Dolend ondanks de wegwijzers Liefde op z'n Japans Tussen Saffraanberg en Flevopolder Kousbroek in een Japanse tijdmachine D7P kunst tflAj cultuur H.C. ten Berge Nieuwe cyclus van A.F. Th. van der Heijden Spijkerschrift van Kader Abdolah 12 e herdenking van vierhonderd jaar Japans- Nederlandse betrekkingen gaat ook niet aan onze literatuur voorbij. Rudy Kousbroek (geb. 1929) doet verslag van een bij zondere reis in het fraai geïllustreerde In de tijdmachine door Japan. Het gegeven inspireerde cineast Hans Keiler tot de gelijknamige televisiefilm die binnenkort zal worden uitgezonden door de VPRO. Was dat geen veeg teken? Het begon allemaal met een verdwaald Nederlands schip dat in april 1600 ergens op de Japanse kust landde. De start van vier eeuwen onbegrip en misverstanden tussen het kleine Europese land en het Aziatische eilandenrijk. Maar hoe moeizaam soms ook, er bestond al die tijd contact tussen de naties. En dat is iets wat niemand de Nederlanders na kan zeggen, want zo'n tweehonderd jaar lang was Japan voor alle andere vreemdelingen gesloten. De Japanners vonden de Hollanders fascinerend: ze waren voor hen een sleutelgat waardoor ze tenminste iets konden zien van de rest van de wereld. De Hollandkunde (ofwel 'Rangaku') was een vak dat serieus werd genomen. De Nederlanders op het kunstmatige schiereiland je letterkundige kroniek Deshima werd over allerlei onderwerpen het hemd van het lijf gewaagd. Die konden deze intellectuele nieuwsgierigheid trouwens nauwelijks bevredigen, alleen al omdat ze zelf bepaald geen intellectuelen waren. De interesse was dan ook zelden wederkerig. De Hollanders leken slechts belang te stellen in een batig slot en hadden weinig oog voor het toch zo verbazingwekkende land waarop zij uitzicht hadden. Dat gold niet voor sommige overlevenden van dat verdwaalde schip. Zij integreerden min of meer in de Japanse samenleving en ze huwden met Japanse vrouwen. Ze wisten door hun optreden vertrouwen te wekken. Genoeg vertrouwen in elk geval om te bewerkstelligen dat toen alle buitenlanders werden uitgewezen een groepje Hollanders mocht blijven. Vernederingen Waarom ontsnapten juist de Nederlanders aan de drastische afsluiting van Japan? Door een hoogst on-Nederlands gevoel voor diplomatie en tact. Of eigenlijk zijn dat te zachte woorden: ze bleken bereid allerlei vernederingen te incasseren. Daarnaast hoefde men van déze gasten niet te vrezen dat ze pogingen zouden doen om hun gastheren te bekeren tot het christendom. De Nederlanders kregen wel vele beperkingen opgelegd. Gevaarlijk geachte dingen als buskruit en bijbels dienden te worden ingeleverd. Eén keer per jaar kreeg men echter de kans meer te zien van het mysterieuze Japan: dan werd de zogenoemde Hofreis gemaakt. Reanimeren Vanuit Deshima bij Nagasaki vertrok men dan naar het hof van de Shogun in Edo, het huidige Tokyo. Deze enorme reis werd nagevolgd door Rudy Kousbroek. Over alles wat hij zag en ontdekte, schrijft hij in In de tijdmachine door Japan. Het is verschillende opzichten een echt Kousbroek-boek geworden. Hij staat bekend om zijn wonderbaarlijke vermogen stervende werelden te reanimeren. Vooral zijn beschouwingen over Nederlands-Indië zijn zo bewogen dat herinneringen haast werkelijkheid lijken te worden. Ook in dit Japanse reisverhaal wordt het ongrijpbare verleden soms bijna tastbaar heden. Doe je ogen dicht voor het vervuilde decor van het Japan van nu en je ziet het paradijselijke land van toen. De essays van Kousbroek danken him poëtische allure aan de stijl. Het boek bevat opnieuw heel wat mooie zinnen. Zo schrijft hij over de ogenschijnlijke ouderdom van in feite niet al te oude Japanse bouwwerken: „Het behoort eigenlijk tot een ander universum, het is niet oud op de manier waarop bij ons een gebouw oud is. maar op de manier van een oude steen of een eeuwenoude boom: het hoort tot het universum van riet, van water, van mossige rotsen" Niet minder typerend voor deze auteur is de achteloze afwerking. Ook bij het lezen van dit reisboek krijg je de indruk dat er een pak van Sjaalman wordt geopend: ongelijksoortige teksten wisselen elkaar af, de overgangen zijn af en toe abrupt, overlappingen zijn niet weggewerkt. Op pagina 97 maakt hij bijvoorbeeld precies dezelfde opmerking over het bloedstollende verkeersbeeld op de Japanse hoofdwegen als op pagina 10. Nu is hij er bijzonder trots op dat hij het aandurfde om als buitenlander per auto door Japan te reizen. De draagstoel was voor de nostalgicus die hij is een nog passender transportmiddel geweest: zo werden immers op de trajecten overland de Hollanders tijdens de Hofreis vervoerd. De ietwat slordige compositie van dit werk over zijn herhaling van de Hofreis zal deels met de verwarrende Fragment van een erotische prent met Hollander, begin 19e eeuw. illustratie uit In de tijdmachine door Japan Rudy Kousbroek maakt in In de tijd machine door Japan ongrijpbaar verleden tot bijna tastbaar heden. ontstaansgeschiedenis in verband staan. Hij maakte de tocht in zijn eentje in 1972, doch voltooide het boek dat hij indertijd wilde schrijven maar half. Bijna dertig jaar later rondde hij het alsnog af, nadat hij in 1999 samen met een filmploeg de reis had overgedaan. Kousbroek schrijft meeslepend over alles wat hij in het voetspoor van de Hofreizigers van weleer beleefde. Hij vond hun pijpjes terug in de bodem van Deshima. Hij las de aantekeningen over hun erotische avonturen en stelde vast: „Sex (was) een van de voornaamste attracties van de Hofreis", vanwege de vrijmoedigheid in Japan. Hij gaf zich, zoals hij het zelf noemt, over aan 'tourisme aan de hand van een 181 jaar oude Baedeker'. Hij ontdekte - hoe verschrikkelijk veel er ook verloren ging - hier en daar geheime tuinen en ontroerende bewijzen. Hij is lyrisch over een waterput waaruit wie weet water voor de Nederlanders is geput en over een uitzicht waarvan ook Siebold zou hebben genoten. Alleen de blik De dichter en romancier H.C. ten Berge (geb. 1938) houdt van literatuur die van ver komt. De lijst met vertalingen van zijn hand ziet er dan ook zeer exo tisch uit. Sagen van de Sibe- riërs, mythen van de Eskimo's, fabels van de Indianen, gedich ten van de Azteken, verhalen uit Japan. Zou er iemand zijn die het hem nadoet? De tijden zijn er ook niet naar: zulke gecompli ceerde vertalingen worden tegenwoordig meestal door spe cialisten in plaats van door lief hebbers vervaardigd. Dat lag vroeger wel anders: het was de autodidact Arthur Waley die in de jaren dertig zorgde voor de faam van The Tale of Genji, ofwel Genji Monogatari zoals de omvangrijke roman in het Japans heet. Dat werk van de schrijfster Murasaki Shikibu (omstreeks 978-1016) geniet al sinds jaren Ten Berges belang stelling. In zijn bundel Levens tekens Doodssinjalen (1980) wijdde hij er onder de titel 'Een zwaarmoedige minnaar' een opstel aan. Zijn interesse ging echter niet zo ver dat hij bereid was de taal te leren. Zijn weergave is dan ook indirect, zoals al te terloops in het nawoord wordt aangegeven: „De Nederlandse versie is gebaseerd op Engelse vertalin gen, waarbij ritme, stijl en toon - het timbre van de taal - moesten prevaleren." Hij heeft het dan al uitgebreid gehad over de enor me moeilijkheden die het verta len van zo'n Japans geschrift van lang geleden oplevert. Maar dat waren dus helemaal zijn problemen niet! De weg is juist voor hem gebaand door degenen die voor een rechtstreekse ver taling zorgden. De werkwijze - ietwat beneden de stand van de uitgever die ooit zoveel prestige verwierf met de 'Oosterse Bi bliotheek' - wordt aldus ver klaard: „Voor een vertaling uit het Oud-Japans is in ons taalge bied op dit ogenblik geen gespe cialiseerde japanoloog beschik baar die zich ook nog jarenlang volledig aan dit werk zou kun nen wijden." Liefdeleven Het komt allemaal merkwaar dig over: alsof na duizend jaar stilte plotseling geen dag langer op een Nederlandse uitgave van de roman rondom prins Genji kon worden gewacht. Denk vooral ook niet dat Ten Berge H.C. ten Berge voor een complete uitgave zorg de. Zijn Avondgezichten bevat slechts acht van de vierenvijftig episoden die het oorspronkelij ke werk telt. Thematisch verto nen de geselecteerde hoofdstuk- ken overeenstemming: ze gaan allemaal over het liefdeleven van Genji. Maar de samenhang tussen de scènes is verloren ge gaan, de vertaler doet geen moeite het hoe en waarom uit te leggen. Ondanks alles valt er veel te genieten van de vertellin gen over de prins van wie de vrouwen zo houden en die zelf zo veel van de vrouwen houdt. Liefde lijkt zijn roeping, zijn le vensdoel. Erotiek op z'n Japans blijkt een kwestie te zijn van zeer verfijnde omgangsvormen, van het wisselen van uiterst subtiele gedichtjes, van veel treurig smachten en tobberig foto Roeland Fossen nakaarten ook. Genji is een lief hebber van droevige gedachten en menigmaal voelen zijn mou wen vochtig door de vergoten tranen. Het verhaal van Genji is een van de belangrijkste werken uit de Japanse letterkunde. Vooral rond 1500 inspireerde deroman tot een hele reeks No-spelen. Het zou mooi zijn wanneer het geschrift ooit in een volledige en directe Nederlandse uitgave be schikbaar kwam. En wanneer men dan toch bezig is, zou me teen ook het dagboek van Mura saki Shikibu vertaald kunnen worden waarin zij op briljante wijze haar leven aan het Japan se hof beschrijft. Voorlopig moeten we het dus stellen met het voorproefje dat H.C. ten Berge ons serveert. Het heeft een nogal rare bijsmaak, maar het smaakt toch ook naar méér. H. W. Murasaki Shikibu: Avondgezich ten. Liefdes uit het leven van prins Genji. Vertaald en van een nawoord voorzien door H.C. ten Berge - 240 pag. /gebonden/ f39,90 - Meulen- hoff, Amsterdam. op de heilige berg Fuji verstoort even zijn dichterlijke droom. Hij ziet enkel een 'grote molshoop alsof een rijdier dat je altijd voor een edele schimmel had aangezien gewoon een bruin werkpaard blijkt te zijn'. Spijt In de tijdmachine door Japan treft door de combinatie van bevlogen poëzie en gedegen documentatie, van gevoel en kennis, en vooral ook door de onverholen spijt. Spijt omdat die langdurige band tussen de twee landen tot zo weinig büjvends heeft geleid. Wegwijzers zijn er inmiddels genoeg, maar in 2000 wordt er tussen Nederland en Japan nog net zo gedoold als in 1600. Hans Warren Rudy Kousbroek: In de tijdmachine door Japan. De Hofreis van het jaar 2000 - gebonden/geïllustreerd, -f 65,-Meulenhoff, Amsterdam. proza Terwijl de critici zich nog be zighouden met de vraag of De Tandeloze Tijd nu wel of niet is afgerond, komt schrijver AF. Th. van der Heijden met een nieuwe, opnieuw zevendelige romancyclus. De paraplutitel is Homo DuplexDe held van de cyclus is Tibbolt Satink - bij- en roepnaam Movo - een man met 'moeilijke voeten'Van der Heij - den heeft de romans al voor een groot deel klaar. Ze zullen in be trekkelijk korte tijd achter el kaar verschijnen. Op de Uitmarkt van dit jaar zal de schrijver zijn nieuwe cyclus ten doop houden. Uitgeverij Querido neemt voor het lance ren van Homo Duplex een lange aanloop. Er wordt gewerkt aan een Internet-site waar een spel met de lezer wordt gespeeld. 'Movo zal een held zijn waar je niet omheen kunt', voorspelt de uitgever. Stefan Brijs: Arend (Atlas, 270 blz„ 39,90). Het levensverhaal van een uitzonderlijke jongen die nergens thuis lijkt te horen. Hij is te groot, te zwaar, te lelijk en te veel. Nieuwe roman van Stefan Brijs. In 1998 verscheen Kruistochten, een verslag van zijn zoektocht naar vergeten Vlaamse schrijvers. Milo AnstadtKruis of munt (Contact, 479 blz., 49,50). Au tobiografie van Milo Anstadt, de eerste vijfentwintig zeer be wogen jaren van zijn leven (1920-1945). Anstadt studeerde rechten en heeft zich langdurig in de moderne geschiedenis van Europa verdiept. Hij maakte documentaires en publiceerde beschouwend proza en romans. Deze herziene editie bevat de eerder verschenen boeken Jon ge jaren en De verdachte oor- boog. Leonard BlusséRetour Amoy (Balans, 368 blz., ƒ39,50). Het levensverhaal van Anny Tan, opgetekend door historicus Leonard Blussé. Anny Tan werd begin 1900 geboren in het oude 'Indië' als kind in een grote Chi nese familie. Na een aantal stu diejaren in Holland keert ze te rug naar haar geboorteland. Zij maakt de Japanse bezetting mee en de turbulente jaren naar de Indonesische onafhankelijk heid. Eind jaren vijftig besluit Anny Tan samen met haar gezin naar China te gaan. Daar wacht haar de Culturele Revolutie met haar verschrikkingen. Zij door staat alle ontberingen en is er tot op de dag van vandaag blij ven wonen. Gerard Reve: Verzameld werk, deel 4 (Veen, 491 blz., geb.). Het vierde deel van het Verzameld werk bevat Reves werken (in hun definitieve vorm) uit de pe riode 1981-1986: de romans De vierde man en Wolf, de novelle De stille vriend en Zelf Schrij ver Worden, de vier voordrach ten die Reve in 1985 hield in het kader van zijn 'lederopdracht' aan de Leidse Universiteit. Wiel Kusters: De onweerzitting (Querido, 135 blz., 37,50). Kusters' debuut als schrijver van verhalend proza. Rondom het titelverhaal cirkelen satel lieten, die in hun baan blijven door hun elektrische- of blik semkracht. De stof van de ande re verhalen is dezelfde, maar de tijd verstrijkt. Wilfried HendrickxDe baby boomers (Houtekiet, 237 blz., 34,95). Nieuwe roman over de generatie die net na de Tweede Wereldoorlog werd geboren. De babyboomer beschrij ft drie cru ciale momenten uit het leven van William Quickx die onder meer wordt geobsedeerd door de muziek van de Rolling Stones en Bob Dylan. Wilfried Hend rickx debuteerde in 1972 met de cultroman De goddelijke etter. Daarna verschenen de verha lenbundel De grote schoon maak en de romans Het infra rood en het ultraviolet en Rau- wolf. Totnas LieskeFranklin (Queri do, 335 blz., 45,-). De nieuwe roman van Tomas Lieske vertelt het verhaal van Franklin, een verschoppeling, die zich van kindsbeen af een eigen weg door het leven moet banen. Ondanks zijn neiging alles kapot te ma ken weet hij toch door zijn grote fantasie, onaangepastheid en onverbeterlijke en vrolijke opti misme de moed erin te houden Esther Gerritsen: Bevoorrecht bewustzijn (De Geus, 127 blz., geb., ƒ29,90). Verhalen. Esther Gerritsen (1972) benadert de wereld met uiterste zorgvuldig heid. De personages in haar ver halen worden overweldigd door die wereld en zoeken een logica om haar te kunnen begrijpen. De nieuwe roman van Kader Abdolah, Spijkerschrift, is een boek als een Per zisch tapijt. Herhalingen en tegenstellingen worden verweven tot een ingewikkeld patroon. Oosters sprookje en Hollands rea lisme vermengen zich. Het ene moment be vinden we ons in een oeroud dorpje bij de Saffraanberg, het volgende moment in een pasgebouwde stad in deFlevopolder. Abdo lah werd in 1954 in Iran geboren als zoon van een tapijtknoper. Vanwege zijn politie ke activiteiten moest hij in 1985 zijn land ontvluchten. Drie jaar later belandde hij in Nederland waar hij inmiddels naam maak te als schrijver, onder meer door de verha lenbundels De adelaars (1993) en De meisjes en de Partizanen (1995) en door de roman De reis van de lege flessen (1997). Hij wil ook werkelijk een Nederlandse schrijver zijn, iemand die volledig deel uit maakt van onze literatuur. Vandaar de uit gebreide, eigenlijk veel te uitgebreide cita ten uit vaderlandse poëzie én uit Multatuli's Kader Abdolah foto Frans Paalman Max Havelaar. Een boek dat kennelijk in spirerend heeft gewerkt: zoals Droogstop pel een pak ontvangt waarvan hij een boek gaat maken, zo ontvangt ook Ismaiel een pak dat tot een boek zal leiden. In het pak ket uit Abdolahs roman bevindt zich een schrift met de notities van Aga Akbar, de va der van de verteller. Ismaiel is overigens niet de enige verteller, een instantie die zich als 'de alwetende verteller' aankondigt neemt het dikwijls van hem over. Die alwetendheid ten spijt kan deze vertel ler de aantekeningen van Aga Akbar niet lezen. Ze zijn namelijk in een persoonlijk spijkerschrift geschreven door de man die, zoals iemand het noemt, 'een doofstomme analfabete dichter' was. Z'n zoon Ismaiel begrijpt zijn vader - met wie hij altijd in ge barentaal heeft moeten communiceren - veel beter. Hij is in zijn Hollandse huis in fei te bezig met het oprichten van een monu ment voor zijn Perzische vader, een man met weinig ontwikkeling maar met veel ver stand. Aga Akbar groeide op in een streek waar de mooiste tapijtjes werden geknoopt. Zelf repareerde hij tapijten. In Spijkerschrift krijgen we het wonder baarlijke levensverhaal van Aga Akbar èn de geschiedenis van zijn zoon te lezen. Bo vendien wordt de lezer een beeld gegeven van hoe het Iran verging in de twintigste eeuw. Een sjah komt naar het dorp om een heilige plaats te onteren, Khomeini ver schijnt om dezelfde plek na vele jaren weer te wijden. De terreur onder Khomeini blijkt ti'ouwens nog veel wreder dan die onder de sjah. Vandaar dat er voor Ismaiel - die deel uitmaakt van een linkse verzetsgroep - uit eindelijk niets anders rest dan de vlucht. Hij had nog zoveel samen met zijn vader willen doen, overweegt hij kort voor hij verdwijnt. Maar één hartewens kan op de valreep in vervulling gaan: vader en zoon beklimmen de Damawand. Het relaas van die expeditie naar de hoogste berg van het land is tegelijk ook het hoogtepunt van deze roman. Op deze aangrijpende bladzijden heeft Ka der Abdolah onmiskenbaar zijn eigen her inneringen, zijn persoonlijke weemoed, zijn gevoelens over zijn oude land samengebald. Om er literatuur voor het publiek in zijn nieuwe land van te maken. Hij laat zien dat die ogenschijnlijk vreemde combinatie net zo vanzelfsprekend kan zijn als een Per zisch tapijt in een Hollands interieur. H. W. Kader Abdolah: Spijkerschrift. Notities van Aga Akbar - 382 pag./ gebonden/ f 49,90 - Uitgeverij De Geus, Breda. vrijdag 21 april 2000

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 12