Te zwaar boek voor lichte dichter Handboek voor beginners Uit het leven van een Russische studente T\<7p kunst "LX* cultuur Sana Valiulina autobiografisch Het geheim van Renate Dorrestein 10 De laatste tijd publiceren heel wat lichte dichters zware boeken. Jan Boerstoel bijvoorbeeld liet onlangs een uitgave van ruim driehonderd bladzijden verschijnen onder de ironische titel Veel werk. De schrijvers van light verse zijn lang naar de marge van de poë zie geschoven. Maar tegen woordig horen Drs. P, Kees Stip en alle anderen er helemaal bij. Die luxueuze bundels bevesti gen dat alleen maar. De in 1944 geboren Boerstoel beoefent in feite drie genres. Hij schrijft teksten voor liedjes, hij dicht kroegverzen en hij maakt ge dichten over min of meer actue le onderwerpen. Het boek bevat voorbeelden van al deze genres, waaronder heel wat niet eerder gebundeld werk. Z ijn poëzie is - zoals bij zovelen van de schrijvers die voor ple zierdichters doorgaan - uiterst zwaarmoedig. Vooral in de lie deren stuit je overal op klein en groot leed. Hij is somber over het leven in het bejaardente huis: ,,Ze hebben hun spulletjes moeten verkopen." Hij leeft mee met ome Daan wiens geliefde maar niet opdaagt: „En al die jaren wacht hij al op haar/ en al die jaren is ze niet gekomen." Hij liet Jan Simon Minkema zingen over een verkeersonge luk: „De weg is ietsje minder druk geworden,/ nu Jantje van de Vijver niet meer leeft./ De man die Jantje doodreed vindt nog altijd,/dat hij een echt spor tieve rijstijl heeft." De lege uren uit het leven van een werkeloze zijn goed voor een lied. Net als zelfmoord, ongewenste intimi teiten, een demente moeder en nog veel meer. Zelfs over de vreugden van de lente kan Boerstoel alleen maar sarcatis- tischzijn: „En mooie malse lam metjes, die dansen in de wei,/ dus dat wordt bij de barbecue straks weer een smulpartij." Het is een toon die we bij veel, bij al te veel lichte dichters kun nen beluisteren. De grootste fi guren in deze categorie zijn her kenbaar, bij hun navolgers ligt dat een stuk moeilijker. De lied jes, versjes en gedichtjes die zij schrijven lijken sterk op elkaar. Willem Wilmink, Hans Dorres- tijn, Ivo de Wijs, Lévi Weemoedt en tal van anderen hebben be slist hun talenten, maar ze ko men over als literaire klonen. Hun poëzie valt vaak nauwe lijks op naam te brengen. Dat is ook het geval met het werk van Jan Boerstoel. Zelfs op de leuk ste momenten is hij als letter kundige persoonlijkheid eigen lijk niet markant genoeg. Bijvoorbeeld onder de kroeg verzen vinden we een aantal geestige gedichten. Neem 'Na tuurliefhebber' met deze drank zuchtige ontboezeming: „Het mooiste uitzicht/ volgens mij,/ zijn veertig flessen/ op een rij." poëzie Schoon in elk oog is wat het be mint (Bert Bakker, 64 blz., 19,90). De mooiste klassieke Arabische lliefdesgedichten, gekozen, vertaald en van een nawoord voorzien door Hafid Bouazza. Doordrenkt van jou als aarde na een lenteregen (Bert Bakker. 64 blz., 15,30). De mooiste Jiddi sche liefdesgedichten, samen gesteld, ingeleid en vertaald door Willy Brill en Ariane Zwiers. herdrukt Sybren Polet: Mannekino (De Bezige Bij, 264 blz., 25,-). Achtste, herziene druk van Po lets realistische fabel (1968) Menig beoefenaar van het light verse zou zo'n grappig tekstje geschreven willen hebben. Het probleem is dat menigeen het ook inderdaad voor z'n rekening had kunnen nemen. Misschien is het daarom goed met niet al te ernstige ogen naar het plezier dicht te kijken en het voortaan in plaats van als persoonlijke kunst als bekwaam ambachts- werk te beschouwen. Vakwerk levert Boerstoel zeker, onder meer in de gedichten waarin hij vanaf nieuwjaarsvoornemens tot en met kerstdiner de gebeur- WINTERSLAAP over een negenjarig wonder kind dat zich heeft voorgeno men op zijn tiende miljonair te zijn. Sei Shonagon: Het hoofdkus- senboek (Singelpocket/De Ar beiderspers, 470 blz 15,-). Sei Shonagon was hofdame in het gevolg van keizerin Sadako en een van de grootste proza schrijfsters uit het Middeleeuw se Japan. Uit haar eigen, aan vankelijk geheime, dagboek en uit dat van anderen komt zij naar voren als een vrouw die wordt aanbeden en gevreesd. Het hoofdkussenboek ver scheen in 1986 onder de titel Dagboek. Nu als vierde druk in de Singelpocketreeks. Frank McCourtDe as van mijn moeder (Bert Bakker, 408 blz., 34,90, vertaald door Christien Jonkheer). Ter gelegenheid van tenissen van het jaar volgt. P schrijft vol spot over winte sport en griep, wielrenners i voetballers, de glasbak en mobiele telefoon. Maar het is a lemaal meer poëzie voor alled; dan voor de eeuwigheid. H zware boek is een ongemakk lijke omgeving voor de lich dichter. H.V Jan Boerstoel: Veel werk. Bezon en ingeleid door Dick Welsink - 3i pag.l gebonden, 52,75 - Bert Ba ker, Amsterdam. de verfilming (door Alan Parkei een nieuwe uitgave - 2 le druk - van deze bestseller van Mc Court. De schrijver wordt gebo ren als oudste zoon van eer doodarm Iers gezin in het New York van de jaren dertig. Zijr vader is een vriendelijke, maai onverbeterlijke alcoholist, die er niet in slaagt zijn gezin te on derhouden. Het gezin wordt door geldnood gedwongen te emigreren naar het Ierse Lime rick, de geboorteplaats van Franks moeder Angela. proza Graa Boomsma: Adam in Ame rika (Prometheus, 272 blz., ƒ31,95). Nieuwe essays, een vervolg op de bundel Vrijheid in steigers, een literaire zwerf tocht door Amerika (1985). Zo'n egeltje, dat in november slapen gaat en dromend alles mist: de Sint als kreupélrijmer, de kerstcommercie en het oudej aars gemijmer, de nieuwjaarsborrels en de nieuw jaarsleuterpraat, fantastisch toch? En wat hem verder blijft bespaard: sneeuw, ijs en hagelbuien, bibberen en rillen en carnaval... Zoiets zou u toch ook wel willen? Pas als de lente terugkomt in de loop van maart ontwaakt hij fit en fris na bijna twintig weken. En daarna gaat hij een verkeersweg oversteken. uitgegaan van een plot om het verhaal een kop en een staart te geven. Die ontbreken echter, er is veel beschrijving en weinig ont wikkeling. Dat maakt het boek levensecht, maar ook nogal vormeloos en vaag. Scènes uit het leven van een Russische studente: zo laat het geheel zich samenvatten. Alija wil aan de prestigieuze Moskouse Universiteit gaan studeren. Daar word je niet zomaar toegelaten: 'voor elke studieplaats waren minstens vijftien gegadigden.' Haar tante Zeinep ontfermt zich over het meisje uit Estland. Ongevraagd geeft ze haar nichtje cynische levenslessen: „Nooit uit liefde trouwen en ook niet meteen met een man naar bed gaan: dan verlies je je ge heimzinnigheid." Ze menen voor een plaats op de universiteit de steun van een invloed rijk man nodig te hebben. Die wordt gevon den in de vorm van de levensgenieter Katyn een duistere figuur die in een Lada rondrijdt en ook over andere in de Sovjet-Unie zeld zame schatten beschikt. De bedoeling is dat zij hem haar gunsten schenkt. Uiteindelijk wordt het meisje toegelaten tot de studie, omdat haar examens goed zijn, niet omdat Katyn zijn positie heeft gebruikt. Deson- danks blijft ze hem ontmoeten. Soms heeft dat voordelen, want nergens had kennelijk de élite zoveel privileges als in deze commu nistische maatschappij. Alija woont in 'Het Kruis', een gigantisch, kruisvormig studentenhuis. Het boek geeft vooral een indruk van het bestaan daar, van de liefdes die opbloeien en weer uitdoven, maar ook van dwaze onderdelen van de stu die als de reeks colleges 'militaire vorming'. De schriften worden na afloop van de les in een brandkast met het opschrift 'militair geheim' opgeborgen. Sana Valiulina schetst een scherp beeld van zulke absurde kanten van het bestaan in de Sovjet-Unie. Niet minder ontnuchterend schrijft ze over de verhouding tussen Alija en Katyn. Dat gaat in dit soort bewoordingen: „Wanneer ze de glibberige kwak in haar maag voelde plon zen, troostte ze zich met de gedachte dat het goed voor haar huid en haar algemene con ditie was." Niets is wat het lijkt in Moskou: tussen ge liefden heerst geen liefde, waar ieder initia tief onderdrukt lijkt te worden weet men toch een zekere vrijheid te bereiken. Leven is vooral een kwestie van overleven. Ge souffleerd door tante Zeinep doet Alija daar volop aan mee. Zo wordt het na enkele jaren studie de hoogste tijd om in Moskou een man te veroveren. „Een Moskouse woonver gunning, en die kun je alleen krijgen door te trouwen, is goud waard. Dan pas begint het echte leven", houdt haar tante haar voor. We weten hoe het met Sana Valiulina verder is gegaan, maar over het lot van Alija komen we niets te weten. Ze lijkt op te lossen in de Moskouse lucht omdat de scènes uit Het Kruis niet verbonden en niet afgerond wor den. Ook een verhaal dat helemaal vanzelf lijkt te komen, kan op een gegeven moment niet zonder sturende schrijvershand. H. W. Sana Valiulina: Hel Kruis gebonden/ 320 pag./ f 45,- De Geus, Breda. Renate Dorrestein in 1997 tijdens de presentatie van haar boekenweekgeschenk. Naast haar Gerrit Komrij, die dat jaar het boekenweekessay schreef. foto Koen Suyk ooit zal Renate Dorrestein (geb. 1954) meer een antwoord hoeven te verzinnen op de vragen die een schrijver eeuwig worden gesteld. Voor wie schrijft u? Waarom schrijft u? Waar komt uw inspiratie vandaan? Ze kan voortaan simpelweg verwijzen naar haar boek Het geheim van de schrijver. Tweehonderdvijftig bladzijden aanwijzingen voor beginnende schrijvers onder het motto 'Easy reading is hard writing'. letterkundige kroniek Nederland heeft veel meer schrijvers dan lezers. Je krijgt wel eens de indruk dat er hooguit driehonderd mensen zijn die gedichten lezen en minstens driemiljoen die gedichten schrijven. Ieder die enige bekendheid heeft als auteur wordt bestookt met brieven en pakketten waarin je dringend verzocht wordt om een oordeel, om hulp bij publicatie, om een orakelspreuk die het mysterie van de literatuur verheldert. En wanneer jij het gewenste antwoord niet kimt geven, krijgt een week later de volgende auteur opdringerige post. Een erkend schrijver worden is kennelijk voor velen een droom. Maar de meeste dromen zijn bedrog. Wie schrijver wil worden, kun je eigenlijk maar één goede raad geven. Ga lezen, heel veel lezen, de mooiste gedichten die te vinden zijn, de beste romans die je te pakken kunt krijgen. En ja, sla ook Het geheim van de schrijver niet over, het nieuwe boek van Renate Dorrestein. Wanneer dan je droom nog niet uiteengespat is en je al haar nuchtere lessen ter harte neemt, wordt het misschien nog wel wat met dat manuscript in de bureaulade. Dorresteins werk, zo geeft ze zelf aan, 'is allereerst een handboek voor beginnende schrijvers. Het beoogt de gereedschappen aan te reiken die de aspirant nodig heeft om zijn hoop zo snel mogelijk om te zetten in kennis en kunde.' Het is echter óók een boek voor wie graag leest en nu wel eens wil begrijpen waarom de ene roman hem bevalt en de andere niet. Tenslotte wordt nog een boek beloofd dat „dicht in de buurt van een literaire autobiografie" zou komen. Dat klinkt aantrekkelijk: drie boeken in een. Maar in de praktijk word je teleurgesteld. Zeker als literaire autobiografie schiet Het geheim van de schrijver te kort. Je verneemt wel iets over de versjes en de verhalen die ze als kind schreef, over haar loopbaan in de journalistiek, over wat ze van andere schrijvers leerde. Maar je zou meer, veel meer willen weten. En je had het ook graag in samenhang gepresenteerd gezien. De romans van Renate Dorrestein worden geprezen omdat ze onberispelijk in elkaar zitten. Niets gebeurt zonder reden, alles wordt voorbereid. Het is vreemd dat deze kampioene van de helderheid een nogal slordige essayiste is. Er zit nau welij ks een lijn in haar betoog en zelfs in haar zinnen rommelt het. Wie had van haar dor scriptie-proza verwacht als: „De schrijver leeft in een culturele context waarin emoties worden getrivialiseerd en valse sentimenten het primaat hebben." De tips voor schrijvers in spe zijn ook dikwijls nogal plomp verwoord: 'de aftrap van een verhaal heeft dus altijd baat bij een element dat de schrijver bekend voorkomt.' En ze laat in ongelukkige beeldspraak weten: „ik debuteerde onder de rook van Tessa de Loo met haar De meisjes van de suikerwerk fabriek." Wat voor rook zou ze bedoelen? Wonderlijk dat iemand die zo goed weet hoe het moet het zelf niet doet! Ze zegt namelijk verstandige dingen over stilistisch stuntwerk en misplaatste metaforen. Haar boek - dat naar Paulus' eerste brief aan de Corinthiërs 13 vers 13 uit de delen 'Geloof', 'Hoop' die met elk woord het enorme gewicht van hun werk onderstreept." Waarmee duidelijk wordt dat Het geheim van de schrijver - ondanks het zo zakelijk ogende register waarin je naar alles tussen 'accentverschuiving' en 'zijlijnen' wordt verwezen - geen neutraal boek is maar een oratio pro domo. De meest fantasievolle schrijfster die we hebben geeft, helaas dus niet in een ideale vorm, haar literaire credo. Het zal duidelijk zijn dat ze voor meer verbeelding en minder werkelijkheid pleit. Met vuur verdedigt ze het standpunt dat literatuur verontrustend moet zijn, ons vooral met de nachtzijde en de duisternis dient te confronteren, met de dingen die ons gewoonlijk alleen in boze dromen teisteren. Ze schrijft over de ontmoedigende maanden die je als schrijver moet doormaken en over de enkele momenten van geluk. Ze bespreekt op geestige wijze alle dingen die je van je eigenlijke werk als schrijver afhouden. Ze moppert over de recensenten, in haar woorden 'onbekwame eierkoeken'. Ze onthult kortom alle grote zorgen en kleine raadsels van het schrijverschap. En ze waarschuwt die talloze ongeduldigen: „Liever geen debuut dan een slecht debuut." Het is namelijk vrijwel onmogelijk om een onhandige start ongedaan te maken. Wie weet zal door dit boek menige letterkundige beginner zich bezinnen. De literatuur kan daar alleen maar bij winnen: slechte schrijvers zijn er altijd te veel, goede lezers zijn er altijd te weinig. Hans Warren Renate Dorrestein: Het geheim van de schrijver - 248 pag./ 32,90 - Contact, Amsterdam-Antwerpen Soms lijkt een verhaal helemaal vanzelf te komen. Neem de feiten uit het bestaan L-an Sana Valiulina. Ze werd in 1964 gebo ren te Estland, is van Tataarse afkomst, ze Studeerde Scandinavistiek in Moskou, en woont sinds 1989 in Nederland. Daar is ver ier nauwelijks fantasie bij nodig. Haar Doek Het Kruis, over haar frivole jaren in rigide dictatuur, kan dan ook worden als een 'autobiografisch de- dat opwindt en ontroert'. Een onge- aruikelijk werk is het binnen de verhoudin gen van de Nederlandse letterkunde zeker, alleen al vanwege de omgeving. Want dit is eens geen verhaal over een dorp in de pol maar over een studentenflat in Moskou. al gaat het kennelijk om een persoon- ijk boek, de hoofdpersoon heet Alij a Kame- etdinova in plaats van Sana Valiulina. vlaar hun levens lijken voor een belangrijk parallel te lopen. en 'Liefde' bestaat - bevat nog veel meer zinvolle aanwijzingen. Schrijven is vooral herschrijven, maakt ze duidelijk. Een verhaal moet zeer dikwijls worden herzien, en een schrijver dient genadeloos te kunnen schrappen. Bepaalde aspecten van het schrijven zijn aan te leren, naar haar mening. Een van haar belangrijkste lessen is dat de zogenoemde 'fictionele droom' nooit mag worden verstoord. De schrijver van een roman schept een illusie, en de lezer ziet die illusie niet graag verstoord. Het perspectief moet logisch zijn, de details moeten kloppen. En dat is veel werk: „Niet de intentie telt, maar de miljarden minidetails die de intentie tot leven wekken, de liters en liters olie die benodigd zijn om de radertjes onopvallend maar gesmeerd te laten draaien." Er dient vaart in een roman te zitten. „Mijd eenvoudig het moeras van het midden", is haar verrassende advies. Op het begin van het verhaal dient meteen het einde te volgen. In het verlengde hiervan beklaagt ze zich over de saaiheid van onze literatuur: „Veel Nederlandse schrijvers zijn verknocht aan een vertelwijze Sana Valiulina...levensecht, maar vormeloos... Het autobiografische karakter van het ge schrift wordt trouwens ook op een andere manier duidelijk. Een romanschrijver was De lichte verzen van Jan Boerstoel bevatten veel klein en groot leed. foto Klaas Koppi vrijdag 11 februari 2000

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 10