Mysterie in Limburg Wandelen langs de Swalm Meinweg Voetreis 39 zaterdag 8 januari 2000 vrije tijd Het fraaie kasteel Hillenraad in Boukoul. Wandelen in de bosen in Midden-Limburg. Thuispc vergt een eigen plekje Ovens zijn het warme hart van de keuken Overzicht van de hypotheken Variaties op ouderwetse hartige taarten Koken met de Franse slag Magneetpoëzie voor op de koelkast Stortvloed aan nieuwe modellen voor deze eeuw Ruime Kia Joice niet elegant Warme ondergoed voor koude fietsdagen FIFA 2000 lijkt poppentheater Postzegels en puzzel Antares speurt de zeebodem af naar neutrino's De beschreven wandeling vormt de eerste, 23 kilometer lange etappe van de 'Meinweg Voetreis', een door de VW Limburg uitgezet te driedaagse door het oostelijk ge deelte van Midden-Limburg. Het op de Nederlands/Duitse grens ge legen Landhotel Cox fungeert als uitvalbasis. Het is mogelijk de route tot 18 kilometer in te korten. Bij slecht weer kan eventueel Düssel- dorf worden bezocht (drie kwartier rijden). Ten zuiden van hotel Cox strekt zich 'De Meinweg' uit, een van de meest spectaculaire natuurgebieden van Nederland en sinds 1995 Nationaal Park. Afgelopen juni werd door Staatsbosbeheer bij Herkenbosch (niet ver van kampeerterrein 'Het Elfenmeer' een bezoekerscentrum geopend. Door het gebied zijn tal van fiets- en wandelroutes uitgezet. Auto's mogen er niet komen. Verdere informatie: WV Limburg (043) 601.73.45. Het bezoekerscentrum 'De Meinweg' (0475 528.500) is van 1 novem ber t/m 31 maart alleen op zondag ge opend van 10 tot 17 uur. Daarna dage lijks van 09 tot 1.7 uur (met uitzondering van maandag). fotografie Hans van Weel Het riviertje de Swalm. peilstok aan de achterzijde van het ge bouw. Achteraf was het misschien beter ge weest, twee dagen voor de wandeling uit te trekken. Je schiet niet op. Vóór het Ro zenkerkje had bij Boukoul al het elegant gelijnde kasteel Hillenraad voor langdu rig oponthoud gezorgd. En de machtige Asselterhof natuurlijk ook, een boerderij gebouwd op de resten van een Romeinse veste. En die ganzenhoedster, niet veel la ter. Het ene beeld drong zich razendsnel voor het andere en van alles moest een fo to worden gemaakt. Omdat het zo mooi was. Zo merkwaardig. Zo verrassend. Zo uniek. Zo alles. Een mars uit duizenden. En toen moest de Swalm dus nog komen. „Geniet ervan, want verder op uw tocht ziet u dit niet meer", waarschuwt de routebeschrijving als er door de zompig-groené weilanden langs de benedenstroom van het riviertje wordt gewandeld. We keken - langzaam richtingDonderberg klauterend - telkens om en wisten meteen dat het waar zou zijn. Een wereld vol grijze, zwarte, bruine en zilveren vegen, een wereld zoals de im pressionisten die zagen. De Swalm, spartelend op weg naar de in de verte schitterende Maas, waarboven leek het wel - geluidloos drie aken zweef den. Helemaal achterin, nauwelijks waarneembaar, de kerktoren van Bugge- num, althans dat vermoedden we. Nu nog een lijst erom. Geen dassen gezien in het daarna volgen de Beesels Broek (ze moeten er zijn); even min reeën ook op de Bosschheide. Maar wat gaf het? Alsof het daar ook zonder dieren niet prachtig wandelen is. Met een lied in het achterhoofd schuimden we licht van hart langs schimmelwitte ber ken en spannende bosjes eikenhakhout. Ooit moet daar midden op de heide een motorcross-piste hebben gelegen. Nu hoorden we slechts onze voetstappen op de miljoenen naalden die het pad lieten veren. Onder een boom lag een trosje ui- lenballen, maar oehoe kwam niet in beeld. Daar hielp zelfs geen verrekijker aan. Je hebt zo'n ding eigenlijk zelden no dig. Tot j e zo stom bent hem thuis te laten liggen. Mysterieus Het was nog maar net over tweeën, toen we het 'Wandelpark' doorkruisten. Toch schemerde het al. Wat de route nog myste- rieuzer maakte. Hoe ze het 'Wandelpark' het 'Wandelpark' hebben kunnen noe men, is een raadsel. De grootste wildernis van Midden-Limburg. Een duister, diep bos vol knoestig hout, mos, poeltjes en smalle riviertjes die in brutale bochten langs hoge oevers renden. Allemaal af- takkinkjes van de Swalm, waarover een aantal houten, leuningloze bruggetjes waren getimmerd. Heel voorkomend na tuurlijk, maar opgelet: ze zijn spiegelglad en de eindstreep van deze dagmars ligt nog vijf kilometer verderop. Daar wachtte de oude mevrouw Cox met thee. „Nou?" vroeg ze, „had ik gelijk?" Het antwoord wist ze natuurlijk al. Ze had zich, vonden we, alleen wat al te voorzich tig uitgedrukt. Rob van den Dobbelsteen Je moet er een keer op gewezen worden of er per ongeluk in verzeild raken. Midden-Limburg rij je zo voorbij. Op weg naar het zuiden. Of het oosten. Maar ooit langs de Swalm gezworven? De kokette torentjes van kasteel Hillenraad boven de eeuwenoude beuken zien uitpiepen? Een boterhammetje gegeten op het bankje bij de onder roerloos kroos verscholen Kikkerpoel? De oude mevrouw Cox van landhotel Cox bij Maalbroek had het 's ochtends bij het ontbijt al voorspeld: „U zult echt heel verrast zijn. Da's iedereen die deze tocht maakt." Wie zijn huis niet verlaat en niet zijn hele, met zoveel wonderen gevulde land bekijkt, die lijkt op een kikvors in een waterput. Dat is er eentje van Pantsjatantra en zelden had de man zo'n gelijk. Een dag met een strik. Vanaf de Duitse grens bij Roermond zigzaggend naar het noordwesten, net voorbij het op de oevers van de Maas leunende S walmen een stukje in oostelijke richting en ten slotte dapper zuidwaarts, dwars door de golvende bossen terug naar het hotel. Het door de VW-Limburg uitgezette sprook je duurde precies een dag en nooit was er ook maar één saai moment. Wat een zeld zaamheid is op een voettocht ter lengte van 23 kilometer. Het weer mocht geen naam hebben. Zo'n koudgrijze, horizonloze winterdag waar op het met tussenpozen motterde. Plotse ling opstekende windvlagen hadden de laatste bladeren van de takken gejaagd, maar zoals elk nadeel kende ook dit een voordeel: het land bleek zo transparant als een aquarel. Niets bleef verborgen. Nog nooit een ijsvogeltje gezien. Nu wel. Een blauwe flits, even wapperend heli- kopteren boven de kolkende Swalm (een onvergetelijk moment waarop het diertje plotseling ook zijn oranje kant toonde alsmede zijn groene), een snelle plons in het opspattende water en weg was-ie al, in de bocht van de rivier. Rozenkerkje Dat werd trouwens nog een hele discussie: waar nu precies die dwars door Midden- Limburg zwalkende Swalm op z'n aan- valligst is. Je bent al ruim twee uur onder weg als het riviertje voor het eerst op duikt. Tenminste als je niet al te lang bij de St. Dyonisuskerk van Asselt hebt ge talmd, ook wel bekend onder de troetel naam 'Rozenkerkje'. De fameuze Roer- mondse architect Pierre Cuypers heeft wel eens mooiere restauraties uitgevoerd, maar alleen die plek al waarop het gods huis staat. Een opvallende verhoging langs de steil naar beneden vallende Maasoever. Niettemin reikte het water talloze malen tot aan de kruizen van het naast de kerk rustende begraafplaatsje. Zoals meedogenloos aangegeven op de

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 39