Ongewoon wonen inspireert Piekeer'n gao me nog a goed af PZC buitsngöbJBcl^r Dialecttoneel in Hoofdplaat Nieuwe invullijsten 30 foto's Dirk Jan Gjeltema woensdag 22 maart 2000 aftrekbaar zijn van de belasting'). Volgens de bewoonster brengt dat beperkingen met zich mee. „In het interieur mag ik mijn gang gaan. Maar aan de buitenkant mag ik werkelijk niets. Zelfs buitenzonwering is taboe." In Scherpenisse belt Mastenbroek aan bij de watertoren, die sinds een aantal jaren wordt bewoond. Twee van de vijf verdiepingen van de toren zijn in gebruik om te wonen en te werken. De eigenaar legt uit hoe hij door een samenloop van omstandigheden met zijn vrouw en kinderen in de 52-meter hoge toren uit het begin van de vorige eeuw is beland. „Ik heb een zeilmakerij. Dat vraagt veel werkruimte. Waar vind je die? In ons vorige huis in Sint-Annaland was ik uit mijn jas gegroeid, om het zomaar eens te zeggen. Dan is er een mogelijkheid om huis annex werkruimte te betrekken ergens op een industrieterrein. Maar daar voelden we niet voor. Toen kwam deze watertoren te koop." Opslagtank Een van de opmerkelijkste onderkomens treft de samensteller van Wonen in... Mastenbroek in de stad Groningen aan. Daar woont een 42-jarige kunstenaar in een oude opslagtank van oliemaatschappij BP. „Deze tank was voor mij gewoon de oplossing voor mijn door Richard Hoving Wonen op een boot of in een boerderij, daar is niets vreemds aan. Anders wordt het wanneer iemand vertelt dat hij in een stationsgebouw of watertoren huist. En wat te denken van wonen in een vuurtoren of een opslagtank. John Mastenbroek, medewerker van een woningbouwvereniging in Zoetermeer. reisde stad en land af op zoek naar mensen die een niet- ailedaags dak boven hun hoofd hebben. ARCHITECTUUR Mastenbroek heeft zijn indrukken verzameld in het onlangs verschenen boek Wonen in...In zestien interviews stelt hij beivoners en hun niet alledaagse woningen voor. De bijdragen verschenen eerder in het ledenblad van de Christelijke Woningbouwvereniging Zoetermeer. De auteur werkt met de vraag- en antwoordvorm. En dat levert soms tenenkrommende passages op. Een voorbeeld. Hij interviewt de eigenaar van een kasteel in Friesland. „Zou u zich aan onze lezers even willen voorstellen?" De man antwoordt: „Daartoe ben ik zeer wel bereid." Een tweede voorbeeld. Mastenbroek beëindigt het gesprek met de bewoner van een kazerne. „Ellen, fijn datje zoveel wilde vertellen over het wonen op een locatie, waar het legergroen verdween en het buitengroen bleef!" Mastenbroek raakte op zijn tocht door Nederland tot twee maal toe in Zeeland verzeild. In Middelburg bezocht hij, met pen en camera, één van de acht bewoners van een pakhuis aan de Goese Korenmarkt. De bewoonster vertelt over de geschiedenis van het pand. Het pakhuis dateert van 1735. Tweeënhalve eeuw later liet een projectontwikkelaar appartementen in het pand bouwen. „Aardig is, dat deze appartementen bijna allemaal anders van bouw zijn." Ze kan zich nog herinneren dat het pand aan de Goese Korenmarkt in gebruik was als pakhuis. „Alsjong meisje ben ik er dikwijls langs gelopen, zonder te kunnen vermoeden dat het ooit nog eens Pakhuis aan de Goese Korenmarkt in Middelburg, waarin appartementen zijn ondergebracht. In de watertoren van Scherpenisse zijn twee van de vijf verdiepingen in gebruik om te wonen en te werken. J. Mastenbroek, Wonen in uitgave van de Christelijke Woningbouwvereniging Zoetermeer, te bestellen via 079-344610040,- (inclusief portokosten). De watertoren van Scherpenisse. zo'n riante woning zou worden." Het complex heeft de status van Rijksmonument ('Ik weet dat omdat alle kosten die gemaakt worden voor het exterieur ruimteprobleem." In vijf jaar tijd werd de tank tot woon- en werkruimte verbouwd. „De belangrijkste vraag was, hoe er een verdiepingsvloer kon worden aangebracht over een cirkelvorm met een straal van twaalf meter." Een HTS-student hielp hem uit de problemen. „Hij heeft de stand bepaald waar de vloer moest komen, welke sommen erop losgelaten moesten worden en hoe de draagconstructie eruit moest komen te zien." Navolging heeft zijn idee nog niet gevonden. „Er zijn wel jongens geweest die er aan wilden beginnen, maar of daar iets van gekomen is weet ik niet. 'k Geloof het niet." Mastenbroek zegt Wonen in 'niet zomaar' te hebben geschreven. „Daar ligt een bedoeling achter, daar zit een duidelijke boodschap in." Hij vat het in de 'Verantwoording' als volgt samen: „Wat is het een voorrecht als we een dak boven ons hoofd hebben. En of dat nu een dak van een kasteel of een woonwagen is, van een grot of een pakhuis, we hebben iets van geborgenheid, van beschutting. Wonen is immers leven!" door Rinus Willemsen Zijn gezicht is zo effen als een biljartlaken en onder zijn rode pet met brede klep kijken me twee strakke ogen aan. We praten over zijn successen, zijn medailles en bekers, maar hij verraadt geen ogenblik de trots die in hem leeft. Zo is Mark Ballegeer uit Biervliet nu eenmaal. 'n Jaor of vuuve bin 'k bezig mee biljart'n, mao m'n vaoderen m'n moeder die binn 'n zeven jaor beezig mee baljart'n. M'n broer en ikke, wudder binn'n elk vuufjaor bezig.Het is dus een sport van het hele gezin. Er zijn maar weinig jongens en zeker meisjes, die hun vrije tijd doorbrengen rond de biljarttafel. Mark merkt dat ook. Soms krijgt hij rare vragen over zijn hobby. Hij schaamt zich er niet voor. Integendeel, hij vertelt met plezier over zijn lidmaatschap vroeger bij de club 'Het Hof van Eede' en nu bij 'Concordia' in Terneuzenen natuurlijk bij 'Het Harinkje' in Biervliet. Twee avonden in de week kunnen we hem dus vinden rond de biljarttafel. „En 's zaoterdags of's zondags, dan doen me gewoon een partijtje, ni voo de competietie, nêê zóó mao. Da kan overa ziin. Jao, 't gao maor om 't speel'n ee?" Vroeger heeft Mark nog op voetbal gezeten. Niet lang. Eén jaartje maar. Dat was best een leuke sport, maar om er echt in door te gaan, dat leek 'm toch niet zo goed. Hij houdt nog wel van voetbal. Zijn favoriete club is PSV en daar volgt hij alle wedstrijden van. Daar kan hij ook hele verhalen over vertellen, maar altijd komt hij toch weer terug op zijn echte sport, biljarten. En hoe kan dat ook anders. Zijn moeder is wedstrijdleider. Als ik 'm even aankijk, zegt ie: „Jao, mee 'n lange en 'n kort'n ei.Kijk, dat is nu een grapje, dat typisch bij Mark past Zoonder vee te zegg'n de puntjes op de ie zett'n. Kampioen Het nieuwe jaar startte voor Mark zeer succesvol. In januari werd hij in Axel kampioen van de junioren. Van Zeeuws-Vlaanderen. In de vijfde klas bandstoten. Er waren acht kandidaten en Mark nam de beker mee naar de Beukelsstad. Of hij al die bekers keurig in een vitrine thuis heeft staan in de kamer? „Bel nëê. 'Oe kom je dao noe bie? Die tien bekers van mii staon gewoon erges en de medailles die 'en 'k in die beekers gestook'n. Veder niks." Over zijn techniek laat hij niet veel los. Alleen dat pikeer'n wel zijn sterkste kant is. „Da gao me nog a goed af." Mark zit in 't laatste jaar van de Mavo. In Terneuzen. Op de vraag De Hoofdplaatse toneelvereniging Tekst Kwijt brengt op 31 maart en 1 april de familieklucht Van je familie moet je het hebben. Sinds oktober vorig jaar oefenen de negen leden van de vereniging onder leiding van regisseur Jan Warringa aan het toneelstuk. Het is voor de veertiende keer dat de toneelvereniging een stuk op de planken brengt. Veel passages zijn in het plaatselijk dialect omgezet. Beide voorstellingen beginnen om 20.00 uur in het dorpshuis van Hoofdplaat. of hij genoeg tijd over heeft voor zijn hobby, antwoordt hij bevestigend en even nuchter en zakelijk als hij over zijn biljartsport praat. „A m'n in Biervliet biljart'n, dan ziin me om tien uuren klao. En dan bin 'k om vuuf over tiene thuus ee? Mao jao, binn'n me in Terneuzen, dao duurt 't altiid langer. Mêêstal toe twaolf uuren en dan bin om 'n uur of 'alf êêne thuus." Tijd voor school houdt hij ook genoeg over. Natuurlijk slokt zijn huiswerk heel wat tijd op, maar Mark kan dat allemaal vrij goed regelen. Vorige weeke zaoterdag binn'n me mee vrienden onder mekaore nao Phillepiine gewist om te voetball'n. Zó mao mee 'n clubje vrienden onder mekaore. Daor 'en me dan mee z'n zessen 'n bitje gevoetbald. Dat 'aon me a lange van te voren mee mekaore afgesproken. Da 's best leutig 'óór. Wat hij na zijn Mavo-schooltijd gaat doen is hem al duidelijk. Lange tijd dacht Mark zijn toekomst te kunnen vinden op het beeldscherm, met een virtuele keu op een virtueel groen laken. Maar dat veranderde, want een vervolgopleiding informatica leek hem toch echt te pittig. Geen nood, hij had al wat ervaring opgedaan in de horeca en met die wijsheid in zijn achterhoofd, maakte hij een definitieve keuze in die richting. „Kiek, volgende weeke gaon 'k a gaon solliciteer'n voor 'n plekke om te wérken en dan kan 'k nao de vekantie vier daogen dao nao toe en dan nog één dag nao schoole. Nao 'tROCin Terneuzen." Stageperiode Als Mark dan na de vakantie in een hotel of restaurant kan werken tijdens zijn stageperiode, dan zal hij zeker kijken of daar ook een biljart opgesteld staat. Thuis bij zijn ouders, is er geen biljartkamer. Maar het is een wens van hem „om laoter, an 'k op m'n eigen bin, toch 'n biljart te köóp'n." Het biljartseizoen is nu ver afgelopen. Biljarten is sport dat vooral in de winter wordt beoefend. „Voorige weeke was 't nog een toernooi in Clienge. Da was nii voo d'n Bond" en daarmee bedoelt hij de Koninklijke Nederlandse Biljart Bond, de KNBB. De zomertijd breekt aan. Markt gaat de horeca in, maar eerst moet hij zijn examen doen. Op school leven ze met hem mee. Toen hij twee maanden geleden kampioen werd, hingen de krantenknipsels bij de conciërge in diens werkkamer. Achter het raam. Heel de school moest het lezen. „Mao da doen ze nii allêêne van miin 'óór. Da doen ze ook van die in de krante staon mee andere sporten, zöas voetball'n, zwemm'n of pèerdriej'n. Of dat leuk is? O, bel jao, mao 't is we 'n bitje raor ee, da je naome daor 'n 'êêle weeke 'angt." Deze week verschijnt Nehalennia, het kwartaalblad van de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek. Daarin is een inlegvel met vragen naar Zeeuwse woorden en uitdrukkingen. Dit zijn de bouwstenen voor de Aanvulling op het bekende Zeeuwse Woordenboek, dat hopelijk volgend jaar zal verschijnen. Wie belangstelling heeft voor deze vragenlijst kan contact opnemen met de secretaris, Rinus Willemsen, Boterzandestraat 15,4521 AS Biervliet, tel 0115- 481521. Reacties op deze rubriek zijn welkom. Indien u wilt reage ren, of wanneer u een tip voor ons heeft, kunt u schrij ven of faxen naar de PZC, Postbus 18, 4380 AA Vlissin- gen, fax 0118-470102, onder vermelding van streektaal. Mark Ballegeer: 'kBin 'n jaor of vuuve bezig mee biljart'n. foto Charles Strijd

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 30