We wisten van toeten noch blazen
Zorg rond de scheiding bepaalt de toekomst
frHUWELIJK
reportage zaterdag 27 mei 2000 29
'Vier beenen op een bed maken nog
geen huwelijk', zegt een oud Neder
lands spreekwoord.
De PZC brengt een korte serie ver
halen over het huwelijk; gesprek
ken met beginners én met routi
niers, over verwachtingen en uit
komsten.
Vandaag aflevering 2:
„Waar moet je het na al die jaren nog
met mekaar over hebben?"
Hij: Hendrik Hofman, geboren te
Vlissingen op 3 november 1911, deed
in verzekeringen, was stoffeerder en
pompmachinist.
Zij: Maria Hofman-de Bree, geboren te
Middelburg op 27 november 1916,
werkte in de huishouding en bij een
confectiefabriek.
Trouwdatum: 28 juli 1939.
Huidige woonplaats: Vlissingen.
Drie kinderen, vijf kleinkinderen, twee
achterkleinkinderen.
ZIJ: „Er wordt nog weinig gepraat. We
praten elke avond praktisch nooit ergens
over."
HIJ„Nee, we zeggen niet veel. Waar moet
je het na al die jaren nog met elkaar over
hebben?"
ZIJ: „We doen nog wel eens spelletjes.
Kaarten, potje patience. En puzzelen."
HIJ: „En voor de rest elke avond tv."
ZIJ: „Om zes uur gaat de televisie aan;
nieuwsdienst, om half zeven The Bold and
The Beautiful, daarna krijg je Lucky Let
ters, dan gaat het nieuws weer aan en kij
ken we wat er verder is; is er sport dan
gaat-ie op sport. En dikwijls op Duits
land, muziek.
HIJ: „Dat is leuk, hoor."
ZIJ: „We zijn veel in Oostenrijk op vakan
tie geweest; die jodelmuziek en al zulke
dingen. Moeilijke en geleerde muziek,
daar houden we niet zo van. Van films ook
niet. Dat is allemaal doodslag en het komt
allemaal goed. Dat is toch waar?"
ZIJ„Ik droeg op mijn trouwdag een lange
witte jurk en had een boeket met witte
kelken en anjers. Die jurk was gemaakt
door zijn zuster en zijn tante. Die tante
kon goed naaien. DuS dat was makkelijk,
hé?"
HIJ: „En ik netjes in het pak met een
gleuf hoed."
ZIJ: „Dat moest, dat kun je begrijpen."
HIJ: „Ik had dat pak van thuis uit gekre
gen. Dat was allemaal in het nieuw. Je
schoenen, je sokken, je ondergoed ook/al
lemaal van thuis. Dat hoorde zo."
ZIJ: „In de Noordstraat hebben we toen
trouwfeest gehouden."
HIJ: „NeeRie...."
ZIJ: „Jawel, in de Noordstraat."
HIJ: „Ik dacht in een zaaltje in de Nieuw-
straat."
ZIJ„Nee, in de Noordstraat - dat was met
een portiek, daar trouwde iedereen."
HIJ:
ZIJ: „Heel gezellig was het. Ze deden alle
maal spelletjes en voordrachten."
Hendrik en Maria Hofman foto Lex de Meester
HIJ„En we reden in auto's van mijn neef.
Die had een autoverhuurbedrijf. En dat
deed-ie heel goedkoop."
ZIJ: „Jaaah, we zijn mooi getrouwd."
HIJ: „Het was net voor de oorlog, dat was
de goedkoopste tijd die er was. We zijn be
gonnen met een eettafel en vier stoelen,
een rooktafel, twee fauteuils en een slaap
kamerameublement. Ik zal je niet zeggen
wat dat kostte in die jaren: voor vijfhon
derd gulden waren we helemaal inge
spannen."
ZIJ: „We hadden zeven jaar verkering. We
hebben elkaar ontmoet tijdens het rond
je."
HIJ: „Dat was bij hetBellamypark."
ZIJ: „Daar stonden op de stoep de jongens
- matroosjes en soldaatjes, weetje wel? En
dan liep je van het Bellamypark door het
Kerkstraatje, Oude Markt, Sint Jacob-
straat, Walstraat, Nieuwendijk en dan
was je weer terug. Dat was het rondje. El
ke woensdagavond. Dat noemden ze de
stierenavond. Dan was het van: mag ik je
thuisbrengen?"
HIJ,En zo is het gekomen.
ZIJ: „Maar wel iedere avond om tien uur
thuiswezen. Tot aan ons trouwen toe."
HIJ: „En als je zei: laten we 's naar de bio
scoop gaan, moest je dat thuis vragen."
Baan
HIJ: „Natuurlijk hebben we wel eens ru
zie."
ZIJ: „Maar nooit blijven koppen, hé? We
mopperen wel eens op elkaar, maar even
later zijn we dat weer vergeten. Tegen
woordig gaan ze zo makkelijk uit elkaar.
Maar wat moest je vroeger beginnen als
vrouw alleen wezende? Dat kon niet. Nu
wel. Nu werken ze allemaal en hebben ze
geld. Maar in onze tijd wat dat heel an
ders.
Mijn moeder heeft ook nooit gewerkt. Dat
mens leefde voor d'r huishouden. Net als
ik. Ja, voor de tijd dat we getrouwd waren,
heb ik wel gewerkt. Ik heb gediend en
werkte bij De Prik. Dat was een confectie
fabriek; jongenskleding maken, jackjes
en pakjes. Dat ging goed tot de lopende
band werd ingevoerd. De één maakte de
klepjes van de zak, de ander moest weer
mouwen inzetten en zo ging dat maar
door. Dat kon ik niet bijhouden. Vreselijk
was dat."
HIJ: „Mijn moeder ging naar het kantoor
van De Schelde. Daar ging ze matten
kloppen, zal ik maar zeggen."
ZIJ: „Maar dat was eigenlijk een beetje
schande. Als je getrouwd was - een baan
buitenshuis nemen deed je niet."
HIJ: „Als jij had gewild, had je van mij
mogen gaan."
ZIJ„Maar ik heb daar nooit over geprak-
kizeerd. Het huishouden en de kinderen,
daar was een vrouw voor."
HIJ,Nu gaan ze uit werken, dat is het een
heel ander leven dan vroeger."
ZIJ: „Dat komt door de welvaart. Ze wil
len allemaal meer. Als de buren wat heb
ben, willen zij het ook hebben. Maar dat
interesseerde je vroeger helemaal niet. En
wat het ook is: ze hebben thuis minder te
doen. Nu heb je een wasmachine, een stof
zuiger - alles wordt gedaan. Vroeger was
je altijd bezig, elke dag lag je op je knieën
om de vloer te dweilen, elke dag deed je
stof afnemen; een kachel met kolen - al
tijd stof. Dat heb je nu niet meer. Als ik nu
vier of vijf dagen geen stof afdoe, zie je
nog geen stof."
HIJ: „De was, daar was je ook heel de
week mee bezig."
ZIJ: „En de financiën, die regelde ik ook.
En nog. Daar geeft hij niet om. Hij be
moeit zich d'r nooit mee. Vorige week ook
- zegt een vrouw tegen me: goh, dan krijg
je wel een jurkje van je man. Ik zeg: een
jurkje van mijn man?, daar ga ik zelf over.
Dat vinden die ouderen dan gek."
HIJ,Ik bracht mijn salaris binnen en dan
kreeg ik zakgeld. Ik pak nou wat ik heb
ben wil. Maar ik heb bijna niks nodig.
Waar moet ik het aan opmaken? Kopje
koffie bij het biljarten."
ZIJJe trouwde omdat het nu eenmaal zo
hoorde. Je hebt verkering en dan trouw je.
Zo was het leven, je wist niet beter."
HIJ: „Wat we ervan verwachtten? Dat het
goed zou worden. En zo is het ook gegaan.
We hebben niks te klagen."
ZIJWe wisten toen van toeten noch bla
zen. Seksuele voorlichting had ik nooit
gehad.
Over dat soort dingen werd thuis niet ge
praat. Je moest het allemaal zelf te weten
komen. Ik was overal meestal de jongste.
En als de oudere meiden het over dat soort
dingen hadden, ving je weer wat op. En zo
kwam je het te weten."
HIJ„Met onze eigen kinderen hebben we
het er ook nooit over gehad. Die zijn dat
ook zo maar aan de weet gekomen."
ZIJMaar tegenwoordig zijn ze heel vroeg
wijs. Daar moet ik wel 's om lachen - ze
praten overal net zo makkelijk over als
wat. Ze hebben nu ook de middelen, hé?
Die hadden wij niet. Dat was, hoe noemen
ze dat: voor het zingen de kerk uit. Dus ei
genlijk was ons leven niet zo losbandig als
ze nu hebben."
HIJ,Voor we trouwden zijn we nooit met
elkaar naar bed geweest.
ZIJ: „Moeder zou ook nooit toegestaan
hebben dat we samen naar boven gingen.
Bij hem thuis mochten we niet eens naast
elkaar op de bank zitten."
HIJ „Het bleef bij een zoentje en mekaar
aanhalen."
ZIJ: „Maar nooit verder. Want dan had je
het risico - als je móest trouwen, dat was
een schande."
Een boek
ZIJ: „Later heb ik wel eens gedacht en ik
zeg het nog wel eens: die meisjes die nu
veel uitgaan, dat ben ik misschien wel te
kort gekomen. Maar ik had er geen be
hoefte aan. We hebben samen veel ge
daan; gewandeld gefietst. Altijd op de
fiets weg, veel naar het strand. En lezen,
ik deed graag lezen. Hij niet."
HIJ: „Ik heb bijna nooit een boek aange
raakt. Ik heb er geloof ik één gelezen. Over
een neger. Dat was van de ARBO, van de
arbeidersbeweging, daar kon j e goedkoop
boeken kopen."
ZIJ: „Handwerken deed ik ook veel. Als je
op visite ging, nam je je handwerkje mee.
Je zou nooit zo maar een tijdje zitten te
niksen."
HIJ: „Nu doe je dat wel."
ZIJ: „Maar nooit lang. Dan pak ik mijn
puzzelboekje."
HIJ: „En dan valt ze in slaap."
ZIJ: „Dat komt omdat je ouder wordt na
tuurlijk. Maar ik doe nog veel: 's maan
dagsavonds naar zang, dinsdag om
boodschappen, woensdag doe ik de was,
donderdag ga ik naar de koersbal en vrij
dags is het bingo."
HIJ: „En ik doe graag biljaiten, hé."
ZIJ,Hij had van die leuke blozende wan
gen. En nóg."
HIJ: „En ik vond haar gewoon leuk, lief."
ZLJ: „We hebben het goed gehad samen."
HIJ: „Zo is het."
ZIJ „Dat die gasten geboren werden, dat
waren de mooiste momenten. De laatste
kwam toen ik veertig was. Dat was een
achterankommertje en daar was ik toch
stikblij mee."
HIJ. „Het mooiste moment voor mij was,
en dat zal ik eerlijk zeggen: dat we op de
dag van ons trouwen naar huis gingen.
Naar ons eigen huis. Dót vond ik het
mooiste, dat je dan op je eigen staat."
Willem van Dam
Ongeveer 300 juristen zijn aange
sloten bij de VAS, de Vereniging van
Advocaat-Scheidingsbemidde
laars. Een gezamenlijke scheiding
kost gemiddeld tussen de 2.000 tot
5.000 gulden.
Sommige bemiddelaars werken ook
op basis van de door de overheid ge
financierde rechtshulp. In dat geval
blijven de kosten beperkt tot een bij
drage die afhankelijk is van het in
komen.
Een echtscheiding ontaardt niet zelden in een
slagveld. Advocaat-
scheidingbemiddelaars zijn gespecialiseerd in
het in goede banen leiden van dergelijke
processen. Ze zitten met beide partijen rond de
tafel en regelen niet alleen de juridische kant
van de zaak, maar geven ook ruimte aan alle
gevoelens die bij man en vrouw spelen. De
Haarlemse juristes Symone Gaasbeek en
Yvonne Kok: „Het allerbelangrijkste is dat
partners niet als kemphanen tegenover elkaar
staan, maar samen hun scheiding vorm geven.
Dat komt de duurzaamheid van afspraken en
regelingen ten goede."
Waarom eindigt een scheiding zo vaak
in een emotioneel slagveld? Omdat
allerlei onuitgesproken gevoelens tussen
man en vrouw een doorslaggevende rol
spelen bij het uit elkaar gaan. Pijn, ver
driet, onbegrip, frustratie, woede, haat,
angst en onzekerheid werken als een ver
nietigende draaikolk, waarin onderhan
delingen worden meegezogen.
Zo komt het dat welwillende mensen die
elkaar ooit hebben liefgehad laaiende ru
zie maken over vijftig gulden alimentatie
méér en wie de televisie krijgt. „Natuur
lijk gaat het niet om de tv of die vijf tien
tjes", stellen de Haarlemse advocaten
Yvonne Kok-Rieff en Symone Gaasbeek-
Wielinga. „Achter al dat vechten met el
kaar zitten verborgen boodschappen zo
als 'je hebt me gedumpt', 'ik wil je niet
kwijt' of 'ik ben bang'. Allemaal emoties
die een goede afhandeling van de schei
ding in de weg kunnen staan. Het is mede
onze taak dergelijke pijnlijke gevoelens
bespreekbaar te maken."
Bemiddelaars
Gaasbeek en Kok zijn advocaat-schei
dingsbemiddelaars. Hun werk gaat veel
verder dan strikt juridisch handelen. De
bemiddelaar behartigt als neutrale per
soon de belangen van de beide partners.
Hij/zij begeleidt hen niet alleen op zake-
lijk-juridisch gebied, maar ook in het ver
werkingsproces rond de gestrande relatie
en het zoeken naar een nieuwe vorm van
communiceren met elkaar.
Symone Gaasbeek:,We zitten met man én
vrouw rond de tafel. Met z'n drieën probe
ren we er zo goed mogelijk uit te komen.
Het allerbelangrijkste is dat partners niet
als kemphanen tegenover elkaar staan,
maar samen hun scheiding vorm geven.
Dat komt de duurzaamheid van afspra
ken en regelingen ten goede. Het resultaat
is vaak heel anders dan wanneer beide
partijen ieder een eigen advocaat nemen.
Het emotioneel goed verwerken van een
scheiding is essentieel, benadrukken de
juristes. Yvonne Kok: „Als dat niet ge
beurt blijven onuitgesproken gevoelens
het scheidingsproces frustreren. Het is
onze ervaring dat er ruimte komt in on
derhandelingen als mensen elkaar eerlijk
vertellen waar ze eigenlijk mee zitten. Het
gaat erom te zoeken naar de beste oplos
singen voor man, vrouw en hun kinderen.
Bij wederzijds begrip praat je op een heel
ander niveau. Als mensen aan mijn tafel
zitten te bekvechten, luister ik niet zozeer
naar wat ze zeggen, maar hóe ze het zeg
gen. Wat gaat er schuil achter al die woor
den? Verdriet, boosheid, angst? Die signa
len pikken we op en proberen we
bespreekbaar te maken."
„Als ik merk dat er nog heel wat te ver
werken valt, geef ik man en vrouw de ge
legenheid om uit te spreken wat ze vinden
van hun partner. Dat kan heel emotioneel
zijn. Niet voor niets staat op mijn bureau
een doos tissues. Maar je uitspreken
werkt wel. 'Ik wou dat je me dat al jaren
eerder had verteld', hoor ik vaak. Het
lucht verschrikkeli j k op als j e tegen de an
der kunt zeggen wat je op je hart hebt.
„Directe communicatie is ontzettend be
langrijk. Mensen hebben de neiging om
moeilijke dingen via hun advocaat te la
ten lopen. Nee, ik wil dat mensen die din
gen rechtstreeks tegen elkaar zeggen.
Want daar gaat het om. Je moet met elkaar
die scheiding uitwerken. De bemiddelaar
blijft neutraal."
Het bespreken van alle gevoelens rond
een scheiding is geen noodzaak, bena
drukt Symone Gaasbeek. „Mensen ko
men hier in eerste instantie natuurlijk
voor het regelen van een scheiding, niet
voor het verwerken van hun emoties.
Maar als het maken van afspraken moei
zaam verloopt, omdat iemand zich hals
starrig opstelt, kijk ik wat er achter die
houding zit. Je moet open met elkaar kun-
Er wordt vaak heel wat afgelachen als de t
een soort weemoedig plezier hebben om w
nen praten." Dit 'therapeutische' werk
moet een advocaat liggen. Symone Gaas
beek: „Er zijn collega's die zich veel liever
beperken tot de juridische kant van de
zaak. Ik put daar veel minder voldoening
uk is verdwenen. Ex-partners kunnen dan
is geweest in hun huwelijk.
uit. Psychologen kun je ons niet noemen,
maar we zijn wel getraind in alle psycho
logische valkuilen rond de scheiding."
Om je belangen door een en dezelfde ad
vocaat te laten behartigen hoef je niet per
se met elkaar op één lijn te zitten. Yvonne
Kok: „Ik heb maar één eis: dat man en
vrouw samen hier binnen stappen. De er
varing leert dat we er in tachtig procent
van de gevallen redelijk tot goed uitko
men. Tien procent van de mensen haakt af
en nog eens tien procent verzoent zich met
elkaar. Want ook dat laatste gebeurt. Ge
lukkig."
Een scheiding is - uitzonderingen daarge
laten - een zeer ingrijpende, welhaast
traumatiserende ervaring. Er is dus alles
aan gelegen zo'n proces in goede banen te
leiden. Symone Gaasbeek: „Het hele ge
zin - man, vrouw, kinderen - ziet alle ze
kerheden wegvallen. Niemand weet wat
er gaat gebeuren. Gevoelens als schuld,
angst, verdriet en eenzaamheid komen
boven. Mensen vallen in een zwart gat.
Uit elkaar gaan zet je hele leven op zijn
kop. Daarom is bemiddeling voor beide
partijen zo goed. De bemiddelaar heeft
overzicht op het hele proces. Als man en
vrouw ieder een eigen advocaat hebben,
praat je alleen met je eigen cliënt. Je doet
de advocaat van de tegenpartij voorstel
len, waarvan je hoopt dat ze duidelijk
overkomen. De communicatie verloopt
een stuk omslachtiger en vaak veel zake
lijker."
Ontwrichtend
Hoe 'netjes' ouders ook uit elkaar gaan,
emotionele beschadiging is onvermijde
lijk. Met name voor kinderen kan een
scheiding zeer ontwrichtend zijn, vooral
daar ze niet zelden als pion worden ge
bruikt om de ex-partner te treffen. Yvon
ne Kok: „Ouders denken dat ze handelen
in het belang van hun kinderen, maar het
tegendeel is vaak het geval. Het is geen
onwil. Man en vrouw zijn zich er over het
algemeen helemaal niet van bewust hoe
ze worden gedreven door angst of woede.
Kok noemt een voorbeeld uit de praktijk.
,Hoe vaak komt het niet voor dat een man
de kinderen komt halen bij zijn ex en zijn
nieuwe vriendin meeneemt? Onder het
mom van 'moet toch kunnen?' Zo'n man
snapt er niks van dat zijn ex de deur dicht
gooit. Er zijn ook mensen die met opzet
hun ex proberen te raken, omdat ze wor
stelen met gevoelens van onmacht en
daarmee niet kunnen omgaan."
Om het leed voor kinderen draaglijk te
houden is het vooral belangrijk 'ouder' te
blijven, benadrukken Gaasbeek en Kok.
„Veel mensen hebben de neiging om alles
rond de scheiding met de kinderen te be
spreken. Het is prima als kinderen mee
praten en meedenken, maar zadel ze niet
op met verantwoordelijkheden die ze niet
aankunnen. Kinderen staan vaak onder
grote druk, willen loyaal zijn aan beide
ouders. Ze denken: mag ik tegen mamma
zeggen dat ik het fijn vond bij pappa? Of:
kan mamma het aan als ik naar pappa ga?
Veiligheid
Veel mensen hebben het te druk met het
verwerken van hun eigen emoties om ook
nog open te staan voor de worsteling van
hun kinderen, is de ervaring van Gaas
beek en Kok. Toch is het noodzakelijk dat
ouders hun kinderen een gevoel van vei
ligheid en zekerheid blijven geven en hen
gerust stellen dat de scheiding niet hun
schuld is. Symone Gaasbeek: „Geef ze
aandacht en kijk of ze zelf met dingen ko
men Vertel ze dat j ij verdrietig bent en dat
zij dat ook best mogen zijn. Maar stel ze
vooral gerust. Vertel ze ook dat jouw pijn
nu groot is, maar dat die over een tijd min
der zal zijn."
Soms zit de aandacht in details. „Als een
van beide ouders een nieuw huis betrekt
en aan het inrichten slaat, blijven de kin
deren uit praktische overwegingen vaak
een tijdlang bij de andere ouder. Sommige
kinderen begrijpen dat niet en denken dat
hun vader of moeder ze niet meer wil zien
Ze voelen zich in de steek gelaten. Je kunt
beter tien keer te vaak zeggen dat je van je
kind houdt, dan één keer te weinig."
Yvonne Kok: „Het allerbelangrijkste is
dat je later samen de bruiloft van je kinde
ren kunt vieren zonder een rotgevoel. Het
moeilijke is om na het pijnlijke schei
dingsproces te beseffen dat je de ruimte
hebt gekregen voor een eigen, nieuwe toe
komst. Het is de kunst niet constant stil te
staan bij dat emotionele slagveld waar je
doorheen bent geploegd. Wij merken dat
na verloop van tijd mensen een positieve
kijk op hun scheiding ontwikkelen en in
zien waarom het goed was om uit elkaar te
gaan. En hoe gek het ook klinkt: er wordt
vaak heel wat gelachen als de druk een
maal is verdwenen. Een soort weemoedig
plezier om wat eens was tussen twee men
sen."
De begeleiding van de bemiddelaar houdt
strikt genomen op met het uitspreken van
de scheiding. Maar het komt regelmatig
voor dat de scheidingsbemiddelaar wordt
benaderd door een van beide partijen,
omdat er problemen zijn gerezen. Yvonne
Kok: „Vaak is een kort gesprek dan ge
noeg om de zaak op te lossen. Die vorm
van nazorg bieden we."
Margot Klompmaker