Moed putten uit fouten van anderen Casper Ovaa zoekt het hogerop Wereldtitel bridge voor Anneke Simons Finale Souburger debuteert in hoogste klasse Het kan raar lopen in het leven. Anneke Simons vertrok drie weken geleden in alle anonimiteit met het Nederlands team naar Bermuda voor de strijd om de Venice Cup, het wereldkampioenschap bridge voor vrouwenviertallen. Na een krankzinnig verlopen finale, waarin het team van de Verenigde Staten met een half punt verschil werd verslagen (249,75 om 249,25), was alles ineens anders. Een fax van de koningin, een hartverwarmende ontvangst op Schiphol, een televisieoptreden bij Studio Sport, een huldiging in Hoofddorp, en een riant uitzicht op deelname aan de Olympische Spelen van 2002 in Salt Lake City, waar bridge voor het eerst als demonstratiesport op het programma staat. Voor de 48-jarige Anneke Simons, woonachtig in Amsterdam maar geboren en getogen in Middelburg, staat de wereld plotseling op zijn kop. En dat allemaal omdat ze zo'n dertig jaar geleden werd gegrepen door de sport waar ze sindsdien nooit meer op uitgekeken is geraakt: bridge. Het is een hectische week geweest. Na het behalen van de wereldtitel, de eerste in de geschiedenis van het Neder landse vrouwenbridge, keerde de natio nale ploeg het afgelopen weekeinde terug in eigen land. Veel rust werd de speelsters niet gegund, en daar had Anneke Simons nu net zo'n behoefte aan. De lange toernooidagen - dagelijks moest viermaal twee uur en twintig minuten worden gespeeld - hadden naarmate de strijd vorderde een steeds grotere aanslag op haar conditie gevormd.Als je veertien dagen achter elkaar aan het kaarten bent, word je daar op het laatst wel een beetje gek van", vertelt Simons. „Tijdens de fi nale dacht ik bij mezelf: het maakt me niet uit of we winnen of verliezen, als het er maar op zit. Het was gewoon genoeg ge weest." Aan de zijde van Jet Pasman uit Broek in Waterland, met wie Simons al twintig jaar een koppel vormt, speelde de geboren Middelburgse op Beimuda het toernooi van haar leven. Het Nederlandse team, dat behalve Pasman en Simons bestond uit de combinaties Marijke van der Pas- /Bep Vriend en Martine Verbeek/Wietske van Zwol, eindigde als tweede in de voor ronden, achter de Verenigde Staten. In de kwartfinale werd in zes sessies afgere kend met China (217-191), waarna in de halve eindstrijd, eveneens in zes sessies, Oostenrij k werd verslagen met 210-174,7. In de finale tegen de Verenigde Staten ging Nederland flitsend van start. In de derde van in totaal acht sessies nam de ploeg, met de combinaties Pasman/Si- mons en Verbeek/Van Zwol achter de ta fel, dankzij een 49-14-overwinning een ruime voorsprong van 50 imp's (interna tionale wedstrijdpunten). Gaandeweg de finale kwamen de Amerikanen echter te rug. De slotsessie ging Nederland in met 15,5 imp voorsprong. Natellen In het negende spel leek het mis te gaan. Door een score van 7 imp's kwamen de Verenigde Staten op gelijke hoogte, en in het tiende spel zetten de Amerikanen het Nederlandse team zelfs op een achter stand van 14 imp's. In de drie daaropvol gende spellen herstelde Nederland, met Pasman/Simons en Van der Pas/Vriend, zich met scores van 6, 3 en 5. De minieme voorsprong van 0,5 imp werd in de laatste drie spellen niet meer uit handen gegeven. Nadat de arbiter na het zestiende spel de punten tot driemaal toe had nageteld, werd Nederland uitgeroepen tot wereld kampioen. Simons: „Dat we zo dicht bij elkaar zou den zitten, had ik niet verwacht. De Ame rikanen waren vooraf favoriet, omdat ze grossieren in wereldtitels. Maar in de fi nale maakten ze fouten, en daar hebben wij moed uit geput. Omdat we zo aan el kaar gewaagd waren, werd het ineens ontzettend spannend. Zelf heb je daar geen weet van, want tijdens het spelen Sessie Nederland Verenigde Staten 1 2 3 4 5 6 7 8 totaal 38 21 49 12,75 27 34 43 25 249,75 20 24 14 30,25 37 45 39 40 249,25 Meer informatie over het verloop van het toernooi is te vinden op de officiële WK- website op internet: http://www.bermudabowl.com. Een geanimeerd verslag van De Zinderende Zestien, de laatste zestien spellen waarin Nederland op het nippertje standhield tegen de Verenigde Staten, is na te lezen op http://www.bridgewebnl.com/specials/venice2000. Anneke Simons: „Over mijn eigen spel ben ik ook heel tevreden. Ik heb goed gespeeld, vrij agressief voor mijn doen. Ik heb steeds hoog geboden en daardoor actief punten gescoord. foto Paulvan Weel weet je niet wat er aan de andere tafel ge beurt. Gelukkig niet zeg." Van psychologische oorlogsvoering was volgens Simons nauwelijks sprake tijdens de zenuwslopende finale. „Vergeleken met ervaringen uit het verleden hebben de Amerikanen zich redelijk sportief gedra gen. Ze zijn heel fanatiek, hebben een mentaliteit van nooit opgeven. Natuur lijk, ze waren af en toe best lastig: tot ver velens toe om uitleg vragen, klagen dat we te snel speelden. Maar we hebben ons niet laten intimideren, en na afloop hebben ze ons allemaal netjes gefeliciteerd." De sfeer in het Nederlandse kamp is gedu rende het hele toernooi optimaal geweest, vindt Simons. „Het was werkelijk fantas tisch om met dit team op stap te zijn. We hadden in alle opzichten een evenwichti ge ploeg. Persoonlijk vond ik dat Marijke van der Pas en Bep Vriend er licht boven uit staken, maar met maar één goed paar red je het natuurlijk niet." „Over mijn eigen spel ben ik ook heel te- weden. Ik heb goed gespeeld, vrij agres sief voor mijn doen. Ik heb steeds hoog geboden en daardoor actief punten ge scoord. We hebben niet alleen maar ge profiteerd van de fouten die onze tegen standers maakten. Het bieden was ons sterkste punt. Ik geloof zelfs dat we geen enkel biedmisverstand hebben gehad. Een goed ingespeeld partnerschap is op zo'n toernooi een minimale vereiste." Anneke Simons en haar vaste bridgecol- lega Jet Pasman kunnen lezen en schrij ven met elkaar. „We voelen elkaar goed aan, dat is waar. Het is niet te geloven, maar als je al twintig jaar met iemand sa menspeelt, is het net of je getrouwd bent met elkaar. Mijn man, Kees Tammens, speelt ook bridge op een vrij hoog niveau, maar het is voor ons beiden het beste om niet samen te spelen. Bridge brengt toch emotie met zich mee, en ik heb genoeg echtparen gezien waar het misging. Dat heb ik er niet voor over. Toch zijn er wel uitzonderingen in de bridgewereld; Bep Vriend en Anton Maas bijvoorbeeld." Tien jaar terug zag het er niet naar uit dat Simons ooit nog actief zou zijn op een we reldkampioenschap. Door haar werk bij uitgeverij Keesing en de zorg voor haar zoon Bas hield ze te weinig tijd over voor het bridgen. Na een paar bridgevrije jaren pakte ze de sport voorzichtig weer op. „Meteen nadat ik weer was begonnen, werd ik samen met Jet Pasman Neder lands kampioen. Toen heb ik gezegd: ik wil best weer voor het Nederlands team spelen, maar wél op mijn eigen voorwaar den. Het mag geen verplichting worden. Bridge is zo'n fascinerend spel; echt fan tastisch. Aan de ene kant is het heel analy tisch, want je bent voortdurend bezig met het oplossen van probleempjes. Aan de andere kant is het een psychologisch spel, waarbij je aan het gezicht van je tegen stander kunt zien hoe hij ervoor staat. Dat is het mooie van bridge." Sinds ze haar rentree maakte, heeft Si mons, die in 1968 van Middelburg naar Amsterdam verhuisde om daar een studie psychologie te volgen, nooit meer aan stoppen gedacht. Ze is lid van de Amster damse club HOK, evenals fanatieke bridgers als minister Frank de Grave, ac teur Joost Prinsen en tv-presentator Franlcois Boulangé. Doordeweeks komt ze maar mondjesmaat aan spelen toe. „Als je een fulltime baan hebt, heb je 's avonds vaak geen energie meer om te bridgen. Het zwaartepunt ligt altijd in het weekeinde, als er wedstrijden worden ge speeld. Alleen als er een groot toernooi aankomt, bridge ik wat meer dan gebrui kelijk." Doping Wie het zo druk heeft als Anneke Simons, zou naar de stimulerende middelen kun nen grijpen om op de been te blijven. Om dat de bridgesport aan de vooravond staat van zijn olympische debuut, wordt er sinds kort ook werk gemaakt van de strijd tegen doping. Tijdens het WK be leefden Bep Vriend en Martine Verbeek namens het Nederlandse team de primeur van de dopingcontrole. „Dat ging er nogal amateuristisch aan toe", vertelt Simons. „Een hoop gegiechel, dat kim je je wel voorstellen. Ze deden het meer om te laten zien dat het dopingprobleem serieus wordt genomen in de bridgewereld. Ik kan me voorstellen dat je pepmiddelen gebruikt om de vermoeidheid te bestrij den, maar niemand weet wat de invloed is op het denkvermogen. Niet doen, dat is het verstandigst." Hoewel Simons de zojuist behaalde we reldtitel als het absolute hoogtepunt uit haar carrière beschouwt, kijkt ze ook al weer vooruit. Logisch, vindt ze zelf. „Je blijft jezelf toch altijd weer subdoelen stellen. De Olympiade bijvoorbeeld, die dit jaar in Maastricht wordtgehouden. En over twee jaar is de Venice Cup op Bali. Daar wil ik wel naar toe. De Olympische Spelen zou ik ook enig vinden. Het lijkt me een geweldige ervaring om daaraan te mogen meedoen. Met dit team gaan we nog wel even door, denk ik. We zijn niet meer de jongsten, maar hebben veel erva ring. Doordat we zo stabiel zijn, zijn we beter tegen de druk bestand." Nationale beroemdheden zullen de Ne derlandse speelsters echter nooit worden, beseft ook Simons. „De aandacht voor het bridgen is beperkt. Bridge zal altijd een relatief kleine sport blijven, omdat het geen televisiesport is. Daar heb ik geen enkele moeite mee hoor. Zeg nou zelf: kij ken naar beelden van een paar mensen die zitten te kaarten, daar is toch geen klap aan?" Sven Remijnsen Als zaterdag tijdens de Indoormotorcross in de Goese Zeelandhallen de Superjump aan de gang is, zit Casper Ovaa tussen de vele toeschouwers op de tribune. Geen halsbrekende kunststukjes voor de 20-jarige Souburger, hij vindt de risico's simpelweg te groot. „Het is een vak apart. Maar dat ik er niet aan meedoe, betekent niet dat ik het niet leuk vind. Ik geniet er zeker van." Casper Ovaa behoort in de stoere mo torcrosswereld tot de groep rijders die wars is van grootspraak en bluf. Hij is geen Marco Stallman. Casper Ovaa, zoon van de Souburgse motorhandelaar Leo Ovaa, is bescheiden, verlegen. Dat zit ge bakken in zijn karakter. Op de baan bijt hij flink van zich af, daarbuiten zoekt hij graag de luwte op. „Ik moet nóg brutaler worden op de baan." Brutaler worden, betekent: méér risico's nemen. Casper Ovaa heeft de dosis lef die bij een motorcrosser hoort, maar probeert zijn grenzen steeds te verleggen. „Tech nisch gezien beheers ik vrijwel alles, maar op sommige momenten kan het nóg har der. Daaraan werk ik momenteel." Het heeft ook wel een beetje te maken met de blessures waarmee hij de afgelopen pe riode kampte. In 1997 brak Ovaa bij een valpartij zijn rechterpols, in juni vorig jaar brak hij zijn rechteronderarm. Een operatie was onvermijdelijk. In het Vlis- singse Ziekenhuis Walcheren bracht een chirurg een stalen plaat aan in Ovaa's arm nadat die drie weken met gips had rond gelopen. Ovaa: „De plaat zit nog steeds in mijn arm. Ik kan in feite alles doen, maar de spieren die over de plaat heen lopen, spannen zich na een training of wedstrijd M'n arm doet dan geen pijn, maar wordt wel stijf. Ik kan dus niet zeggen dat ik er helemaal geen last van heb." Ongevaarlijk Ovaa is wat voorzichtiger geworden door de valpartijen en de nare gevolgen, zegt hij. Maar bang is hij nu ook weer niet. De jonge crosser relativeert de ongelukken met gemak. Hij hoeft maar te denken aan wat de Kloosterzandse crosser Davy van Hoepen, een goede vriend van Ovaavorig jaar overkwam. Van Hoepen raakte Casper Ovaa: „Ik moet nóg brutaler worden op de baan." zwaargewond bij een valpartij in België en lag enkele dagen in coma. „Ik heb bijna elke week contact met Davy. Hij kan pra ten en lopen, maar alles gaat wat trager dan ervoor. Als je dat weet, stellen mijn blessures weinig voor." Casper Ovaa blijft van mening dat motor cross ongevaarlijk is. „Wantje hebt zelf de controle over de gashendel." De kleine blessures waarmee hij kampte, zijn voor hem slechts smetjes op een tot nu toe mooie carrière. Ovaa kreeg het crossen met de paplepel ingegoten. Het was haast vanzelfsprekend dat hij op jonge leeftijd in de voetsporen van vader en oud-crosser Leo trad. Casper Ovaa: „Ik ging mee naar alle wed strijden en trainingen. Reed er rond op mijn crossfiets en hielp mee bij het poet sen. Ik las boeken over het motorcrossen, keek ernaar op televisie." Op achtjarige leeftijd reed hij zijn eerste rondjes op de motor, het lidmaatschap van MSV De Uitlaat volgde snel. „Ik werd Zeeuws kampioen in de 50 cc-klasse", vertelt Ovaa. „In de 80 cc-klasse werd ik tweemaal Zeeuws kampioen en won ik foto's Willem Mieras één keer de Indoorcross in Goes." Op 13- jarige leeftijd, nu zeven jaar geleden, sloot Casper Ovaa zich aan bij de Konink lijke Nederlandse Motorrijders Vereni ging (KNMV). De Zeeuwse crosser die in middels was opgeklommen naar de 125 cc-klasse, nam een jaar lang deel aan na tionale wedstrijden maar besloot in 1995 uit te wijken naar de Belgische bond. De reden? „In Nederland vind je alleen zand- banen. In België rijd je vooral op harde banen, die heuvelachtiger zijn. Daarop rijden is goed voor de ontwikkeling", legt Ovaa uit. De beste prestatie in Belgische dienst leverde Ovaa in 1998. Toen liet hij zich kronen tot trotse kampioen van de 125cc-klasse. Inmiddels heeft Casper Ovaa zich weer aangemeld bij de Nederlandse motorrij- dersbond. Dat houdt in dat hij de komen de tijd weer op Nederlandse grond zal gaan crossen. Maar er is meer. Ovaa zoekt het hogerop. „Van mijn vader die tevens hoofdsponsor van me is krijg ik nu kans om het internationaal te proberen. Als ik het nu niet doe, kan het nooit meer." Ovaa doet in het weekeinde van 25 en 26 februari in Luxemburg mee aan de cross waarbij een ticket te verdienen is voor deelname aan het Europees kampioen schap. Ovaa: „In dat weekeinde komen twaalf crossers bijeen. We crossen tegen elkaar en er blijven uiteindelijk acht cros sers over." Dat achttal mag meedoen aan de cyclus, die bestaat uit crossen in Hon garije, Italië, Tsjechoslowakije, Spanje, Duitsland en Nederland. Missie John van den Berk, tweevoudig wereld kampioen, selecteert de crossers die dat in zijn ogen verdienen. Casper Ovaa heeft geen flauw benul wat zijn kansen zijn. „Ik ken de andere rijders niet. Ik zie het alle maal wel." Mocht zijn missie mislukken, dan reist Ovaa op eigen houtje door Euro pa om aan wedstrijden mee te doen. Voorlopig is het Europees kampioen schap nog even niet aan de orde. Wat in het hoofd van Casper Ovaa speelt, is de Goese Indoorcross. Voor het eerst rijdt de Souburger, die in het dagelijks bestaan draaier en frezer is, mee in de Euro/Inter nationalen 125cc-klasse. Titelverdediger Steve Ramon is absent door een blessure. Marco Stallman, die altijd garant staat voor sensatie en spektakel, ontbreekt om dat hij een schorsing uitzit wegens ge bruik van cannabis. Caspe? Ovaa: „De Indoorcross is een soort thuiswedstrijd. Er is veel publiek, je staat als Zeeuw in de belangstelling." Dat zorgt voor een bepaalde druk, bekent Casper Ovaa die op vrijdagavond in zowel de Re- gioklasse als de Super-regioklasse een gooi doet naar de Open Zeeuwse titel. „Als ik zaterdag de finale haal van de Eu ro/Internationalen is de Indoorcross voor mij geslaagd." Eldridge Pentury

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 23