Eerbetoon aan stoom en diesel PZC buiten gsbiec' Weerwisseling plaagt vooral de mens ONDERWEG 31 woensdag 17 mei 2000 ■wX Bij Staatsbosbeheer en de Vereniging Natuurmonumenten staan de komende dagen opnieuw verschillende natuurexcursies op het programma. Zeepeduinen Vandaag - woensdag - begint om 13 uur een excursie naar het bos bij Slot Haamstede en naar de Zeepeduinen. Eerst is er een kort diavoorstelling in het slot. De wandeling, die daarnqa begint, voert de deelnemers door het anders niet toegankelijke slotbos. Het aangrenzende Zeepe is een gevarieerd gebied met verschillende duinvormen. Zwarte Shetlandpony's grazen hier en zorgen ervoor dat de duinen niet helemaal dichtgroeien. Vertrekpunt: toegangshekl van Slot Haamstede aan de Noordstraat. Haringvreter Staatsbosbeheer organiseert vanmiddag - woensdag - een excursie over de Haringvreter, het grootste eiland in het Veerse Meer. Een natuurgids begeleidt de vaartocht en de wandeling over dit eiland vol natuurschoon. De boot vertrekt om 14 uur bij de Campveerse Toren in Veere. Meeuwen De meeuwenkolonie in de Meeuwenduinen in de Schouwse Westhoek is het doelwit van een wandeling donderdag 18 en 2 5 mei en dinsdag 23 mei. Beide beginnen om 19 uur, vanuit de excursieschuur van Staatsbosbeheer aan de Kraaijensteinseweg in Westenschouwen. De Meeuwenduinen bestaan uit dynamische duinen en diep uitgestoven duinpannen. Het is een fraai broedgebied voor duizenden zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen. Bloemdijken Over de Bloemdijken in de Zak van Zuid-Beveland en langs de schaapskooi bij Nisse voert aanstaande zaterdag een wandelexcursie. Deze begint bij het informatiecentrum naast de Kamerse Kooi aan de Nieuw Kamerseweg tussen Heinkenszand enNisse, 13.30 uur. Vogels Twee vogelexcursies voor matineuze natuurliefhebbers aanstaande zaterdag bij Staatsbosbeheer Tijdens het ochtendgloren, om 5.30 uur, begint een wandeling over de Goudplaat onder de noemer Gouden Keeltjes: de bedoeling is dat de deelnemers het ochtendlied van tal van vogelsoorten te vernemen. Op zoek naar het lied van de wielewaal, is de titel van een excursie door het Veerse Bos, zaterdagochtend om 6 uur, vanaf het kamphuis in het bos. Rond deze tijd zingt de wielewaal zijn hoogste lied. door Marcel Modde Harlekijn-orchis, fluitekruid, smeerwortel en niet te vergeten de onvervalste brandnetel; de bermen zijn er momenteel bezaaid mee. Niks trekken ze zich aan van IJsheiligen, de dagen die in ons koude kikkerlandje enigszins richtinggevend zijn voor mensen met groene vingers. Want vóór dat moment, zo weet iedereen, moet je vooral geen teer spul toevertrouwen aan de naakte aarde. Jonge aanplant en verse zaadjes zijn gedoemd te bezwijken onder ongenaakbare nachtvorst die dan nog genadeloos kan toeslaan. Uitgebloeid De weelderige begroeiing langs wegen en lanen is dit jaar - andermaal - extreem vroeg, constateert Dirk Fluijt. „Dat heeft alles te maken met het mooie weer van de afgelopen weken en de vochtige maanden voorafgaand. Ideale omstandigheden voor de bermplanten. Het jammerlijke van zo'n sprong in de lente is, dat het spul ook al weer zo snel raakt uigebloeid." Schijn bedriegt Kikkers brallen er al enige tijd lustig op los en zien him dril reeds tot leven komen. Schijn bedriegt ook nu weer. Want waar het al hoogzomer lijkt, is het slechts nog prille lente. „Voor je het weet, zitten we over een paar dagen weer met regenkleding en een warme trui aan." Die extreme weersomslagen, waarbij in sommige windstreken een plotseling temperatuurverschil van tien graden Celsius geen uitzondering is, doen de natuur hoegenaamd niets, stelt Fluijt. „De enige soort die er écht last van heeft, is de mens. Wij raken in dergelijke omstandigheden nogal snel van slag. Maar onze flora en fauna is niet anders gewend. De verklaring hiervoor is eigenlijk heel simpel. Dieren zoeken instinctief de koelte van de schaduw, of ze gaan lekker een groot deel van de dag met hun voetjes in het water staan. Het verschil tussen de warme en koelere dagen is voor hen dus niet zo héél erg groot. Wat doet de mens? Die werkt driftig door en zoekt -als het even kan- de zon nog op ook! Wij moeten zo nodig blijven doorproduceren. Nederland productieland, landje van ijverige mensen. Wat dat betreft zouden we een voorbeeld kunnen nemen aan de Spanjaarden. Daar wordt op het heetst van de dag een verkwikkende siësta gehouden. Heel natuurlijk dus!" Wintervacht Dat de weergoden ons momenteel misleiden, kan goed worden afgezien aan de dieren. De meesten gaan nog getooid met hun wintervacht. Ook de schapen zijn nog niet geschoren. Daar is niets zieligs aan, benadrukt de boswachter. „Het zal best warm zijn, maar aan de andere kant zorgt zo'n dikke laag tevens voor de nodige isolatie. Een schapenhuid is geheel onbeschermd op het moment dat het dier langs de kapper is geweest. Ik kan je verzekeren, dat vinden ze een stuk minder prettig in de volle zon." Het beeld van de diepzwarte Afrikaan in een wollen koltrui komt bovendrijven. Alleen bij de gedachte al, breekt het vervangende zweet je uit en zwelt de jeuk aan. Fluijt knikt instemmend. „Hoor je die mannen wel eens klagen dat ze liever een t-shirtje zouden dragen? Ook hier geldt: het is maar net wat je gewend bent." Stortbuien Er is slechts één situatie, geeft Fluijt aan, die funest kan zijn rond deze tijd van het jaar: hevige stortbuien. Jonge vogeltjes die nog niet beschikken over een goed beschermend vederpak worden bij het openbarsten van de hemel doornat en daardoor in- en-in-koud. Waar de mens een zucht van verlichting slaakt bij het optrekken van de verfrissende plensregen, treuren vogelpaartjes om hun dode kroost. „Soms kan het heel tegenstrijdig zijn. Maar ja, dat is nu eenmaal de natuur." Dirk Fluijt (49) is als boswachter bij Staatsbosbeheer verantwoorde lijkvoor Schouwen-Duiveland,Tholen en Sint-Philipsland. Zijn werk gebied omvat een oppervlakte van in totaal drieduizend hectare natuur. In deze rubriek doet hij wekelijks verslag van zijn werk en wedervaren. Een oude kampeerwagen in het trammuseum. Port Zélande te nemen en direct daarna linksaf de parallelweg op te rijden. Luttele minuten later waant hij zich bijna een eeuw terug in de tijd. Koppen bijeen Naast de remise is een mini- stoomtrammuseum ingericht. „Het is een tijdelijk onderkomen. Ooit willen we hier nieuw gaan bouwen, maar natuurlijk is dat kwestie van geld", zegt Hans Gerlings. Hij is docent in het technisch onderwijs en brengt een deel van zijn vrije tij d graag hier door. Wat hij met de tram heeft? „Ik werd er als kind destijd al door geboeid." Hij vertelt hoe oud RTM-medewerkers in 1970 de koppen bijeen staken om zoveel mogelijk oud materiaal aan te kopen om aan de vergetelheid te onttrekken. Locomotieven, rijtuigen en wagons stonden ergens op een emplacement in Hellevoetsluis gereed voor de sloop. De RTM was in 1966 opgehouden te bestaan en trams behoorden tot het verleden. Tot 1989 was het trammuseum in Hellevoetsluis gevestigd, maar het hele bezit verkaste naar de Brouwersdam toen de ruimte daar te klein werd. De vervolmaking van museum, de i'estauratie van al het materiaal én het verlengen van de spoorbaan richting Goeree- Overflakkee en heel misschien naar Schouwen-Duiveland zijn zaken die heel veel geduld vergen. Tijd en geld zijn schaars. Al het werk moet door vrijwilligers worden verricht en de inkomsten komen uitsluitend van donateursgelden en uit de kaartverkoop voor de tramritjes. Naast het rijdend materieel worden in de remise nog enkele pronkstukken onder handen genomen, zoals twee stoomlocomotieven en het houten motorrijtuig de M67. De remise vormt een museum op zich. Oude goederenwagons herinneren aan de tijd dat de RTM nog de melkbussen van de veehouders vervoerde naar melkfabriek Van den Berg in Rotterdam. Bezienswaardig zijn ook de kampeerwagens, voorlopers van de caravans. Commercieel inzicht kon de RTM niet worden ontzegd. Zo werden oude goederenwagons voorzien van twee stapelbedden, een afvoerbakje met water, een zithoekje, een lampetstel en een oliepitj e en de kampeerwagen was compleet. Ze stonden aan het einde van oude spoorlijntjes in Oostvoorne, Ouddorp en Haamstede en menig gezin heeft er voor slechts twaalf vijfennegentig een weekje aan de kust in doorgebracht. Eeuw geleden Ter herinnering aan het feit dat precies een eeuw geleden - op 27 april 1900 - de tram op Schouwen- Duiveland ging rijden, is er dit seizoen centraal in de remise een fototentoonstelling ingericht. De plaatjes herinneren aan dat allereerste spoortje vanaf de pont bij Zijpe tot aan Brouwershaven. Pas vijftien jaar later werd de lijn doorgetrokken naar Burgh. De omschrijving honderd j aar tram is ver bezijdens de waarheid. De ramp maakte in 1953 al een einde aan het spoornet op Schouwen- Duiveland. Toch ziet het tramwegmuseum aanleiding genoeg voor een feestelijke viering van het feit dat honderd jaar geleden de tram op dit Zeeuwse eiland ging rijden. In het weekend rond Hemelvaartsdag op 1,2 en 3 juni worden er speciale ritten gemaakt zowel met de stoom- en dieseltrams als met een nostalgische autobus, 'De Wasbeer' geheten. Die autobus rijdt tussen op die dagen heen en weer tussen het tramwegmuseum en het transferium in Renesse. Voor meer informatie over ritten en evenementen kan men bellen naar: 0187-689911. Vanaf juni tot en met augustus rijdt een stoom- of dieseltram twee keer per week van De Punt naar Port Zélande langs het Grevelingenmeer. foto's Marijke Folkertsma postwagon is ruimte genoeg. F.r staan alleen nog enkele oude postzakken voor Engeland in en wat stapeltjes oude kranten. Die komen vast niet meer op hun bestemming. De passagiers wel natuurlijk, maar die kopen daar dan ook netjes een kaartje voor. Terwijl conducteur Peter voor een Duits gezin die kaartjes afscheurt, vertelt hij er omslachtig bij dat hier alles 'vól ligfrei willig' gebeurt en dat bijna alles in deze tram 'völlig original' is. De Duitser snapt het: „Ja, ja machen Sie zwanzig", besluit hij 'völlig spontan' tot een bescheiden fooi. Vanaf begin juni tot eind augustus kunnen er vrijwel elke woensdag en zaterdag ritjes met de stoom- of dieseltrams worden gemaakt. De tocht biedt de passagiers een mooi uitzicht over het Grevelingenmeer en geeft hen een indruk hoe vroeger het vervoer vanuit Rotterdam naar de Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden was geregeld. In de remise staan de oude trams, de personenrijtuigen en het goederenmaterieel opgesteld. Die remise ligt wat verdekt aan de voet van de Brouwersdam. Wie vanuit de richting Schouwen-Duiveland komt, doet er goed aan de afslag door Ali Pankow In de huidige tijd van kedeng-e- deng spreekt tsjoe-ke-tsjoek nog steeds tot de verbeelding. In de remise van de Stichting v/h Rotterdamsche Tramweg Maatschappij in Ouddorp zijn het beslist niet alleen voormalige medewerkers van de RTM die bezield zijn met de passie van het tramverleden. De groep van ruim veertig vrijwilligers is divers. De meesten hebben een beroep dat helemaal niks van doen heeft met dat vervoer uit vroeger tijden. Sommigen zijn bereid van ver te komen, uit Leiden en Oud- Beijerland bijvoorbeeld. Zij zetten zich in voor het eerbetoon aan stoom en diesel met het restaureren van oude locomotieven, motorwagens en motorrijtuigen. Met regelmaat ook treden ze op als machinist of conducteur; want daarlangs de Brouwersdam tussen Goeree- Overflakkee en Schouwen- Duiveland komt het tramverieden echt tot leven. „Jeugdige personen beneden de leeftijd van 21 jaar zijn bij plaatsgebrek verplicht hun zitplaats aan ouderen of invaliden af te staan. De Directie." De tij den zijn veranderd zo blijkt uit de tekst in één van de compartimenten van een tram met houten opbouw. Ook de waarschuwing: „Niets buiten het rytuig steken. Geeft acht by het verlaten van den tram", heeft niks meer met deze tijd te maken. Alleen het ijzersterke verzekerings vignet je van het oude mannetje en vrouwtje met paraplu bevestigt zijn eeuwigheidswaarde. Postzakken Bezoekers maken graag een tochtje met een stoom- of dieseltram over het spoortje tussenBezoekerscentrumDePunt en Port Zélande. Wie wil mag zijn fiets meenemen. In de oude Vrijwilligers zijn bezig met het onderhoud van een van de pronkstukken in de remise, het houten motorrijtuig M67.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 31