Afscheid van een
ijzersterk merk
Australische wijn op
oevers van Murray
PZC
Turkse keuken in beeld
Verrassingen uit
de wereldwinkel
tafel en trend
45
Elementen
uit alle
windstreken
zaterdag 20 mei 2000
Wicher Christiaan Jansen
Borstrokken, lange
onderbroeken en hansoppen
werden body's, boxershorts en
sportstrings. Jansen en Tilanus was
meer dan een eeuw een begrip in
ondergoed. Maar het ijzersterke
imago kan het merk niet redden. Het
zal een zachte dood sterven. Alleen
in het Twentse Vriezenveen zullen ze
de naam in ere houden. Al was het
alleen maar omdat het ondergoed
het dorp ooit faam en welvaart
bracht.
Gerda Dekker weet het nog
precies. De directoire model
Dora, was net na de oorlog een
echte topper. „Met elastiek in de
pijpen, lekker warm." Bij de heren
was de gewone lange onderbroek
favoriet. Het is twaalf jaar geleden
dat de Vriezenveense de winkel -in
1921 door haar ouders begonnen-
aan de kant deed, maar het recla
mebordje van Jansen en Tilanus
prijkt nog altijd aan de gevel. Het
ondergoed was prijzig „maar dat
droeg je er wel weer af. Zoveel ga
ren als erin zat, ik geloof niet dat
zoiets nu nog wordt gemaakt".
Wicher Christiaan Jansen en Jo
hannes Leonard Lodewijk Tilanus
kimnen niet bevroeden dat hun
firmanaam zo'n roemruchte klank
zal krijgen als zij in 1869-22 en 21
j aar oud- hun vennootschap onder
firma stichten. Eerst is het alleen
een linnen- en katoenweverij, in
1874 komt er een tricotagefabriek
bij. Van de zoons Tilanus, die later
de leiding overnemen, geeft Ar
nold Marc de tricotproductie een
enorme impuls met een reclame
campagne. Wc's op stations blij
ken bijvoorbeeld goedkoop en
doeltreffend om de natuurwollen
ondergoederen uit Friezenveen
(volgens de toen gebruikte spel
ling) aan te prijzen. De collectie is
zeer uitgebreid: van onderbuik-
verwarmers tot damestailles, van
hemdbroeken tot borstrokken en
van slaapmutsen tot kinderlijfjes.
En: Tedere wijziging is mogelijk'.
Gezondheid
Het dragen van het Vriezenveense
tricot dient de gezondheid, zo
wordt er bij afnemers en publiek
ingehamerd. Artsen en onderzoe
kers worden ingeschakeld om de
producten een verantwoord stem
pel te geven. Het onderhoud van
het goed luistert nauw. Vandaar
dat de firma Jansen en Tilanus de
klant een waslijst nuttige wenken
en strenge waarschuwingen ver
strekt, tot en met de namen van
aanbevolen zepen. Waarbij uiter
aard het eigen merk vlokkenzeep
onovertroffen is.
Lingerie uit vroeger tijden.
Nostalgische reclameposter van Jansen en Tilanus.
Maar echt mooi blijft de zuiver
dierlijke wol alleen als ook de
draaginstructies worden opge
volgd. Wie z'n race-onderbroek of
hansop te lang aanhoudt, zal mer
ken dat het materiaal hard wordt
en onnodig slijt, zo houdt de firma
de klanten voor. 'Wij raden in het
belang onzer afnemers aan, de
kleedingstukken minstens een
maal per week te verwisselen',
luidt de subtiele richtlijn.
Het ondergoed is niet kapot te
krijgen, maar de tricotfabriek -die
op het hoogtepunt aan 1200 men
sen wei"k biedt- gaat in 1969 toch
ten onder. Zoals vele Twentse tex
tielbedrijven. De naam komt uit
eindelijk terecht bij de Koala Tri-
cotagefabrieken in Aalten. Daar
wordt het merk slapend gehou
den; de naam is ook verkocht aan
een fabrikant van sportkleding en
men wil verwarring voorkomen.
Als het met het label'J ansen en Ti -
lanus Sport' slechter gaat, koopt
Koala eind jaren '80 de illustere
merknaam terug. Voor tiendui
zenden guldens, maar dat heeft
het bedrijf er graag voor over. Uit
Winkelen in een Wereldwin
kel kan een ontdekkings
reis zijn waaraan je een goed
gevoel kunt overhouden. In de
Nederlandse Wereldwinkels is
het assortiment voedingsmidde
len in de afgelopen jaren sterk
uitgebreid en ligt het accent, veel
meer dan voorheen, op produc
ten die we in onze eigen keukens
heel goed kunnen gebruiken.
In ons land zijn ongeveer 400 We
reldwinkels gevestigd. Niet
overal is het assortiment even
omvangrijk. Wanneer u bepaal
de producten op uw wensenlijst-
je hebt staan die er niet voorhan
den zijn dan kan men ze voor u
bestellen.
In de Wereldwinkels gaat het om
producten uit Derde-Wereldlan
den. Het zijn producten met een
zekere meerwaarde, omdat ze
betrokken worden van kleine
producenten die er, net als bij de
Max Havelaar koffie, eerlijk
voor betaald worden. Geen en
kele louche handelaar krijgt
meer de kans om die kleinere
producenten, veelal hardwer
kende boerenfamilies, uit te bui
ten en prijzen af te maken waar
door die producenten het hoofd
niet of nauwelijks meer boven
water kunnen houden.
De producten herkent u gemak
kelijk aan de opvallende etiket
ten waarop ook vaak het Max
Havelaar-logo met de kleine
boer voorkomt. Die producten
worden behalve in de Wereld
winkels ook in Fair Trade-shops
en in sommige supermarkten
verkocht.
Het groeiende assortiment van
de Wereldwinkels bevat een
groot aantal producten die wij
als basisvoedsel beschouwen,
zaken die we vrijwel iedere dag
nodig hebben zoals koffie, thee,
rijst en noedels. Er zijn ook ande
re wat minder alledaagse pro
ducten zoals fijne azijnsoorten,
honing in diverse smaken, jams,
relishes, chutney's en marmela
des, Kaapse mosterd met een in
trigerend zoetje, tal van sauzen
en opwindende smaakmakers
met spannende namen als Zulu-
fire saus en spicy-fruit marina
de.
Palmharten
Er is echter meer. Veel meer. Er
zijn palmharten waarmee je uit
stekend allerlei salades kunt sa
menstellen. Dxe palmharten, die
smaken als onze blanke asper
ges, komen uit Costa Rica. Ze
worden direct na de oogst
gekookt en met verscheidene
kruiden, azijn en zout in potten
ingelegd. Voor mij was dat een
openbaring, omdat ik tot dan toe
de palmharten uit de landen van
Zuidoost-Azië kende die nauwe
lijks enige smaak hebben en ze
ker met met asperges vergeleken
kunnen worden.
En dan die rijst: Pandan-rijst uit
Thailand. Dxe smaakt ook echt
naar de Pandanplant die tussen
de rijst groeit. Het is rijst die een
Eko-keurmerk verdient, want ze
wordt op een milieuvriendelijke
wijze geteeld. Er komen geen
pesticiden en kunstmest aan te
pas.
Hans Belterman
Met een aantal van die producten uit
de Wereldwinkel ben ik in mijn eigen
keuken aan de slag gegaan De recep
ten voor de gerechten die ik ermee
heb samengesteld treft u volgende
week in de dagelijkse receptenru
briek op pagina 4 aan
Enkele tientallen jaren geleden
kenden we drie typen restaurants in
Nederland: de chique zaak die meer of
minder terecht pretendeerde klassieke
Franse keuken te voeren, het
eenvoudige restaurant met degelijke
Hollandse kost, en de Chinees -
goedkoop, zonder pretenties en met
ruime porties van aan de Nederlandse
smaak aangepaste Chinees-Indische
gerechten.
Toen we echter zelf meer gingen
bewegen en steeds verder over
de grenzen keken, kwam daar be
weging in. Er verschenen bistro's
met Franse regionale keuken en
knoflookgeuren. En daarop volg
de een nog immer wassende en
uiterst gevarieerde stroom van
'ethische' eethuizen, van Thais tot
Caribisch, van Japans tot Mexi
caans, en je kunt je daarbi] alleen
maar verbazen dat goede Europe
se keukens, zoals de Hongaarse en
de Russische, in dit culinaire ge
weld zo weinig voet aan de grond
krijgen.
Helaas, ook al kun je in veel van
die uitheemse zaakjes goed eten,
het is er vaak ook allerminst goed,
met een aan de Nederlandse
smaak aangepaste massakeuken
en gerechten die in het land van
oorsprong bepaald niet tot de fijne
keuken behoren. Zo lijkt het wel
alsof de toch zeer goede en geva
rieerde Italiaanse keuken slecht
lasagne en pizza te bieden heeft.
De Chinezen komt de eer toe dat
zij al eersten begrepen dat het Chi
nees-Indische massawerk niets te
maken heeft met de grote Chinese
keukencultuur. Een enthousiaste
groep sloot zich aaneen en er ver
schenen echte Chinese restau
rants, smaakvol ingericht, goed
getrainde bediening en de vier
grote Chinese keukens: Peking,
Shanghai, Kanton en Sze-Chuan.
Of dit aan het Nederlanse publiek
echt besteed is, is nog de vraag, de
hitte van de Thaise keuken is meer
naar hun smaak.
De 'Indische' restaurants volgden.
Ook daarin ontstond een groep die
meer wilde dan de traditionele
Hollands-koloniale Indische keu
ken, en zich toelegde op de zeer ge-
varieerde, vaak zeer verfijnde
keuken van de verschillende Indo
nesische regio's gebracht in een
zeer verzorgde omgeving.
En nu volgen de Turken. Het werd
tijd. Want de vele kleine Turkse
eethuisjes, huiselijk, goedkoop,
geven zeker geen beeld van de
Turkse eetcultuur. Wie wel eens
heeft gegeten in een van de be
faamde restaurants van Istanboel,
die weet wel beter.Vijftig Turkse
restaurateurs hebben zich nu aan
eengesloten om hun restaurants
professioneler te maken, een ho
ger niveau te geven en de rijkdom
van de Tui'kse keuken naar voren
te brengen. Liefst zouden ze ook
enkele Turkse chefs naar Neder
land halen om de Turkse koks hier
te instrueren, zoals de Chinezen
met Chinese koks hebben gedaan.
Maar daar zitten nog wat moei
lijkheden aan vast.
En dan maar hopen dat de Neder
landse klant meewerkt, en erkent
wat de Turkse keuken waard is,
geen buikdanseres meer eist en
ook eens iets anders bestelt dan
sjisj kebab en shoarma.
Tijdens de lange tocht van de Tur
ken uit hun stamland in Midden-
Azië naar de Middellandse Zee
heeft hun kookkunst vele elemen
ten in zich opgenomen. Zelf
brachten ze hun onnavolgbare
roosterkunst met zich mee en de
yoghurtgerechten. In India leer
den ze spelen met specerijen, in
Perzië de kunst van het vullen van
wat maar gevuld kan worden, en
in de Kaukasus koken met vruch
ten en noten. En op hun beurt be
ïnvloedden ze de keuken van de
Balkan en verder, tot Wenen toe.
Strudel is van Turkse herkomst
evenals de Hongaarse paprika. En
de lommerrijke restaurant-tuinen
voor zomeravonden met muziek
en roostergeuren die je vindt van
Griekenland tot Roemenië, zijn
ook van Turkse oorsprong Tur
ken weten het zich aangenaam te
maken. 'Kies je vrienden naar hun
smaak voor eten', luidt een Turks
spreekwoord.
Keizerin
Ik geef hier een eenvoudig maar
heerlijk klassiek Turks gerecht,
Hönkar Begendi, Favoriet van
Hare Majesteit. Toen de Franse
keizerin Eugénie, gemalin van
Napoleon III, op bezoek was bij
sultan Abdulaziz in Istanboel
kreeg zij dit voorgezet en was er zo
verrukt van dat ze het recept
vroeg. Maar de hofkok van de sul
tan wilde het niet geven: „Ik kook
niet van recepten", zei hij trots,
„maar met mijn hart, ogen en
neus".
Maar hier is het dan toch:
Hönkar Begendi
Rooster twee aubergines, onder
steeds keren, op een plaatje boven
het gas tot het binnenste zacht is
en het lekker branderig ruikt. Leg
ze in een doek, geef een insnede,
schep het vruchtvlees eruit en
klop dit luchtig met sap van 1 ci
troen en een béchamelsaus van 30
g boter, 30 g bloem en 1,5 dl melk
en 50 g geraspte schapenkaas.
Braad 50 g lamsbout, in stukjes
gesneden met wat zeer fijn gesnip
perde ui en stukjes tomaat, zout en
peper. Strooi er peterselie over en
grof gemalen peper In een bergje
opdienen, de auberginepuree er
omheen.
Wina Bom
marktonderzoek blijkt dat de
naam dan nog altijd door 70 pro
cent van de ondervraagden met
kwaliteitsondergoed geassoci
eerd. Koala brengt een heden
daagse collectie op de markt, die
recht doet aan de traditie van het
merk, maar tegelijkertijd een jong
publiek moet aanspreken. Een
doorslaand succes wordt het niet.
Na verloop van tijd raakt Jansen
en Tilanus weer min of meer in de
vergetelheid.
Imago
In 1997 probeert de firma Iduna
BV uit Uden -inmiddels eigenaar
van Koala -opnieuw het merk
Jansen en Tilanus nieuw leven in
te blazen. 'Underwear for men',
heet de eigentijdse collectie he
ren-ondermode en de toevoeging
'since 1869' moet het authentieke
imago versterken. Het mag niet
baten. Iduna wordt begin 1999
overgenomen door Van Heek-
Tweka NV. Medio december
maakt de producent van badmo-
de, lingerie en ondergoed bekend
dat het merk een zachte dood zal
sterven. Van Heek-Tweka, waar
toe ook de ondergoedfabrikant L.
ten Cate in het Twentse Geesteren
behoort, zet z'n troeven op de
A-merken. En daar behoort Jan
sen en Tilanus niet bij. „Dat wil
zeggen qua omzet, want de kwali
teit is nog altijd onbetwist," meent
Eric Pennings, marketing- en
communicatieman bij Iduna. „Het
is een jong, modieus merk dat de
gelijk is in kwaliteit, maar niet in
uitstraling."
Jansen en Tilanus kan niet opbok
sen tegen merken als Replay,
Diesel en Calvin Klein op de inter
nationale markt van heren-onder
mode. En vooral daar wil Van
Heek-Tweka haar positie verster
ken. Maar volgens directeur Geert
Steinmeijer verdwijnt Jansen en
Tilanus niet van de een op de ande
re dag. „Het is niet zo dat we er
zonder meer mee stoppen. Dan
zou ook de voorraad onverkoop
baar worden. We zullen alleen niet
meer in het merk investeren. En
wie weet wat er dan over vijf jaar
nog gebeurt."
Ingrid Bosman
De Turkse keuken is veel rijker dan de vele eethuisjes in ons land en de restaurantjes in toeristische delen van
Turkije doen vermoeden.
Het stroomgebied van de Murray
River is Australië's grootste en
levert kwart van alle wijndruiven.
Gewoonlijk worden daarvan
eenvoudige slobberwijntjes gemaakt,
die men meestal in taptankjes verkoopt,
maar het riviergebied produceert ook
wijnen van kwaliteit. Aan de top staan
die van Banrock Station. De leiding van
dit domein heeft het initiatief genomen
om de natuur in watergebieden te
ondersteunen.
De oevers van de Murray wer
den vanaf het begin van de
19e eeuw geleidelijk ontgonnen
door de vestiging van 'stations', de
Australische aanduiding van uit
gestrekte boerderijen. Deze leg
den zich vooral toe op schapen
teelt. Vervoer vond plaats over het
water, met behulp van stoombo
ten.
In 1925 werd de rivier van sluizen
voorzien, met als doel de schepen
het hele jaar door te kunnen laten
varen. Want tijdens de droge pe
riode lag de bedding vrijwel
droog. De sluizen hadden als re
sultaat dat het water permanent
aanwezig bleef - met als direct ge
volg dat veel dieren zich niet meer
voortplantten. Tot overmaat van
ramp bracht iemand in 1969 kar
pers naar de rivier. Deze vissen
vermenigvuldigden zich razend
snel en aten vrijwel alle planten
op. Het leven in en rond de Murray
begon te sterven, en de rivier zelf
raakte modderig.
Pas in 1992 startte een Australi
sche milieuorganisatie een red
dingsoperatie. Er werden dokken
gebouwd en men verdreef de kar
pers. Planten, vogels en andere
dieren kwamen al snel weer terug.
Met deze situatie werd BRL Har
dy, Australië's tweede wijnprodu
cent, geconfronteerd, toen het be
drijf in 1994 de circa 1700 hectare
kocht van Banrock Station, in het
riviergebied. Dit landgoed bracht
toen voornamelijk aardappelen
voort, maar Hardy wilde er een
wijngaard aanleggen. Gezien de
Tony Sharley, milieudeskundige,
heeft de leiding over het wijndo
mein Banrock Station.
kwetsbare, zich nog herstellende
natuur besloot de nieuwe eigenaar
om de milieuorganisatie direct te
steunen door van elke verkochte
doos wijn een bedrag af te staan.
Almeteen bij hun lancering wer
den de wijnen van Banrock Sta
tion een groot succes. Sinds 1999
zijn ze ook in ons land verkrijg
baar - en gaat een percentage van
de opbrengst naar nationaal park
De Weerribben in de kop van
Overijssel. Voor zover bekend is
Banrock Station 's werelds enige
wijnproducent die de natuur zo
direct steunt.
De manager van Banrock Station,
Tony Sharley, is van huis uit geen
wijnmaker, maar een milieudes
kundige. Hij beheert zowel de ei
genwijngaard (inmiddels 250 hec
tare) als omringend terrein. Dat de
wijnen van Banrock Station zo'n
grote en nog steeds groeiende po
pulariteit genieten is volgens Tony
ook de danken aan de natuur.
„Want als je geen kwaliteit krijgt
in je druiven, krijg je die ook niet
in de wijn. De enige taak van de
wijnmaker is om de natuurlijke
kwaliteiten van de druiven niet
verloren te laten gaan.
De zomers op Banrock Station
zijn droog en warm. „Bloody hot",
roept Tony, want de temperatuur
kan tot boven de 40 graden stijgen
Irrigeren is dus nodig, want an
ders gaan de druivenstokken door
hittestress verloren „Het extra
water moet wel heel precies wor
den gedoseerd. De exacte doses
worden druppelsgewijs toege
diend en met hulp van elektro
magnetische velden bepaald. Be
mesting vindt alleen organisch
plaats (ook met fijngemalen drui-
venstelen) en pesticiden zijn ta
boe. Bladgroei en verwante zaken
krijgen eveneens veel aandacht,
net als snoeimethoden. Bij voor
keur heeft Tony Sharley de trossen
zo hoog mogelijk op hun stokken,
om ze te beschermen tegen warm-
tereflectie van de grond.
Shiraz
Onder aanvoering van Banrock
Station is het gehele gebied tot le
ven gekomen. Tot voor vijf a tien
jaar terug bracht het rivierland
voornamelijk eenvoudige druiven
voort, terwijl de wijnen niet geëx
porteerd werden en er veel werk
loosheid heerste. Vandaag de dag
vind je er veel nobele druivenras
sen - Banrock Station betrekt ook
druiven van honderden telers - en
levert een aanzienlijke export van
kwaliteitswijn per hectare meer
rendement op dan in de Champag
ne. Topper in het assortiment van
Banrock Station is de naar zijn
druivensoort (de Franse syrah) ge
noemde Shiraz. De 1998 biedt veel
kleur, veel kracht, veel fruit en een
genereuze smaak 11,99). Maar
ook de andere wijnen zijn het ont
dekken waard, zoals de witte, El-
zasachtige Riesling Gewürztra-
miner 1998 (ƒ8,99).
Voorlopig zijn de producten van
Banrock Station alleen te koop bij
Albert Heijn.
Hubrecht Duijker