watt? Spijbelaars terug in het goede spoor PZC reportage 27 Snelle aanpak zaterdag 26 februari 2000 RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE Spijbelen wordt steeds vaker als een groot probleem gezien. Er moet worden ingegrepen, anders dreigt de leerling helemaal niet meer naar school te gaan. En dan zit hij of zij zonder diploma. De beste manier om dat te voorkomen is: snel aanpakken, korte lijnen. De Zaanse methode is daarbij een landelijk voorbeeld. Daar heeft iedereen die met risicojongeren te maken heeft, de krachten gebundeld in het Centraal Meldpunt Jongerenbegeleiding (CMJ). Het ministerie van onderwijs heeft de aanval ingezet op de schooluit val. Iedereen moet eigenlijk met een papiertje de school verlaten. Want zonder diploma heb je op de lange ter mijn meer kans om werkloos te raken. Om te zorgen dat geen jongere tussen wal en schip raakt, is een sluitende aanpak nodig. Iedereen die jongeren kan helpen om uit de problemen te ra ken, moet met elkaar samenwerken. In de jongste landelijke Almanak Schoolverlaten wordt de Zaanse me thode daarvoor als inspirerend voor beeld gesteld. Want het gaat in het Zaanse CMJ om snel handelen, om korte lijnen. Het CMJ functioneert nu zeven jaar. Iedereen die te maken heeft met jongeren die zijn vastgelopen in het onderwijs, heeft er de krachten in gebundeld. Achttien organisaties zijn vertegenwoordigd: scholen, jeugd zorg, straathoekwerk, gemeente, kin derbescherming, politie en jeugdre classering. Zij komen elke twee weken bij elkaar om over leerlingen te praten die uit de boot dreigen te vallen. Er wordt geen beleid gemaakt, nee, er wordt naar concrete oplossingen ge zocht om leerlingen weer in het goede spoor te krijgen. Jaarlijks gaat het om een kleine hon derdjongeren. Per bijeenkomst komen gemiddeld veertig leerlingen aan de orde, van wie velen al eerder bespro ken zijn. Dan wordt vooral gekeken of de voorstellen van de vorige keer ge holpen hebben. Zo i s er Emese. Zeis eind voi-ig j aar met haar familie verhuisd vanuit Apel doorn. Daar zat ze in het voortgezet speciaal onderwijs, een vso-lom- school. De gewone school in Zaandam heeft haar geweigerd. Ze is inmiddels bij een lom-school aangemeld, en om de tijd te overbruggen zit ze in de op- vanggroep. Die begeleidt jongeren om weer naar school te gaan. De opvang- groep meldt het CMJ dat Emese eigen lijk naar een school voor moeilijk le rende kinderen moet. Maar de andere CMJ'ers vinden het meisje daarvoor te intelligent. De opvanggroep blijft er bij: de school waar ze nu aangemeld is, is te druk voor haar. Vanuit het CMJ wordt een andere lom-school voorge steld, waar het een stuk rustiger is. Spin in het CMJ-web is leerplichtamb tenaar Irene Goezinne. Ze bestrijdt na mens de gemeente spijbelen en school uitval. Scholen melden spijbelaars bij haar. Eerst gaat ze met de leerlingen en de ouders praten. „Een stevig gesprek wil vaak al wel helpen.In dat gesprek kunnen ook suggesties worden gedaan voor hulp. Als ouders niet meewerken, of als niets helpt, kan de ambtenaar een proces-verbaal uitschrijven. Dan komt de zaak voor de kinderrechter, en wacht een taakstraf. Maar na bemid deling door Goezinne gaan de meeste leerlingen weer gewoon terug naar hun oude school. In de bosjes Dat geldt bijvoorbeeld voor Daniël, een jongetje van negen jaar. Zijn ou ders zijn gescheiden, met zijn vader heeft hij geen contact meer. Laatst was de school in rep en roer: Daniël was de hele dag onvindbaar. Alle leerkrachten zoeken. Uiteindelijk wordt het joch met hulp van een buurjongetje gevon den. Hij heeft twee nachten in de bosjes geslapen. Nu blijkt dat zijn moeder naar haar moederland Italië is ver trokken. Na overleg met de toeziend gezinsvoogd wordt Daniël onderge bracht bij een oudere kennis van de fa milie. „De moeilijkheden doen zich vaker voor in gezinnen waar de ouders ge scheiden zijn of in scheiding liggen", zegt Goezinne. „Vaak zijn er proble men in het gezin. Dan kan de jeugdzorg hulp bieden. Het zijn ook vaak de soci aal zwakkere gezinnen die de proble men krijgen. Het is heel triest, maar we kunnen de problemen vaak al van te voren zien aankomen. Dan hebben we het in het CMJ al over een broertje of een zusje gehad." De leerplichtambte naar brengt dit soort kinderen in in het overleg. Maar de meeste leerlingen worden toch vooral aangedragen door mentoren van scholen. De scholen doen hun uiterste best leerlingen met Spijbelen moet streng worden aangepakt. De spijbelaars dienen geregistreerd te worden. In Zaan dam slaagt men er inmiddels in de kinderen weer naar school te krijgen. foto Roland de Bruin extra begeleiding op school te houden. Het CMJ is een vangnet voor die jonge ren die op school uit de boot dreigen te vallen. De meesten hebben privé-pro- blemen, die succes op school in de weg staan. Diploma Geraldo wordt tijdens de vergadering door een mentor aangemeld. De vijf tienjarige jongen zit in de derde klas van het ivbo, de individuele variant van het voorbereidend beroepsonder wijs. De school zit met de handen in het haar. De leraar wil hem niet meer in de klas hebben, Geraldo pest, verziekt de sfeer en trekt andere kinderen omlaag. Bovendien is hij depressief. Hij heeft meer begeleiding nodig dan de school kan bieden. Speciaal onder-wijs is voor hem beter, misschien samen met hulp verlening door de jeugdzorg. De school wil hem verwijdex-en, maar zijn moeder wil niets; Geraldo moet een gewoon di ploma halen. Iedereen in het CMJ denkt mee. Hulpverlening is uit den boze zo lang de ouders niet meewer ken, zegt de jeugdzorg. Overplaatsing naar speciaal onderwijs voorlopig ook. De andere mentoren hebben zelf ook wel met dit probleem te maken gehad. Een van hen stelt voor dat de school weer met de moeder gaat praten en duidelijk zegt dat een gewoon diploma onhaalbaar is. Geraldo doet niets op school, leert niets en wordt er alleen maar ongelukkig van. Als exs over twee weken geen vooruitgang is, gaat Goe zinne het proberen. Zij kan meer druk op de moeder zetten. De meeste jongeren hebben problemen met hun gedrag. Steeds meer van hen zijn verslaafd aan alcohol, drugs of pil len. Ze zijn daardoor minder geremd, wat weer tot meer agx-essie, meer ge weld kan leiden. Als ze door hun verslaving al niet minder op school ko men, veroorzaken ze daar meer over last. Het straathoekwerk in Zaandam heeft: daax*voor het RIMH-pxxxject op gezet. Dat is een training van veex-tien weken, waarin jongeren niet alleen le ren zich minder gewelddadig te gedra-1 gen, maar ook pi-oberen uit te vinden welke richting ze op willen en hoe ze dat kunnen bereiken. Zo maakt het CMJ zich zorgen over Rujero. De vijftienjarige jongen heeft al een verleden achter zich van spijbe len, drugs en geweld. De jeugdzorg heeft als eens met de kinderbescher ming gedreigd, en toen ging Rujero meer naar school toe. In het CMJ is al eens geopperd hem naai- een internaat te sturen, maar de jeugdbescherming zag daar toen nog te weinig reden voor. Nu staat hij weer op de agenda, weer wegens spijbelen. Goezinne heeft een proces-vex-baal uitgeschx-even, en Rujero aangemeld bij de kinderbescherming. De mentor zegt dat Rujero blijft spijbelen, maai de jeugdzorg meent dat het wel weer goed gaat. De politie meldt dat de jongen betrokken is geweest bij mis handeling. Op voorspraak van de jeugdzorg kx-ijgt Rujero ('hij is heel ge motiveerd') toch nog een kans. Hij gaat weer naar school. De opvanggroep gaat hem bovendien begeleiden, onder vooi-waax-de dat hij drugsvrij blijft en zijn agressie intoomt. Overleg Het lukt niet altijd een spijbelaar terug naar school te krijgen. Dan wordt ge probeerd om een stageplaats te regelen in een bedrijf. Dat kan via het Bowos- project. Daar wordt een bedrijf ge zocht waar de jongen of het meisje zon der diploma vier dagen per week kan werken, voor honderd gulden per week. De andere dag moet hij of zij nog wel naar school, voor theorielessen. Zo krijgt de jongere meer kans om lang aan de slag te blijven. Anders vervalt hij namelijk in ongeschoold werk, en dan wordt hij te duur zodra hij ouder wordt en meer dan het minimum jeugdloon moet gaan verdienen. Het Bowos-project bleek voor Moniek de oplossing. Het meisje is zestien jaar, ging eind vorig jaar naar school. Door problemen thuis trok ze in bij een oom in Utrecht. Daax-vandaan liet ze weten wel wat te zien in een stageplaats. Bowos regelt voor haar werk in een modewinkel in Amsterdam, en ze be looft dat ze een cursus in Zaandam zal volgen. Ze krijgt bovendien hulp van de jeugdzorg. Nu in febx-uari blijkt dat de stage omgezet wox-d in echt werk. Moniek kan van de lijst metbijhoudex-s van het CMJ. „Het CMJ werkt effectief en doeltref fend", stelt Goezinne. „Via het overleg worden leerlingen snel door-verwezen naar de instelling die het meeste ge schikt is. Sommige kinderen hebben we binnen enkele weken geholpen, en kunnen ze van onze lijst af, andere staan soms jaren op de lijst." Eric Kok

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 27