Moed putten
uit fouten
van anderen
Casper Ovaa zoekt het hogerop
Wereldtitel bridge
voor Anneke Simons
23
Finale
Souburger
debuteert in
hoogste klasse
v\ m
PZC
vrijdag 28 januari 2000
Het kan raar lopen in het leven. Anneke Simons vertrok drie weken geleden in alle
anonimiteit met het Nederlands team naar Bermuda voor de strijd om de Venice Cup, het
wereldkampioenschap bridge voor vrouwenviertallen. Na een krankzinnig verlopen finale,
waarin het team van de Verenigde Staten met een half punt verschil werd verslagen (249,75
om 249,25), was alles ineens anders.
Een fax van de koningin, een hartverwarmende ontvangst op Schiphol, een televisieoptreden
bij Studio Sport, een huldiging in Hoofddorp, en een riant uitzicht op deelname aan de
Olympische Spelen van 2002 in Salt Lake City, waar bridge voor het eerst als
demonstratiesport op het programma staat. Voor de 48-jarige Anneke Simons, woonachtig
in Amsterdam maar geboren en getogen in Middelburg, staat de wereld plotseling op zijn
kop. En dat allemaal omdat ze zo'n dertig jaar geleden werd gegrepen door de sport waar ze
sindsdien nooit meer op uitgekeken is geraakt: bridge.
Het is een hectische week geweest. Na
het behalen van de wereldtitel, de
eerste in de geschiedenis van het Neder
landse vrouwenbridge, keerde de natio
nale ploeg het afgelopen weekeinde terug
in eigen land. Veel rust werd de speelsters
niet gegund, en daar had Anneke Simons
nu net zo'n behoefte aan.
De lange toernooidagen - dagelijks moest
viermaal twee uur en twintig minuten
worden gespeeld - hadden naarmate de
strijd vorderde een steeds grotere aanslag
op haar conditie gevormd.Als je veertien
dagen achter elkaar aan het kaarten bent,
word je daar op het laatst wel een beetje
gek van", vertelt Simons. „Tijdens de fi
nale dacht ik bij mezelf: het maakt me niet
uit of we winnen of verliezen, als het er
maar op zit. Het was gewoon genoeg ge
weest."
Aan de zijde van Jet Pasman uit Broek in
Waterland, met wie Simons al twintig
jaar een koppel vormt, speelde de geboren
Middelburgse op Bermuda het toernooi
van haar leven. Het Nederlandse team,
dat behalve Pasman en Simons bestond
uit de combinaties Marijke van der Pas-
/Bep Vriend en Martine Verbeek/Wietske
van Zwol, eindigde als tweede in de voor
ronden, achter de Verenigde Staten. In de
kwartfinale werd in zes sessies afgere
kend met China (217-191), Waarna in de
halve eindstrijd, eveneens in zes sessies,
Oostenrijk werd verslagen met 210-174,7.
In de finale tegen de Verenigde Staten
ging Nederland flitsend van start. In de
derde van in totaal acht sessies nam de
ploeg, met de combinaties Pasman/Si-
mons en Verbeek/Van Zwol achter de ta
fel, dankzij een 49-14-overwinmng een
ruime voorsprong van 50 imp's (interna
tionale wedstrijdpunten). Gaandeweg de
finale kwamen de AmeriJsanen echter te
rug. De slotsessie ging Nederland in met
15,5 imp voorsprong.
Natellen
In het negende spel leek het mis te gaan.
Door een score van 7 imp's kwamen de
Verenigde Staten op gelijke hoogte, en in
het tiende spel zetten de Amerikanen het
Nederlandse team zelfs op een achter
stand van 14 imp's. In de drie daaropvol
gende spellen herstelde Nederland, met
Pasman/Simons en Van der Pas/Vriend,
zich met scores van 6, 3 en 5. De minieme
voorsprong van 0,5 imp werd in de laatste
drie spellen niet meer uit handen gegeven
Nadat de arbiter na het zestiende spel de
punten tot driemaal toe had nageteld,
werd Nederland uitgeroepen tot wereld
kampioen.
Simons: „Dat we zo dicht bij elkaar zou
den zitten, had ik niet verwacht. De Ame
rikanen waren vooraf favoriet, omdat ze
grossieren in wereldtitels. Maar in de fi
nale maakten ze fouten, en daar hebben
wij moed uit geput. Omdat we zo aan el
kaar gewaagd waren, werd het ineens
ontzettend spannend. Zelf heb je daar
geen weet van, want tijdens het spelen
Sessie
Nederland
Verenigde Staten
1 2 3 4 5 6 7 8 totaal
38 21 49 12,75 27 34 43 25 249,75
20 24 14 30,25 37 45 39 40 249,25
Meer informatie over het verloop van het toernooi is te vinden op de officiële WK-
website op internet: http://www.bermudabowl.com.
Een geanimeerd verslag van De Zinderende Zestien, de laatste zestien spellen
waarin Nederland op het nippertje standhield tegen de Verenigde Staten, is na te
lezen op http://www.bridgewebnl.com/specials/venice2000.
Anneke Simons: „Over mijn eigen spel ben ik ook heel tevreden. Ik heb goed gespeeld, vrij agressief voor mijn doen. IK heb steeds
hoog geboden en daardoor actief punten gescoord. foto Paul van Weel
weet je niet wat er aan de andere tafel ge
beurt. Gelukkig niet zeg."
Van psychologische oorlogsvoering was
volgens Simons nauwelijks spra ke tij dens
de zenuwslopende finale. „Vergeleken
met ervaringen uit het verleden hebben de
Amerikanen zich redelijk sportief gedra
gen. Ze zijn heel fanatiek, hebben een
mentaliteit van nooit opgeven. Natuur
lijk, ze waren af en toe best lastig: tot ver
velens toe om uitleg vragen, klagen dat we
te snel speelden. Maar we hebben ons niet
laten intimideren, en na afloop hebben ze
ons allemaal netjes gefeliciteerd."
De sfeer in het Nederlandse kamp is gedu
rende het hele toernooi optimaal geweest,
vindt Simons. „Het was werkelijk fantas
tisch om met dit team op stap te zijn. We
hadden in alle opzichten een evenwichti
ge ploeg. Persoonlijk vond ik dat Marijke
van der Pas en Bep Vriend er licht boven
uit staken, maar met maar één goed paar
red je het natuurlijk niet."
„Over mijn eigen spel ben ik ook heel te
vreden. Ik heb goed gespeeld, vrij agres
sief voor mijn doen. Ik heb steeds hoog
geboden en daardoor actief punten ge
scoord. We hebben niet alleen maar ge
profiteerd van de fouten die onze tegen
standers maakten. Het bieden was ons
sterkste punt. Ik geloof zelfs dat we geen
enkel biedmisverstand hebben gehad.
Een goed ingespeeld partnerschap is op
zo'n toernooi een minimale vereiste."
Anneke Simons en haar vaste bridgecol-
lega Jet Pasman kunnen lezen en schrij
ven met elkaar. „We voelen elkaar goed
aan, dat is waar. Het is niet te geloven,
maar als je al twintig jaar met iemand sa
menspeelt, is het net of je getrouwd bent
met elkaar. Mijn man, Kees Tammens,
speelt ook bridge op een vrij hoog niveau,
maar het is voor ons beiden het beste om
niet samen te spelen. Bridge brengt toch
emotie met zich mee, en ik heb genoeg
echtparen gezien waar het misging. Dat
heb ik er niet voor over. Toch zijn er wel
uitzonderingen in de bridgewereld; Bep
Vriend en Anton Maas bijvoorbeeld."
Tien jaar terug zag het er niet naar uit dat
Simons ooit nog actief zou zijn op een we
reldkampioenschap. Door haar werk bij
uitgeverij Keesing en de zorg voor haar
zoon Bas hield ze te weinig tijd over voor
het bridgen. Na een paar bridgevrije jaren
pakte ze de sport voorzichtig weer op.
„Meteen nadat ik weer was begonnen,
werd ik samen met Jet Pasman Neder
lands kampioen. Toen heb ik gezegd: ik
wil best weer voor het Nederlands team
spelen, maar wél op mijn eigen voorwaar
den. Het mag geen verplichting worden.
Bridge is zo'n fascinerend spel: echt fan
tastisch. Aan de ene kant is het heel analy
tisch, want je bent voortdurend bezig met
het oplossen van probleempjes. Aan de
andere kant is het een psychologisch spel,
waarbij je aan het gezicht van je tegen
stander kunt zien hoe hij ervoor staat. Dat
is het mooie van bridge."
Sinds ze haar rentree maakte, heeft Si
mons, die in 1968 van Middelburg naar
Amsterdam verhuisde om daar een studie
psychologie te volgen, nooit meer aan
stoppen gedacht. Ze is lid van de Amster
damse club HOK, evenals fanatieke
bridgers als minister Frank de Grave, ac
teur Joost Prinsen en tv-presentator
Franlcois Boulangé. Doordeweeks komt
ze maar mondjesmaat aan spelen toe.
„Als je een fulltime baan hebt, heb je 's
avonds vaak geen energie meer om te
bridgenHet zwaartepunt ligt altijd in het
weekeinde, als er wedstrijden worden ge
speeld. Alleen als er een groot toernooi
aankomt, bridge ik wat meer dan gebrui
kelijk."
Doping
Wie het zo druk heeft als Anneke Simons,
zou naar de stimulerende middelen kun
nen grijpen om op de been te blijven. Om
dat de bridgesport aan de vooravond
staat van zijn olympische debuut, wordt
er sinds kort ook werk gemaakt van de
strijd tegen doping. Tijdens het WK be
leefden Bep Vriend en Martine Verbeek
namens het Nederlandse team de primeur
van de dopingcontrole. ..Dat ging er nogal
amateuristisch aan toe", vertelt Simons.
„Een hoop gegiechel, dat kun je je wel
voorstellen. Ze deden het meer om te laten
zien dat het dopingprobleem serieus
wordt genomen in de bridgewereld. Ik
kan me voorstellen dat je pepmiddelen
gebruikt om de vermoeidheid te bestrij
den, maar niemand weet wat de invloed is
op het denkvermogen. Niet doen, dat is
het verstandigst."
Hoewel Simons de zojuist behaalde we
reldtitel als het absolute hoogtepunt uit
haar carrière beschouwt, kijkt ze ook al
weer vooruit. Logisch, vindt ze zelf. „Je
blijft jezelf toch altijd weer subdoelen
stellen. De Olympiade bijvoorbeeld, die
dit j aar in Maastricht wordt gehouden. En
over twee jaar is de Venice Cup op Bali.
Daar wil ik wel naar toe. De Olympische
Spelen zou ik ook enig vinden. Het lijkt
me een geweldige ervaring om daaraan te
mogen meedoen. Met dit team gaan we
nog wel even door, denk ik. We zijn niet
meer de jongsten, maar hebben veel erva
ring. Doordat we zo stabiel zijn, zijn we
beter tegen de druk bestand."
Nationale beroemdheden zullen de Ne
derlandse speelsters echter nooit worden,
beseft ook Simons. „De aandacht voor het
bridgen is beperkt. Bridge zal altijd een
relatief kleine sport blijven, omdat het
geen televisiesport is. Daar heb ik geen
enkele moeite mee hoor. Zeg nou zelf: kij
ken naar beelden van een paar mensen die
zitten te kaarten, daar is toch geen klap
aan?"
Sven Remijnsen
Als zaterdag tijdens de Indoormotorcross in
de Goese Zeelandhallen de Superjump aan
de gang is, zit Casper Ovaa tussen de vele
toeschouwers op de tribune. Geen
halsbrekende kunststukjes voor de 20-jarige
Souburger, hij vindt de risico's simpelweg te
groot. „Het is een vak apart. Maar dat ik er niet
aan meedoe, betekent niet dat ik het niet leuk
vind. Ik geniet er zeker van."
Casper Ovaa behoort in de stoere mo
torcrosswereld tot de groep rijders die
wars is van grootspraak en bluf. Hij is
geen Marco Stallman. Casper Ovaa, zoon
van de Souburgse motorhandelaar Leo
Ovaa, is bescheiden, verlegen. Dat zit ge
bakken in zijn karakter. Op de baan bijt
hij flink van zich af, daarbuiten zoekt hij
graag de luwte op. „Ik moet nóg brutaler
worden op de baan."
Brutaler worden, betekent: méér risico's
nemen. Casper Ovaa heeft de dosis lef die
bij een motorcrosser hoort, maar probeert
zijn grenzen steeds te verleggen. „Tech
nisch gezien beheers ik vrijwel alles, maar
op sommige momenten kan het nóg har
der. Daaraan werk ik momenteel."
Het heeft ook wel een beetje te maken met
de blessures waarmee hij de afgelopen pe
riode kampte. In 1997 brak Ovaa bij een
valpartij zijn rechterpols, in juni vorig
jaar brak hij zijn rechteronderarm. Een
operatie was onvermijdelijk. In het Vlis-
singse Ziekenhuis Walcheren bracht een
chirurg een stalen plaat aan in Ovaa's arm
nadat die drie weken met gips had rond
gelopen. Ovaa: „De plaat zit nog steeds in
mijn arm. Ik kan in feite alles doen, maar
d^ spieren die over de plaat heen lopen,
spannen zich na een training of wedstrijd.
M'n arm doet dan geen pijn, maar wordt
wel stijf. Ik kan dus niet zeggen dat ik er
helemaal geen last van heb."
Ongevaarlijk
Ovaa is wat voorzichtiger geworden door
de valpartijen en de nare gevolgen, zegt
hij. Maar bang is hij nu ook weer niet. De
jonge crosser relativeert de ongelukken
met gemak. Hij hoeft maar te denken aan
wat de Kloosterzandse crosser Davy van
Hoepeneen goede vriend van Ovaavorig
jaar overkwam. Van Hoepen raakte
Casper Ovaa: „Ik moet nóg brutaler worden op de baan."
zwaargewond bij een valpartij in België
en lag enkele dagen in coma. „Ik heb bijna
elke week contact met Davy. Hij kan pra
ten en lopen, maar alles gaat wat trager
dan ervoor. Als je dat weet, stellen mijn
blessures weinig voor."
Casper Ovaa blijft van mening dat motor
cross ongevaarlijkis. „Want je hebt zelf de
controle over de gashendel." De kleine
blessures waarmee hij kampte, zijn voor
hem slechts smetjes op een tot nu toe
mooie carrière. Ovaa kreeg het crossen
met de paplepel ingegoten. Het was haast
vanzelfsprekend dat hij op jonge leeftijd
in de voetsporen van vader en oud-crosser
Leo trad.
Casper Ovaa: „Ik ging mee naar alle wed
strijden en trainingen. Reed er rond op
mijn crossfiets en hielp mee bij het poet
sen. Ik las boeken over het motorcrossen,
keek ernaar op televisie."
Op achtjarige leeftijd reed hij zijn eerste
rondjes op de motor, het lidmaatschap
van MSV De Uitlaat volgde snel. „Ik werd
Zeeuws kampioen in de 50 cc-klasse",
vertelt Ovaa. „In de 80 cc-klasse werd ik
tweemaal Zeeuws kampioen en won ik
foto's Willem Mieras
één keer de Indoorcross in Goes." Op 13-
jarige leeftijd, nu zeven jaar geleden,
sloot Casper Ovaa zich aan bij de Konink
lijke Nederlandse Motorrijders Vereni
ging (KNMV). De Zeeuwse crosser die in
middels was opgeklommen naar de 125
cc-klasse, nam een jaar lang deel aan na
tionale wedstrijden maar besloot in 1995
uit te wijken naar de Belgische bond. De
reden? „In Nederland vind je alleen zand-
banen. In België rijd je vooral op harde
banen, die heuvelachtiger zijn. Daarop
rijden is goed voor de ontwikkeling", legt
Ovaa uit. De beste prestatie in Belgische
dienst leverde Ovaa in 1998. Toen liet hij
zich kronen tot trotse kampioen van de
125cc-klasse.
Inmiddels heeft Casper Ovaa zich weer
aangemeld bij de Nederlandse motorrij-
dersbond. Dat houdt in dat hij de komen
de tijd weer op Nederlandse grond zal
gaan crossen. Maar er is meer. Ovaa zoekt
het hogerop. „Van mijn vader die tevens
hoofdsponsor van me is krijg ik nu kans
om het internationaal te proberen. Als ik
het nu niet doe, kan het nooit meer."
Ovaa doet in het weekeinde van 25 en 26
februari in Luxemburg mee aan de cross
waarbij een ticket te verdienen is voor
deelname aan het Europees kampioen
schap. Ovaa: „In dat weekeinde komen
twaalf crossers bijeen. We crossen tegen
elkaar en er blijven uiteindelijk acht cros
sers over." Dat achttal mag meedoen aan
de cyclus, die bestaat uit crossen in Hon
garije. Italië, Tsjechoslowakije, Spanje,
Duitsland en Nederland.
Missie
John van den Berk, tweevoudig wereld
kampioen, selecteert de crossers die dat in
zijn ogen verdienen. Casper Ovaa heeft
geen flauw benul wat zijn kansen zijn. „Ik
ken de andere rijders niet Ik zie het alle
maal wel." Mocht zijn missie mislukken,
dan reist Ovaa op eigen houtje door Euro
pa om aan wedstrijden mee te doen.
Voorlopig is het Europees kampioen
schap nog even niet aan de orde. Wat in
het hoofd van Casper Ovaa speelt, is de
Goese Indoorcross. Voor het eerst rijdt de
Souburger, die in het dagelijks bestaan
draaier en frezer is, mee in de Euro/Inter
nationalen 125cc-klasse. Titelverdediger
Steve Ramon is absent door een blessure.
Marco Stallman, die altijd garant staat
voor sensatie en spektakel, ontbreekt om
dat hij een schorsing uitzit wegens ge
bruik van cannabis.
Caster Ovaa: „De Indoorcross is een soort
thuiswedstrijd. Er is veel publiek, je staat
als Zeeuw in de belangstelling." Dat zorgt
voor een bepaalde druk, bekent Casper
Ovaa die op vrij dagavond in zowel de Re
gioklasse als de Super-regioklasse een
gooi doet naar de Open Zeeuwse titel.
„Als ik zaterdag de finale haal van de Eu
ro/Internationalen is de Indoorcross voor
mij geslaagd."
Eldridge Pentury