Bomen zijn te vaak sluitpost PZC Spaanse aak bejubeld Zeevissen breed in kaart gebracht buitengebied door het oog van Wim Riemens 27 woensdag 5 januari 2000 In het weiland van de familie Bosselaar aan de Iseweg, tussen Oudelande en Ellewoutsdijk, valt de boom onmiddellijk op. Een fraai voorbeeld van de Spaanse aak, een inheemse esdoorn die zich vooral in plantsoenen en dijkbeplantingen thuisvoelt. Solitair, zoals hier, komt de Spaanse aak of veldesdoorn maar zelden voor. In de inventarisatie die de gemeente Borsele enkele jaren geleden van alle waardevolle bomen binnen haargrenzen heeft gemaakt, wordt de boom aan de Iseweg bejubeld als 'de prachtige monumentale Spaanse aak van Ellewoutsdijk'. Volgens de Borselse lijst dateert deze acer campestre, zoals de Latijnse naam luidt, van 1901 en bedraagt de omtrek tweeënhalve meter. Enkele jaren geleden is de boom opgeknapt door de Stichting Landschapsverzorging Zeeland. door Rolf Bosboom Duizenden, tienduizenden bomen staan keurig in het gelid bij kwekerij Westhof, aan de Westhofsezandweg tussen Heinkenszand en Baarsdorp. Allerlei soorten laanbomen, zoals essen, populieren, linden, platanen. Keurig gesnoeid om komend jaar weer wat verder naar de hemel te reiken. Eigenaar Piet van 't Westeinde wijst naar de rijen iepen. Ooit prima handelswaar. „Maar het is onverkoopbaar geworden. Brandhout eigenlijk." De iepziekte is de grote boosdoener. Op grote schaal worden zieke iepen nu gerooid en de soort is taboe geworden. „Maar het gekke is dat het niet het ras is dat ziek wordt; in 95 procent gaat het om de wilde struiken van de veldiep. Bijna alle nieuwe rassen zijn resistent", zegt Van 't Westeinde. „Maar dat wil er bij de mensen niet in. Daar is de angst bomen voor de iep te groot voor." Ooit was de iep een van de pijlers van de boomkwekerij. „Wat hier aan iepen is weggegaan, dat is met geen pen te beschrijven", zegt zoon Jack. Nu zijn zelfs de paar honderd iepen die er nog staan, niet aan de straatstenen kwijt te raken. Tot droefenis van Van 't Westeinde senior. „Een boom die in Zeeland altijd op zijn plaats is geweest, zijn we nu helaas kwijt." De familie kijkt soms met verbazing naar wat er nu her en der wordt aangeplant. „Na de oorlog werden bijna alleen maar populieren neergezet. Nu lijkt dat Ir'-- Piet van 't Westeinde: „Je wilt dat andere mensen een boom net zo behandelen als je zelf jaren hebt gedaan." helemaal omgeslagen en moeten er zoveel mogelijk soorten houtgewassen komen. Dan plant men bijvoorbeeld eiken op een dijk, waar ze altijd op de wind staan en snel uitdrogen. Voordat die zich daar thuisvoelen, duurt het jaren. Ook halen ze het onkruid niet weg. Na het planten wordt er gewoon nooit meer naar omgekeken. Dan gaat er natuurlijk wel eens eentje dood en blijf je met gaten zitten die niet worden ingeboet. Je kunt heus wel eiken en linden planten, maar dan moet je er ook wat aan doen." De liefde voor de boom, dat is wat de boomkwekers steeds minder vaak tegenkomen. ,,Je ziet alles groeien, van een klein stekje tot een boom van vier, vijf meter. Je doet er van alles voor - onkruidbestrijding, snoeien, gewasbescherming - en dan wil je dat andere mensen een boom net zo behandelen als de manier waar je zelf jaren voor ze hebt gezorgd", zegt Piet van 't Westeinde. „Er is niets mooiers dan zien dat al je bomen goed groeien", vult zijn zoon aan. „Je wil graag dat je bomen aanslaan en er mooi bijstaan." Maar steeds vaker worden grote aanplantprojecten uitbesteed aan aannemers, die in de eerste plaats ondernemer zijn. Jack: „De bomen zijn vaak sluitpost van een groter project. Aannemers die op het scherp van de snede willen inschrijven nemen - de goede uiteraard niet te na gesproken - gewoon rotzooi. Daardoor zie je soms dat er rommel wordt ingekocht en dat bomen worden Vandaag de dag ligt 's Heer Arendskerke weliswaar terzijde van de oude rijksweg, maar is omringd door nieuwe wegen en kruisingen voor het snelverkeer. In het verleden bepaalden niet verkeerswegen de entourage van het dorp, maar één waterweg: de Schenge, het water dat vroeger Zuid-Beveland en Wolphaartsdijk van elkaar scheidde. 's Heer Arendskerke: dat was vorige week het dorp op de foto van Wim Riemens. Hoeveel asfalt er in de omgeving ook in de wegen is gestopt, in het ringdorp zelf is het karakter van het verleden nog duidelijk zichtbaar. Ooit was het een van de rijkste ambachtsheerlijkheden op Zuid- Beveland. Het grondgebied liep ver naar het zuidwesten, tot in (Nieuw- en) St. Joosland. Van 's Heer Arendskerke uit werden nieuwe schorren bedijkt en dorpen gesticht: zo zijn bijvoorbeeld Lewedorp en Nieuwdorp ontstaan. Op de plek waar 's Heer Arendskerke zelf is ontstaan, hadden de Heren van Schengen voordien een belangrijk kasteel. Rond 1700 was daarvan nog een ruïne aanwezig. Als gevolg van de aanleg van een ringdijk (1200) kon bij de versterking een nederzetting groeien. Bij het dorp lag tot 1924 nog een gave vluchtberg van ongeveer twaalf meter hoog. De kern van deze heuvel bevatte een woonlaag, waaruit aardewerk uit de elfde en twaalfde eeuw werd opgegraven; een eeuw later is de berg waarschijnlijk opgehoogd tot verdedigingswerk. De Heren van Schenge hoorden tot de belangrijke Zeeuwse adel. Tot ver in de negentiende eeuw hadden hun nakomelingen bezittingen in het gebied. De naam 's Heer Arendskerke herinnert aan de Heer van Schenge: Arnoldes werd vernederlandst tot Araout of Arend. Als parochie wordt 's Heer Arendskerke voor het eerst vermeld in 1275, waarschijnlijk als dochter van het oudere Wissekerke op Zuid-Beveland en als moederkerk van Baarsdorp. Sinds 1970 maakt 's Heer Arendskerke deel uit van de gemeente Goes. De waardebonnen voor drie inzenders van goede oplossingen zijn voor: Fam. v.d. Elshout in Hulst, Lindie Joosse, 's Heer Arendskerke en mevrouw Schot in Zierikzee. De vraag voor de nieuwe opgave luidt: in welk dorp maakte Wim Riemens deze foto? Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 8 januari door Rinus Antonisse worden gezonden naar Redactie PZC Buiytengcbied, Postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118- 470102, e-mail redactie@pzc.nl. Onder de goede inzenders worden weer drie waardebonnen verloot. foto's Willem Mieras mishandeld. Dat is zonde." Zelf willen ze onder geen beding 'rommel' verkopen. Alleen bomen die gekeurd zijn op soortechtheid, gezondheid en uiterlijke kenmerken gaan de deur uit. Een van de grootste klanten van de kwekerij is Staatsbosbeheer, die uitsluitend met gekeurde bomen werkt. Andere afnemers zijn collega-boomkwekers, tuincentra en particulieren. Een kleine vier hectare laanbomen hebben ze nu staanEn ook nog eens twee hectare walnotenbomen, waarmee de kwekerij in ruime kring een naam heeft opgebouwd. De vorige generatie Van 't Westeinde begon vlak na de oorlog met de walnotenbomen, als hobby. „In de loop der jaren is het onze tweede teelt geworden." Nog dagelijks werkt Piet van 't Westeinde, inmiddels een autoriteit op het gebied, aan het perfectioneren van zijn vakmanschap en blijft hij voortdurend nieuwe rassen testen. Rek weg Met de toetreding van Jack tot de firma lijkt de toekomst van de kwekerij verzekerd. Toch is een goede belegde boterham nimmer een garantie, zeker niet nu steeds meer agrariërs als bijverdienste bomen gaan kweken. „Er zal steeds behoefte blijven aan bomen, maar de rek is er nu wel een eind uit. Als het goed gaat zijn er altijd een paar die erin springen. Dat moeten er nu niet veel meer worden." „Je moet in de vak voortdurend op je tenen lopen", zeggen vader en zoon. „Zorgen dat je kwaliteit goed is, want anders kun je het schudden. Kennis van de markt is ook heel belangrijk, zeker nu er nauwelijks meer op voorraad wordt gekocht. Dat is ook een beetje gokken. Een overproductie van twee bomen is eigenlijk al te veel, maar als je er twee te weinig hebt hangen ze aan de lijn. En het blijft uiteraard natuur. Alles staat buiten, dus heb je altijd kans op bijvoorbeeld wateroverlast, zoals vorig jaar. In een zware storm is ooit in één keer de helft van onze essen, drieduizend stuks, kapotgewaaid. Dan moet je toch echt stei-k in je schoenen staan." Het woord vis had vroeger een veel ruimere betekenis dan nu. Ooit werd het woord namelijk gebruikt voor het aanduiden van alle levensvormen in zee, of het nu wormen, zeesterren, zeehonden of walvissen waren. De betekenis is tegenwoordig verengd tot de ongeveer 25.000 soorten vissen die over de hele wereld verspreid voorkomen (en er worden nog regelmatig nieuwe soorten ontdekt). Vissen behoren tot de gewervelde dieren. Ze zijn verwant aan amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren. Ze onderscheiden zich hiervan met name door de combinatie van het bezit van vinnen, de ademhaling met behulp van kieuwen en een levenswijze die zich volledig in het water afspeelt. Vissen worden in drie hoofdgroepen onderverdeeld: rondbekken, kraakbeenvissen en beenvissen. Het zijn dieren met een respectabele ouderdom. De drie hoofdgroepen ontstonden ongeveer 400 miljoen jaar geleden tijdens het Siluur. Hoewel vissen uiterlijk sterk van elkaar kunnen verschillen, zijn ze alle toch afgeleid van een betrekkelijk eenvoudige grondvorm. Dat mag dan zo zijn, het herkennen van de verschillende vissoorten is niet altijd even eenvoudig. Het boek Zeevissen van Noord- en West- Europa kan hierbij een handje helpen. In deze gids - een gemoderniseerde en sterk uitgebreide uitgave van de zeevissengids uit 1978 - worden 273 soorten uitvoerig besproken en beschreven. Als belangrijkste gebied komt aan de orde de Noordzee, maar ook elders in Noordwest-Europa kunnen alle algemene vissen met behulp van het boek op naam worden gebracht. De informatie is helder en uitvoerig. Van elke soort worden de belangrijkste determinatiekenmei'ken maximumlengte en -leeftijd en verspreiding vermeld. Ook zijn er gegevens opgenomen over voortplanting, groei, voedsel, trek, paaigewoonten en Europese vangstaantallen. Elke soort wordt afgebeeld en uitgezet op een verspreidingskaart. Zowel amateurs als beroepsvissers kunnen er hun voordeel mee doen. Het boek, samengesteld door de Deense zeebiologen B. J. Muus en J. G. Nielsen, gaat ook in op de geschiedenis van de visserij. Het vangen van vis is een van de oudste voedselvoorzienende activiteiten van de mens en de Nederlanders hebben zich daarbij niet onbetuigd gelaten. De Noordzee, die duidelijk tekenen van overbevissing vertoont, is allang niet meer het enige vangstgebied. Na de Tweede Wereldoorlog nam de visserij in open oceaan een hoge vlucht, door modernere schepen en doelmatiger vangmiddelen. Verder in de gids aandacht voor de visserijtechniekende industrie en de visserijbiologie. Dagtochten De paden op en de lanen in: om te wandelen, te fietsen of anderszins te recreëren. De geneugten ervan zijn door de Nederlanders massaal ontdekt. Naarmate de beschikbare vrije tijd toeneemt, groeit de belangstelling voor het buitengebied. Dat gaat het hele jaar door, voorjaai-, zomer, herfst, winter - het maakt op zich niet uit. In het buitengebied is er elk jaargetijde wel wat moois en interessants te beleven. Jaarlijks worden alleen al vanuit de stedelijke gebieden naar het platteland 51 miljoen dagtochten gemaakt en 4,8 miljoen vakanties doorgebracht. Dat zijn dan nog maar de geregistreerde recreatieve activiteiten. In werkelijkheid is de druk op het buitengebied veel groter. En dat maakt het noodzakelijk om voor enige geleiding te zorgen. Want het nationale buitengebied is niet meer zoals het is geweest. In vroeger tijden was er volop woest land: eindeloze heidevelden, zandverstuivingen, moerasgebieden, zompige landen, zandwegen. Bijna al het buitengebied is vandaag-de-dag gemoderniseerd cultuurland. Verkavelingen hebben gezorgd voor rechte lijnen en grote kavels. Her en der zijn er plukjes natuurgebied gespaard gebleven, die in toenemende mate voor de recreant opengesteld worden (uiteraard zodanig dat kwetsbare natuur niet in de verdrukking komt). De combinatie van cultuurland en te bezoeken natuurgebieden kan voor de mens die op zoek is naar groen en ruimte aardige tochten opleveren. Voortrekkersrol Het honderdjarige Staatsbosbeheer heeft in dit opzicht een voortrekkersrol vervuld. Naast een beheer gericht op behoud van zoveel mogelijk soorten en variaties in de natuur, krijgt bevordering van recreatie en toerisme veel aandacht. Het betekent onder meer per jaar ruim 4.000 excursies met de boswachter op pad (bijna 100.000 deelnemers) en de 23 informatiecentra turven een gezamenlijk jaarbezoek van 400.000 gasten. Er zijn zo'n 400 terreinbeschrijvingen met wandel- en fietspaden. Ook andere instellingen en ondernemingen richten zich op het massale naar buiten gaan. Het boek Markant Nederland, de mooiste natuurroutes is er een voorbeeld van. In het boek zijn 25 kroondomeinen van Staatsbosbeheer geselecteerd, verspreid over het hele land. Zeeland komt er overigens bekaaid af, met als enige uitverkoren gebied Walcheren. De gebieden zijn al eens belicht in het televisieprogramma met dezelfde titel als het boek. De informatie die verstrekt wordt is erg oppervlakkig en dat geldt ook voor de afgedrukte kaarten. Het boek is dan ook niet zozeer een gids om uitgewerkte tochten te ondernemen, maar meer een bron voor het opdoen van ideeën. Zeevissen van Noord- en West-Europa. DoorB. J. Muus en J.G.Nielsen, redactie Hans Adema. Uitgeverij Schuyt Co, Haarlem, Prijs f59,90, 338 pagina's. Isbn 90 6097 5103. Markant Nederland, de mooiste natuurroutes. Uitgeverij Strengholt, Naarden. Prijs 39.90,112 pagina's. Isbn 90 6010 971 6.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | | pagina 27