Geboeid door de magie van Lucebert In Amerika is het onmogelijke mogelijk Rouwzangen voor Kosovo tyrp kunst I IAj cultuur Kotterer debuteert met thriller 11 We zijn nog lang niet klaar met hem, weet Peter Hof man. De Lucebert-kenner, al ve le jaren druk doende met navor singen in leven en werk van de dichter en beeldend kunstenaar Bert Swaanswijk (1924-1994), heeft zojuist opdracht gekregen tot het schrijven van een biogra fie over de jonge jaren van Luce bert, en taxeert voorzichtig dat hij daar wel drie of vier jaar voor nodig zal hebben. Hij was een veelzijdig en gecom pliceerd kunstenaar, zegt Hof man. ,,Er zijn al drie mensen gepromoveerd alleen op Apo crief/de analphabetische naam een bundeltje met zijn vroegste werk, dus er valt nog heel veel na te trekken, uit te zoeken." De komende biografie, een op dracht van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst, zal Luce- berts leven tot het eind van de jaren vijftig beslaan. ,,Dat was een soort omslagpunt, de tijd dat hij veel minder ging dichten en zich vrijwel volledig op de beeldende kunst richtte. IJk punt in mijn optiek was de een- mansexpositie in de Haarlemse galerie Espace in 1958, die zette hem definitief neer als auto noom beeldend kunstenaar." De neerlandicus Hofman, opge groeid in Nijverdal, opgeleid in Zwolle en Utrecht en met een loopbaan als leraar in Gouda en Enschede, is al bijna zi j n hele le ven geobsedeerd door Lucebert. „Op m'n zeventiende, als kweekschoolleerling, las ik voor het eerst een gedicht van hem. Een openbaring. Ik snapte er niet veel van, maar ik voelde iets van een magische kracht, vooral als ik het hardop las." Die fascinatie is gebleven, zij het tijdens drukke onderwijsja ren op een relatief laag pitje. „Maar ik heb Lucebert wel al tijd in de lessen behandeld. Ie der jaar moesten de leerlingen in mijn eindexamenklassen er wel kennis van nemen." In zijn gestaag toenemende 'vrije' tijd duikt Hofman steeds intensiever in de Lucebert-ge- schiedenis. Daarbij behaalt hij met enige regelmaat aardige successen in het boven water halen van saillante feiten en we tenswaardigheden die dreigden te verzinken in de oceaan der vergetelheid. Zo ontdekte hij een innemend stukje kunstgeschiedenis in het feit dat Lucebert, die door de j a- ren heen ook regelmatig wand schilderingen vervaardigde, in 1946 in het 'vacantie- en kamp huis De Eekhoorn' in Lunteren twee grote schilderingen maak te. Swaanswijk was daar beland in zijn functie van vrij willig tolk voor de landmacht, als interme diair tussen de Nederlandse en Canadese strijdkrachten. Niet geheel onbaatzuchtig: een detachering bij de Canadezen bood toegang tot sigaretten, kleren, goed eten en een 'permit' die gratis toegang gaf tot veel gelegenheden. Hij werd tolk- vertaler en soldaat-schrijver bij de Canadese troepen in Apel doorn, en het is niet onwaar schijnlijk dat hij in die functie ook wel in het Lunterse vakan tiehuis van de familie Switzer kwam waarin ook Canadezen waren gehuisvest. In januari 1946, toen er weinig gasten waren, maakte hij daar de wandschilderingen, elk vier bij twee meter groot. Op één wand maakte hij een kopie naar een schilderij van Jan Steen, dat de driekoningenavond uit beeldde. de andere wand mocht 'vrijworden beschilderd en Lu cebert zette daar een vrolijke bruiloftspartij op met als cen trale figuren een sprookjesach tige vrouwsfiguur en een 'forschen cavalier'. Hofman traceerde allerlei gegevens rond het Lunterense avontuur, uit ge sprekken met mensen uit die tijd (zoals mevrouw Hoogenboom- Baan, destijds de vrouw van Eekhoorn-eigenaar Jan Switzer en uit brieven die in Canada werden bewaard door Corinne de Wit, een vriendin van Luce bert uit de periode vlak na de oorlog. De geschiedschrijving rond het oeuvre aan wandschilderingen van Lucebert, dat in kaart werd gebracht in het Lucebert-ar- chief in het prentenkabinet van het Amsterdamse Stedelijk Mu seum, kon zodoende worden verrijkt met een vergeten activi teit. De schilderingen zelf zijn overi gens verloren gegaan; ze sneu velden bij een verbouwing in de jaren zeventig en inmiddels is De Eekhoorn gesloopt. Hoe ze eruit hebben gezien kan sum mier worden gereconstrueerd. In een brief aan Corinne maakte Lucebert een schetsje van de bruiloftspartij, en er is een foto bewaard gebleven van een car navalsavond van een groepje voetbalscheidsrechters, die el kaar regelmatig in De Eekhoorn ontmoetten; in die tijd bestond het sportcentrum van de KNVB in Zeist nog niet. Achter de fees tende arbiters is een deel van een echte Lucebert te ontwaren. Luceberts overlijden in 1994 gaf een nieuwe impuls aan Hof- mans fascinatie voor de kunste naar. „Dat leverde wat nieuwe publiciteit op, en ik besloot me daar nu maar eens actief in te mengen. Het is op zichzelf al heel leuk om je als onderzoeker bezig te houden met het voor werp van je bewondering, maar ik voel nu ook steeds meer de be hoefte op te schrijven wat ik vind." Die behoefte leidde inmiddels al tot enkele publicaties, in bladen als Literatuur, Roodkoper, Bio grafie Bulletin en Raster. Verder werkte Hofman mee aan de es saybundel Licht is de wind der duisternis rond Lucebert, die afgelopen najaar verscheen bij de Historische Uitgeverij. En nu maakt Hofman zich dus op voor het schrij ven van de bio grafie. „Je komt al doende steeds dichter bij de man. Je leest brieven, je spreekt mensen die hem goed gekend hebben. Soms heb ik het geluk dat ik nieuwe bronnen vind, zoals on langs toen ik iemand leerde ken nen die in 1939 met Lucebert op de kunstnijverheidsschool heeft gezeten. Die vertelt dan weer dingen die ik nooit ergens gele zen heb. Het curieuze is, dat hoe meer ik te weten kom, hoe meer ik onder de indruk raak. Het is fascinerend om te zien hoe Lu cebert door de jaren heen vol strekt trouw is gebleven aan zij n kunstenaarschap, nooit conces sies heeft gedaan. Renéde Cocq proza Moeders (Kwadraat, 128 blz., 9,90). Verhalen over moeders, samengesteld en ingeleid door literatuurcritica Daniëlle Ser- dijn. Met bijdragen van F. Bor- dewijk, Remco Campert, Hermine de Graaf, Kristien Hemmerechts, F.B. Hotz, Paul Mennes, Marieke Groen en R.J. Peskens. Wouter Welling: Maansteen (Aristos, 270 blz., ƒ37,50). Een bibliothecaris komt door toeval in het bezit van een papyrusrag- ment uit het begin van onze jaartellling. Het zou om een deel van een manuscript over de maangodin kunnen gaan. Zijn leven raakt volledig in de ban van het manuscript en de maan- mythologie. Tweede roman van kunstcriticus en tentoon stellingsmaker Wouter Welling. Kees van Beijnum: De oesters van Nam Kee (Nijgh Van Dit- mar, 320 blz., 37,50). Nieuwe, vijfde roman van Kees van Beij num over hunkering. Hunke ring naar waarheid, naar liefde en vooral naar 'echtheid'. Ver schijningsdatum: 13-1. Joseph Pearce: Land van belof te (Houtekiet/De Prom, 350 blz., 39,90). Pas op zijn 39ste komt Joseph Pearce ertoe zijn joodse familie op te zoeken. Sommigen hebben net als de vader van de auteur nooit of nauwelijks met hun kinderen over hun ver schrikkelijke ervaringen in de Tweede Wereldoorlog gerept. Als hun neef hen bezoekt, be sluiten ze eindelijk te spreken. Een familiekroniek. Thrillerschrijver Frans Kotterer. f en toe, als hij na het uitgaan over het Rembrandtplein fietst, houdt hij nog wel eens halt voor een kroketje bij de Febo. Steeds valt hem dan op hoe opgefokt de sfeer is in het centrum van Amsterdam. Per ongeluk tegen iemand aan stoten betekent al foto Phil Nijhuis vooral een leuke avond; in het centrum van gauw hooglopende ruzie. Nee, geef hem dan maar Amsterdam heersen 's nachts de ruziezoekers, New York. In Manhattan loop je om twee uur 's nachts nog op je dooie gemakje op straat. Nooit gedonder gehad. Amerikanen die uitgaan willen volgestouwd met drank en drugs. „New York is in dat opzicht heel wat meer relaxed", zegt Frans Kotterer (48). Voor Het Parool woonde en werkte Kotterer als correspondent bijna zeven jaar- in Amerika, totdat hij in 1997 vanwege een bezuinigingsmaatregel moest terugkeren naar Nederland. Van een bestaan als een kleine zelfstandige in een bruisende metropool kwam hij terecht in een flat in Diemen en op de stadsredactie van Het Parool. Het zal niemand verbazen dat die overstap niet bepaald gladjes verliep. „Ik paste niet meer in het keurslijf. Te vrijgevochten." Kotterer nam na meer dan twintig jaar ontslag bij Het Parool en keerde terug naar New York voor een nieuw bestaan als freelancer. Ook dat werkte niet. Inmiddels woont en werkt hij naar volle tevredenheid in Diemen. „Ik merkte uiteindelijk dat de journalistieke drive weg was. In Amerika had ik alles gedaan wat ik wilde doen. Mijn loopbaan rustte op drie pijlers: sport, cultuur en politiek. Ik heb alle grote dingen kunnen doen. Nu was ik aan het recyclen, bezig met dingen die ik al had gedaan, en dat beviel me totaal niet. Toen besloot ik om een boek te gaan schrijven." Voor Kotterer, zelf een groot liefhebber van de Amerikaanse misdaadliteratuur, was het een duidelijke zaak dat hij met een thriller zou debuteren. „In een thriller kun je erg veel kwijt: humor, maatschappijkritiek, observaties. Daarbij heb ik een stijl die bij het genre past." Zijn kort geleden gepubliceerde Blow baby Blow - een rap geschreven 'pageturner' - speelt ten tijde van de Amerikaanse presidentverkiezingen. De hoofdpersoon had hij al langer in zijn hoofd: journalist Rick Dekker, een aan zijn werk verknochte einzelganger die zijn leven verdeeld tussen New York en Diemen. Via de moord op een vriendin in haar appartement in New York raakt hij betrokken in een - nu nog - ongeëvenaard schandaal rond een presidentskandidaat. Het leven van de hoofdpersoon in Blow baby Blow vertoont meer overeenkomsten met dat van de auteur: ook Dekker is na een correspondentschap teruggehaald door het Parool, om vervolgens voor een nieuw leven naar Amerika te vertrekken. 'Dekker miste de dromen, het optimisme en de hoge verwachtingen van de Amerikanen. Nederland had geen dromen. Nederland had sociale zekerheid. Nederland zat op slot. Amerikanen wilden altijd winnen. Nederlanders wilden niet verliezen. Waar de Amerikaan zei: 'Let's do it', zei de Nederlander: 'Dat kan niet'. Geen wonder dat Kotterer het boek vrijwel volledig laat afspelen in Amerika. Dat was al zijn opzet toen hij nog niet eens wist dat het boek in zijn hoofd ook werkelijk geschreven zou gaan worden. „Ik had die hoofdpersoon, maar geen verhaal. Tot ik naar de hoorzittingen in de Monica Lewinsky zaak zat te kijken. Opeens dacht ik, daar is mijn verhaal. Ik heb twee keer de verkiezingen verslagen in Amerika. Het is mooi dat die ervaring nu allemaal samenkomt in dit boek." Kotterer schreef de eerste versie van het boek in drie maanden. Bovendien heeft hij eigenhandig voor een Engelse vertaling gezorgd die reeds is verstuurd aan uitgevers in Engeland, Amerika en Australië. Want de kersverse thrillerauteur hanteert een typisch Amerikaans motto: Think Big - denk in het groot. Als het even kan doet hij er zelf alles aan om het boek tot een succes te maken, niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland. „Ik wil het zo goed mogelijk doen. Het voortbestaan van een schrijver hangt nu eenmaal af van de verkoop. Simpele zaak. Mede daarom is het boek in Amerika gesitueerd. Een boek kan nog zo goed zijn, als het zich afspeelt in Durgerdam beperk je je internationale mogelijkheden. In Amerika is het ondenkbare denkbaar, daarom lezen mensen er zo graag over." Kotterer is vast van plan een serie Rick Dekker-boeken te maken. „Ik heb er drie in mijn hoofd, waarvan in ieder geval de volgende zich nog in Amerika afspeelt, vermoedelijk in Montana. Hoeveel het er uiteindelijk worden? Ik weet het niet. Ik merkte wel dat het aantal in elk interview dat ik gaf, groter werd. Laatst riep ik in een overmoedige bui dat ik er minimaal zeven zou gaan schrijven. Maar dat moeten we nog maar zien." Monique Brandt Frans Kotterer - Blow Baby Blow, uitgeverij Luitingh-Sijthoff, f29,90. Een half jaar na het einde van de Kosovo- crisis worden de Serviërs en Albanezen geacht vreedzaam naast elkaar te leven. In Kosovo is evenwel nog steeds de spanning aanwezig. Is deze vrede mogelijk? Als we de Albanese schrijver Ismail Kadare mogen geloven, kan alleen een oplossing worden gevonden wanneer de gebeden van de geest van de Turkse sultan Moerad I worden ver hoord. Kadare schreef met Drie rouwzan gen voor Kosovo een bundel met drie verha len waarin de geschiedenis van Kosovo wordt verbeeld. De boeken van Ismail Kadare zijn voor een westerse lezer zo nu en dan moeilijk te door gronden. Hij lijkt zijn werk in de eerste plaats te schrijven voor zijn Albanese land genoten, die aan de gebeurtenissen in zijn romans en verhalen gemakkelijker de juiste interpretatie toe kunnen kennen. In zijn ei gen land is Kadare nog steeds ongemeen po pulair. Hij hield zich dertig jaar lang als schrijver staande onder het schrikbewind van dictator Enver Hoxha (1908-1985) en wist veel inmiddels internationaal bekende In Drie rouwzangen voor Kosovo ontrafelt de Al banese auteur Ismail Kadare de treurige nasleep van het treffen op het Merelveld. romans (zoals Kroniek van de stenen stad, De brug met drie bogen en Het dromen- paleis) aan zijn oeuvre toe te voegen. Gedurende zijn schrijversloopbaan werd Kadare geacht om in de geest van de 'intelli gentsia' zijn inspanningen in dienst te stel len van het regime, maar de censuur wist hij vaak op een geraffineerde manier te omzei len. Wie met dit gegeven in het achterhoofd bijvoorbeeld de roman De generaal en het dode leger uit 1972 leest, verbaast zich re gelmatig over de pittige kritiek die wordt geleverd op de Albanese cultuur en mentali teit. In deze roman staat een Italiaanse ge neraal centraal die twintig jaar na de Twee de Wereldoorlog in aanraking komt met de Albanese bevolking. De generaal beseft steeds meer dat hij de mentaliteit van het land nooit kan doorgronden: 'Je kimt ge makkelijk in hun bodem doordringen en graven, maar in hun ziel doordringen, dat lukt nooit.' Hetzelfde besef klinkt door in Drie rouw zangen voor Kosovo, waarin Kadare de bloedige slag op het Merelveld heeft be schreven die tot op de dag van vandaag een sleutelrol speelt in de conflicten op de Bal kan. De Turken brachten het gezamenlijke leger van christenen - Serviërs, Bosniërs, Albanezen en Roemenen - in 1389 een ver pletterende nederlaag toe. De overwonne nen hulden zich eeuwenlang in een diepe rouw en stonden elkaar daarna vaak naar het leven. Keer op keer hebben nationalisti sche politici de strijd op de vlakte van Koso vo gebruikt ter ondersteuning van him ideo logie. De laatste keer was dat in juni 1989, tijdens de 600-jarige herdenking van de slag. Toen riep de Servische leider Milosevic op tot agressie in Kosovo, waarmee hij de ineenstorting van Joegoslavië inluidde. In Drie rouwzangen voor Kosovo ontrafelt de Albanese auteur Ismail Kadare de treuri ge nasleep van het treffen op het Merelveld. Hij verbindt het duistere verleden met de gebeurtenissen van onze tijd. Het gevecht wordt beschreven in het eerste deel De oude oorlog: 'De slag was zo hevig dat zich op die dag meer bloed van Turken en christenen vermengde dan in de volgende vijfhonderd jaar door gemengde huwelijken zou gebeu ren.' In het tweede deel staat de Albanees Gjorg centraal, die kort na de slag als taak heeft de heldendaden van zijn volk te bezin gen. Hij ontmoet de zangers uit de andere getroffen gebieden, maar de gezamenlijke nederlaag heeft hen niet nader tot elkaar gebracht. Wanneer hij zijn Servische colle ga ontmoet, met wie hij overigens goed op kan schieten, kan hij het nog steeds niet na laten om zijn meest bekende regel naar vo ren te brengen: 'Verhef je, Albanezen, want Kosovo is door de Serviërs ingenomen.' Waarop de collega op zijn beurt zingt: 'Ver hef je, Serviërs, de Albanezen ontnemen ons Kosovo.Ze ontmoeten een vrouw die hen vraagt om eens een keer andere regels te zin gen. Maar helaas, aan die wens kan niet worden voldaan. Het laatste deel uit de bundel is het meest aangrijpende. Dat bevat een monoloog van de Turkse sultan Moerad I die tijdens de slag op het Merelveld is omgekomen. Zijn geest waart nog steeds rond op de grafheuvel in Kosovo. Hij overziet de eeuwen die sinds de slag zijn verstreken. En op dat moment ver bindt Kadare zijn verhaal met het heden en weet hij als geen ander de dramatische ge beurtenissen vorm te geven. 'O, Allah, na meer dan zeshonderd jaar ben ik zo verschrikkelijk moe, ik ben hier de eni ge islamitische vorst, omgeven door een christelijke wereld. Op sommige momen ten, dat is tijdens de uren dat ik me het ellen digst voel, bekruipt me het vermoeden dat misschien mijn bloed ten grondslag ligt aan al dit kwaad. Het is bijna een krankzinnige gedachte, ik weet het, maar toch wil ik van af deze plek waar ik me als ondode en niet- levende bevind, mijn gebed tot u richten: O, Heer, schenk mij eindelijk vergetelheid.' Op zo'n moment laat Kadare op subtiele wijze weten dat alleen door de vergetelheid de vrede in Kosovo kan worden gegaran deerd. Jacob Moerman Ismail Kadare: 'Drie rouwzangen voor Kosovo'. Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam,. Prijs: 24,90. vrijdag 7 januari 2000 De in 1994 overleden dichter en beeldend kunstenaar Lucebert.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 11