
Inzet van een valkenier die de
meeuwen met een x-oofvogel
verjaagt, heeft ook nadelen. Het
risico bestaat dat de roofvogel bij
zijn jacht op de meeuwen zelf het
slachtoffer wordt van het verkeer.
Bovendien neemt het aantal
vliegbewegingen van angstige
meeuwen toe. Het planten van
bomen zou ertoe kunnen leiden
dat meeuwen de weg hoger gaan
kruisen, maar er zijn weinig
bómen die de zoutspray op Neeltje
Jans kunnen trotseren. Daarbij
komt nog dat een rij bomen langs
de weg niet in het landschap zou
passen.
Uiteindelijk heeft Van Ast vijf
aanbevelingen gedaan afgraven
van het zanddepot in de berm van
de weg, verstoring van de
meeuwen in het broedseizoen door
regelmatig iemand door de berm
te laten lopen, intensievere
bejaging van de konijnen in de
buxirt van de weg (waardoor er
minder worden doodgereden en de
meeuwen minder vaak op de weg
zullen neex'strijken op van de
kadavers te eten), box-den plaatsen
om automobilisten te
waarschuwen voor laag vliegende
meeuwen en te zorgen voor
schx-aal hoog gras in de bermen,
waarvan wordt verondex'steld dat
meeuwen er niet graag in nestelen
De dienstkx-ing Deltakust van
Rijkswaterstaat bekijkt nog
welke maatregelen zullen worden
uitgevoex-d. Eén aanbeveling
wordt in elk geval al uitgevoerd:
het afgraven van het zanddepot.
Niet zo zeer met het oog op de
meeuwen, maar omdat het zapd
elders op Neeltje Jans-wordt
gebruikt voor de aanleg van
duinen.
Broedkolonie
Van Ast: „Maar meeuwen zullen er
altijd zijn op Neeltje Jans. En
omdat de weg dwax-s door een
grote bi-oedkolonie en een goed
foerageergebied loopt, zullen er
ook altijd slachtoffex-s onder de
meeuwen vallen en zal het verkeer
er hinder van ondervinden."
zelfs rekening gehouden met de mogelijkheden
'tot het doen exploiteren van een
jachthaventje'. Jachthaventje, heet het dan
nog.
Als 'prettige perspectieven' ei-vaart
burgemeester B. H. G. ter Haar Romeny de
kansen die Wolphaartsdijk aan en op het
Veerse Meer krijgt. Nuchter blijft het
gemeentebestuur er wel onder, juni 1959:
„Vanzelfsprekend zijn we er in de geest veel
mee bezig, maar het is nu ook weer niet zo dat
we er dag en nacht wakker van liggen," meldt
hij. En daarom komt het wel goed uit dat de
bedrijvigheid vooral een paar kilometer buiten
het dorp wordt gesitueerd: de opzet is dat het
eigen karakter van 'de gemeente' zoveel
mogelijk gehandhaafd blijft.