Kantoor met een
zeer zuinig hart
Waeter in je zakken
en deurnat thuus
Themanummer Tiedschrift Noe
Agenda
w<™te-
m stra"ns
woensdag 19 januari 2000
Architect J. Aantjes: „Mensen hoeven niet meer na te denken, alles werkt automatisch."
foto Dirk-Jan Gjeltema
door Jeroen Vlieqenberg
Een lift die maar een kwart van
de normale energie verbruikt.
Twee spoelknoppen op de wc; voor
de kleine of de grote boodschap
die met gefilterd regenwater
wordt weggespoeld. Licht dat
automatisch aan- en uitgaat,
waterbesparende kranen.
Luchtverversing, ramen met
super HR-glas. En zo zijn er nog
talloze indrukwekkende
energiebesparende technieken
toegepast in het energiezuinigste
kantoor van Zeeland: het Energie-
nul-kantoor aan de Laagewei in
Goes. Maar de Doornse architect
J. Aantjes blijkt een meester in de
kunst van het relativeren: „Dit
had iedereen kunnen bedenken.
Gewoon een combinatie van
bestaande energiebesparende
technieken."
Op de zolder staat het geheim. 'De
machinekamer', waar
warmtepompen en
warmtewisselaars ervoor zorgen
dat het energiezuinige hart van
het kantoorpand blijft kloppen.
Aantjes: „Dergelijke systemen
worden al langer toegepast in het
buitenland. Deze machine kan
ervoor zorgen dat er 100 liter
water van 12 graden is of 12 liter
water van 100 graden. Het
apparaat comprimeert energie,
net als een koelkast dat doet." En
voor het onderhoud van het
zuinige systeem hoef je het niet te
ARCHITECTUUR
laten: dat kost een paar honderd
gulden, volgens Aantjes.
Onder de naam Woonplan BV in
De Bilt ontwikkelt Aantjes samen
met zijn vader bouwprojecten in
eigen beheer. Dit pand in Goes, dat
medio april wordt verhuurd aan
gehandicapteninstellingen Het
Gors en Siloahis echter onderdeel
van Ecopartners, een
samenwerkingsverband van
Woonplan met een
projectontwikkelaar in De Bilt.
„Dat betekent dat we als
Ecopartners alleen
bouwopdrachten uitvoeren die
volledig energie-nul zijn. Er mag
dus geen aardgas aan te pas
komen."
Warmtewisselaars
Voor verwarming en verkoeling
van het pand zijn gaten m de grond
onder het kantoor gemaakt van
waaruit water via tuinslangen
naar boven wordt gehaald. Water
circuleert ook op die diepte
waardoor de kantoorvloer wordt
verwarmd. De warmtewisselaars
zorgen voor een aan- en afvoer van
koude en warme lucht. Bij koeling
werkt het in feite hetzelfde. De
drie keer per uur ververste lucht,
die door de warmtewisselaar
wordt aangezogen, maakt de
ingebouwde lamellen
(koelelementen) koud of warm.
Water circuleert dan op een diepte
waar het kouder is.
'bedankt voe d'ammezu', bedankt voor
het gezelschap, is ook niet bekend. In 's-
Heerenhoek kun je altijd nog horen
zeggen bij het weggaan 'bedankt voe
licht en vier'. De lijst is klaar, nu nog het
toetje en dat is ook hier het lekkerst.
De bof
Onder het genot van een jonkje of een
biertje, komen de verhalen ter tafel. Het
komt te praten over 'schoeve mensenDe
een kent ze nog 'schoever' als de ander.
Het toppunt is het verhaal van drie
zusters 'die a zó heim were da ze d'r bord
mie eten in de schuve van den taefel
zetten a ze zatte te eten. Dan konne ze
ogenblikkelijk a t'r eên kwam de schuve
dicht doe. Di oef tenslotte gin mens te
weten wat a je op je bord eit'.
Tenslotte krijgt de nestor van het
gezelschap het woord. Gerrit Verbart
besluit de avond weer met een verhaal
dat hij als jongen in 1939 schreef in
dialect. Het heet 'De Bof' en gaat over
Kees die op een dag op mooie schoenen
naar school mag, omdat zijn klomp
gebarsten is. Hij is trots, maar het duurt
niet lang. Onderweg wordt door
klasgenoten geconstateerd dat hij
meidenschoenen draagt. De hele school
roept hem na. 's Middags gooit hij thuis
die verachtelijke meidenschoenen uit en
zweert ze nooit meer te dragen. Dan ziet
hij zijn klompen staan. Zijn vader heeft
ze gerepareerd. Er zit een mooi blikje
over. 'Dat is de bof Die is noe nog
groazer mie z'n klompen as 's ochtends
mie z'n schoenen.' De verhalen van
Verbart, in fraai schuinschrift
geschreven in een oud schoolschrift,
zouden zo in boekvorm kunnen worden
uitgegeven. Nostalgie met klasse. Zo is
de lijst aanleiding voor een leuk avondje
streektaal. Met 'bedankt voe licht en
vier' gaat de groep uiteen.
Zeker tot de Tweede Wereldoorlog waren klompen hét schoeisel. Wie gewone schoenen
droeg werd al gauw uitgelachen.
Onlangs verscheen een themanummer
van het Zeeuwstalige tijdschrift Noe
over Zeeuws geschrief uit 't afgelopen
millennium. Tal van verhalen,
gedichten, brieven en fragmenten
daaruit geven een beeld van de Zeeuwse
streektaalschrijverij door de eeuwen
heen. Het speciale nummer van Noe
begint met een toneelstuk uit 1526,
behandelt Zeeuwse teksten uit de 17e en
18e eeuw en staat stil bij de belangrijkste
bloeiperiodes van de
streektaalliteratuur: de jaren 1880
(Beunke; Louwerse), 1920-'30
(Poldermans) en '80 (Kousemaker,
Zwemer). Het nummer sluit af met een
aantal hedendaagse bijdragen van
auteurs als J an Zwemer, Peter Dieleman
Marien Boonman, Bram Willeboordse en
Elma vanBelzen.
Het themanummer van Noe (Noe nummer 7)
kost f 7,50 en is verkrijgbaar bi] de Zeeuwse
boekhandel.
Zaterdagavond 29 januari vindt
er een Zeeuwse Avond plaats in
gebouw De Schutse in
Wolfaartsdijk. Tijdens de avond,
die om 19.30 uur begint, treedt
troubadour Engel Reinhoudt op
en vertelt Tineke Verheule een
verhaal. In de pauze is er een
verloting met Zeeuwse prijzen. De
opbrengst van de avond is
bestemd voor de verbouwing van
verenigingsgebouw 'De Brug'.
Entree 12,50. Kaarten: 0113
581685 of (na 18.00 uur) 0113
581273.
Reacties op deze rubriek zijn
welkom. Indien u wilt reage
ren, of wanneer u een tip
voor ons heeft, kuntu schrij
ven of faxen naar de PZC,
Postbus 18, 4380 AAVlissin-
gen, fax 0118-470102, onder
vermelding van streektaal.
door Engel Reinhoudt
De groetenisse en de wind van achter,
is een spreuk uit de jongste
vragenlijst van de Zeeuwsche
Vereeniging voor Dialectonderzoek. Elk
kwartaal wordt, tegelijk met het
ledenorgaan Nehalennia, een lijst met
woorden en uitdrukkingen toegestuurd
met de vraag aan de lezers om daarop te
reageren. Zo'n tachtig lijsten komen
retour.
De lijsten worden verwerkt en in het
volgende nummer van Nehalennia
gepubliceerd. Al dit materiaal vormt de
basis voor het tweede deel van het
Woordenboek der Zeeuwsche Dialecten,
het zogenaamde supplement. Een enorm
karwei dat zijn voltooiing maar niet wil
naderen. Het voornemen is nu het
supplement in 2002 uit te brengen. De
gegevens zijn verwerkt tot en met de
letter J. Of anderhali jaar genoeg zal zijn
voor de resterende zestien letters lijkt
nogal optimistisch. Mè lukt het
vandaege nie, dan lukt het merrege.
Op sommige plaatsen komen groepjes
bijeen om gezamenlijk de lijst te
bespreken en er op te reageren. Zo ook in
's-Heerenhoek. Op dinsdagavond, in de
week na het verschijnen van Nehalennia,
komt de groep bijeen in de ouderensoos.
De groep telt zo'n tien leden waarvan er
de laatste keer zeven kwamen opdagen.
De lijst is in principe het enige
agendapunt en leidraad. Verder is er niks
geregeld en viert spontaniteit hoogtij.
Als iedereen van koffie is voorzien,
neemt Toon Martens de leiding en begint
met het eerste woord: luzeladdertje. Het
is bij niemand bekend. Wel luzepadje
(haarscheiding). Dan volgen een aantal
onbekende woorden.
Poeier
Bij de woorden 'knopje' en 'poeier'
vraagt men zich af waarom ze op de lijst
staan. Dat zijn toch gewone Nederlandse
woorden? En 'vlieger' voor
vliegmachine, zoals ze dat - volgens de
lijst - in Zaamslag zeggen, roept de vraag
op hoe algemeen iets moet zijn om in het
woordenboek te komen. De werkwijze is
zo open dat het niet moeilijk moet zijn
om woorden of uitdrukkingen het boek
in te manipuleren. 'De groetenisse en de
wind van achter' als afscheidsgroet is in
's-Heerenhoek bekend. Mevrouw
Limonard heeft nog een aardige
aanvulling: 'De groetenisse, het waeter
in je zakken en deurnat thuus.' Dat kan
zowel gemeen bedoeld zijn als ook
gekscherend. Die uitdrukking verdient
het om opgenomen te worden. Wellicht
dat die op een volgende lijst komt te
staan om te kijken of die elders ook
bekend is.
'D'n aesem uut' voor 'dood' is algemeen
bekend. Voor 'dood' kent het dialect
trouwens veel uitdrukkingen. Er volgen
verschillende bekende en minder
bekende voorbeelden. Wat dacht u van
'die eit het 'r bie litte zitte', of een tikje
spottend 'die of die is ok kleiner ge
weune'. Een uitdrukking die in 's-
Heerenhoek ook wel eens gebezigd
wordt voor iemand die op het kerkhof
ligt, is 'dieligmiekouwe 'ielen'. Tamelijk
ruw, maar slechts gebruikt als
uitdrukking van verontwaardiging over
de dood van iemand.
Dat roept de ook de anekdote op die
mevrouw Grootjans-van den Hoek uit
Brouwershaven ons toestuurde. Toen er
nog niet per lijkwagen werd begraven,
werd de lijkkist op de schouders
gedragen door tien dragers. Toen een
letterlijk zwaarwichtige boer ten grave
gedragen moest worden, kreeg een
kleine drager het volle gewicht op zijn
schouder, omdat degene die achter hem
liep een stuk langer was. Op het kerkhof
aangekomen, liep het bloed doorzijn
boezeroen en was zijn schouder geheel
ontveld. Met dikke zware touwen werd
de kist neergelaten, waarna de dominee
aanstalten maakte om een stichtelijk
woord te spreken. Maar hij kwam niet
ver. Toen hij de woorden sprak 'om de
overledene nog eens op te halen....',
sprong de gewonde drager naar voren en
zei 'Jie kan ut doe, ma ik verdomme ut'.
Terug naar de lijst. Een praetebolle voor
een kind dat veel praat, is bekend, maar
het 'miskwêéke(n), het verwennen van
kinderen niet. 'Dat is ier gewoon
'bedurve'.' De laatste uitdrukking
foto Willem Mieras
videoschermpje vastlegt. „Het
uitgangspunt is dat mensen niet
meer hoeven na te denken, want
alles werkt automatisch", zegt
Aantjes.
Hij is een groot voorstander van
duurzaam bouwen, dat moge
duidelijk zijn. Met afgrijzen heeft
hij de discussie over het al dan niet
boren in de Waddenzee gevolgd.
„We hebben een enorme voorraad
gas, daar moeten we zuinig op zi j n
Voor onze kinderen en voor hun
toekomst. Ik zeg weieens: 'Als
Nederland verdronken is, dempen
we degasput'."
„Ikzou er een voorstander van zijn
als we afspreken om voor de
gebouwde omgevinggeen aardgas
meer te gebruiken. Alleen voor
bijvoorbeeld auto's. De rest
kunnen we via warmtepompen
krijgen, zoals ik dat hier heb
gedaan. Bovendien zit er
ontzettend veel warmte in de
aarde zelf, de thermische warmte.
Dan moet je misschien een paar
kilometer boren, maar ik ben
ervan overtuigd dat dat kan. Met
het geld dat we met z'n allen aan
aardgas kwijt zijn kun je heel
Nederland voorzien van
warmtepompen
Het energiezuinigste kantoor van Zeeland: het Energie-nul-kantoor aan de Laagewei in Goes.
W Neerslag
m\
Het voordeel van een dergelijk
systeem is dat deze in de zomer
preciesandersom werkt. Warme
buitenlucht kan immers worden
voorgekoeld door de afvoerlucht
en nagekoeld door de lamellen. In
elke kantoorunit kan bovendien
de temperatuur worden geregeld.
Op de binnenkant van het super
HR-glas („dat is wel vier keer zo
duur dan normaal glas") is een
speciaal uv-werend metaallaagje
aangebracht. Dat zorgt ervoor dat
wel het licht maar niet de warmte
wordt doorgelaten. Sensoren in
speciaal ontwikkelde tl-buizen
kunnen het licht dimmen. „Het
formaat van de buizen is wel
lastig, want dat past niet zomaar
in een systeemplafond."'
De verlichting op de drie
verdiepingen, die elk 150
vierkante meter zijn, levert ook
een behoorlijke besparing op.
Behalve energiezuinige lampen
wordt energieverspilling
voorkomen doordat lichtpunten
automatisch geschakeld zijn,
zoals in de toiletten en de
keukentjes. Beweginsgdetectoren
kunnen het licht aan- en
uitschakelen.
Ook de achtpersoons-lift is zuinig,
want hiervoor is geen
machinekamer nodig. Alleen een
wiel dat draait op groene stroom
die is opgewekt via
zonnenpanelen en windmolens.
Het is een kantoor vol gemakken.
Er is een compleet bewakings- en
beveiligingsysteem ingebouwd
dat waarschuwt bij storingen en
elke bezoeker op een
Geothermische warmteflux