Granen geven levenskracht Vleesvervangers in opmars PZC tafel en trend De geboorte van het lijfgoed Alternatieve voedingsvezels Alleen uit pikanterie lopen mensen tegenwoordig zon der onderbroek. Toch was het tot rond de helft van de negen tiende eeuw in Europa nog een alledaags verschijnsel. De Westeuropeanen hebben pas rond 1850 de onderbroek ont dekt. Ze stapten er in onder druk van een moordende chole- ra-epidemie. Aanschaf door ie dereen was mogelijk geworden door het beschikbaar komen van goedkoop en gemakkelijk wasbaar katoen. In zijn in het Duits vertaald boek Wohlstand und Armut der Nationen (Uitg. Siedler, Berlijn 1999) herinnert de Amerikaan se industriële historicus David Landes aan het uitbreken in Europa in 1831 van de beruchte Aziatische cholera. De Aziati sche vorm van deze besmette lijke darmziekte is veel heviger dan onze inlandse cholera en de besmetting gebeurt vooral door vervuild water. Omdat de zieke de cholerabacil via ontlasting of braaksel weer uitscheidt, vormden de open bare toiletten in fabrieken, woonblokken en arbeiderswij ken ideale besmettingshaar den. 'De toiletten zonder spoe ling, het ontbreken van toiletpapier en van wasbare onderkleding en de slordige li- chaamshygiëne werkte de ver spreiding van de ziekte nog in de hand', zo merkt Landes te recht op. De Aziatische cholera bleef Europa nog vele decennia teisteren en eiste vele honder duizenden doden. 'Maar de nieuwe, technische ontwikke lingen van de industriële revo lutie brachten redding', zo ver volgt de historicus. Een van deze nieuwe textielproducten die snel de markt veroverden was het goedkoop, stevig en ge makkelijk te onderhouden katoen. Wat tot dan toe als luxeproduct alleen aan de wel- gestelden was voorbehouden, kwam nu binnen het bereik van het gewone volk. Het zoge naamde 'lijfgoed' was geboren. Wasdagen Het negentiende-eeuwse vormloze katoenen flapbroekje staat mijlenver af van de he dendaagse lingerie. foto Lejaby De textielbaronnen reikten voor het eerst de hand aan ge zondheidszorg en artsen om voor een snelle en goedkope verspreiding te zorgen. Weten schappers waren er immers achtergekomen dat schoon on dergoed, samen met betere sa nitaire inrichtingen, lichaams- hygiëne en een strenge controle op zuiver drinkbaar water de gevreesde cholera konden be teugelen. De praktijk van de gemeenschappelijke 'wasda gen' en de aanleg van openbare wasplaatsen in vele dorpen en steden stamt uit die periode. In vele bedrijven kregen arbei ders en bedienden samen met hun loon ook gratis een pakje vlokkenzeep of bruine zeep voor de wekelijkse wasbeurt. Europa heeft de cholera dus letterlijk weggeschrobd. Maargoed. De katoenen onder broek mag dan redding hebben gebracht, de vraag blijft waar om dat pas anderhalve eeuw geleden is gebeurd en wat de mensen vroeger al dan niet als ondergoed hebben gedragen. Over het dragen van 'lijfgoed' of wat daarvoor in de afgelopen eeuwen moest doorgaan, is het fijne niet bekend, zo meldt his toricus Landes. De vroegste aanwijzingen voor ondergoed in Europa komen uit militaire handboeken en ziekenhuisver slagen. De eerste vermeldingen van wat wij vandaag als tricot onderbroeken zouden bestem pelen, stammen uit de helft van de zeventiende eeuw. Het wa ren nauwsluitende, fijngebrei- de, wollen kledingstukken die in de toenmalige klimatologi sche afkoelingsperiode vooral bedoeld waren om het onderli chaam warm te houden. Omdat deze tricotkleding nog am bachtelijk en op kleine schaal werd vervaardigd, was zij ook zeer duur en dus voorbehouden aan kapitaalkrachtige burgers. Rond het einde van de achttien de en het begin van de negen tiende eeuw begint de onderbroek tot de standaard uitrusting in vele Europese le gers te behoren. Aanvankelijk was dat niet op de eerste plaats uit hygiënische overwegingen, maar vooral omwille van de conditie en de gezondheid van de soldaten, die te allen tijde voor militaire acties konden in gezet worden. Zij moesten be stand zijn tegen een leven in vaak schaars verwarmde ka zernes en tochtige veldtenten. Historicus Landes merkt op dat de motivering in militaire handboeken voor het dragen van onderbroeken, vanaf de helft van de negentiende eeuw vrijwel uitsluitend de nadruk legt op het hygiënische aspect. De vrees voor een nieuwe Azia tische cholera en andere epide mieën zat er toen blijkbaar diep in. In het Pruisische Leerboek van de militaire hygiëne uit 1869 kan men lezen dat 'onder kleding uit hygiënisch oogpunt onmisbaar is' en dat 'onder broeken het onderlichaam tot aan de enkels moeten bedekken en niet te nauwsluitend mogen zijn'. Volgens Landes hebben de dienstplichtigen er na hun diensttijd sterk toe bijgedragen de onderbroek tot een normaal en onmisbaar kledingstuk te promoveren. Eenmaal terug in hun familiekring hielden zij hun onderbroek in ere. In de pre-onderbroekperiode behielp men zich met vele soor ten 'lijfgoed'. Van de lenden doek tot het omzwachtelen van de buikstreek met wollen doe ken en gebreide broekjes. Zij hadden allen de bekende nade len: zij boden weinig doelmati ge bescherming, de wol irri teerde de huid, zij werden snel vuil wegens de gebrekkige per soonlijke hygiëne en ze waren niet krimpvrij en moeilijk te wassen, zodat ze op hun beurt vaak infectiehaarden werden. Cholera Er was uiteindelijk een chole- ra-epidemie en de industriële revolutie nodig om de bevol king met de zegeningen van de moderne onderbroek kennis te laten maken. De mode heeft er zich intussen ook mee gemoeid en zo zijn wij van het negen tiende-eeuwse vormloze ka toenen flapbroekje tot onze eindeloze variatie aan hot pants, boxershorts, tanga's, ca- ches-sexe en slipjes geëvolu eerd. In amper anderhalve eeuw. De geschiedenis van de onderbroek is inderdaad zeer kort. Johan Lamoral Tarwekorrels als maaltijdbasis. Tarwe, daar bak je brood van. Maar zo opeten? Dat kan dus ook. In de alternatieve hoek worden al jaren granen gekookt als vervanging van rijst, pasta of aardappels. En omdat steeds meer mensen wel eens een dagje eten zonder vlees en toch voldoende voedingsstoffen willen binnenkrijgen, neemt de populariteit van granen als tarwe, gierst en rogge snel toe. Granen eten mag dan nu wat al ternatief overkomen, eeu wenlang deden we niet anders. Nog voordat iemand hier maar ooit van de aardappel had ge hoord, voedden we ons al met on der andere gerst en rogge. In graf tomben van de oude farao's zijn al graankorrels gevonden, die wer den meegegeven aan de doden voor hun reis naar het hierna maals. Door de komst van de aardappel werd graan niet langer als vulmid del bij de maaltijd gebruikt. Rijst (ook een graan) bleef nog wel po pulair, maar het koken van andere granen belandde in de geitenwol- len-sokkenhoek. Omdat steeds meer mensen wel eens een dagje vleesloos willen eten, komen de korrels echter weer helemaal in de belangstelling te staan. Fabrikant Honig brengt nu naast allerhande pastaprodukten ook Tarly, hele tarwekorrels, op de markt. Die zijn niet alleen zeer geschikt voor vegetarische gerechten, maar kunnen ook prima met vlees of vis worden gecombineerd. Volgens eigenaar Henk-Jan Wis- sink van de Natuurwinkel in En schede worden granen grif ver kocht, en echt niet alleen aan vegetariërs. „Je kunt je voedings pakket op verschillende manieren samenstellen. Een maaltijd met granen, peulvruchten en groente is een prima uitgebalanceerde maaltijd. Er komen steeds meer mensen die een dagje in de week zo willen eten, omdat ze zich daar goed bij voelen". Kookgranen In de Natuurwinkel liggen niet al leen bekende granen als tarwe, rogge, gerst en haver, maar ook on bekendere soorten als spelt, het oude Inca-graan quinoa en ka- moet. Verder zijn er nog de kookgranen die van tarwe worden gemaakt, zoals bulgur en couscous. Vooral dat laatste komt in onze multicul turele samenleving steeds meer in de mode. Het is neutraal van smaak en leent zich heel goed voor sauzen met bijvoorbeeld tomaten, aubergines en courgettes. Boek weit kan geroosterd worden en heet dan kasha, boekweit wordt gebroken tot grutten en gerst ge slepen tot gort. In de Natuurwinkel zijn gierst en quinoa het populairst. Waar schijnlijk heeft dat te maken met de korte kooktijddeze granen zijn snel klaar. Grovere granen, zoals tarwe, rogge en gerst, moeten eerst veel levenskracht in zit: de plant heeft al zijn energie en levens kracht in de zaden gestopt en als je die eet, zou je je daar zelf ook goed bij voelen. „Als je nagaat dat de graankorrels die in de graftomben van Egypte werden gevonden na al die eeuwen nog kiemkrachtig waren, dan kun je je bij die levens kracht wel iets voorstellen", beaamt Wissink. Bovendien zou er volgens vegetariërs helemaal geen honger meer op de wereld zijn als een nacht weken en dan worden gekookt. Het beste is om ze aan de kook te brengen en dan nog een paar uur te laten nagaren. De al ternatieve scene heeft daar een hooikist voor, de pan in een thee doek binden en dan in een oude slaapzak binden wil ook. In granen zitten veel voedingsve zels en daar ontbreekt het in veel moderne voedingsmiddelen juist aan. De echte liefhebbers zweren bovendien bij granen omdat er zo- iedereen granen zou eten in plaats van vlees om de benodigde eiwit ten binnen te krijgen. Nu worden tonnen graan per jaar aan vee op gevoerd, voor elke kilo vlees zijn vele kilo's graan nodig. Zo beke ken heeft graan eten nog een idea listisch doel ook... De verschillende granen op een rijtje: - Gierst. Kleine korreltjes, die vlug klaar zijn (20 minuten). Was al eeuwen een voedingsmiddel toen rijst nog bekend moest worden. - Boekweit. Is technisch gezien geen graan, want behoort niet tot de grassenfamilie. Bevat geen glu ten en past dus in een glutenvrij dieet. In 20 minuten gaar. Wordt ook geroosterd en heet dan kasha. - Gerst. Groeit bijna overal. Was lang populairder dan tarwe. Is te koop als kookgraan, maar ook als grutten en vlokken. - Tarwe. Meest verbouwde graan soort ter wereld. Bevat zeer veel gluten. Wordt o.a. verwerkt tot bulgur, gebroken tarwe en cous cous en natuurlijk deegwaren. Moet worden geweekt en dan nog anderhalf uur. Tarly van Honig, een nieuw produkt, heeft maar 12 minuten kooktijd. In Frankrijk een zeer veel gebruikt maaltijd- graan. - Rogge. Wordt al eeuwen ver werkt tot brood. Weken en ander half uur koken. Kan ook goed sa men met rijst worden gegeten. - Haver. Voedzaam, bevat 7 pro cent vet. Levert zeer veel energie. Weken en een uur koken. Ook als vlokken te koop, bijvoorbeeld voor ontbijt. Frederike Krommendijk zaterdag 25 maart 2000 Er was uiteindelijk een cholera-epidemie en de industriële revolu tie nodig om de bevolking met de zegeningen van de moderne on derbroek kennis te laten maken. foto Mey Niet alle vegetariërs in ons land kijken verrukt op wanneer ze zien dat er in de schappen van de supermarkten, tussen het vlees en de kippen in, met een grote regelmaat meer plaats wordt ingeruimd voor steeds meer soorten vleesvervangers. Niettemin blijkt uit de almaar stijgende verkoopcijfers (bron: Voedingscentrum - Den Haag) dat er een groeiende belangstelling voor dergelijke producten bij de consumenten bestaat. T Tet doet op z'n zachtst gezegd -LJ-wat merkwaardig aan dat je mensen die om welke reden dan ook geen vlees meer willen eten, producten aanbiedt die er uitzien als vlees en ook op vrijwel dezelfde wijze moeten worden bereid. Ster ker nog: sommige producenten wijzen erop dat de smaken van hun produkten niet of nauwelijks onderdoen voor die van het échte vlees, kip of vis. Van alle vleesvervangers zijn tahoe (tofu) en tempé de meest be kende. Het zijn sojaproducten die al heel lang, sommigen beweren al duizenden jaren, in Zuidoost-Azië worden gemaakt. Het zijn voorna me leveranciers van hoogwaardi ge eiwtten die het daardoor moge lijk maken om het eten van vlees ter zijde te schuiven. In grote delen van onder andere China, Thai land, Vietnam, Malakka en Indo nesië weet men er in de keuken uit stekend mee om te gaan. Ook in Japan, waar tot diep in de 19e eeuw het eten van vlees voor grote groepen van de bevolking verboden was, hecht men grote waarde aan deze klassieke basis producten. Men beschouwt ze er, evenals in de meeste andere lan- toe wel zonder vis, vlees, wild of gevogelte wil stellen. En het zijn ook de mensen die graag binnen vrij korte tijd een complete maal tijd op tafel wensen te brengen. Zij laten zich niet afschrikken door het feit dat de vleesvervangers er als vlees uitzien en ook als vlees worden bereid en opgediend. Gemaksvoeding De nieuwe vleesvervangers zijn, op een enkele uitzondering na, onder te brengen in de groep van voedingsmiddelen die als conve nience-food bekend staat. Ge maksvoeding. Vlug klaar en neu traal van smaak. Je moet er nog heel wat (kruiden, specerijen) aan toevoegen wil je het als een accep tabel gerecht op tafel kunnen brengen. Daarmee doe je vegetariërs geen groot plezier, want die hechten er juist aan om gerechten voorgezet te krijgen waaraan geen (kunst matige) kleur- en smaakstoffen te pas komen. Hans Belterman In de komende week worden in de da gelijkse receptenrubriek op pagina 4 suggesties opgenomen voor gerechten waaraan geen vis, vlees, wild of gevo gelte te pas komt. Evenmin worden er ingrediënten in opgenomen op basis van sojabonen en vergelijkbare (eiwit rijke) producten. De stelling dat wan neer je het zonder dierlijke eiwitpro ducten wenst te doen, je er vooral op moet letten dat je dan wel voldoende alternatieven (eiwitten van plantaar dige oorsprong) dient te eten. blijkt in middels al jaren geleden te zijn achter haald, omdat de voeding in ons land al bijzonder rijk is aan dergelijke bouw stoffen. Wel dienen zij, die heel streng in de leer zijn (veganisten) en onder an dere het gebruik van zuivelproducten afwijzen, bij voortduring te letten op het gehalte aan eiwitten, vitaminen en mineralen (ijzer) in hun dagelijkse voeding. De vegaburger is één van de vele vl den van Azië, terecht als bijzonder waardevol voor het instandhou den van een goede gezondheid, waarbij men voorbij gaat aan het feit dat het ook vleesvervangers zijn. Het tegendeel is eerder waar, want tahoe (tofu) en tempé worden er ook samen met écht vlees in tal van gerechten verwerkt. Men gaat er in Azië dan ook van uit dat sojaproducten zoals tahoe (tofu) en tempé naast vis, vlees, ge vogelte en wild tot de meest be langrijke eiwitleveranciers van de mens behoren. Het feit dat derge lijke producten ook als vervangers van vlees en veel andere eiwitrijke voedingsstoffen kunnen dienen, acht men er een aardige bijkom stigheid. Neutraal Van de nieuwe vleesvervangers die onder hun verschillende merkna men worden aangeboden, kan worden gesteld dat ze opvallend neutraal van smaak zijn. Een en keling is wat steviger gekruid en doet wat de smaak betreft enigs zins denken aan de smaak van kip pen uit de bio-industrie. Andere producten hebben wat de smaak betreft iets van vis weg. De smaak van rundvlees is blijkbaar moei lijk na te maken, want producten met die smaak zijn in het thans be kende assortiment (nog) niet op genomen. Het is aannemelijk dat de meeste kopers van de vleesvervangers zich (nog) niet tot het vegetarisme hebben bekeerd. Het betreft waarschijnlijk een groeiende groep consumenten die het zo af en

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 61