Het voetbalplezier is weer terug
De liefde voor een cafésport
Arjan Human
op zijn plaats
bij Kloetinge
Van Acker
en Persijn
delen passie
voor darts
Zijn komst naar Kloetinge wekte
verwachtingen. Logisch, want
Arjan Human voetbalde in de jeugd
van Feycnoord en bij de Belgische
profclub Cercle Brugge. In dienst
van de Bevelandse hoofdklasser
was de 21-jarige aanvaller in
zestien wedstrijden goed voor elf
doelpunten. „Het voetbalplezier is
weer terug."
Hij neemt nog een trekje van zijn siga
ret, blaast de rook uit en zegt: „Soms
vraag ik me wel eens af hoever ik was ge
komen als ik nooit bij Feyenoord was
weggegaan. In de jeugd voetbalde ik met
jongens als Christian Gyan, Elleiy Cairo
en Ronald Graafland, die nu deel uit ma
ken van de eerste selectie van Feyenoord.
Met Robin Nelisse, die nu bij Cambuur
Leeuwarden voetbalt, trainde ik vaak sa
men. Tijdens een Feyenoord-toernooi
speelde ik ooit tegen Ajax en stond ik als
rechtshalf tegenover Tim de Cler. Ik speel
de hem echt helemaal zoek. Maar ja, hij
voetbalt nu wel in Ajax 1."
En Arjan Human bij de amateurs van
Kloetinge. „In januari speelden we met
het Zeeuws elftal tegen Feyenoord. Toen
ik het veld opliep, werd ik herkend door
John Metgod. 'He, daar heb je Human', zei
hijEen mooi moment, als je bedenkt hoe
veel jeugdspelers hij in de loop der jaren
heeft getraind. Het betekent dat ik toch
een bepaalde indruk heb achtergelaten."
De Middelburger vindt het jammer dat hij
nooit zal weten hoe het gelopen was als hij
langer in Rotterdam was gebleven. „Jam
mer, maar niet meer dan dat." Er bestond
nu eenmaal die afspraak met zijn ouders.
„Ik zou stoppen zodra mijn school onder
het voetballen leed. Toen ik bleef zitten op
de havo was dat het geval. Mijn ouders
heb ik nooit iets verweten. Ze hebben al
tijd voor me klaar gestaan. Het lag vooral
aan mezelf."
Mentaal
Arjan Human speelde na zijn Feyenoord-
tijd even bij FC Dauwendaele en begon
toen aan een nieuw avontuur in België, bij
Cercle Brugge. De oud-voetballer van
Zeelandia en Middelburg bleef er twee
jaar.
Human vertelt:„Het eerste jaar bij Cer
cle was goed, het tweede jaar minder. Ik
speelde weinig. Het plezier ging lang
zaam weg. Mensen verklaarden we wel
eens voor gek dat ik zo vaak op en neer
reisde voor het voetbal. Eerst naar Rotter
dam en later naar Brugge. Maar ik had het
er voor over. Mijn probleem was dat ik
dolgraag wilde voetballen maar daarbij
bepaalde dingen niet kon laten. Ik nam te
weinig rust, at veel ongezond voedsel,
ging uit, laat naar bed, noem maar op. Ik
kan nu zeggen dat ik er, hoe graag ik ook
wilde, mentaal niet klaar voor was. Ik
leefde niet als een prof."
Vertrekken was een logische stap. Hoek
en Kloetinge trokken aan de bel. Human
koos voor Kloetinge, waar hij opvolger
Arjan Human (rechts) in actie tegen GVW: „Eigenlijk ben ik helemaal geen goaltjesdiefVroeger werd me altijd verweten dat ik te weinig scoorde." foto Jan Ruland van den Brink
werd van de naar Hoek vertrokken Onno
Doeland. „Ik wilde weer naar school.
Naar het Cios", legt Human uit. „Diederik
Hiensch, de trainer van Kloetinge, geeft
er les. Ik leer er voor het diploma oefen-
meester 2. Hoek viel ook af omdat ik het
gereis met de boot een beetje beu was."
Warm plekje
Arjan Human viel bij Kloetinge met zijn
neus in de boter. In de hechte Kloetingse
selectie vond de Middelburger een warm
plekje. „Ik ben gevoelig voor de sfeer",
zegt Human. „Als ik het ergens naar mijn
zin heb, presteer ik goed. PQoetinge is een
echte vriendenploeg. Inclusief de leiders
Paul Schipper en .Johan le Conté en kee
perstrainer Anton Swennen reizen er we
kelijks tien man vanuit Vlissingen en
Middelburg naar Kloetinge. Heel gezellig
allemaal. Laatst gingen we op zaterdag
avond buiten het voetbal om een avondje
uit in Antwerpen. Dat bedoel ik met
vriendenploeg.
„We leven heel ontspannen naar wedstrij
den toe. Voorafgaand aan de wedstrijd
tegen Achilles Veen nam ik een cassette
bandje op met de muziek die Alex Lou-
rens graag in de auto draait. Trance, geen
rustige maar wel heel lekkere muziek. De
trainer vond het geen probleem dat het
bandje voor de wedstrijd in de kleedka
mer werd afgedraaid. 'Als het rustgevend
werkt en niemand er last van heeft, vind
ik het prima', zei hij. Dat zoiets kan, vind
ik mooi. Het draagt bij aan een goede
sfeer. Kloetinge is een fijne club. Sinds ik
er speel, is het voetbalplezier weer terug
en zit ik lekkerder in mijn vel."
Arjan Human heeft zich bij Kloetinge
binnen de lijnen laten gelden als een veel-
scorende aanvaller, die ook kan kaatsen,
wegdraaien en koppen. Hij blijft lopen,
ook als het even tegenzit. „Er waren be
paalde verwachtingen toen ik bij Kloetin
ge kwam. Dat was te begrijpen. Maar ik
heb nooit enige druk gevoeld."
„Als je in zestien wedstrijden elf goals
maakt, mag je best tevreden zijn", vindt
Human, die op vele manieren scoorde. Na
een solo, met het linker- en rechterbeen,
een lobje, een hakje, koppend, Human
deed het. „Tegen Hoek sprong ik boven ie
dereen uit en kopte ik de bal zo binnen.
Daar stond ik later bij het zien van tv-
beelden zelf van te kijken. Ik ben hele
maal geen goede kopper en eigenlijk ben
ik helemaal geen goaltjesdief. Vroeger
werd me altijd verweten dat ik te weinig
scoorde."
Human vindt dat hij nog te wisselvallig
presteert. „De ene keer is het heel goed, de
andere keer heel slecht. Uit tegen Hoek,
Achilles Veen en Heerjansdam speelde ik
sterk." Putten-thuis, GVW-uit en Hui
zen-uit gaf hij helemaal niet thuis. Hu-
man: „Als ik lange tijd geen bal krijg, heb
ik de neiging om hem op te halen door me
terug te laten zakken. Daardoor loop ik
uit mijn positie. Hetzelfde gebeurt als ik
uitwijk naar de zijkanten. Ik moet juist
voor de goal aanwezig zijn. Daar moet ik
op letten."
Scouts
Met elf doelpunten achter zijn naam is
Arjan Human een van de betere aanval
lers die rondloopt in de hoofdklassen van
het zaterdagvoetbal. Verschillende scouts
hebben hun oog al laten vallen op de blon
de aanvaller. Human kent de verhalen.
„Maar iets concreets heb ik niet gehoord.
Ik laat het allemaal maar op me af ko
men."
Er moet ook wel een héél aanlokkelij k bod
komen, wil de voetballer overstappen
naar een andere club. Human: „Het prof
voetbal heb ik nog niet helemaal uit mijn
hoofd gezet. Als er een profclub komt, zal
ik er heel goed over nadenken. Dat weten
ze bij Kloetinge. Hoek? Daar zou ik alleen
voor het geld naar toe gaan."
„Ik heb al een gesprek gehad met D iederi k
Hiensch. Hij heeft gezegd dat ik vooral
eerlijk moet zijn. Als er belangstelling is,
moet ik het gewoon vertellen. Je moet na
tuurlijk oppassen door dingen te beloven,
maar ik denk dat de kans groot is dat ik
volgend jaar nog bij Kloetinge voetbal.
Jeffrey van de Velde stopt misschien met
voetballen door studie. Jaap Pijnenburg
stopt geloof ik sowieso. Verder blijft de se
lectie intact. Dat is een goed teken. Kwa
litatief heeft Kloetinge een goede groep.
We hebben een goede mix van jong en oud,
maar in de breedte komen we nog tekort.
We hebben nog een paar goede spelers no
dig."
Eldridge Pentury
Ze komen beiden uit IJzen-
dijke, gaan als vrienden
door het leven en delen een
gezamenlijke passie: darts.
Jean-Paul van Acker (28)
en Remi Persijn (38) doen
komende zondag in hun
woonplaats mee aan het
achtste Jupiler Open Darts-
toernooi, dat ze zelf ook me
de organiseren. Aan de
vooravond van het evene
ment een gesprek met twee
levensgenieters over hun
liefde voor het spelletje, al
coholgebruik tijdens de
wedstrijd en een droom die
werkelijkheid moet wor
den.
Darts een cafésport? Jean-Paul van Acker
zucht als hij voor de zoveelste keer wordt
geconfronteerd met het imago dat zijn sport
tegen wil en dank met zich meedraagt. Hij
neemt een slok van zijn Jupiler, haalt een Belga
uit het pakje en kijkt om zich heen. Voor een
doordeweekse avond is het druk in café Les
Amies, waar zondag ook het toernooi wordt
gehouden. De eigenaar biedt nog een rondje
aan, en Van Acker zegt: „Nou ja, daar is
eigenlijk ook niets mis mee. Darts moet in een
café worden gespeeld."
Remi Persijn knikt instemmend. De ge
boren Antwerpenaar weet dat tradi
ties er zijn om in ere gehouden te worden.
Vijftien jaar geleden verruilde Persijn de
ene cafésport (biljarten) voor de andere,
en daar heeft hij nooit een seconde spijt
van gehad. „De eerste keer dat ik dartte,
deed ik het puur voor mijn plezier. En dat
doe ik nu nog steeds."
Evenals Van Acker houdt Persijn wel van
een biertje op zijn tijd. „Als je een groot
toernooi speelt, heb je soms wachttijden
van een paar uur tussen de wedstrijden.
Dan kun je toch moeilijk op een barkruk
gaan zitten en niets bestellen? Je moet na
tuurlijk niet de hele dag door drinken,
want dat is slecht voor de concentratie."
Van Acker:Je wordt wel wat rustiger van
alcohol, maar met sterke drank moet je
oppassen. Doe je dat niet, dan ga je het
bord dubbel zien."
De laatste tijd, zo merken ze, weipen Van
Acker en Persijn nog maai- sporadisch
hun pijltjes in een walm van bierlucht en
sigarettenrook. „Toernooien worden
steeds vaker in een grote zaal gehouden",
vertelt Persijn. „Je kunt een paar duizend
mensen nu eenmaal niet allemaal in een
café proppen."
Wedstrijden met tweeduizend deelne
mers: Persijn kijkt tegenwoordig nergens
meer van op. Sinds de sport dankzij de
Embassy-successen van Raymond van
Barneveld, Roland Scholten en Co Stom-
pé een spectaculaire groei heeft doorge
maakt, lijkt het wel of iedereen ineens
niets liever wil dan het gooien van een
180'er of een triple 20. Persijn: „Hoe meel
mensen de Embassy zien, hoe meer er
gaan darten. Nederland is erbovenop ge
sprongen."
„Toen ik twaalf jaar geleden begon met
darten, speelden we toernooien met zo'n
honderd man", vertelt Van Acker. „De ja
ren daarna zakte het langzaam in elkaar.
Toernooien met tien of twintig deelne
mers, veel meer was het niet. Van Barne
veld heeft ervoor gezorgd dat de sport
weer groot is geworden. Het ledental van
de ZDF, de Zeeuwse dartfederatie, is in
korte tijd verdubbeld. Nederland is hard
op weg om hét dartland van Europa te
worden."
Het klinkt als grootspraak, maar zo is het
niet bedoeld. Van Acker beseft maar al te
goed dat alleen Engeland, de bakermat
van het darten, aanspraak kan maken op
die titel. Zoals er ook maar één darter de
beste van de wereld kan zijn. Wie dat is?
Persijn: „Eén iemand steekt er ver boven
uit: Phil Taylor." Van Acker: „Hij is de
beste ooit."
Phil Taylor, veelvoudig wereldkampioen
bij de PDC, de Professional Darts Corpo
ration, is de man die vorig jaar in een met
de nodige bombarie aangekondigd pres-
tigeduel gehakt maakte van de toenmali
ge Embassy-kampioen Raymond van
Barneveld. „En dan gooide hij nog ver be
neden zijn kunnen", zegt Persijn. Hoe
goed Taylor werkelijk kan zijn, onder
vond Van Acker twee jaar geleden bij een
toernooi in Antwerpen. In een recht
streekse tweestrijd met zijn idool verloor
hij met 4-1.
Een hernieuwde krachtmeting met Tay
lor zit er zondag niet in voor Van Acker.
Een andere wereldtopper maakt 's avonds
wél zijn opwachting in IJzendijke: Les
Wallace, de Embassy-winnaar van 1997.
Onder begeleiding van een drietal speci
aal ingehuurde doedelzakspelers speelt
de aimabele Schot, die steevast gekleed
gaat in een kilt, een demonstratiewed
strijd tegen de beste acht mannen en de
beste twee vrouwen van het toernooi.
Concentreren
Van Acker en Persijn, beiden lid van de or
ganiserende vereniging Red Lions, be
twijfelen ten zeerste of ze zich bij dat se
lecte gezelschap kunnen scharen. „Ik
weet hoe het gaat op zo'n dag", verzucht
Persijn. ..Als organisator moet je overal
tegelijk zijn. Zelfs vlak voor je eigen partij
zijn er allerlei problemen die moeten wor
den opgelost. Probeer je dan nog maar
eens te concentreren."
Volgens Van Acker hoeft Persijn, die vorig
jaar in Maldegem nog te sterk was voor
Les Wallace in een demonstratiewed
strijd, zich juist daar geen zorgen om te
maken. „Remi kan zich als geen ander af
zonderen voor een partijHij is een rustige
jongen aan het bord."
De staat van dienst in het toernooi van IJ
zendijke bewijst zijn gelijk: Persijn won
twee keer en was eenmaal verliezend fi
nalist. Ook Van Acker verloor één keer een
finale, tegen Jan van der Rassel, de win
naar van de afgelopen twee edities die ook
Remi Persijn (rechts) over de kwaliteiten van Jean-Paul van Acker (links): „Des te verder Jean-Paul komt in het toernooi, des te beter
hij wordt. En hoe beter zijn tegenstander, hoe beter hij zelf speelt." foto Peter N icolai
zondag van de partij zal zijn. Een finale
verliezen, het overkomt Van Acker niet al
te vaak. Remi Persijn weet wel waarom:
„Des te verder Jean-Paul komt in het
toernooides te beter hij wordt. En hoe be
ter zijn tegenstander, hoe beter hij zelf
speelt."
„Je moet met zelfvertrouwen spelen",
zegt Van Acker, in 1998 derde bij de Open
Zeeuwse kampioenschappen en een jaar
later elfde op de nationale ranking. „Als
je gaat missen, blijf je missenen dan is het
eigenlijk al te laat. In zo'n geval moet je
de knop omdraaien en even heel rustig
ademhalen. In het verleden gaf ik
mezelf te gauw gewonnen. Dat doe ik niet
meer."
„Maar als je té zeker van je zaak bent,
komt het ook niet goed", stelt Persijn.
„Als je denkt dat je een bepaalde dubbel
niet kan missen, gaat het altijd fout. Ze
ker bij de laatste, want dat is de moeilijk
ste. Als je de partij kunt uitgooien, wordt
de druk ineens ontzettend groot."
Voorlopig gaat Van Acker noch Persijn
gebukt onder de druk. Dat kan de komen
de jaren wel eens anders worden. Van Ac
ker, in het dagelijks leven werkzaam bij
een drankenhandel, en Persijn, beheerder
van een bistro, hebben hun zinnen gezet
op de Embassy. Persijn: „Omdat ik het al
tijd druk heb gehad met mijn werk, is het
er nooit van gekomen. Maar in 2002 wil ik
voor het eerst proberen om me te kwalifi
ceren voor de Embassy." Van Acker: „Vol
gend jaar wil ik me in de kijker spelen bij
de Nederlandse rankingtoernooien. Met
maar één doel, inderdaad. Meedoen aan
de Embassy, dat is toch de droom van ie
dere darter?"
Sven Remijnsen