Willem Nijholt voelt zich tango Paarden T)7P kunst iZ/k cultuur Harry Connick Jr is van alle kunsten thuis 14' Zingaro in Amsterdam Harry Connick Jr.: „Zingen, componeren, arrangeren, orkestleiden, piano spelen en acteren. Voor mij zit het allemaal onder dezelfde paraplu." Het stuk begint met mij die opkomt en zegt: 'Ik ben de tango!'," zegt Willem Nijholt. „Ik ben dus niet Willem Nijholt die over tango vertelt. Nee, ik bén de tango." NederTango heet de voorstelling die vorige week in het Haarlemse concertgebouw in première ging, en waarin Nijholt samen werkt met het Nederlands Fluitorkest en het beste tango-ensemble dat ons land rijk is: Sexteto Canyengue. Hij rent door de gangen van Carré. De repe tities voor een nieuwe serie voorstellingen van de Van den Ende-musical Oliver, waar in hij een gedeelde hoofdrol speelt, zijn in volle gang. Op weg naar zijn kleedkamer groet Nijholt links en rechts bekenden. „Toen ik twee jaar geleden 'ja' zei tegen die tango-voorstelling kon ik ook njet voorzien dat de première daarvan nét in zo'n drukke tijd zou vallen." Hij rent de kleedkamer weer uit en komt even later met bekertjes koffie binnen. „Uitgerekend nu wil ieder zichzelf respec terend televisiezuiltje een programma ma ken over The Making of Oliver. Of ik word gebeld, dat ze tussen de Oliver-repetities door een portret van mij willen maken. Een overzicht van mijn carrière. 'Hoe lang gaat dat item dan worden?', vroeg ik nog. 'Zeven minuten,' zeiden ze. Nu, dat doe ik dan dus niet, haha. Kijk, ik heb in veertig jaar zo'n honderdzestig rollen gespeeld. Daarbij za ten minstens tien grote Shakespeare-rollen. En daarnaast dus nog negen musicals. Maar die musicals, dat is altijd het enige waar ze rie Oebele, maar vooral in musicals. De b Stunt met Jasperina de Jong en Eric Herfst f (1967). De Annie M. G. Schmidt-klassie-j' kers Wat een Planeet(1973) en Foxtrot V (1977). En meer recent bij Joop van den En- 8 de in Miss Saigon en Oliver. Daar tussen- f door zong hij in speciale projecten en maak- P te hij een incidentele plaat. Vijftien jaar ge- P leden nam hij zelfs al eens een tango op: De Huwelijkse Staat op tekst van Hans Dorres- P tijn. d „Ja, maar dat was een heel agressieve tango I hoor. Ik heb toen geprobeerd om het in de f stijl van Dorrestijn te zingen. Het refrein P was trouwens van mijzelf. Maar ik ben nooit k echt bezig geweest met populaire liedjes, h Voor de platenmaatschappijen bleef ik toch P 'die acteur die wel aardig kon zingenEn als j: je hitjes hebt, dan moet je ook allerlei P schnabbels doen .Daar heb ik helemaal geen F zin in. Ik ben een taalliefhebber. En ik heb het geluk dat echte taalkunstenaars als E Jean-Pierre Rawie, Willem Wilmink en Jan e Boerstoel teksten voor mij hebben willen p schrijven. Ik heb mijzelf nooit als een echte F zanger beschouwd. Maar toen ik naar die F dubbel-cd luisterde die twee jaar geleden P verschenen is Portret op het Brigadoon Vo- F cal label), hoorde ik dat daar toch wel een echte zanger stond." Peter Bruyn P NederTango door Het Nederlands Fluitorkest, f Sexteto Canyengue Willem. Nijholt toert door het land. r 1 k V 2 ij trad op in Amerika, Australië, Amerika en de meeste landen van Europa. Maar dichterbij Nederland dan Antwerpen kwam Bartabas nooit. Deze maand maakt hij dat goed. Op vrijdag 17 maart komt de Fransman met zijn paardentheater Zingaro naar Amsterdam voor de wereldpremière van zijn nieuwe show, Triptyk. Waarom paarden? Gezeten in zijn caravan, waarvan het kitscherige interieur perfect harmonieert met zijn bakkebaarden, zegt Bartabas: „Paarden hebben iets unieks; ze vormen je spiegel. Een paard is, wat jij hem leert. Hij neemt je persoonlijkheid over. Met een olifant of een leeuw is dat niet hetzelfde." Bartabas is de oprichter en leider van 's werelds enige paardentheater, Zingaro. Hij kocht in 1980 voor een habbekrats zijn eerste paard, een exemplaar dat eigenlijk 'bestemd was voor de slager. Twee decennia later presideert hij over een stal van tientallen bruine hengsten, blauwogige schimmels en andere edele viervoeters. Hij liet zijn paarden dansen op het ritme van de muziek. Hij deed de galop achteruit. En aldus veroverde hij eerst Frankrijk, vervolgens de wereld. Twee films werden gedraaid van zijn paarden, en zijn laatste show (Eclipse) werd door theatercritici in de halve wereld geloofd. Meer dan 400.000 mensen zagen de voorstelling, geen sinecure gezien Bartabas' voorkeur voor vrijdag 10 maart 2000 Het terrein heeft iets weg van een boerenerf uit de vorige eeuw. Een herdershond houdt de wacht bij de poort, op een bemodderd pad rent een troep snaterende ganzen. Bij de stallen scharrelen kippen rond, hun gekakel slechts overstemd door het snuiven der paarden. Maar dit terrein herbergt een der mooiste theaters van Parijs. Het staat bij Parijzenaars bekend als 'Zingaro', naar de groep die er drie maanden per jaar volle zalen trekt. De weg naar het blankhouten theater leidt langs de hond Andorra en de snaterende ganzen. Links glinsteren twee oldtimers in het zwakke schijnsel van een lantaarn, rechts prijkt de veelkleurige woonwagen van de leider van de theatergroep. Om in de zaal te komen beklimmen de theatergangers een houten trap, die uitkomt op een houten loopbrug. Onder dat vlonder liggen de paardeboxen, van waaruit een nostalgische geur van hooi en leer opstijgt. Stampende hoeven doen roodbruin stof opdwarrelen, dat bezit heeft genomen van de enorme kroonluchters. De zaal is rond en de banken van hout, zoals bij de Shakespeare Globe in de 16e eeuw. Maar anders dan in Londen is hier het podium van zand. Want Zingaro is een speciaal theater; het is een theater waarin paarden de hoofdrol spelen. Een paard is, wat jij hem leert: dat is het uitgangspunt van Bartabas, oprichter en leider van Zingaro. Zingaro is tot nu toe het enige paardentheater ter wereld. hebben, en de muziek van Astor Piazzolla." Borges is de belangrijkste vertegenwoordi ger van de twintigste eeuwse Argentijnse li teratuur en werd geboren aan de rand van Palermo, de 'Italiaanse' wijk van Buenos Aires, de 'slechte' buurt waar begin deze eeuw de tango tot bloei kwam. Piazzolla is de man van de 'tango nuevo', de musicus die vanaf de jaren vijftig de tango van het 'volk se' naar de 'kunst' tilde door tango-compo sities te gaan schrijven voor geschoolde mu sici. „Toen Caryevschi mij voor deze voorstel ling benaderde was mijn eerste reactie: 'Ik vind Piazzolla zó gekunsteld.' Ik ben muzi kaal toch meer blijven hangen in de roman tiek. Ik hou van die melancholie. Begin twintigste eeuw, als het soms al bijna ato naal begint te worden, houdt het voor mij op. Ik had alleen tangoplaten van Malando en zo. Piazzolla vond ik nogal pretentieus. Maar toen ben ik meer naar hem gaan luis teren en ook de genialiteit ervan gaan zien. En inmiddels ben ik helemaal om." „Maar ja, twee jaar geleden ben ik gevraagd om wat verbindende teksten te spreken en nu blijken dat vijftien A4-tjes." Hij houdt de stapel papier vertwijfeld omhoog. „Ik heb eigenlijk helemaal geen tijd om dit nog uit het hoofd te leren, met al die drukte hier. En dan ben ik ook nog iemand die altijd zit te pielen met zo'n tekst. Vertalers zijn niet al- tij d blij met mijwant ik ben heel kritisch als het om mijn teksten gaat." „NederTango gaat over de geschiedenis van de tango. Niet van de dans, maar van de in houd, het gevoel erachter. Die knellende eenzaamheid. Dat zwellende verlangen. Die armoede daar aan de rand van die we reldstad Buenos Aires. Je moet je ook voor stellen dat daar eigenlijk alleen maar mannen woonden. Al die Europese immi granten, eind negentiende eeuw. Zij kwa men naar Argentinië om alvast wat op te bouwen en dan zou hun familie later volgen. De enige vrouwen daar waren eigenlijk de hoeren. De tango die in die kroegen en bor delen werd gedanst was eigenlijk het voor spel. Het deed die mannen vergeten dat ze later voor de liefde moesten betalen. Ik heb ook het idee dat die mannen bij de tango al tijd heel sterk aan hun eigen vrouw dach ten..." „Later werd het de gewoonte dat een bruidspaar de tango moest leren dansen voor de bruiloft. Dat kun je ook weer zien als een voorspel voor de huwelijksnacht. In het Nederlands is het heel moeilijk om dat ge voel over te brengen, terwijl het Spaans zo'n prachtige taal is. Ik spreek goed Spaans. Maar j awe komen er wel uit. Ik kan het heel goed vinden met Jorge." Willem Nijholt, geboren in 1934 in Gom- bong, Indonesië, studeerde aan de Amster damse Toneelschool en debuteerde in 1960 bij het Rotterdams Toneel als Francis in De Gelijkbenigen. Ondanks de reeks klassieke rollen die hij in de beginjaren van zijn loopbaan neerzette, brak hij pas naar het grote publiek door toen hij ook ging zingen. Bij het cabaret van Wim Sonneveld, in de populaire televisiese Willem Nijholt: „Piazzolla vond ik nogal pretentieus. Maartoen ben ik meer naar hem gaan luisteren en ook de genialiteit ervan gaan zien." foto Phil Nijhuis het over hebben, vooral ook de kwaliteits kranten, ja." „Ach, ik ben nu eenmaal een gemakkelijke prater", zegt hij even later. Hij heeft ondertussen het script voor Neder Tango uit z'n tas gehaald om aan te tonen dat het niet om wat korte aankondigingen tussen de muziekstukken door gaat. „Het initiatief komt van Jorge Caryevschi van het Nederlands Fluitorkest", vertelt Nij holt. „Hij is Argentijn, maar woont al zo'n twintig jaar in Nederland en is helemaal weg van tango. Hij heeft een programma sa mengesteld over de geschiedenis en het ka rakter van de tango, op basis van teksten van Jorge Luis Borges, Horacio Ferrer en andere auteurs die over tango geschreven kleine zaaltjes. Die voorkeur, zo zegt Bartabas, wordt ingegeven door de noodzaak van intimiteit. „Ik wil dat de toeschouwers mijn paarden in de ogen kunnen kijken. Het is voor mij niet moeilijk veel grotere zalen te vullenMaar dan is het geen theater meer, eerder een demonstratie." Zijn wieg stond 43 jaar geleden in het appartement van een gegoed Parijs gezin, maar de legende wil dat hij een zigeuner is. Bartabas doet weinig om die mythe te loochenen: hij leeft als een zigeuner. Negen maanden per jaar reist hij rond met zijn paarden, ganzen, kippen. Maar zelfs in het resterende kwartaal, dat gesleten wordt rond zijn houten kathedraal bij Parijs, wonen de artiesten in hun bonte caravans. Bartabas deelt de caravan met zijn vrouw en beide kinderen, maar hij wordt ook wel eens wakker in het hooi, naast een van zijn edele dieren Toen vorig jaar het paard stierf waarmee hij 15 jaar lang had opgetreden, was dat „erger dan het verlies van een kind". Bartabas was zo geschokt, dat hij zichzelf een figurantenrol toebedeelde in de nieuwe show (die op 17 maart in Amsterdam zijn wereldpremière heeft). „Ik voel me zoals die beroemde violist wiens viool werd gestolen, en die twee jaar niet kon optreden omdat hij eerst aan zijn nieuwe viool moest wennen", zegt Bartabas. „Wat voor hem zijn viool was, was voor mij mijn paard." De theatergroep heeft twee jaar gewerkt aan de nieuwe voorstelling, waarin behalve paarden ook zeven Indiase vechters en twee dansers optreden. De muziek (Le sacre du printemps en La symphonie de Psaumes) is van Igor Stravinsky, gecomponeerd door Pierre Boulez. „Stravinsky's muziekheeft iets dierlijks", zegt hij, „net als Zingaro." Voor de pauze ligt de nadruk op de acrobatiek, het deel uit het programma dat de meeste voorbereiding vereiste. Ruiters en vechters maakten bij de generale repetitie een gespannen indruk, nadat enkele dagen eerder een meisje onder haar schimmel was terechtgekomen. In de tweede helft treden de dansers meer op de voorgrond, waarbij eenmaal de paarden zelfs zijn vervangen door gipsen beelden. Bartabas: „Ik heb dat nummer instinctief ingelast. Waarom ik dat heb gedaan, begreep ik later pas zelf. De afwezigheid van echte paarden in dat nummer symboliseert de dood van mijn paard vorig jaar." Cees van Zweeden Zingaro is in het kader van het Hol land Festival van 17 maart tot 9 april te zien in de Westergasfabriek te Amsterdam. Hij lijkt zo weggelopen uit de jaren veertig. Maar Harry Connick Jr. staat wel degelijk in deze tijd. Sterker, hij plaatst er een vet stempel op. Als zanger, componist, arrangeur, orkest leider, pianist en als acteur. „Ik vind het allemaal leuk." Sommigen zeggen dat hij flink bezig is zijn idool Frank Sinatra naar de kroon te steken. Op het eerste oog is dat ook zo. Ook bij Harry Connick Jr. lijkt het alsof zingen en acteren hem geen en kele moeite kost. Ook bij hem is het zowel in muziek als in de filmwereld wat overtuigings kracht en timing betreft dik voor elkaar. Maar als het gaat om veelzijdig heid is het bij de 32-jarige Ame rikaanse juristenzoon wel een ander verhaal. Frank Sinatra zong en acteerde. Connick speelde in twaalf films en maak te een stuk of twaalf cd's. Maar hij schreef ook een slordige hon derd songs. Is bovendien orkest leider en componeert dat het een aard heeft. Zijn songs zitten op het niveau van Cole Porter en dan arrangeert hij die ook nog eens voor grote orkesten alsof hij het hele oeuvre op dat punt van Jerry van Rooijen, John Clayton en Bill Holman van bui ten kent. Terwijl hij in zijn ar rangementen geestigheden waar Spike Jones patent op had ook niet uit de weg gaat. En daarnaast is er dus film. Vo rig jaar stond hij naast Sandra Bullock in Hope Floats. Dit voorjaar komt Way word Son in de Amerikaanse bioscopen. Met een hoofdrol voor Joseph Harry Fowler Connick Jr, zoals hij vol ledig heet. Zoveel kwaliteiten verenigd in zo'n slungelachtig mager man netje. Het lijkt ongelooflijk. Maar zelf is Connick, die en pas sant nog een kwalificatie als best geklede artiest binnens leepte, er vrij nuchter over. „Zingen, componeren, arrange ren, orkestleiden, pianospelen en acteren. Voor mij zit het alle- maal onder dezelfde paraplu. Het is kunst. Ik vind het alle maal leuk om te doen." Acteren is wachten, zo luidt de I uitdrukking. En Connick die met vrouw en twee dochtertjes» ook nog het leiden van een ge-IP zinsleven hoog in het Ameri kaanse vaandel houdt, geeft toe; dat hij zijn tijd wel zo effectiefp mogelijk indeelt. „Tijdens het opnemen van dejC film Hope Floats schreef en ar-ip rangeerde ik de hele cd To See/. You. Er stond geen piano op dek set. Ik schreef alles in mijnji hoofd. Precies zoals ik dat altijdp: doe. Dus eerst een tekst verzin-p nen. Vervolgens een melodie enZ daarna nadenken wat leuk isiei voor het orkest. Ik schreef hetin allemaal op blaadjes muziekpa-» pier. Zo arrangeer ik. Toen hij als driejarig kereltje in \t New Orleans achter de piano kroop wist hij al zeker dat hij de(C muziek in zou gaan. En daartoe l flink gestimuleerd door beide k ouders en lessen van New Or-ir leanslegendes als James Booker r en Ellis Marsalis lukte dat ook.p De film kwam in zijn leven toen 5 hij als twintigjarige al bezig was 1 een flink stempel op het mu- ziekleven te zetten. „Ik speelde in een club. En opl een gegeven moment kwam er I een kerel naar me toe. Hij had me zien optreden. Hij had ge zien hoe ik stukken aan en af-| kondigde. Hij dacht iemand dier dat soort dingen een beetje han- j dig kan, die moet ook kunnen II acteren. Hij vond dat ik maar| eens auditie moest doen voor! een film getiteld Memphis Bell. p Ik deed auditie en het bleek dat j ik acteren heel leuk vond. Voor IV! mij zijn er niet zo veel verschil-n len tussen acteren en muziek- v maken. Het zijn artistieke p processen die heel goed te verge-g lijken zijn. In beide gaat aan het handelen een denkwerk vooraf."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 14