ziet het direct in de fuiken, vis is gezonder dan vroeger Je de Deltadam maakte van Pluimpotgeul een kreek PZC Dunsrigeoiec VISSERIJ woensdag 24 mei 2000 i£8s' Eef Janssens, de enige vrouwelijke beroepsvisser in Nederland: „Er zijn veel minder ziektes en schimmels meer in het water." Eef Janssens bij een schilderij van haar vader, ook beroepsbinnenvisser. glasaaltjes als delicatesse worden gegeten. Iemand die ik ken heeft ze wel eens geproefd, maar kon niet ontdekken waarom ze nou zo speciaal zijn. Ook de export van glasalen naar landen als China zou strenger aangepakt moeten worden. Nu is dat een hele lucratieve handel. Ze worden voor duizend gulden de kilo verkocht, maar veel glasalen overleven de reis niet eens." Aalscholvers Illegale visserijaalscholvers die hele putten leeg halen, de binnenvissers hebben te kampen met problemen van heel verschillend karakter. „Vooral natuurbeschermings verenigingen willen de aalscholvers beschermen," zegt Janssens. „Ook ik ben blij met de komst van de aalscholver, want twintig jaar geleden kwam deze vogel hier niet eens voor. Toch denk ik dat de populatie op dit moment uit evenwicht is. Aalscholvers eten zestig procent van de visstand op." Maar ondanks alles, Janssens' fascinatie voor het vissen blijft. Het draait tenslotte allemaal om deze schubachtige dieren. ,,Ik behandel ze niet met een handschoentje hoor, maar met respect. Alle vissen zijn mooi: snoek, baars of paling. Alle vissen hebben elkaar ook nodig; iedere vis heeft zijn eigen taak in de natuurwateren." Als ze dan toch een voorkeur voor een vis moet noemen: de zeelt, vroeger ook wel de dokters vis genoemd. „Een zeelt heeft het velletje vergelijkbaar met dat van een paling, maar eigenlijk nog zachter en gladder. Een gewonde vis, die bijvoorbeeld door een reiger gepikt is, strijkt langs de slijmlaag op de huid van de zeelt. Gezonde vissen mij den de zeelt normaal gesproken, maar het eigenaardige is dat zieke vissen hem juist opzoeken. Een zeelt in een vijver is daarom altijd gezond." Eef Janssens met haar favoriete vis, de zeelt: „Vroeger noemde men de zeelt de doktersvis. Gewonde vissen strijken langs zijn huid. Een zeelt zorgt voor gezonde vissen." foto's Charles Strijd door Lilian Dominicus Westdorpse Eef Janssens (35) steekt gelijk van wal. „Is de binnenvisserij weer actueel op dit moment? Vorige week belde ook al een landelijke krant om informatie." Nederlands enige vrouwelijke beroepsbinnenvisser is goed op de hoogte van alle landelijke ontwikkelingen op haar vakgebied en spreekt uit ervaring als ze het heeft over de uitwerking van de Haagse politieke beslissingen op de beroepsvisserspraktijk. „Visstandbeheer, ja dat is een hot item op dit moment. Het visstandbeheer is enorm verbeterd de laatste tijd. Als beroepsvissers vroeger iets aan de visstand of de waterkwaliteit wilden doen, dan was dat hun eigen verantwoordelijkheid. Nu bepalen milieubelangen organisaties, h engelsp ort verenigingen, beroepsvissers en de waterschappen in de visstandbeheercommissies gezamenlijk het beleid", zegt ze in het sober ingerichte huis op het erf van familiebedrijf Janssens-Weemaes. „In Den Haag praten ze nu ook over de professionalisering van de binnenvisserijHet is de bedoeling dat de binnenvissers allrounders worden, die ook verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het visstandbeheer. v:: De verhoogde aandacht voor visstandbeheer is volgens Janssens een positieve ontwikkeling, die merkbaar is op en in het water. „Er zijn veel minder ziektes en schimmels in het water en weinig dode vissen meer. Dat is een goed teken. Het water is veel helderder, ook omdat het waterschap veel verbeterd heeft door de aanplant van meer waterplanten. Je ziet het gelijk, als je in een fuik een inventarisatie maakt." Palingstand Ondanks de enorme verbetering in de leefomgeving van de meeste vissen, signaleert ze echter een negatieve spiraal in de palingstand. Janssens: „We zagen het tien jaar geleden al aankomen, maar nog steeds wordt er niets aan gedaan. Toen de varkensboeren een aantal jaar geleden het slachtoffer werden van de varkenspest, gingen ze massaal over op palingkwekerijen. Ze kopen van die jonge glasaaltjes op uit Portugal, die ze vetmesten tot dikke palingen voor consumptie. Ómdat paling niet kunstmatig gekweekt kan worden, is er op dit moment sprake van een versnelde afname. Echt de bottleneck voor de palingstand."Ook de verdeelsleutel voor palingvisrecht op het IJsselmeer is hier debet aan. „Iedere IJsselmeervisser krijgt maar voor een klein deel van het water palingvisrecht toegewezen. Dat stimuleert niet om te investeren in het uitzetten van jonge aaltjes, want je moet maar zien of je daar ooit het rendement van terugziet. Anders dan bij ons in Zeeuws-Vlaanderen; hier heeft iedere visser het beheer over een aantal kreken in handen." Al met al zal de introductie van het gevreesde palingquotum slechts een kwestie van tijd zijn, zo verwacht de Westdorpse beroepsvisser. Een beschermende maatregel, die ze met gemengde gevoelens ontvangt. „Het heeft geen zin alleen de IJsselmeervissers aan te pakken. Richtlijnen in Europees verband zijn veel nuttiger. De palingen voor de Europese markt paaien op vulkanisch verwarmde gronden, in hele diepe wateren onder de Mexicaanse kust. Vervolgens trekken ze naar Portugal en komen ze via Frankrijk naar de Nederland toe." Het zuiden van Europa is de kraamkamer van de palingen en het is precies daarom dat Janssens zich druk maakt. „Het is toch absurd dat in Frankrijk en Spanje gefrituurde Naam: Ligging: Ontstaan: Bijzonderheden: door Esme Soesman Een ruime parkeerplaats onderaan de dijk gebiedt automobilisten hun trip te voet te vervolgen. Via een trap de dijk op of via een geleidelijk oplopende weg richting Pluimpotgebied. Bovenaan gekomen is het - op mooie dagen - moeilijk kiezen welke kant op te kijken. Landinwaarts, richting het nabij gelegen Sint-Maartensdijk, klinkt oorverdovend gekrijs in megakoorformaat. Richting water, op het strandje langs de Oosterschelde, springen vooral blote lichaamsdelen in het oog. De geluiden en beelden moeten ooit heel anders geweest zijn. Wat nu bekend staat als recreatie- en vooral natuurgebied was ooit een geul die Tholen - vanaf de Oosterschelde tot aan de waardoor Sint-Maartensdijk voor schepen was te bereiken. Kwam je in vroeger tijden aanvaren, dan werd je door een in 1691 opgerichte galg direct op je plaats gewezen. Het nu langs de Pluimpot gelegen fietspad dat het straatbordje Galgepad kreeg, herinnert hier nog aan. De bereikbaarheid over water van Sint-Maartensdijk moest echter uiteindelijk wijken voor de veiligheid. De drie kilometer lange havengeul bleek, na de Watersnoodramp, een zwakke plek te zijn. In het kader van de Deltawerken werd ook het laatste stukje geul in 1957 gedicht. Om alvast wat ervaring op te doen voor het latere werk is destijds geëxperimenteerd met nieuwe materialen als mijnsteen en metallurgische slakken. Dat resulteerde in een dam van 190 meter lengte, met een kruinhoogte van 6 meter 50 boven NAP. Het betekende tevens het einde van de getij denhaven, waar doorgaans een tij verschil van 3 meter 60 optrad en waar elk tij voor de in- en uitstroom vaneen miljoen kuub water zorgde. Onvoorstelbaar voor wie nu op het dammetje tussen Oosterschelde en Pluimpotgebied staat. Een stenen dammetje houdt elke golfbeweging vanaf de Oosterschelde van het strandje weg. Zonaanbidders liggen her en der verspreid op handdoekjes te genieten. Richting natuurgebied de meer actieve mens, al fietsend foto Peter Nicolai of wandelend de vele vogels in ogenschouw nemend. Want er wordt wat af gebroed en gefoerageerd door onder andere kokmeeuwen, visdiefjes en Noorse sterns. Ook eenden en ganzen zijn in groten getale en vele soorten aanwezig. Het brakke water levert bovendien veel variatie in vegetatie op. Twee gemarkeerde wandelroutes maken het mogelijk optimaal van dat ooit zo anders ogende gebied te genieten. ZEEUWSE KREKEN de Pluimpot Tussen Sint-Maartensdijk en de Oosterschelde door liet afdichten van haven Sint-Maartensdijk natuurgebied, grenzend aan recreatie Krabbenkreek - dwars doormidden sneed. Met dammen zijn het oostelijk en westelijk deel van het eiland aan elkaar gelijmd. De eerste dammen, leert de Encyclopedie van Zeeland, werden in 1556 gerealiseerd. De afdichting gebeurde aan de zuidkant een kilometer ten noorden van Scherpenisse, aan de noordzijde van de regio sloot een dam enkele kilometers ten oosten van Sint-Annaland de geul definitief af. Eerder al was de meer oostelijk gelegen Striene afgedamd. Door bedijkingen trad bij de Pluimpot verlanding op. De afdamming destijds heeft een belangrijke rol gespeeld in het met elkaar verbinden van de twee Thoolse gebieden en er werd in één adem 81 hectare grond door gewonnen. Wel bleef het uiteinde van de stroomgeul nog lange tij d bestaan

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 28